04 GEWELD TEGEN KINDEREN IVRK - art. 3, 19, 37, 24, 38, 39, 34, 35, 36 Concluding Observations 2010 - art. 39 – 43, 48-49 Alternatief Rapport 2010 - hoofdstuk 4 Standpunt over lijfstrafffen –pedagogische tik WAT STAAT ER IN HET ALTERNATIEF RAPPORT UIT 2010? In 2010 klaagden de ngo’s aan dat fysiek en psychisch geweld jegens kinderen nog steeds niet bij wet verboden werd. Geweld tegen kinderen stoppen, vergt een sterke politieke wil en een engagement van de civiele maatschappij. De ngo’s vroegen daarom een nationaal actieplan uit te werken om alle geweld tegen kinderen een halt toe te roepen. Extra aandacht moest ook gaan naar geweld in residentiële settings, door preventieve maatregelen tegen geweld in opvangcentra en het ontwikkelen van alternatieven voor residentiële plaatsing, in het bijzonder voor de meest kwetsbare groepen kinderen. Op het vlak van verkeersgeweld vroegen de ngo’s om meer kennis en middelen om jonge verkeersslachtoffers op te vangen en te ondersteunen, naast een weginfrastructuur die rekening houdt met kinderen. De ngo’s stelden eveneens voor een no blame-aanpak te hanteren inzake pesten. Verder vroegen de ngo’s extra aandacht voor internationale problematieken gerelateerd aan geweld tegen kinderen, zowel rond het gebruik van kindsoldaten als in de strijd tegen kinderhandel, kinderprostitutie en kinderpornografie. UPDATE 2015 ALGEMEEN BELEIDSEVOLUTIES Ons land moet lijfstraffen voor kinderen expliciet verbieden. Dat zegt de Raad van Europa, een organisatie van 47 Europese landen. In de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen, de opvolgers van de Millenniumdoelstellingen, is een specifieke subdoelstelling opgenomen rond geweld tegen kinderen (SDG 16.2). Dit vormt een belangrijk nieuw internationaal kader in de strijd tegen geweld tegen kinderen. ENKELE INTERESSANTE INITIATIEVEN 1 UNICEF lanceerde midden 2015 een internationale campagne tegen geweld tegen kinderen : #ENDViolence. De campagne is opgebouwd rond een brief met getuigenissen van 13 minderjarigen slachtoffer van geweld wereldwijd Het rapport ‘Aan de slag met geweld’ is het eindresultaat van het traject ‘Geweld in de georganiseerde vrije tijd’, dat De Ambrassade in samenwerking met verschillende partners uit de jeugd- en sportsector aflegde. Om tegemoet te komen aan de bezwaren van de Raad van Europa heeft Sonja Becq (CD&V-fractie) in de Kamer een wetsvoorstel ingediend dat alle vormen van fysisch en psychisch geweld op kinderen moet bannen (Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 371bis in het Burgerlijk Wetboek (4-232) recht van een kind op verzorging, veiligheid en goede opvoeding bevestigt en dat beschermt tegen fysisch of psychisch geweld. Eerste indiening door Sabine de Bethune op 20 augustus 2003 (stuk Senaat, nr. 3149/1 — BZ 2003). Het Kinderrechtencommissariaat verstuurde een persbericht n.a.v. het gebruik van geweld tegen een minderjarig meisje door het Special Response Team. De Europese Commissie organiseerde haar ‘9th European Forum on the rights of the child’ op 3 en 4 juni 2015. De visie op geïntegreerde kinderbeschermingsmechanismen werd er uiteengezet in 10 principes. WAT WERD NIET (GOED) GEREALISEERD? Het nummer 1712 (Meldpunt Geweld, Misbruik en Kindermishandeling) is weinig kindvriendelijk: openingsuren alleen tijdens kantooruren en weinig toegankelijke website voor kinderen en jongeren (in 2016 wordt een aparte website voor kinderen en jongeren gelanceerd). Ondanks verschillende wetgevende initiatieven heeft België nog steeds geen duidelijk verbod op de ‘pedagogische tik’, of geweld tegen kinderen binnen de opvoeding. België is hierdoor nog steeds niet tegemoetgekomen aan de (meermaals herhaalde) veroordeling door de Raad van Europa. PESTEN BELEIDSEVOLUTIES De algemene raad van de VLOR keurde een advies goed over de preventie en aanpak van pesten. Dit bepleit o.m. bijkomende investeringen om de kennis en competenties van scholen en leerkrachten te versterken; de kostprijs voor de inspanningen die scholen moeten leveren te beperken (financiële steun) en het versterken van het beleidsvoerend vermogen om een krachtig preventief en probleemoplossend beleid inzake pesten en cyberpesten te realiseren. Dit advies werd op 22 januari toegelicht aan het Vlaams Parlement. Daar uit volgend werd binnen de VLOR het ‘Overlegplatform Welbevinden en Preventie van Pesten’ opgestart. Jo Vandeurzen, minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin kondigt in maart 2015 de opstart aan van een beleidsdomeinoverschrijdende werkgroep, onder voorzitterschap van de Vlaamse onderwijsadministratie en in samenwerking met het Vlaams Forum Kindermishandeling. Deze werkgroep krijgt als opdracht de diverse reeds genomen initiatieven en lacunes in de verschillende 2 beleidsdomeinen in kaart te brengen en te evalueren, en na te gaan welke strategieën een antwoord kunnen bieden op de problematiek. Minister Crevits trekt voluit de kaart van peer mediatie. Ze is er van overtuigd dat leerlingen zelf heel wat problemen kunnen oplossen. Op 15 december organiseerde de minister een studiedag om deze interventievorm onder de aandacht te brengen. De minister faciliteert nascholingen rond dit thema. De Vlaamse regering trekt extra middelen uit om i.s.m. Mediawijs.be initiatieven te ontwikkelen die cyberpesten willen tegengaan. Deze initiatieven kunnen zich richten tot leerlingen, leerkrachten, ouders, … . ENKELE INTERESSANTE INITIATIEVEN Aan de Antwerpse Universiteit doet de onderzoeksgroep MIOS onderzoek naar pesten en cyberpesten. In het kader van het project Friendly Attac wordt op dit moment een game (met een daarbij aansluitend lessenpakket) ontwikkeld die door scholen kan worden ingezet als onderdeel van een breder beleid tegen (cyber)pesten. Een ander onderzoek (AMICA) aan dezelfde universiteit ontwikkelt een softwareprogramma (autodetectie) dat o.m. geschikt zou moeten zijn om jongeren te beschutten tegen grooming. Aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen is een onderzoek opgestart met als titel 'Jongeren online!'. Hierbinnen onderzoekt men welke rol ouder kunnen spelen in de preventie van sexting en cyberpesten. Pestexperts en onderzoekers bepleitten de oprichting van een autonoom, multidisciplinair onderzoekscentrum. Dit centrum wil het multidisciplinair onderzoek over (cyber)pesten bevorderen en antwoord helpen bieden op vragen die vanuit het beleid, het onderwijsveld en andere domeinen worden gesteld. Het centrum wil ook bijdragen aan het vertalen van wetenschappelijke inzichten naar kaders en instrumenten voor scholen, hulpverleners, enz. Leefsleutels vzw is gestart met het introduceren van het Finse evidence-based antipestprogramma KiVa. De eerste 23 scholen werden opgeleid en zijn sinds september 2015 met het programma van start gegaan. Gezien de sterke wetenschappelijke onderbouw van het programma en de wetenschappelijke evidentie m.b.t. de gunstige impact ervan in het lager onderwijs schaart ook het Vlaams Netwerk Kies Kleur Tegen Pesten zich mee achter dit project. Tumult vzw bereidt een publicatie voor met goede praktijkfiches. Hiervoor wordt geput uit de praktijk van scholen uit het basis- en secundair onderwijs (gewoon en buitengewoon onderwijs) die tot hiertoe als winnaar van de pesten-dat-kan-niet-prijs werden geselecteerd. De UC Leuven-Limburg werkt als eerste Vlaamse hogeschool aan een formeel, integraal en hogeschoolbreed antipestplan op niveau van de studenten. Dit plan komt er op initiatief van de Dienst Studentenbeleid en wordt in samenspraak met medewerkers en studenten uitgewerkt. Op initiatief van H.M.K. Mathilde vond op 9 juni 2015 een eerste Belgische rondetafel plaats rond het thema pesten/cyberpesten. De onderwijsadministratie en onderzoekers uit beide gemeenschappen woonden de rondetafel bij. Ook het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten was vertegenwoordigd. Op basis van een analyse van alle mails, telefoongesprekken, chatgesprekken, forumgesprekken, … heeft AWEL een rapport “Awel, wat moet ik doen? De veerkracht van jongeren bij Awel onderzocht” uitgebracht. 3 Van 6 tot 13 februari 2015 werd opnieuw de Week Tegen Pesten georganiseerd vanuit het Vlaams Netwerk Kies Kleur Tegen Pesten WAT WERD NIET (GOED) GEREALISEERD? De Vlaamse regering kiest er niet voor om: o o o een autonoom en multidisciplinair kenniscentrum inzake pesten/cyberpesten op te richten omdat ze van oordeel is dat dit niet nodig (andere instanties helpen dit mogelijk maken) en niet wenselijk is. het engagement rond een categoriale aanpak van pesten in de praktijk om te zetten. Elke minister blijft vanuit zijn eigen achtergrond en domein (beperkt) met het thema bezig waardoor een brede en gefundeerde aanpak uitblijft. een op wetenschappelijke basis ontwikkeld verwachtingskader te formuleren t.a.v. scholen van het basis- en middelbaar onderwijs. Ook hier is men van oordeel dat scholen nu voldoende sterk worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Concrete casussen (incidenten; inspectie scholen) tonen echter aan dat er tussen scholen heel grote verschillen bestaan en dat m.a.w. de basisrechten van alle kinderen en jongeren niet overal gegarandeerd worden (m.n. het recht op een veilige en stimulerende leeromgeving). Crisissituaties waarbij sprake is van pesterijen en van een escalerend conflict tussen het gezin en de school blijven een heikel punt. Het Kinderrechtencommissariaat neemt, als het hier op aangesproken wordt, zijn verantwoordelijkheid. De constructie die de onderwijskoepels nu voorzien en waarbij gewerkt wordt met bemiddelaars uit hun eigen organisatie geniet geen voorkeur omdat deze constructie voorbij gaat aan het principe dat de bemiddelaar een absoluut neutrale positie moet bekleden. Diezelfde kritiek gaat ook op voor scholen die gebruik maken van interne bemiddelaars bij het herstelgericht oplossen/aanpakken van ernstiger conflicten en pesterijen. De school is immers betrokken partij, want deze kan zich genoodzaakt zien om sancties te nemen of kan zelf medeslachtoffer zijn van een conflict (bijvoorbeeld als er deining ontstaat over een pestincident). Elke school of scholengroep zou vandaag moeten beschikken over een ‘digitale zorgleerkracht’ (DIZO). Dit is een leerkracht /opvoeder die instaat voor (a) het versterken van de mediawijsheid van leerlingen (preventie) en (b) het helpen voorkomen en mee aanpakken van cyberpesterijen en cyberagressie. Tegelijk is het belangrijk dat zo’n DIZO een netwerk uitbouwt van nuttige contacten (met CLB, politie, JAC, CGG, …). Jong & Van Zin mist een structureel preventief pestbeleid in het onderwijs. Zij pleiten voor een structureel jaartraject in het 1ste en 2de jaar secundair onderwijs rond weerbaarheid en Rots & Watervorming. DISCRIMINATIE, RACISME EN RADICALISERING BELEIDSEVOLUTIES 4 In het kader van de preventie van radicalisering lanceren Vlaams minister Liesbeth Homans, bevoegd voor Integratie en Inburgering en Vlaams minister Sven Gatz, bevoegd voor Jeugd, een gezamenlijke projectoproep om organisaties te ondersteunen die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de zoektocht van jongeren naar een eigen identiteit. 8 projecten krijgen subsidies. De Vlaamse Regering keurt op 3 april 2015 een actieplan ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme goed, op voorstel van Coördinerend minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans. ENKELE INTERESSANTE INITIATIEVEN Vanuit de Kinderrechtencoalitie: De Kinderrechtencoalitie organiseerde een interne rondetafel over het screenen van leerlingen op tekenen van radicalisering door scholen en werkt aan een position paper. De Kinderrechtencoalitie werkte een visietekst met de titel ‘Kinderrechten als vaccin tegen radicalisering. In 2015 werkte de Kinderrechtencoalitie aan het jaarthema ‘etnisch-culturele diversiteit en migraties’. Op 29 september 2015 organiseerde de Kinderrechtencoalitie een Open Forum in Antwerpen over de impact van racisme op kinderen. De Kinderrechtencoalitie Vlaanderen presenteerde op 03.12.2015 haar publicatie “Het zal wel aan mij liggen…Omgaan met de effecten van discriminatie en racisme op kinderen”. Andere Het Jeugdonderzoeksplatform bracht een studie uit over diversiteit bij en tussen jongeren in Vlaanderen. Drie dimensies kwamen aan bod: gezin, levensbeschouwing en etnisch-culturele achtergrond, stedelijkheid. Arktos ontwikkelde samen met de FOD binnenlandse zaken een tool als preventief antwoord op radicalisering. Onder de naam BOUNCE ontwikkelden ze een vormingspakket voor jongeren, een bewustmakingspakket voor ouders en eerstelijnswerkers en een ‘train de trainer! Op donderdag 15 oktober organiseerde de Liga voor Mensenrechten de Big Brother Awards 2015. De Kinderrechtencoalitie nomineerde het ‘screenen van leerlingen op tekenen van radicalisering door scholen’ en won de juryprijs. Het Kinderrechtencommissariaat publiceerde een advies Minderjarigen en radicalisering: voluit voor mensenrechtenperspectief. Klasse brengt een dossier radicalisering uit. Dit dossier wil leraren, scholen en CLB-medewerkers helpen bij elke vorm van extreme radicalisering. GO! brengt een visietekst uit rond radicalisering. Op 5 februari 2015 organiseerden Motief vzw, Uit De Marge en Samenlevingsopbouw een studiedag over de impact van het radicaliseringsdebat op jongeren. Samira Azabar van Motief vzw schreef een tekst over de impact van het radicaliseringsdebat op jongeren. WAT WERD ER (NIET) GOED GEREALISEERD? 5 De Kinderrechtencoalitie werkte 33 beleidsaanbevelingen uit rond het omgaan met de effecten van discriminatie en racisme. Onder meer de volgende knelpunten komen hier naar boven: o Er is nog geen gecoördineerd actieplan tegen racisme in ons land. o Er is nog te weinig wetenschappelijk onderzoek rond de effecten van discriminatie en racisme op kinderen. o Minderjarigen als slachtoffers zijn niet zichtbaar genoeg in de dataverzameling rond discriminatie en racisme. Jongeren geven aan dat het huidige deradicaliseringsbeleid veeleer negatieve dan positieve effecten heeft op hun identiteitsontwikkeling. Uit De Marge publiceert een opiniestuk op mo.be, “Deradicaliseringsbeleid moet radicaal anders”. KINDSOLDATEN BELEIDSEVOLUTIES Minister voor Ontwikkelingssamenwerking De Croo maakte in juli 2015 bekend de komende twee jaar 4,5 miljoen euro extra vrij te maken voor het VN-programma rond het monitoren en rapporteren van kinderrechtenschendingen bij gewapende conflicten. Het monitorings- en rapporteringsmechanisme voor zware schendingen tegen kinderen in gewapende conflicten, dat de VN-Veiligheidsraad tien jaar geleden heeft opgericht, laat toe om gerichte sancties uit te spreken en bewijsmateriaal te verzamelen om rechtszaken aan te spannen. KINDERHANDEL, KINDER PROSTITUTIE EN KINDE RPORNOGRAFIE BELEIDSEVOLUTIES Actieplan tegen mensenhandel (2015-2019). Dit actieplan voorziet specifieke maatregelen om de identificatie en de bescherming van minderjarige slachtoffers van mensenhandel te verbeteren. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de aanbevelingen die in de evaluatie van het luik « minderjarigen » van de omzendbrief betreffende de multidisciplinaire samenwerking tegen mensenhandel (2008) staan. Child Focus heeft in 2015 gelobbyd voor het verkrijgen van een operationele rol bij het behandelen van meldingen kinderpornografie, met het oog op onverwijlde verwijdering van het internet. De minister van Justitie sprak zich hierover positief uit en er werd een Taskforce opgericht met politie, justitie, en andere betrokken actoren, om dit verder uit te werken. Intussen is er een wetsontwerp goedgekeurd dat Child Focus de mogelijkheid geeft om aan haar gedane meldingen te behandelen (te weten, kijken, traceren, doorsturen naar politie en/of internationale partners met oog op verwijdering in land van herkomst). Het wetsontwerp ligt sinds 28 oktober 2015 voor advies bij de Raad van State. Hierna zal de exacte procedure nog moeten uitgewerkt worden in een protocol en een Koninklijk Besluit. ENKELE INTERESSANTE INITIATIEVEN De ngo’s merken een stijging op van het aantal gevallen van kinderprostitutie, vaak met een loverboyaspect. Child Focus, in opdracht van minister van Welzijn Jo Vandeurzen, voerde een exploratief 6 onderzoek naar het fenomeen van uitbuiting van minderjarigen in de prostitutie door zogenaamde loverboys en formuleerde enkele aanbevelingen. Dit onderzoek werd in december 2015 afgerond. "Reinforcing Assistance to Child Victims of Trafficking" (REACT) is een Europees project dat startte in november 2015. Vijf Europese ECPAT-organisaties werken samen (ECPAT België, ECPAT Frankrijk, ECPAT Nederland, ECPAT UK en ECPAT Duitsland). Het project wil niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die slachtoffer zijn van mensenhandel beschermen. Dit onder andere door een beter systeem om mogelijke slachtoffers op te sporen en door opleiding van eerstlijnsactoren (advocaten en voogden). ECPAT organiseert een multidisciplinaire opleiding voor advocaten en voogden. Een belangrijk aspect van de strijd tegen commerciële seksuele uitbuiting van kinderen is samenwerking met private partners. In 2015 organiseerde ECPAT België opleidingsessies voor managers van de ACCOR Hotels in België, die op hun beurt werknemers opleiden om effectief doeltreffend op te treden tegen elke mogelijke vorm van seksuele uitbuiting van kinderen in hotelwereld. ECPAT Global Monitoring rapport: stand van zaken van maatregelen tegen commerciële seksuele uitbuiting van kinderen in België. de de en de WAT WERD NIET (GOED) GEREALISEERD? Ondanks verschillende wetswijzigingen, voldoet de Belgische wetgeving niet volledig aan de internationale normen met betrekking tot de commerciële seksuele exploitatie van kinderen. In het strafwetboek ontbreekt van een definitie van kinderpornografie. Het is onaanvaardbaar dat jonge meisjes in een politiecel moeten overnachten om hen aan de invloed van hun pooiers te onttrekken. Een multi-agency aanpak van het probleem (zoals in de strijd tegen mensenhandel gebruikelijk en succesvol is) is de enige denkbare oplossing. Concreet betekent dit een samenwerking tussen scholen, instellingen, politie, justitie en welzijn. VERKEERSGEWELD ENKELE INTERESSANTE INITIATIEVEN De vereniging Ouders Van Verongelukte Kinderen (OVK) en Rondpunt, het Vlaams expertisecentrum dat ijvert voor een goede opvang van verkeersslachtoffers, brachten in 2015 de nood aan een uitbreiding van het omstandigheidsverlof opnieuw onder de aandacht. OVK en Rondpunt stelden het beleidsadvies ‘Omstandigheidskrediet na overlijden’ op, waarin ze pleiten voor een uitbreiding van het klein verlet met een vrij opneembaar omstandigheidskrediet van 7 dagen als eerste stap naar een cultuur waarin rouwen erkend wordt en ruimte krijgt. Intussen werden twee nieuwe wetsvoorstellen ingediend op basis van dit beleidsadvies en is overleg bezig tussen OVK en Rondpunt en het kabinet van minister De Block en minister Peeters hieromtrent. Verkeersslachtoffers, nabestaanden en veroorzakers getuigen in de derde graad secundair onderwijs over de impact van hun verkeersongeval op hun leven en dat van familie en vrienden. Rondpunt werkt 7 op deze manier aan verkeerspreventie vanuit de gevolgen van een verkeersongeval en roept op tot solidariteit met verkeersslachtoffers. Rondpunt bevroeg de interventiediensten in Vlaanderen over het gebruik van een knuffel in het eerste contact met een kind dat slachtoffer werd van een verkeersongeval en over de nood aan vorming hieromtrent. De knuffel wordt beschouwd als een goed hulpmiddel om het eerste contact met een kind op een goede manier te doen. De bevraging wordt nog verder geanalyseerd. Publicatie van het Vlaams Hersenletselplan, waarin de noden van kinderen en volwassenen met een niet-aangeboren hersenletsel in kaart worden gebracht (binnen onderwijs, de nood aan aangepaste zorg, enz.). Het hersenletselplan werd overhandigd aan minister Vandeurzen. Rondpunt evalueerde de Staten-Generaal voor een betere opvang van verkeersslachtoffers uit 2008. Ook de zorg voor jonge verkeersslachtoffers komt hierin meermaals aan bod. Zo volgt Rondpunt het Koninklijke Besluit rond het nieuwe Zorgprogramma Pediatrie op. Een evaluatierapport van de StatenGeneraal is opgesteld dat kan dienen als nieuw vertrekpunt voor acties. 8