University of Groningen Meaningful and rule

advertisement
University of Groningen
Meaningful and rule-guided behaviour
Mackor, Anne
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to
cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date:
1997
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Mackor, A. R. (1997). Meaningful and rule-guided behaviour: A naturalistic approach. A teleofunctional
argument against the alleged gap between the natural and the social sciences [S.l.]: s.n.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the
author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately
and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the
number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Download date: 18-07-2017
Betekenisvolen regelgeleidgedrag
Samenvatting
BETEKENISVOL EN REGELGELEID GEDRAG:
EEN NATI-,RALISTISCHE BENADERING
Een teleofunctioneelargument tegen de vermeendekloof
tussennatuur- en socialewetenschappen
1. Naturalisme versus interpretationalisme
In dit boek staateen belangrijkthema van de wetenschapsfilosofie
en de filosofie
van geestcentraal:de aard van de intentionelepsychologieen haar relatie tot de
De behandelingvan dit thema in dit boek vindt echter zijn
natuurwetenschappen.
oorsprongin de rechtsfilosofleen wel in H.L.A. Harts onderscheidtusseninterne
ten aanzienvan menselijkgedrag.
en externegezichtspunten
VolgensHart wordt het internegezichtspuntingenomendoor diegenen(met name
ledenvan een groep) die elkaarsgedragniet alleenbeschrijvenen verklarenmaar
dat ook, primair zelfs, evalueren.Het gematigdexternegezichtspunt
daarentegen
is
het 'hermeneutische'perspectiefvan de onderzoekerdie gedrag beschrijÍt en
verkiaartmede in termenvan regelsen redenen.Het extreemexternegezichtspunt,
perspectiefvan de
ten slotte, is het nafuurwetenschappelijke
of behaviouristische
onderzoekerdie uitsluitend 'zintuiglijk waarneembaar'gedrag besfudeerten de
betekenisen het regelgeleidekarakterbuitenbeschouwinglaat. Hart betoogtnu dat
we, als we menselijksociaaLgedragbestuderen,
een gematigdexternegezichtspunt
moeteninnemen.
Het onderscheidtussendezedrie gezichtspunten
is sindshet verschijnenvan Harts
'The Concept of Law' (196111982)een belangrijk
thema geweest in de
rechtsÍllosofie.De discussiegaat met name over de precieseaard van de
gezichtspunten
en hun onderlingerelatie. De meestehedendaagse
rechtsfilosofen
onderschrijvenHarts opvattingdat een extreemexterne,natuurwetenschappelijke,
benaderingvan menselijk handelenonmogelijk is, of althans geen interessante
en verklaringenvan menselijksociaalgedragoplevert.Bovendien
beschrijvingen
wordt in de rechtsfilosofievrij algemeenaangenomendat samenwerkingen
unificatievan nafuur-en socialewetenschappen
onmogelijkis.
239
Betekenisvolen regelgeleidgedrag
Samenvatting
van dezeopvattingis het onderwerpvan dit
De onderbouwingen de houdbaarheid
werkelijk autonoom ten
boek. Zijn psychologie en de sociale wetenschappen
Is samenwerking
en unificatievan socialeen
opzichtevan de natuurwetenschappen'?
natuurwetenschappen
onmogelijk? Meer in het bijzonder: kunnen biologische,
of biosocialeverklaringenvan menselijk gedrag
brjvoorbeeldsociobiologische
worden gegeven,of zijn dergehjkeverklaringenop principiële,ontologische
of
gronden
epistemologische,
uitgesloten?
In de literatuur worden twee standpuntenmet betrekking tot deze vraag
Deze worden in het boek met de termen "interpretationalisme"
onderscheiden.
en
"naturalisme"
aangeduid.
Interpretalionalisme,
de opvattingdie Hart en de meeste
hedendaagserechtsfilosofèn aanhangen, beantwoorclt bovengenoemdevraag
ontkennend.
Het is de opvattrngdat het beschn;venen verklarenvan betekenisvol
menselijkgedrag in termen van redenenen regels fundamenteelverschilt van de
(fysische)verklaring van gebeurtenissen
in termen van initiële condities en
natuurwetten.E,r bestaatvolgensdeze opvattingeen principieelverschil tussende
en verklaringswijzen
in de natuurwetenschappen
beschrijvingsen die in de sociale
wetenschappen.
Deze principiële scheidslijn, die grofweg loopt tussen neurofysiologieen
psychologie,onderscheidt
intentionele
wetenschappen
die beschrijvenen verklaren
in termen van oorzakenen natuurwetten,van wetenschappen
die het vocabulaire
van redenen,regels en betekenissen
hanteren.Als gevolg van dit verschil zouden
de socialewetenschappen
autonoomzijn ten opzichtevan de natuurwetenschappen.
Dit houdt onder meer in dat sociaal-wetenschappelijke
beschrijvingenen
verklaringenvan gedragniet aangevuld,verbeterd,laat staangefalsifieerdkumen
(biologische,fysische)bevindingen.
wordenop grond natuurwetenschappelijke
Tegenoverinterpretationalismeslaat noluralisme, het standpuntdat in dit boek
verdedigd wordt. Volgens de naturalistischepositie zijn menselijk gedrag en
mentale toestandenbiologischeverschijnselen
en bestaaner geen principiële
(in het bijzonderde biologie)enerzijds
verschillentussende natuurwetenschappen
en psychologreen de sociale wetenschappen
anderzijds.Dientengevolgeis
samenwerkingen unificatiewèl mogelijk. De argumentatie
voor dit standpuntloopt
als volgt.
Hoewel er een belangrijkescheidshjntussenwetenschappen
loopt, dient deze niet
tussenintentionelepsychologieen neuroÍysiologiegetrokkente worden, maar
binnende natuurwetenschappen
en wel fussenfysica en chemieaan de ene kant en
240
Samenvatting
biologie aan de ande
uitsluitend met oorzak
of zelfsPrimairbetrek
De verschillendie b
scheidslijnresulteren
Samenwerkingen uni
verbeteren of weer
niet slech
naturalisten
Na besPrekingvan
wordt vervolgensee
perspectiefwordt bt
psychologie en de
geèxPliceerdkunne
Aangeziende versc
van laatstgenoemd
de PsYchologieen
samenwerkingen ul
bijvoorbeeldin de v
De bevindingenvi
'philosoPhers
of mi
re
sociaal-filosofen'
slaantussende wet
filosofie van de
rechtsfilosofieaan
filosofie, de rech
analYsevan regel
relatietusseninter
2. Overzicht van t
InLeiding
Na een globaleul
'Persistente'
vrag
krijgen.
Betekenisvolen regelgeleidgedrag
Samenvatting
die zich
biologie aan de andere kant. Deze scheidslijnverdeelt wetenschappen
van
wetenschappen
die óók
en
natuurwetten
bezighouden
uitsluitend met oorzaken
of zelfs primair betrekkinghebbenop biologischefunctiesenfunctionelewetten.
aan 'weerszijden' van de
De verschillen die bestaantussen de wetenschappen
scheidslijnresulterenechter geenszinsin de autonomievan die wetenschappen.
Samenwerkingen unificatie (in de vorm van sturing van onderzoeken aanvullen,
verbeteren of weerleggen van beschrijvingen en verklaringen) is volgens
naturalistenniet slechtsmogelijk maar ook noodzakelijk.
Na besprekingvan enkele argumentenvoor een interpretationalistisch
standpunt
wordt vervolgenseen naturalistischstandpuntuitgewerkt.Vanuit dit naturalistische
perspectiefwordt beargumenteerd
dat de centraleconceptenvan de intentionele
p s y c h o l o g i e n d e s o c i a l ew e t e n s c h a p e n , ' b e t e k e n i s ' , ' r e d e neenn' r' e g e l s ' ,
geëxpliceerdkunnen worden in termen van functies en functionele wetten.
Aangeziende verschillentussenfysica en biologie niet resulterenin de autonomie
van laatstgenoemde
wetenschappen
is er a fortiori geen sprakevan autonomievan
De conclusie luidt dan ook dat
de psychologieen de sociale wetenschappen.
samenwerkingen unificatie van met name socialeen biologischewetenschappen,
onderzoek,mogelijk is.
bijvoorbeeldin de vorm van biosociaalof sociobiologisch
De bevindingen van dit boek zijn niet alleen voor wetenschapsfilosofen
en
'philosophersof mind' van belang. Het boek is ook, zelfs primair,
bedoeldvoor
rechtsfilosofenen socialewetenschappers.
sociaal-filosofen,
Het doel is een brug te
slaantussende wetenschapsfilosoÍie
en filosofie van de geestaan de ene kant en de
filosofie van de sociale wetenschappen,de sociale wetenschappenen de
rechtsfilosofieaan de andere kant. Het belang van dit boek voor de sociale
Íllosofie, de rechtsfilosofieen de sociale wetenschappen
ligt met name in de
analysevan regels, handelingsverklaringen,
interpretatieen betekenis,en van de
relatietusseninterneen externegezichtspunten.
2. Overzicht van de inhoud van het boek
Inleiding
Na een globale uiteenzettingvan de probleemstellingworden in paragraaf4 drie
'persistente'vragen geformuleerddie in hoofdstuk
5 een naturalistischantwoord
krijgen.
241
Betekenisvolen regelgeleidgedrag
Samenvatting
(1)
'Wat
houcit de stelling dat menselijk gedrag betekenisvol en
De eerste luidt:
regelgeleidis precies in?'
(2)
De tweede vraag heeft betrekking op de relatie russenhet zogenaamde
en het externetoeschouwersperspectief.
interne deelnemersgezichtspunt
De
vraag luidt: 'In hoeverredienenwetenschappers
rekeningte houdenmet de
van gedragdie actorenzelf geven?'
internebeschrijvingen
en verklaringen
(3)
De derde vraag, ten slotte, luidt: 'Wat is de verhoudingtussennatuur- en
socialewetenschappen?
Zljn ze autonoomof is samenwerkingmogelijk?Hoe
verhoudenverklaringenin termenvan regelsen redenenzich tot deductiefnomologischeverklaringenin termenvan natuurwettenen initiële condities?'
Deel L Interpretationalisme:
Psychologieen de sociaLewetenschappen
als autonomedisciplines
Het eerstedeel van het boek, dat hoofdstuk1 en 2 omvat, is inleidendvan aard.
Lezers die bekendzijn met socialefilosofie, wetenschapsfilosofie
en filosofie van
de geestkunnendit deel overslaanen brj hoofdstuk3 beginnen.
Hoofdstuk I Interpretationalismeversusnaluralisme
In paragraaf 1.1 worden de hoofdlijnen van het interpretationalisme-naturalisme
debatgeschetst.In paragraaf1.2 wordt een inleidendoverzichtgegevenvan twee
filosofischeopvattingenover de relatie tussen wetenschappelijke
disciplines (de
reductietheorieen een combinatie van Zandvoorts model van asymmetrisch
samenwerkende
onderzoeksprogramma's,
Dardensen Maulls model van 'interfield
theories'en het zogenaamde
modelvan homunculaire
analyse).
Een korte uiteenzettingvan het interpretationalistische
standpuntzoals dat in de
filosofie van de sociale wetenschappen
wordt verdedigd(1.3), toont aan dat
interpretationalisten
een aantalprima facie plausibeleargumentenhebbenvoor de
stellingdat geenvan dezetheorieëntoereikendis om de relatietussennatuur-en
sociale wetenschappente analyserenen daarmee ook voor hun stelling dat
psychologieen de sociale wetenschappen
niet slechtsverschillenvan, maar ook
autonoomzijn ten opzichtevan de nahfurwetenschappen.
1Á1
Samenvatting
Hoofdstuk2 Het lict
In hoofdsruk2 word
geleverd'Eerstword
socialewetenschaP
van de geestonderd
Aansluitendworden
relatie tot hersento
ontologisch dualism
(2.3.2)en vier soor
rol functionalismee
het interPretational
Uit deze besPreki
zondermeer geÏden
neurofYsiologieen
problematischis' lt
óók in de filosofie
handenheeft.
PsYcholo
In Deel 2 word
verded
toestanden
Hoofdstuk3 Tele
In het derde hoo
bt
wetenschaPPen
navolgingvan de
punt verschiltvar
Biologischeitem
chemischeeigen
zeggenin termen
Deze bijzonder
com
interessante
dezelfde drie k
psychologte en
Betekenisvolen regelgeleidgedrag
Samenvatting
Hoofdstuk2 Het lichaam-geestprobleem
standpunt
In hoofdstuk2 wordt aanvullendesteunvoor het interpretationalistische
geleverd.Eerst wordt beargumenteerd
dat het probleemdat in de filosofie van de
onder het kopje 'verstehen'wordt besprokenin de filosofie
socialewetenschappen
centraalstaat(2.1).
van de geestonder de noemervan het intentionaliteitsprobleem
Aansluitendworden verschillendeperspectieven
op intentioneletoestandenen hun
besproken. In volgorde van bespreking zijn dit:
relatie tot hersentoestanden
ontologischdualisme (2.2), type-fysicalisme(2.3.1), eliminatief materialisme
(2.4.1), causale
(2.3.2) en vier soortentoken-fysicalisme,
te wetenbehaviourisme
(2.4.2) en Davidsonsversievan
en teleologisch
functionalisme
rol functionalisme
(2.5).
het interpretationalisme
Uit deze besprekingzal blijken dat mentaletoestandenen hersentoestanden
niet
kunnenworden. Hieruit volgt dat ook de relatietussen
zondermeer geïdentificeerd
neurofysiologieen intentionelepsychologie(natuur- en sociale wetenschappen)
problematischis. In de laatsteparagraafvan het hoofdstukzal dan ook blijken dat
óók in de filosofie van de geesthet interpretationalisme
een aantalsterketroevenin
handenheeft.
Deel 2. Naturalisme:
Psychologieen de sociale weíenschappen
als biologischedisciplines
In Deel 2 wordt een teleofunctionalistische
theorie van sedras en mentale
verdedigd.
toestanden
Hoofdstuk3 Teleofunctionalismein de biologie
In het derde hoofdstuk blijft de problematiekvan de psychologieen de sociale
wetenschappen
buiten beschouwing.We richten onze blik op de biologie. In
navolgingvan de filosofe R.G. Millikan wordt betoogddat biologie op een cruciaal
punt verschilt van de fysica en de chemie,namelijk in de wijze van classfficatie.
Biologische items worden niet geclassificeerdin termen van hun fysische of
chemischeeigenschappen,
maar in termen van hun biologischefunctie, dat wil
zeggenin termen van de causalerollen waarvoor ze geselecteerdzijn (3.2).
Deze bijzondere, causaal-historische,
wijze van classificerenbrengt een aantal
interessante
complicatiesmet zich mee. Met namelijken biologischewetenschappen
dezelfde drie kenmerken te hebben die vaak als onderscheidendvoor de
psychologie en de sociale wetenschappenworden beschouwd. Nadat deze
z+J
Betekenisvolen regelgeleidgedrag
Samenvatting
'functionaliteitsprincipe',
kenmerken(te weten: de centralerol van een normatief
de schijnbare afwezigheid van algemene wetten en deductief-nomologische
verklaringen, de schijnbare onmogelijkheidvan bio-fysische type-identificatie)
onderzochtzijn (3.3) wordt de relatietussenbiologischeen fysischewetenschappen
bekeken.Vruchtbaresamenwerkingen unificatieblijkt, ondanksenkelebelangrijke
verschillen, zeer wel mogelijk (3.4). Het hoofdstuk wordt afgeslotenmet een
opsomming van enkele vragen die beantwoord moeten worden voordat
geconcludeerd kan worden dat intentionele psychologie en de sociale
eigenschappen
aan de biologie ontlenenen dat
wetenschappen
hun onderscheidende
vruchtbare
samenwerking
tussen
natuuren sociale wetenschappen
een
derhalve
mogelijkis (3.5).
in de psychologie
Hoofdstuk4 TeLeofunctionalisme
dat wil
In het vierde hoofdstukkeren we terug naar het intentionaliteitsprobleem,
zeggerrnaar de vraag wat het betekentdat menselijk gedrag, en de wensenen
overtuigingenin termen waarvan we gedrag verklaren, betekenisvolzijn. In dit
hoofdstukwordt de stelling uitgewerkt dat wensenen overtuigingenbiologische
verschijnselen met biologische functies zljn (4.2-4.5). Aansluitend wordt
beargumenteerddat de theorie die van deze stelling uitgaat een plausibeleen
consistenteexplicatieoplevertvan bepaaldekenmerkenvan intentioneletoestanden
benaderingvan
die vaak worden gezienals een probleemvoor een naturalistische
menselijk gedrag (4.6). Bovendienwordt in dit hoofdstuk uiteengezethoe de
theorie de interpretationalistische
stelling kan
naturalistische
teleofunctionalistische
weerleggendat het beschrijvenen verklaren van menselijk gedrag principieel
beschrijvingenen verklaringenomdatgedrag
verschiltvan natuurwetenschappelijke
'radicaalgeinterpreteerd'
zou moetenworden(4.7).
Hoofdstuk5 Drie persistentevragen
'persistentevragen'
In het vijfde en laatstehoofdstukkeren we terug naar de drie
die in paragraaf4 van de Inleiding gesteldwerden. Op deze vragen wordt in dit
antwoordeeformuleerd.
hooÍdsrukeen naturalistisch
(1)
Het antwoord op de eerste persistentevraag ('Wat wil het zeggen dat
is?') luidt dat het betekenisvolle
menselijkgedragbetekenisvol
en regeLgeleid
en regelgeleide
karaktereen gevolgis van het feit dat gedrageenbiologisch
is dat geclassificeerd
wordt in termenvan zijn functie(5.2).
verschijnsel
(2)
De tweedepersistentevraag had betrekkingop de aard van en de relatie
fussenhet interneen externegezichtspunt.Het antwoordop dezevraag luidt
244
Samenvatting
dat, hoewel
beschrijvingt
in het exterr
hebbenen dr
kunnenword'
(3)
De derdePet
\4)etenschap
redenenen r
Het naturali
zijn van bio
biologische
biologische
hoofdstuk I
wetenscha
samenwerk
is. Ten s
biologisch
De conclusie(5'
naturalistischon(
kara
progressieve
oplossingbiedt v
aandra
suggesties
dat I
zien
het laat
mogelijkzijn'
EPiLoog Voorb
'toegift', te
Als
benaderingvan n
voor ons beeld
su
aansPrakelijk
"autono
de term
Betekenisvolen regelgeleidgedrag
Sarnenvatting
dat, hoewel interne concepteneen belangrijke rol kunnen spelen in de
kunnenworden
beschrijvingen verklaringvan gedragen dus geïncorporeerd
in het externe gezichtspunt,zlj in dat opzicht geen gepriviligeerdestatus
hebbenen dus in wetenschappelijke
contextgewijzigden zelfs geëlimineerd
kunnenworden(5.3).
(3)
De derdepersistentevraag luidde 'Wat is de relatietussennatuur- en sociale
wetenschappen?
Hoe verhouden intentioneleverklaringen in termen van
redenenen regelszich tot causaleverklaringenin termenvan natuurwetten?'
Het naturalistischeantwoord luidt dat intentioneleverklaringeneen species
zijn van biologischefunctioneleverklaringenen dat regels een speciesvan
biologischewetten zijn. Verder wordt betoogddat, aangezienfysischeen
biologische wetenschappenkumen samenwerken(een stelling die in
hoofdsruk 3 onderbouwd is) en aangezienpsychologie en de sociale
wetenschappen
hun onderscheidende
kenmerkenontlenenaan de biologie,
samenwerkingen unificatie van natuur- en socialewetenschappen
mogelijk
is. Ten slotte worden twee voorbeelden van samenwerking tussen
psychologische
gegeven(5.4).
en sociologische
biologische,
disciplines
De conclusie (5 5) luidt dat teleofunctionalismeeen coherent en progressief
is dat een sterke heuristiek heeft. Het
naruralistischonderzoeksprogramma
progressievekarakter en de sterke heuristiek blijken uit het feit dat het een
oplossingbiedt voor verschillende(persistente)filosofischeproblemenen dat het
suggesties
aandraagtvoor nieuwesoortenonderzoek.Het belangrijksteis echterdat
het laat zien dat samenwerkingen unificatievan natuur-en socialewetenschappen
mogelijkzijn.
Epiloog Voorbij vrijheid en waardigheid?
Als 'toegift', ten slotte, bespreekik het ethischebezwaardat de 'biologische'
benaderingvan mensenzoalsdie in dit boek geschetstwordt, een bedreigingvormt
voor ons beeld van de mens als autonoom, waardig en verantwoordelijken
aansprakelijksubject.Ik betoogdat deze stelling op een onjuisteinterpretatievan
de term "autonomie"berust.
245
Download