Bijlage 3: Evaluatieformulier nascholing

advertisement
Het nascholingsplan als
zelfevaluatieinstrument
pedaGOgische begeleidingsdienst
1
Het nascholingsplan als zelfevaluatieinstrument
Voorbeschouwing
Dit document is bestemd voor directies en leden van de Pedagogische
begeleidingsdienst. Het is bedoeld als een reflectie over de manier waarop een
nascholingsplan (NSP) kan worden opgemaakt . Het is dus geen handleiding, maar
het geeft wel een aantal mogelijkheden en structuren weer die -afhankelijk van de
schoolsituatie- kunnen gebruikt worden.
Men kan het document ook gebruiken in het volwassenonderwijs. Men dient de
woorden “leerling”, “leerkracht” en “school” respectievelijk te vervangen door
“cursist”, “docent” en “centrum”.
Doel en nut van een NSP
Het NSP past in het schoolwerkplan en getuigt van een schoolvisie op kwaliteit
Wie de kwaliteit van zijn onderwijs voortdurend wil verbeteren, onderzoekt en
evalueert permanent de situatie van waaruit hij vertrekt. Voor de school als
organisatie en voor de individuele leerkrachten is dit dan ook de grondslag van o.a.
het schoolwerkplan (SWP). In een SWP gaat een school na welke de heersende
schoolcultuur is om op basis daarvan een nieuwe, idealere situatie uit te tekenen.
Om van de huidige naar een toekomstige situatie te evolueren worden actieplannen
opgesteld. Een voorbeeld van zo een actieplan is het NSP.
Het NSP kan dus als een onderdeel van het SWP worden beschouwd. Het wordt
jaarlijks aangepast en bevat idealiter zelf ook een algemene situering, met acties op
lange en korte termijn. Het geeft aan welke de behoeften aan nascholing er zijn en
welke accenten er dienen gelegd worden om daadwerkelijk nascholing te laten
volgen of te organiseren. Daar koppelt het voor concrete personen of doelgroepen
initiatieven aan vast voor het lopende schooljaar.
Voor elk van deze initiatieven zal het NSP ook vermelden hoe de nascholing (die
door één of meer personeelsleden uit de instelling zal worden gevolgd) geëvalueerd
en in de school geïmplementeerd zal worden.
Het volgen of organiseren van nascholingsactiviteiten kan dus niet vrijblijvend
gebeuren. De ideeën en nieuwe inzichten moeten wel degelijk in het
schoolgebeuren toegepast worden.
Het volgen van een nascholing kan dan ook niet beschouwd worden als een
losstaande gebeurtenis, maar dient te kaderen binnen een globaal beleid.
Het NSP heeft als doel de professionaliteit van de leraar te verhogen en het
pedagogisch beleid van de school te verbeteren
Het opstellen van een NSP is complementair aan begeleiding. Begeleiding door
directie en PBD is gericht op specifieke, meestal individuele noden (opvolging nieuw
leerplan, begeleiding jonge leraar …). Ze is afhankelijk van de individuele,
interindividuele en schoolcapaciteit. Nascholing kadert in een bredere beleidsoptie
om de kwaliteit van de school en het onderwijs te verhogen en kan volgende
aspecten omvatten (de voorbeelden zijn ter illustratie en niet limitatief):
Op niveau van de leerkracht::
 uitbouw van professionaliteit (vergadertechniek), veranderingen in vakinhouden
en vakdidactiek (nieuwe visie op het vak), nieuwe en aangepaste methodieken
2
(alternatieve werkvormen), leerlinggerichte aspecten (evaluatie, begeleiding, ICTgebruik, zelfgestuurd leren), ….
Op niveau van de school:
 aanvangsbegeleiding: opvang van beginnende leerkrachten
 uitbouw van een efficiënte schoolteamwerking via gezamenlijke aanpak en
doelgerichtheid, personeelsbeleid, samenhang, zelfevaluatie, gelijke
kansenbeleid, evaluatiebeleid, welzijn en welbevinden, ICT-beleid, uitwerking
projecten (GWP, GIP, stage ….), vakoverschrijdende eindtermen, ... .
N.B. Afhankelijk van de doelgerichtheid hanteert de inspectie de onderverdeling:
vakspecifieke nascholing en pedagogisch didactische nascholing.
Het NSP is een administratieve verplichting
Elke school is sinds 1 september 1996 wettelijk verplicht om een nascholingsbeleid
te voeren en ontvangt hiervoor jaarlijks een apart budget. Deze “gekleurde gelden”
mogen uitsluitend voor nascholing van personeel gebruikt worden. De school moet
dit kunnen aantonen en verantwoorden.
De besteding kan gaan naar inschrijvingsgelden, verplaatsingsonkosten of andere
onkosten (zie deel II van bijlage 3).
De school dient dan ook jaarlijks, op voorstel van de directeur, een NSP op te
stellen. Dit plan wordt goedgekeurd door het lokaal overlegcomité (LOC).
In het NSP worden de behoeften aan nascholing vastgesteld. De vaststelling van de
noden kan resulteren in een prioriteitenplan op korte en lange termijn. Om het
nascholingsbeleid op te stellen is het belangrijk dat de leraren, maar vooral de
vakwerkgroepen, hun nascholingsbehoeften tijdig doorgeven. Deze manier van
werken aan het NSP kan gezien worden als een vorm van zelfevaluatie. Door het
nascholingsbeleid in vraag te stellen, door na te gaan welke de behoeften zijn van
zowel leraren, leerlingen als ouders en door het beleid op regelmatige tijd te
evalueren en bij te sturen, doet de school aan kwaliteitsbewaking. De school past
zich op deze manier aan aan de wensen en verwachtingen van haar omgeving,
echter zonder daarvoor afstand te doen van eigenheid en opdracht.
Vaststellingen van de onderwijsinspectie (bron: Onderwijsspiegel 2001-2002)
Niettegenstaande de meeste scholen beweren een personeelsbeleid te voeren waar
professionaliteit voorop staat, is het gevoerde nascholingsbeleid nog steeds sterk
van school tot school afhankelijk en varieert het van onvoldoende tot goed.
Sommige scholen zijn reeds vragende partij, andere gaan voorlopig nog steeds in
op een nascholingsaanbod.
Tijdens de schooldoorlichtingen treft de inspectie reeds een aantal scholen aan met
een nascholingsbeleid dat, zoals het hoort, gedragen wordt door een globale visie.
De school beschikt in deze gevallen over een NSP. Ze kiest een aantal aandachtspunten en legt vast waaraan het nascholingsbudget zal worden besteed. Een NSP
dat na een behoeftepeiling is opgesteld, treft men zelden aan. Al te dikwijls
ontbreekt een tijdschema.
Sommige scholen slagen erin de organisatorische problemen die voortvloeien uit
het volgen van nascholing tijdens de lesuren op te lossen. Daartegenover staat dat
sommige directies een maximale aanwezigheid op school prioritair stellen. Dit alles
heeft tot gevolg dat nascholing buiten de lesuren procentueel toeneemt en de
school bij het opstellen van de lessenroosters meer en meer gebruik maakt van de
voorkennis betreffende de nascholingdata.
Nog steeds zijn er scholen die de overheidsmiddelen niet gebruiken. Voor andere
scholen is het budget ontoereikend. De meeste scholen betalen de door de leraren
3
gemaakte kosten integraal terug (inschrijvingsgeld en verplaatsing). Andere
beperken de terugbetaling tot het inschrijvingsgeld.
Vaststellingen uit doorlichtingsverslagen van het Gemeenschapsonderwijs
Uit de analyse van doorlichtingsverslagen blijkt dat een relatief groot aantal scholen
van het Gemeenschapsonderwijs wel beschikken over een NSP (en dat door de
directeur als prioritair wordt aanschouwd). De concrete realisatie van het NSP kan
nog verder geoptimaliseerd worden.
Individuele leerkrachten die aan zelfstudie doen rond bepaalde (pedagogische)
onderwerpen is in zekere zin ook een bepaalde manier van nascholing, maar deze
vorm van nascholing wordt niet erkend door de inspectie.
Hoe een NSP realiseren?
Gebruiksaanwijzing
Hieronder kan de school een aantal stappen vinden die kunnen gevolgd worden om
een nascholingsbeleid op te maken en te concretiseren. Niet alle voorgestelde
stappen en acties zijn verplicht te volgen maar hebben eerder een illustratief
karakter. Deze niet verplichte stappen werden aangeduid met facultatief of
eventueel. Door het volgen van dit stappenplan kan elke school haar eigen weg
uitstippelen op basis van de specifieke noden. Het staat de school vrij de nodige
aanpassingen te doen.
In dit deel eerste wordt de context besproken, meer bepaald hoe in een school een
NSP kan uitgewerkt worden, welke aandachtspunten dienen vooropgesteld te
worden en hoe deze concreet kunnen ingevuld worden stap voor stap. Af en toe zal
dit geïllustreerd worden met voorbeelden uit de praktijk of een mogelijk sjabloon.
In bijlagen zijn 3 gebruiksvriendelijke documenten beschikbaar m.b.t.:
 behoefteonderzoek bij leerkrachten
 behoefteonderzoek bij vakgroepen of teams
 evaluatieformulier nascholing
Tenslotte geeft de bibliografie een lijst van websites waar meer informatie over dit
onderwerp kan teruggevonden worden.
Het stappenplan
In totaal kunnen 4 stappen onderscheiden worden:
 Het NSP motiveren en concretiseren aan de hand van inventarisatie
 Het vastleggen van keuze(s) en via planning komen tot acties
 Verspreiding van informatie en evaluatie
 Bijsturing
Stap 1: Het NSP motiveren en concretiseren aan de hand van een inventarisatie
Tijdens de eerste stap wordt vastgesteld welke noden de school ervaart. We toetsen
daarvoor enerzijds de opleidingsbehoeften van de school aan de aanwezige kennis
en vaardigheden van de personeelsleden. Anderzijds kan uit de dagdagelijkse
werking worden afgeleid waar noden zich afspelen.
Deze inventarisatiefase kan uit volgende onderdelen bestaan:
 Facultatief: analyse van de beginsituatie (wat doen we goed?): een
inventarisatie van de reeds aanwezige kennis en vaardigheden.
4
 Noodzakelijk: een inventarisatie van de opleidingsbehoeften (wat kunnen of
zullen we beter moeten doen of moeten we aan werken?). Deze inventarisering
gebeurt zowel vanuit het perspectief van de organisatie als vanuit het perspectief
van doelgroepen en individuele medewerkers.
 Facultatief kunnen deze noden worden getoetst aan een aantal voorafgaande
criteria rekening houdend met vooraf bepaalde prioriteiten zoals het beleidsplan
van de scholengroep, lokale omstandigheden, schoolcultuur, … .
Een aantal vuistregels
 Organisatie
 De analyse van de beginsituatie kan volgende elementen omvatten
(facultatief):
 Evaluatie van de uitwerking en vooral de realisatie van prioriteiten en/of
klemtonen van vorig jaar (de school kan eventueel een lijst toevoegen van
de reeds gerealiseerde nascholing, inclusief evaluatieresultaten en
elementen van bijsturing);
 De meerwaarde op niveau van de klas en de leraar: (wat vinden leraren/
vakgroepen belangrijk en waarom? wat vinden leerlingen ervan?) (zie
bijlage 1 en 2: behoefteonderzoek bij leerkrachten en vakgroepen);
 De meerwaarde op niveau van de school (leerwinst, hoger professioneel
handelen, uitgebreide professionaliteit, verhogen beleidsvoerend vermogen
van de school, welbevinden leerlingen, ouders en leerkrachten).
 Opsporen van de algemene en vakspecifieke nascholingsbehoeften kan steunen
op:
 doorlichtingsverslag
 SWP
 zelfevaluatie
 functioneringsgesprekken
 resultaten en/of overleg van vakwerkgroepen
 bevraging van leerkrachten (leerlingen, ouders?) (zie bijlage)
 overleg tijdens lerarenvergadering
 overleg met andere overlegorganenen
 externe tendensen
 leerplannen
 recente ontwikkelingen in het vakgebied
 klemtonen die vanuit algemene vaststellingen komen (vb ICT)
 ...
 Het vastleggen van voorafgaande prioriteiten kan rekening houden met:
 door de overheid opgelegde of voorgestelde initiatieven of maatschappelijke
ontwikkelingen (GOK, taalbeleid);
 het inkaderen van het NSP in:
 het SWP en het PPGO
 het beleidsplan van de scholengroep
 ...
Belangrijke opmerkingen
Bij de analyse en de inventarisering is het uitermate belangrijk rekening te houden
met een aantal schoolspecifieke criteria, bijvoorbeeld:
5
 de mate waarin de keuze wordt gedragen door het team of door een grote
meerderheid van het team;
 de analyse van de doelgroepen:
 wie heeft praktisch belang bij deze nascholing;
 voor wie is deze nascholing bestemd;
 heeft deze doelgroep wel nood aan deze nascholing;
 organisatorische en praktische bedenkingen: budgettering, realisatie binnen de
uren of de opdracht, overdraagbaar naar andere leden of groepen;
 aard en kwaliteit van de aangeboden nascholing : zijn er referenties over de
kwaliteit van de opleiding (referenties lesgevers of nascholingsorganisatie,
gebruik van werkvormen);
 minimaal lesverlies en de eventuele vervanging door een collega;
 doorstromen van informatie en transfer;
 vroegere ervaringen;
 ...
Concrete uitwerking (eventuele uitgangspunten)
Rekening houdend met maatschappelijke en pedagogische ontwikkelingen wordt
aan de leerkrachten gevraagd dat ze in de toekomst aandacht zouden hebben voor
volgende ontwikkelingen binnen hun taak of opdracht:
Op klas of vakniveau
 Didactiek binnen het vakgebied
 Agogische vaardigheden
 Leerlingenbegeleiding
 Evaluatie en remediering
 Zelfgestuurd en zelfstandig leren
 Vakgroepwerking
 ……
Binnen de schoolorganisatie
 Teamwerking ( vakgroepoverschrijdende teamwerking)
 Horizontale en verticale samenhang
 Communicatie
 Vergadertechniek
 Didactische werkvormen en multimedia (GWP, …)
 Beginnende leerkrachten
Binnen het schoolbeleid
 Verschillende beleidsvormen (leerlingenbegeleiding, leerlingenevaluatie, ...)
 Kwaliteitszorg
 Profilering/imago
 ...
Op basis van deze informatie kan hen gevraagd worden de lijst in bijlage in te
vullen. Deze lijst kan worden ingevuld ofwel individueel ofwel in vakgroep. Een
combinatie is eveneens mogelijk: eerst individueel als huiswerk en nadien
bespreking binnen de vakgroep.
6
Stap 2 : Vastleggen van keuze en via planning komen tot acties
Op basis van deze analyse of inventaris maakt de school (directie, stuurgroep,
pedagogisch college …) een keuze welke ontwikkelingsdoelen ze op korte termijn
en welke op lange termijn wil verwezenlijken? Na de keuze voor korte- en lange
termijndoelen wordt de fase van planontwikkeling ingezet. Het meerjaren-NSP én
het jaarlijkse NSP worden gemaakt:
 Het meerjaren-NSP legt de scholingsthema's en prioriteiten vast voor de
komende drie tot vijf schooljaren en stelt de criteria en faciliteiten vast.
 Nadat in het meerjaren-NSP is vastgelegd wat de school op langere termijn wil
bereiken, wordt in het jaarlijks NSP een overzicht gegeven van de accenten die
de school het komende schooljaar wil leggen.
De volgende stap zal dan het uitvoeren van deze planning zijn, meer bepaald het
volgen van de nascholingen, het opdoen van kennis en ervaring, het verwerven en
verwerken van informatie zowel individueel in de klas als binnen de diverse
geledingen van de school (vakgroepen, stuurgroepen, projecten …). Dit geldt voor
kleine noden die op korte termijn kunnen opgelost worden.
Voor andere noden zijn oplossingen nodig op langere termijn. Het gaat dan over het
uitwerken van een planning (stappenplan), het opzetten van een beleid en het
implementeren van dit beleid binnen de schoolorganisatie. Dit impliceert een aanpak
in fasen met een timing, het inhuren of aantrekken van schoolgerichte nascholing en
of begeleiding, het uitstippelen van een implementatie en het evalueren en bijsturen
van de doelstellingen op basis van de bekomen resultaten.
Concrete uitwerking:(voorbeeld ter illustratie, ontleend aan KTA Deurne)
Prioriteiten vastgelegd op basis van schooldoorlichting en bevraging leerkrachten.
Leerlingenbegeleiding
 de organisatie van een leerlingengericht beleid en implementatie ervan
 de integratie van de principes van “leren leren“ in de klaspraktijk
 vakoverschrijdende eindtermen in de tweede graad
 “ Leefsleutels “ ( vergroten van het draagvlak binnen de school)
 streven naar een efficiënte leerlingenraad
 implementatie van het G.O.K. – decreet
 omgaan met multiculturaliteit op school
Onderwijskundig beleid
 de implementatie van de eindtermen 1ste en 2de graad
 projectwerk in de B-stroom
 taalbeleid op school
 zorgverbreding
 vakdidactische en inhoudelijke nascholing
 teambuilding
Management
 opvolging schooldoorlichting
 zelfevaluatie op school
 preventiebeleid en pesten op het werk
 verdere opleiding (nieuwe) leden van ondersteunend personeel ( SOLAr
toepassingen, onderwijswetgeving, reglementering asielzoekers)
7
Vakinhoudelijk
 actualisering vakinhouden
 toepassing ICT in het vak
Alle informatie i.v.m. nascholing die de school bereikt, wordt geordend en voor
iedereen beschikbaar gesteld in de lerarenkamer.
Voorbeeld van sjabloon
1. Inventarisering van nascholingsnoden
Op basis van de inventarisering van de noden en rekening houdend met een aantal
randvoorwaarden werd onderstaande prioriteitslijst vastgelegd:
Prioriteit Doelstelling (en)
beoogd (meetbaar?)
concretisering nascholing
resultaat
1
2
3
….
voorbeeld
LK kennen de diverse
aspecten van leren
leren en passen deze
ook toe tijdens de
lessen
LK maken onderling
afspraken mbt leren
leren
80% van de leerkrachten 1ste
graad werken mee aan
gezamenlijke aanpak leren
leren
Stuurgroep in samenwerking
met PBD werkt studiedag uit
(september), stelt strategie
(oktober) op en maakt follow
up (mei)
2. Middelen
Om dit te realiseren beschikt de school over volgende middelen opgebouwd tijdens
de vorige jaren en rekening houdend met het budget dat dit jaar wordt
vooropgesteld op basis van het aantal ambten:
Schooljaar
Budget voorzien uitgaven
rest
beschikbaar
3. Actieplan binnen NSP voor een bepaald schooljaar
Op basis van de beleidsprioriteiten en rekening houdend met de inventarisering en
de beginsituatie wil de school volgende concrete acties ondernemen en voorziet
daarvoor volgende bedragen:
prior Doelgroep
Thema + motivatie
Organisatie+
voorziene
tijdsbesteding
kostprijs
1
2
3
...
vb..
Cel
leerlingenbegeleiding
ism
voorzitters en
overlegorganen
Opstarten diverse raden
en overleg
Introductie van
participatie op school
VUB in samenwerking
met nascholing GO
1 dag opleiding
2 dagen nazorg
Druk cursus:
€150
Lesgever:
2€150
Onthaal: €50
8
Stap 3: Verspreiding van informatie en evaluatie
Als de nascholingsactiviteiten hebben plaatsgevonden, begint de transfer- en
evaluatiefase. Scholing alleen zal weinig bijdragen aan de kwaliteit van het
onderwijs indien ze enkel ten goede komt van diegenen die de nascholing hebben
gevolgd. De school (directie, vakwerkgroep) moet nagaan in hoeverre hetgeen
tijdens de scholing is geleerd ook daadwerkelijk in de praktijk wordt toegepast
(transfer en multiplicatie).
Ook dient te worden nagegaan of die toepassing voldoet aan de verwachtingen
(evaluatie) en of er eventueel geen bijsturing nodig is. Elke deelnemer aan een
nascholing vult een evaluatieformulier in (zie bijlage 3).
Concrete uitwerking
Ieder nageschoold teamlid heeft als opdracht de collega’s op de hoogte te brengen
van de gevolgde nascholing. Hoe deze verspreiding gebeurt, is deels afhankelijk
van de gevolgde nascholing. Het kan zijn dat de nascholing gericht is op de
individuele leraar, op de vakgroep, op een specifieke deelgroep, op de school/team
of op bepaalde projecten. Mogelijke acties voor de verspreiding van nascholing zijn:
 de bespreking van de nascholing tijdens een vakwerkgroepvergadering ;
 het vermenigvuldigen en verspreiden van de syllabus, teksten, notities,…;
 mondeling verslag bij collega’s tijdens leraarsvergadering;
 verslaggeving bij directie;
 opzetten van een interne nascholing.
Voorbeeld van sjabloon
Op basis van de evaluatieformulieren (zie bijlage 3) van de personeelsleden die
deelgenomen hebben aan een nascholing kan een inventaris worden opgemaakt.
Deze inventaris kan als volgt opgedeeld worden:
Datum
Activiteit + organisatie
volgn
Vb 06 en
13 dec
Resultaten
Vak
ICT nascholing aardrijkskunde
VAH Gent
+++
vakgroep
team
+-
---
deelnemers
kostprijs
Martens J.
€100
Janssens M
Stap 4. Bijsturing
Nadat alle fasen zijn doorlopen, is het zinvol om eens terug te kijken. We gaan na
hoe het nascholingsbeleid en -plan tot stand zijn gekomen en of voor het volgend
schooljaar bijstellingen nodig zijn. Deze bijsturing is tweevoudig. Ze heeft betrekking
op het NSP voor het volgende jaar, maar kan eventueel ook terugslaan op het
lopende jaar indien de nascholing niet het verwachte resultaat heeft opgeleverd.
Wanneer dit laatste reeds in het lopende jaar wordt opgemerkt, kunnen dan reeds
aanpassingen of bijsturingen plaatsvinden.
Het systematisch uitvoeren van de verschillende stappen biedt ook de mogelijkheid
om het meerjarenplan bij te stellen of aan te passen.
 Is er nog meer scholing nodig omdat de vaardigheden onvoldoende zijn?
 Dienen andere personen betrokken te worden?
9
 Zijn de vooropgestelde doelen onvoldoende bereikt?
 Zijn er andere behoeften naar voor gekomen?
Deze vragen sluiten aan op de eerste stap. Het proces kan weer herstart worden.
Schematische voorstelling van stappenplan
10
Bijlagen
Bijlage 1. Behoefteonderzoek bij leerkrachten
Naam leerkracht: ............................... Datum invulling ………………….
Vraag 1: Heeft u persoonlijk behoefte aan nascholing in het komende schooljaar?
ja/nee
(Indien nee geantwoord, gaat U verder met vraag 8)
Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, over welk thema?
 vakinhouden
 nieuwe leermiddelen
 ICT
 didactische onderwerpen of werkvormen
 leerlingenzorg of leerlingenbegeleiding
 pedagogische onderwerpen (specifieer)
 onderwijsvernieuwing
 onderwijs aan bepaalde doelgroepen (welke)
 omgaan met (leer)problemen
 kwaliteitszorg
 functiegerichte nascholing
 anders, nl. ...............................
Vraag 3: Welke soort nascholing wilt u?
 informatie/voorlichting
 scholing/training
 uitwisseling
 advies of begeleiding PBD
 anders, nl. ...............................
Vraag 4: Op grond van welke overweging(en) wilt u deelnemen aan nascholing (motivatie)?
 promotiecriteria
 loopbaanplanning
 vergroten vakbekwaamheid
 nieuwe ontwikkelingen in de school
 nieuwe taken in de school
 anders, nl. ...............................
11
Toelichting: ...............................
Vraag 5: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen?
Vraag 6: Heeft u een voorkeur voor een organisatie of project, die de nascholing moet gaan
verzorgen? (zie documentatiemappen)
ja/nee
(Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.)
Toelichting: ...............................
Vraag 7: Heeft u bezwaar tegen een bepaald tijdstip waarop de cursus georganiseerd
wordt?
 nee
 ja
 onder schooltijd
 na schooltijd
 in de avonduren
Toelichting/nadere omschrijving: ...............................
12
Bijlage 2: Behoefteonderzoek bij vakgroepen of teams
Naam vakgroep ...............................
Vraag 1: Is er behoefte aan nascholing in vakgroepverband in het komende schooljaar?
ja/nee
Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, hieronder kort en helder inhoud en doel omschrijven:
Vraag 3: Welke soort nascholing wil de vakgroep?
(Geef omvang en de nodige tijdsinvestering aan.)
Vraag 4: Hoeveel leerkrachten zullen deelnemen?
Aantal: ...............................
Vraag 5: Op grond van welke overwegingen wil het team deelnemen aan deze nascholing
(motivatie)?
 n.a.v. het SWP
 n.a.v. prioriteiten nascholing
 n.a.v. een inspectieverslag
 n.a.v. zelfevaluatie
 n.a.v. studiedagen
 n.a.v. initiatieven PBD of pedagogisch adviseur
 n.a.v. externe ontwikkelingen in het vakgebied
 n.a.v. externe ontwikkelingen in de schoolomgeving
 n.a.v. initiatieven vanuit vakverenigingen
 anders, nl. ...............................
Toelichting: ...............................
Vraag 6: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen?
Vraag 7: Heeft de vakgroep een voorkeur voor een nascholingsproject (zie documentenmap)
of organisatie?
ja/nee
(Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.)
Vraag 8: Op welke manier zullen de leden van de vakgroep (het lid van de vakgroep) de
opgedane ervaring overdragen naar de volledige vakgroep of naar het schoolteam?
13
Bijlage 3: Evaluatieformulier nascholing
Naam :
Datum :
Plaats :
Aard van de nascholing :
Inrichter :
O vakgericht ( vak : ……………. )
O Pedagogische begeleidingsdienst
O themagericht
O NAS
O Andere :
Titel of onderwerp :
I.
Opmerkingen :
Inhoudelijk
1.
Was de inhoud zinvol ?
O
ja
O
neen
Waarom ?
2.
Werden uw verwachtingen ingelost?
O
ja
O
neen
Waarom?
3.
Relevantie: kunt u de verworven kennis of ervaring aanwenden
In uw onderwijspraktijk, uw lessen of als lid van het schoolteam?
O
ja
O
neen
Waarom en hoe ga je de verworven nascholing concreet toepassen?
4.
Effectiviteit: omschrijf kort één concreet punt dat u als resultaat van
deze nascholing kunt toepassen in uw onderwijspraktijk of binnen het
schoolteam (m.a.w. duid de belangrijkste meerwaarde aan voor u)
5.
Beantwoordde deze nascholing aan de vooropgestelde prioriteiten?
6.
Welke suggesties of verbeteringen heeft u m.b.t. de door u gevolgde
nascholing (methodiek, cursusmateriaal, ...)?
14
II.
Hoe en wanneer gebeurt de informatieoverdracht?
Breng dit evaluatieformulier ingevuld binnen op het directiesecretariaat (binnen de 3
werkdagen na de nascholing.)
Onderrichtingen voor de leraar
Elke inschrijving waarvoor een (gedeeltelijke) tussenkomst gevraagd wordt, moet
vooraf goedgekeurd worden door de directie.
Voor elke collega worden de kosten voor nascholing rechtstreeks gedragen door het
budget nascholing.
Indien de collega eerst zelf betaalt, dan wordt dit bedrag na voorlegging van het
betalings- en het aanwezigheidsbewijs teruggestort op de rekening van betrokkene.
Men dient de aanwezigheid te staven o.a. door het inleveren van het
evaluatieformulier, zoniet kan het eventueel door de school betaalde bedrag worden
teruggevorderd.
De kosten, die voor terugbetaling in aanmerking komen, omvatten :
o de inschrijvingskosten;
o de syllabus of ander mogelijk didactisch materiaal dat inherent deel
uitmaakt van de gevolgde nascholing.
Materiaal dat de deelnemer wenst aan te kopen voor louter “zelfstudie“ wordt wel/niet
terugbetaald.
Kosten voor de lunch worden niet terugbetaald, tenzij ze deel uitmaken van de
globale inschrijvingskosten en het aandeel van de lunch hierin niet te bepalen is.
Reiskosten worden terugbetaald. Als basis wordt een treinticket “heen en weer”
genomen, te rekenen vanaf de woonplaats of vanaf de school, naargelang wat het
goedkoopste is voor de school.
Personeelsleden die de verplaatsing per wagen wensen te maken, worden
geadviseerd zoveel mogelijk in groep te reizen teneinde de kosten te drukken.
15
Bibliografie
Het NAS heeft ook een werkdocument samengesteld rond het opstellen van een
nascholingsplan. U kan dit document altijd opvragen bij Georges Vanderwegen, lid
van het NAS ([email protected]).
Maken van een NSP
http://www.gent.be/gent/onderwijs/pbd/basis/documenten/modelnaschoplan.doc
http://www.avs.nl/beleid_pers/naschool_plan.htm
http://www.onwijs.nl/directie/bestanden/nascholingverkort.doc
http://www.skpo.nl/personeel/skpogids/3.7._nascholingsbeleid_.pdf
Vragen over nascholing:
http://www.ond.vlaanderen.be/nascholing/faq_algemeen.htm
http://www.klasse.be/archieven/archieven.taf?function=detail&nr=9730
Situatie in Nederland
http://www.minocw.nl/arbeidsmarkt/babo61/pagina_14.html
Onderzoek NSP
http://www.psy.kuleuven.ac.be/cobv/Nederlands/archief/arch-1999-jan.PDF
16
Download