Het nascholingsplan als zelfevaluatieinstrument pedaGOgische begeleidingsdienst 1 Het nascholingsplan als zelfevaluatieinstrument Voorbeschouwing Dit document is bestemd voor directies en leden van de Pedagogische begeleidingsdienst. Het is bedoeld als een reflectie over de manier waarop een nascholingsplan (NSP) kan worden opgemaakt . Het is dus geen handleiding, maar het geeft wel een aantal mogelijkheden en structuren weer die -afhankelijk van de schoolsituatie- kunnen gebruikt worden. Men kan het document ook gebruiken in het volwassenonderwijs. Men dient de woorden “leerling”, “leerkracht” en “school” respectievelijk te vervangen door “cursist”, “docent” en “centrum”. Doel en nut van een NSP Het NSP past in het schoolwerkplan en getuigt van een schoolvisie op kwaliteit Wie de kwaliteit van zijn onderwijs voortdurend wil verbeteren, onderzoekt en evalueert permanent de situatie van waaruit hij vertrekt. Voor de school als organisatie en voor de individuele leerkrachten is dit dan ook de grondslag van o.a. het schoolwerkplan (SWP). In een SWP gaat een school na welke de heersende schoolcultuur is om op basis daarvan een nieuwe, idealere situatie uit te tekenen. Om van de huidige naar een toekomstige situatie te evolueren worden actieplannen opgesteld. Een voorbeeld van zo een actieplan is het NSP. Het NSP kan dus als een onderdeel van het SWP worden beschouwd. Het wordt jaarlijks aangepast en bevat idealiter zelf ook een algemene situering, met acties op lange en korte termijn. Het geeft aan welke de behoeften aan nascholing er zijn en welke accenten er dienen gelegd worden om daadwerkelijk nascholing te laten volgen of te organiseren. Daar koppelt het voor concrete personen of doelgroepen initiatieven aan vast voor het lopende schooljaar. Voor elk van deze initiatieven zal het NSP ook vermelden hoe de nascholing (die door één of meer personeelsleden uit de instelling zal worden gevolgd) geëvalueerd en in de school geïmplementeerd zal worden. Het volgen of organiseren van nascholingsactiviteiten kan dus niet vrijblijvend gebeuren. De ideeën en nieuwe inzichten moeten wel degelijk in het schoolgebeuren toegepast worden. Het volgen van een nascholing kan dan ook niet beschouwd worden als een losstaande gebeurtenis, maar dient te kaderen binnen een globaal beleid. Het NSP heeft als doel de professionaliteit van de leraar te verhogen en het pedagogisch beleid van de school te verbeteren Het opstellen van een NSP is complementair aan begeleiding. Begeleiding door directie en PBD is gericht op specifieke, meestal individuele noden (opvolging nieuw leerplan, begeleiding jonge leraar …). Ze is afhankelijk van de individuele, interindividuele en schoolcapaciteit. Nascholing kadert in een bredere beleidsoptie om de kwaliteit van de school en het onderwijs te verhogen en kan volgende aspecten omvatten (de voorbeelden zijn ter illustratie en niet limitatief): Op niveau van de leerkracht:: uitbouw van professionaliteit (vergadertechniek), veranderingen in vakinhouden en vakdidactiek (nieuwe visie op het vak), nieuwe en aangepaste methodieken 2 (alternatieve werkvormen), leerlinggerichte aspecten (evaluatie, begeleiding, ICTgebruik, zelfgestuurd leren), …. Op niveau van de school: aanvangsbegeleiding: opvang van beginnende leerkrachten uitbouw van een efficiënte schoolteamwerking via gezamenlijke aanpak en doelgerichtheid, personeelsbeleid, samenhang, zelfevaluatie, gelijke kansenbeleid, evaluatiebeleid, welzijn en welbevinden, ICT-beleid, uitwerking projecten (GWP, GIP, stage ….), vakoverschrijdende eindtermen, ... . N.B. Afhankelijk van de doelgerichtheid hanteert de inspectie de onderverdeling: vakspecifieke nascholing en pedagogisch didactische nascholing. Het NSP is een administratieve verplichting Elke school is sinds 1 september 1996 wettelijk verplicht om een nascholingsbeleid te voeren en ontvangt hiervoor jaarlijks een apart budget. Deze “gekleurde gelden” mogen uitsluitend voor nascholing van personeel gebruikt worden. De school moet dit kunnen aantonen en verantwoorden. De besteding kan gaan naar inschrijvingsgelden, verplaatsingsonkosten of andere onkosten (zie deel II van bijlage 3). De school dient dan ook jaarlijks, op voorstel van de directeur, een NSP op te stellen. Dit plan wordt goedgekeurd door het lokaal overlegcomité (LOC). In het NSP worden de behoeften aan nascholing vastgesteld. De vaststelling van de noden kan resulteren in een prioriteitenplan op korte en lange termijn. Om het nascholingsbeleid op te stellen is het belangrijk dat de leraren, maar vooral de vakwerkgroepen, hun nascholingsbehoeften tijdig doorgeven. Deze manier van werken aan het NSP kan gezien worden als een vorm van zelfevaluatie. Door het nascholingsbeleid in vraag te stellen, door na te gaan welke de behoeften zijn van zowel leraren, leerlingen als ouders en door het beleid op regelmatige tijd te evalueren en bij te sturen, doet de school aan kwaliteitsbewaking. De school past zich op deze manier aan aan de wensen en verwachtingen van haar omgeving, echter zonder daarvoor afstand te doen van eigenheid en opdracht. Vaststellingen van de onderwijsinspectie (bron: Onderwijsspiegel 2001-2002) Niettegenstaande de meeste scholen beweren een personeelsbeleid te voeren waar professionaliteit voorop staat, is het gevoerde nascholingsbeleid nog steeds sterk van school tot school afhankelijk en varieert het van onvoldoende tot goed. Sommige scholen zijn reeds vragende partij, andere gaan voorlopig nog steeds in op een nascholingsaanbod. Tijdens de schooldoorlichtingen treft de inspectie reeds een aantal scholen aan met een nascholingsbeleid dat, zoals het hoort, gedragen wordt door een globale visie. De school beschikt in deze gevallen over een NSP. Ze kiest een aantal aandachtspunten en legt vast waaraan het nascholingsbudget zal worden besteed. Een NSP dat na een behoeftepeiling is opgesteld, treft men zelden aan. Al te dikwijls ontbreekt een tijdschema. Sommige scholen slagen erin de organisatorische problemen die voortvloeien uit het volgen van nascholing tijdens de lesuren op te lossen. Daartegenover staat dat sommige directies een maximale aanwezigheid op school prioritair stellen. Dit alles heeft tot gevolg dat nascholing buiten de lesuren procentueel toeneemt en de school bij het opstellen van de lessenroosters meer en meer gebruik maakt van de voorkennis betreffende de nascholingdata. Nog steeds zijn er scholen die de overheidsmiddelen niet gebruiken. Voor andere scholen is het budget ontoereikend. De meeste scholen betalen de door de leraren 3 gemaakte kosten integraal terug (inschrijvingsgeld en verplaatsing). Andere beperken de terugbetaling tot het inschrijvingsgeld. Vaststellingen uit doorlichtingsverslagen van het Gemeenschapsonderwijs Uit de analyse van doorlichtingsverslagen blijkt dat een relatief groot aantal scholen van het Gemeenschapsonderwijs wel beschikken over een NSP (en dat door de directeur als prioritair wordt aanschouwd). De concrete realisatie van het NSP kan nog verder geoptimaliseerd worden. Individuele leerkrachten die aan zelfstudie doen rond bepaalde (pedagogische) onderwerpen is in zekere zin ook een bepaalde manier van nascholing, maar deze vorm van nascholing wordt niet erkend door de inspectie. Hoe een NSP realiseren? Gebruiksaanwijzing Hieronder kan de school een aantal stappen vinden die kunnen gevolgd worden om een nascholingsbeleid op te maken en te concretiseren. Niet alle voorgestelde stappen en acties zijn verplicht te volgen maar hebben eerder een illustratief karakter. Deze niet verplichte stappen werden aangeduid met facultatief of eventueel. Door het volgen van dit stappenplan kan elke school haar eigen weg uitstippelen op basis van de specifieke noden. Het staat de school vrij de nodige aanpassingen te doen. In dit deel eerste wordt de context besproken, meer bepaald hoe in een school een NSP kan uitgewerkt worden, welke aandachtspunten dienen vooropgesteld te worden en hoe deze concreet kunnen ingevuld worden stap voor stap. Af en toe zal dit geïllustreerd worden met voorbeelden uit de praktijk of een mogelijk sjabloon. In bijlagen zijn 3 gebruiksvriendelijke documenten beschikbaar m.b.t.: behoefteonderzoek bij leerkrachten behoefteonderzoek bij vakgroepen of teams evaluatieformulier nascholing Tenslotte geeft de bibliografie een lijst van websites waar meer informatie over dit onderwerp kan teruggevonden worden. Het stappenplan In totaal kunnen 4 stappen onderscheiden worden: Het NSP motiveren en concretiseren aan de hand van inventarisatie Het vastleggen van keuze(s) en via planning komen tot acties Verspreiding van informatie en evaluatie Bijsturing Stap 1: Het NSP motiveren en concretiseren aan de hand van een inventarisatie Tijdens de eerste stap wordt vastgesteld welke noden de school ervaart. We toetsen daarvoor enerzijds de opleidingsbehoeften van de school aan de aanwezige kennis en vaardigheden van de personeelsleden. Anderzijds kan uit de dagdagelijkse werking worden afgeleid waar noden zich afspelen. Deze inventarisatiefase kan uit volgende onderdelen bestaan: Facultatief: analyse van de beginsituatie (wat doen we goed?): een inventarisatie van de reeds aanwezige kennis en vaardigheden. 4 Noodzakelijk: een inventarisatie van de opleidingsbehoeften (wat kunnen of zullen we beter moeten doen of moeten we aan werken?). Deze inventarisering gebeurt zowel vanuit het perspectief van de organisatie als vanuit het perspectief van doelgroepen en individuele medewerkers. Facultatief kunnen deze noden worden getoetst aan een aantal voorafgaande criteria rekening houdend met vooraf bepaalde prioriteiten zoals het beleidsplan van de scholengroep, lokale omstandigheden, schoolcultuur, … . Een aantal vuistregels Organisatie De analyse van de beginsituatie kan volgende elementen omvatten (facultatief): Evaluatie van de uitwerking en vooral de realisatie van prioriteiten en/of klemtonen van vorig jaar (de school kan eventueel een lijst toevoegen van de reeds gerealiseerde nascholing, inclusief evaluatieresultaten en elementen van bijsturing); De meerwaarde op niveau van de klas en de leraar: (wat vinden leraren/ vakgroepen belangrijk en waarom? wat vinden leerlingen ervan?) (zie bijlage 1 en 2: behoefteonderzoek bij leerkrachten en vakgroepen); De meerwaarde op niveau van de school (leerwinst, hoger professioneel handelen, uitgebreide professionaliteit, verhogen beleidsvoerend vermogen van de school, welbevinden leerlingen, ouders en leerkrachten). Opsporen van de algemene en vakspecifieke nascholingsbehoeften kan steunen op: doorlichtingsverslag SWP zelfevaluatie functioneringsgesprekken resultaten en/of overleg van vakwerkgroepen bevraging van leerkrachten (leerlingen, ouders?) (zie bijlage) overleg tijdens lerarenvergadering overleg met andere overlegorganenen externe tendensen leerplannen recente ontwikkelingen in het vakgebied klemtonen die vanuit algemene vaststellingen komen (vb ICT) ... Het vastleggen van voorafgaande prioriteiten kan rekening houden met: door de overheid opgelegde of voorgestelde initiatieven of maatschappelijke ontwikkelingen (GOK, taalbeleid); het inkaderen van het NSP in: het SWP en het PPGO het beleidsplan van de scholengroep ... Belangrijke opmerkingen Bij de analyse en de inventarisering is het uitermate belangrijk rekening te houden met een aantal schoolspecifieke criteria, bijvoorbeeld: 5 de mate waarin de keuze wordt gedragen door het team of door een grote meerderheid van het team; de analyse van de doelgroepen: wie heeft praktisch belang bij deze nascholing; voor wie is deze nascholing bestemd; heeft deze doelgroep wel nood aan deze nascholing; organisatorische en praktische bedenkingen: budgettering, realisatie binnen de uren of de opdracht, overdraagbaar naar andere leden of groepen; aard en kwaliteit van de aangeboden nascholing : zijn er referenties over de kwaliteit van de opleiding (referenties lesgevers of nascholingsorganisatie, gebruik van werkvormen); minimaal lesverlies en de eventuele vervanging door een collega; doorstromen van informatie en transfer; vroegere ervaringen; ... Concrete uitwerking (eventuele uitgangspunten) Rekening houdend met maatschappelijke en pedagogische ontwikkelingen wordt aan de leerkrachten gevraagd dat ze in de toekomst aandacht zouden hebben voor volgende ontwikkelingen binnen hun taak of opdracht: Op klas of vakniveau Didactiek binnen het vakgebied Agogische vaardigheden Leerlingenbegeleiding Evaluatie en remediering Zelfgestuurd en zelfstandig leren Vakgroepwerking …… Binnen de schoolorganisatie Teamwerking ( vakgroepoverschrijdende teamwerking) Horizontale en verticale samenhang Communicatie Vergadertechniek Didactische werkvormen en multimedia (GWP, …) Beginnende leerkrachten Binnen het schoolbeleid Verschillende beleidsvormen (leerlingenbegeleiding, leerlingenevaluatie, ...) Kwaliteitszorg Profilering/imago ... Op basis van deze informatie kan hen gevraagd worden de lijst in bijlage in te vullen. Deze lijst kan worden ingevuld ofwel individueel ofwel in vakgroep. Een combinatie is eveneens mogelijk: eerst individueel als huiswerk en nadien bespreking binnen de vakgroep. 6 Stap 2 : Vastleggen van keuze en via planning komen tot acties Op basis van deze analyse of inventaris maakt de school (directie, stuurgroep, pedagogisch college …) een keuze welke ontwikkelingsdoelen ze op korte termijn en welke op lange termijn wil verwezenlijken? Na de keuze voor korte- en lange termijndoelen wordt de fase van planontwikkeling ingezet. Het meerjaren-NSP én het jaarlijkse NSP worden gemaakt: Het meerjaren-NSP legt de scholingsthema's en prioriteiten vast voor de komende drie tot vijf schooljaren en stelt de criteria en faciliteiten vast. Nadat in het meerjaren-NSP is vastgelegd wat de school op langere termijn wil bereiken, wordt in het jaarlijks NSP een overzicht gegeven van de accenten die de school het komende schooljaar wil leggen. De volgende stap zal dan het uitvoeren van deze planning zijn, meer bepaald het volgen van de nascholingen, het opdoen van kennis en ervaring, het verwerven en verwerken van informatie zowel individueel in de klas als binnen de diverse geledingen van de school (vakgroepen, stuurgroepen, projecten …). Dit geldt voor kleine noden die op korte termijn kunnen opgelost worden. Voor andere noden zijn oplossingen nodig op langere termijn. Het gaat dan over het uitwerken van een planning (stappenplan), het opzetten van een beleid en het implementeren van dit beleid binnen de schoolorganisatie. Dit impliceert een aanpak in fasen met een timing, het inhuren of aantrekken van schoolgerichte nascholing en of begeleiding, het uitstippelen van een implementatie en het evalueren en bijsturen van de doelstellingen op basis van de bekomen resultaten. Concrete uitwerking:(voorbeeld ter illustratie, ontleend aan KTA Deurne) Prioriteiten vastgelegd op basis van schooldoorlichting en bevraging leerkrachten. Leerlingenbegeleiding de organisatie van een leerlingengericht beleid en implementatie ervan de integratie van de principes van “leren leren“ in de klaspraktijk vakoverschrijdende eindtermen in de tweede graad “ Leefsleutels “ ( vergroten van het draagvlak binnen de school) streven naar een efficiënte leerlingenraad implementatie van het G.O.K. – decreet omgaan met multiculturaliteit op school Onderwijskundig beleid de implementatie van de eindtermen 1ste en 2de graad projectwerk in de B-stroom taalbeleid op school zorgverbreding vakdidactische en inhoudelijke nascholing teambuilding Management opvolging schooldoorlichting zelfevaluatie op school preventiebeleid en pesten op het werk verdere opleiding (nieuwe) leden van ondersteunend personeel ( SOLAr toepassingen, onderwijswetgeving, reglementering asielzoekers) 7 Vakinhoudelijk actualisering vakinhouden toepassing ICT in het vak Alle informatie i.v.m. nascholing die de school bereikt, wordt geordend en voor iedereen beschikbaar gesteld in de lerarenkamer. Voorbeeld van sjabloon 1. Inventarisering van nascholingsnoden Op basis van de inventarisering van de noden en rekening houdend met een aantal randvoorwaarden werd onderstaande prioriteitslijst vastgelegd: Prioriteit Doelstelling (en) beoogd (meetbaar?) concretisering nascholing resultaat 1 2 3 …. voorbeeld LK kennen de diverse aspecten van leren leren en passen deze ook toe tijdens de lessen LK maken onderling afspraken mbt leren leren 80% van de leerkrachten 1ste graad werken mee aan gezamenlijke aanpak leren leren Stuurgroep in samenwerking met PBD werkt studiedag uit (september), stelt strategie (oktober) op en maakt follow up (mei) 2. Middelen Om dit te realiseren beschikt de school over volgende middelen opgebouwd tijdens de vorige jaren en rekening houdend met het budget dat dit jaar wordt vooropgesteld op basis van het aantal ambten: Schooljaar Budget voorzien uitgaven rest beschikbaar 3. Actieplan binnen NSP voor een bepaald schooljaar Op basis van de beleidsprioriteiten en rekening houdend met de inventarisering en de beginsituatie wil de school volgende concrete acties ondernemen en voorziet daarvoor volgende bedragen: prior Doelgroep Thema + motivatie Organisatie+ voorziene tijdsbesteding kostprijs 1 2 3 ... vb.. Cel leerlingenbegeleiding ism voorzitters en overlegorganen Opstarten diverse raden en overleg Introductie van participatie op school VUB in samenwerking met nascholing GO 1 dag opleiding 2 dagen nazorg Druk cursus: €150 Lesgever: 2€150 Onthaal: €50 8 Stap 3: Verspreiding van informatie en evaluatie Als de nascholingsactiviteiten hebben plaatsgevonden, begint de transfer- en evaluatiefase. Scholing alleen zal weinig bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs indien ze enkel ten goede komt van diegenen die de nascholing hebben gevolgd. De school (directie, vakwerkgroep) moet nagaan in hoeverre hetgeen tijdens de scholing is geleerd ook daadwerkelijk in de praktijk wordt toegepast (transfer en multiplicatie). Ook dient te worden nagegaan of die toepassing voldoet aan de verwachtingen (evaluatie) en of er eventueel geen bijsturing nodig is. Elke deelnemer aan een nascholing vult een evaluatieformulier in (zie bijlage 3). Concrete uitwerking Ieder nageschoold teamlid heeft als opdracht de collega’s op de hoogte te brengen van de gevolgde nascholing. Hoe deze verspreiding gebeurt, is deels afhankelijk van de gevolgde nascholing. Het kan zijn dat de nascholing gericht is op de individuele leraar, op de vakgroep, op een specifieke deelgroep, op de school/team of op bepaalde projecten. Mogelijke acties voor de verspreiding van nascholing zijn: de bespreking van de nascholing tijdens een vakwerkgroepvergadering ; het vermenigvuldigen en verspreiden van de syllabus, teksten, notities,…; mondeling verslag bij collega’s tijdens leraarsvergadering; verslaggeving bij directie; opzetten van een interne nascholing. Voorbeeld van sjabloon Op basis van de evaluatieformulieren (zie bijlage 3) van de personeelsleden die deelgenomen hebben aan een nascholing kan een inventaris worden opgemaakt. Deze inventaris kan als volgt opgedeeld worden: Datum Activiteit + organisatie volgn Vb 06 en 13 dec Resultaten Vak ICT nascholing aardrijkskunde VAH Gent +++ vakgroep team +- --- deelnemers kostprijs Martens J. €100 Janssens M Stap 4. Bijsturing Nadat alle fasen zijn doorlopen, is het zinvol om eens terug te kijken. We gaan na hoe het nascholingsbeleid en -plan tot stand zijn gekomen en of voor het volgend schooljaar bijstellingen nodig zijn. Deze bijsturing is tweevoudig. Ze heeft betrekking op het NSP voor het volgende jaar, maar kan eventueel ook terugslaan op het lopende jaar indien de nascholing niet het verwachte resultaat heeft opgeleverd. Wanneer dit laatste reeds in het lopende jaar wordt opgemerkt, kunnen dan reeds aanpassingen of bijsturingen plaatsvinden. Het systematisch uitvoeren van de verschillende stappen biedt ook de mogelijkheid om het meerjarenplan bij te stellen of aan te passen. Is er nog meer scholing nodig omdat de vaardigheden onvoldoende zijn? Dienen andere personen betrokken te worden? 9 Zijn de vooropgestelde doelen onvoldoende bereikt? Zijn er andere behoeften naar voor gekomen? Deze vragen sluiten aan op de eerste stap. Het proces kan weer herstart worden. Schematische voorstelling van stappenplan 10 Bijlagen Bijlage 1. Behoefteonderzoek bij leerkrachten Naam leerkracht: ............................... Datum invulling …………………. Vraag 1: Heeft u persoonlijk behoefte aan nascholing in het komende schooljaar? ja/nee (Indien nee geantwoord, gaat U verder met vraag 8) Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, over welk thema? vakinhouden nieuwe leermiddelen ICT didactische onderwerpen of werkvormen leerlingenzorg of leerlingenbegeleiding pedagogische onderwerpen (specifieer) onderwijsvernieuwing onderwijs aan bepaalde doelgroepen (welke) omgaan met (leer)problemen kwaliteitszorg functiegerichte nascholing anders, nl. ............................... Vraag 3: Welke soort nascholing wilt u? informatie/voorlichting scholing/training uitwisseling advies of begeleiding PBD anders, nl. ............................... Vraag 4: Op grond van welke overweging(en) wilt u deelnemen aan nascholing (motivatie)? promotiecriteria loopbaanplanning vergroten vakbekwaamheid nieuwe ontwikkelingen in de school nieuwe taken in de school anders, nl. ............................... 11 Toelichting: ............................... Vraag 5: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen? Vraag 6: Heeft u een voorkeur voor een organisatie of project, die de nascholing moet gaan verzorgen? (zie documentatiemappen) ja/nee (Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.) Toelichting: ............................... Vraag 7: Heeft u bezwaar tegen een bepaald tijdstip waarop de cursus georganiseerd wordt? nee ja onder schooltijd na schooltijd in de avonduren Toelichting/nadere omschrijving: ............................... 12 Bijlage 2: Behoefteonderzoek bij vakgroepen of teams Naam vakgroep ............................... Vraag 1: Is er behoefte aan nascholing in vakgroepverband in het komende schooljaar? ja/nee Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, hieronder kort en helder inhoud en doel omschrijven: Vraag 3: Welke soort nascholing wil de vakgroep? (Geef omvang en de nodige tijdsinvestering aan.) Vraag 4: Hoeveel leerkrachten zullen deelnemen? Aantal: ............................... Vraag 5: Op grond van welke overwegingen wil het team deelnemen aan deze nascholing (motivatie)? n.a.v. het SWP n.a.v. prioriteiten nascholing n.a.v. een inspectieverslag n.a.v. zelfevaluatie n.a.v. studiedagen n.a.v. initiatieven PBD of pedagogisch adviseur n.a.v. externe ontwikkelingen in het vakgebied n.a.v. externe ontwikkelingen in de schoolomgeving n.a.v. initiatieven vanuit vakverenigingen anders, nl. ............................... Toelichting: ............................... Vraag 6: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen? Vraag 7: Heeft de vakgroep een voorkeur voor een nascholingsproject (zie documentenmap) of organisatie? ja/nee (Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.) Vraag 8: Op welke manier zullen de leden van de vakgroep (het lid van de vakgroep) de opgedane ervaring overdragen naar de volledige vakgroep of naar het schoolteam? 13 Bijlage 3: Evaluatieformulier nascholing Naam : Datum : Plaats : Aard van de nascholing : Inrichter : O vakgericht ( vak : ……………. ) O Pedagogische begeleidingsdienst O themagericht O NAS O Andere : Titel of onderwerp : I. Opmerkingen : Inhoudelijk 1. Was de inhoud zinvol ? O ja O neen Waarom ? 2. Werden uw verwachtingen ingelost? O ja O neen Waarom? 3. Relevantie: kunt u de verworven kennis of ervaring aanwenden In uw onderwijspraktijk, uw lessen of als lid van het schoolteam? O ja O neen Waarom en hoe ga je de verworven nascholing concreet toepassen? 4. Effectiviteit: omschrijf kort één concreet punt dat u als resultaat van deze nascholing kunt toepassen in uw onderwijspraktijk of binnen het schoolteam (m.a.w. duid de belangrijkste meerwaarde aan voor u) 5. Beantwoordde deze nascholing aan de vooropgestelde prioriteiten? 6. Welke suggesties of verbeteringen heeft u m.b.t. de door u gevolgde nascholing (methodiek, cursusmateriaal, ...)? 14 II. Hoe en wanneer gebeurt de informatieoverdracht? Breng dit evaluatieformulier ingevuld binnen op het directiesecretariaat (binnen de 3 werkdagen na de nascholing.) Onderrichtingen voor de leraar Elke inschrijving waarvoor een (gedeeltelijke) tussenkomst gevraagd wordt, moet vooraf goedgekeurd worden door de directie. Voor elke collega worden de kosten voor nascholing rechtstreeks gedragen door het budget nascholing. Indien de collega eerst zelf betaalt, dan wordt dit bedrag na voorlegging van het betalings- en het aanwezigheidsbewijs teruggestort op de rekening van betrokkene. Men dient de aanwezigheid te staven o.a. door het inleveren van het evaluatieformulier, zoniet kan het eventueel door de school betaalde bedrag worden teruggevorderd. De kosten, die voor terugbetaling in aanmerking komen, omvatten : o de inschrijvingskosten; o de syllabus of ander mogelijk didactisch materiaal dat inherent deel uitmaakt van de gevolgde nascholing. Materiaal dat de deelnemer wenst aan te kopen voor louter “zelfstudie“ wordt wel/niet terugbetaald. Kosten voor de lunch worden niet terugbetaald, tenzij ze deel uitmaken van de globale inschrijvingskosten en het aandeel van de lunch hierin niet te bepalen is. Reiskosten worden terugbetaald. Als basis wordt een treinticket “heen en weer” genomen, te rekenen vanaf de woonplaats of vanaf de school, naargelang wat het goedkoopste is voor de school. Personeelsleden die de verplaatsing per wagen wensen te maken, worden geadviseerd zoveel mogelijk in groep te reizen teneinde de kosten te drukken. 15 Bibliografie Het NAS heeft ook een werkdocument samengesteld rond het opstellen van een nascholingsplan. U kan dit document altijd opvragen bij Georges Vanderwegen, lid van het NAS ([email protected]). Maken van een NSP http://www.gent.be/gent/onderwijs/pbd/basis/documenten/modelnaschoplan.doc http://www.avs.nl/beleid_pers/naschool_plan.htm http://www.onwijs.nl/directie/bestanden/nascholingverkort.doc http://www.skpo.nl/personeel/skpogids/3.7._nascholingsbeleid_.pdf Vragen over nascholing: http://www.ond.vlaanderen.be/nascholing/faq_algemeen.htm http://www.klasse.be/archieven/archieven.taf?function=detail&nr=9730 Situatie in Nederland http://www.minocw.nl/arbeidsmarkt/babo61/pagina_14.html Onderzoek NSP http://www.psy.kuleuven.ac.be/cobv/Nederlands/archief/arch-1999-jan.PDF 16