Onderzoeksvoorstel dd 20-09-2015 Een diagnostische revolutie in de GGZ: de ontwikkeling en validering van de Comprehensive Assessment of Elementary Syndromes by Autonomous Rating – Psychopathology Rating Scale (CAESAR-PRS). Gegevens organisatie: PsyQ, Parnassia Groep Lijnbaan 4 2512VA Den Haag 088 357 2323 Hoofdaanvrager Dr. R. Goekoop, psychiater PsyQ, Parnassia Groep Afdeling Depressie Ambulant Lijnbaan 4, 2512 VA Den Haag Email: R. [email protected] Tel.: 06 464 35 645 Tel. 088 3572569 Gegevens medeaanvragers / onderzoekers Dr. R. Goekoop, [email protected] Psychiater en onderzoeker, manager zorg PsyQ Den Haag Prof. Dr. Jim van Os, Psychiater, klinisch epidemioloog en onderzoeker Dr. Jan Dirk Blom, [email protected] Psychiater en onderzoeker Parnassia Groep Prof. Dr. Mark van der Gaag, Klinisch psycholoog en onderzoeker Drs. David van den Berg, promovendus en klinisch psycholoog in opleiding Drs. E. Velders, Manager innovatie PsyQ Drs. P.L. Gumbs, Onderzoeksassistent, beoogd promovendus. Drs. D.M. van Dijk, Psychiater, beoogd promovendus. 1 Samenvatting Vorig jaar publiceerde onze groep de ontdekking van ongeveer 11 ‘elementaire syndromen’: symptoomclusters die als bouwstenen op verschillende manieren met elkaar kunnen combineren en daarmee de volledige variatie aan psychiatrische ziektebeelden kunnen verklaren. Elementaire syndromen bestaan uit circulair causale relaties (vicieuze cirkels) tussen symptomen van psychopathologie. Complete psychiatrische ziektebeelden bestaan op hun beurt weer uit vicieuze cirkels tussen elementaire syndromen. Deze ontdekking heeft belangrijke consequenties voor de klinische praktijk, waarover binnenkort een artikel verschijnt in het Tijdschrift voor Psychiatrie. Als gevolg van de verouderde (categoriële) manier van denken ontbreekt het de psychiatrie aan de juiste vragenlijst om de activiteit van elementaire syndromen bij psychiatrische patienten op een valide manier te meten. In de dagelijkse praktijk worden psychiatrische ziektebeelden dus onvoldoende nauwkeurig gediagnosticeerd, met alle gevolgen van dien. Dit onderzoeksvoorstel betreft een initiatief om een nieuwe self-rating vragenlijst op te stellen waarmee (complexe) psychiatrische ziektebeelden wél nauwkeurig en volledig in beeld kunnen worden gebracht: de Comprehensive Assessment of Elementary Syndromes by Autonomous Rating - Psychopathology Rating Scale (CAESAR-PRS). Deze nieuwe vragenlijst zal worden opgesteld door middel van een enquête, waarbij niet alleen experts en behandelaren, maar ook de patiënt zelf en zijn of haar omgeving zullen worden gevraagd items aan te leveren. Deze item-verzamelmodule zal landelijk worden uitgezet, zodat er gebruik kan worden gemaakt van ‘the Wisdom of the Crowd’: zo wordt zoveel mogelijk kennis verzameld en ontstaat er een breed draagvlak voor deze lijst. De CAESAR-PRS zal vervolgens worden gevalideerd ten opzichte van de DSM-5 en de voorspellende waarde ervan zal worden onderzocht met betrekking tot beloop, prognose, en respons op therapie. We verwachten dat de validiteit en de voorspellende waarde van de CAESAR-PRS (veel) beter is dan die van categoriële diagnosen of daarvan afgeleide vragenlijsten zoals de MINI+. Als gevolg van een meer accurate diagnostiek verwachten we dat patiënten eerder de juiste behandeling zullen krijgen (ten gevolge van een beter toeleidings-, doorverwijs-, en afsluitbeleid, en het voorkomen van onder- en overbehandeling). Dit zou meetbaar moeten zijn als een reductie van de kosten van de zorg. De elementaire syndroomleer heeft het potentieel om een diagnostische revolutie teweeg te brengen in de GGZ. Gezien de bekende beperkingen van de categoriële methode bestaat er inmiddels al een groot maatschappelijk draagvlak voor een dergelijke omwenteling. 2 Inleiding De beperkingen van de categoriële methode zijn inmiddels goed bekend bij een breed publiek. De meeste behandelaren weten dat DSM categorieën niet valide zijn. De NIMH willen geen onderzoek meer financieren waarin DSM categorieën als basis dienen voor diagnostiek en psychometrie (http://www.nimh.nih.gov/about/strategic-planningreports/introduction.shtml). Voor het onderzoek heeft de categoriële methode dus al geen toekomst meer en uiteindelijk zal deze ook voor de klinische praktijk geen toekomst meer hebben. Inmiddels heeft zich een geheel nieuw soort psychiatrie aangediend die toekomstbestendig lijkt. Deze is gebaseerd op netwerktheorie. Door de relaties tussen de symptomen van psychopathologie af te beelden als een netwerk krijgen we het scherpste beeld dat tot nu toe voor handen is van psychische ziektebeelden (zie Afbeelding 1). In een recent artikel lieten we zien dat in zulke netwerken symptoomclusters zijn aan te wijzen die, gemiddeld gesproken, voorkomen bij alle patiënten met psychopathologie (Goekoop and Goekoop, 2014). Alle klachten en symptomen van alle psychiatrische patiënten zijn dus onder te brengen binnen een klein aantal (ongeveer 15) elementaire syndromen. De grote verscheidenheid aan psychopathologische ziektebeelden kan dus worden verklaard aan de hand van steeds weer wisselende combinaties van een relatief klein aantal ‘modules’, ongeveer zoals alle bekende verfkleuren kunnen worden gemaakt door het mengen van een klein aantal basiskleuren (rood, blauw, geel, zwart en wit). Deze kernmodules van psychiatrische ziektebeelden hebben we ‘elementaire syndromen’ genoemd. Elementaire syndromen blijken te bestaan uit circulair causale relaties (vicieuze cirkels) van symptomen die elkaars bestaan bevorderen via positieve feedback loops (spanning => slecht slapen => moe => concentratieproblemen => vergissingen => spanning... etc) (Borsboom et al, 2008). Complete psychiatrische ziektebeelden bestaan op hun beurt uit vicieuze cirkels tussen elementaire syndromen (Goekoop and Goekoop, 2014). Voor meer informatie over de achtergrond van elementaire syndromen, zie: Elementaire Syndromen PLOS_ONE. Dankzij de ontdekking van elementaire syndromen kunnen alle psychiatrische ziekten een systematische naamgeving krijgen op basis van de scores van patiënten op deze elementen (bijvoorbeeld: een ‘angstig-geremde depressie’, in plaats van een ‘melanchole’ depressie). Het ziektebeeld van iedere individuele patiënt kan worden weergegeven als een profiel van scores op de 15 verschillende elementaire syndromen, waardoor met een klein aantal syndroomscores toch een volledig en accuraat overzicht worden gegeven van complexe ziektebeelden. Vanwege het universele karakter van elementaire syndromen verwachten we dat (nationale en internationale) standaardisering mogelijk is op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling, evaluatie van het behandeleffect (R.O.M.), de overdracht van patiënten en het doorverwijsbeleid. Ook kunnen uitkomstmaten van klinisch wetenschappelijk onderzoek worden gestandaardiseerd door uit te gaan van elementaire syndroomscores. Dit zal de vergelijkbaarheid van uitkomsten van dergelijk onderzoek in belangrijke mate kunnen verbeteren. Deze nieuwe vorm van diagnostiek heeft de potentie te zorgen voor een sterke toename van de systematiek en efficiëntie van de zorg voor psychiatrische patiënten. De consequentie van deze vorm diagnostiek voor de klinische praktijk zullen binnenkort worden beschreven in een publicatie in het Tijdschrift voor Psychiatrie (Goekoop en Goekoop, 2015, geaccepteerd voor publicatie). Ondanks het grote potentieel van de netwerkmethode moet deze zich nog bewijzen in de klinische praktijk. Pas als dat is gebeurd kan de transitie van een oud naar een nieuw diagnostisch systeem daadwerkelijk plaatsvinden. Daarvoor is het nodig dat de relaties 3 tussen symptomen van psychiatrische ziektebeelden met zo min mogelijk vervorming (bias) in beeld worden gebracht. Dat is tot op heden nog niet gebeurd, aangezien bijna alle bestaande vragenlijsten zijn “besmet” met het oude, categoriële denkkader (Goekoop en Goekoop, 2014, 2015, geaccepteerd voor publicatie). Door het ontbreken van een valide diagnostisch kader zijn de relaties tussen symptomen niet betrouwbaar te meten. Alle verdere vooruitgang hangt nu dus op de ontwikkeling van een nieuw psychometrisch instrument. Wij verwachten dat patiënten, hulpverleners, onderzoekers, managers en verzekeraars een groot belang hebben bij de ontwikkeling van een vragenlijst waarmee psychiatrische toestandsbeelden accuraat en volledig in beeld kunnen worden gebracht, zonder vervormingen daarvan door minder valide classificatiemethoden. Pas als we een duidelijk beeld hebben van psychiatrische ziektebeelden weten we beter waarover we praten, en misschien ook beter wat we eraan kunnen doen. Afb. 1. Het Psychopathologie-Web. Grafische weergave van de (correlationele) relaties tussen symptomen van psychopathologie die zijn gescoord bij een populatie van 192 patiënten met een willekeurige vorm van psychopathologie (scores op de comprehensive psychopathological rating scale / CPRS). De symptomen blijken clusters te vormen die gemeenschappelijk zijn aan de gehele populatie (elementaire syndromen) . Blauw: DEPRESSIE, geel: ANGST, oranje: MANIE, groen: 4 PSYCHOSE, grijs: RETARDATIE (remming, negatieve symptomen), bruin: DESORANISATIE. Slechts 6 elementaire syndromen worden getoond. In werkelijkheid zijn het er waarschijnlijk meer (ongeveer 15). Elementaire syndromen houden contact met elkaar via een klein aantal ‘brugsymptomen’. Elementaire syndromen betreffen circulair causale relaties tussen de symptomen (vicieuze cirkels). Psychiatrische ziektebeelden kunnen worden opgevat als vicieuze cirkels tussen elementaire syndromen. Doelstelling Om bovenstaande ontwikkelingen te kunnen doormaken is het nodig een nieuwe vragenlijst te ontwikkelen en te valideren die is gebaseerd op het meten van scores op elementaire syndromen: de Comprehensive Assessment of Elementary Syndromes by Autonomous Rating – Psychopathology Rating Scale (CAESAR-PRS). Dit is 's werelds eerste meetinstrument waarmee de relaties tussen de belangrijkste symptomen van psychopathologie volledig in kaart zijn te brengen in de vorm van een netwerkplaatje, zonder vervormingen daarvan door oudere classificatiemethoden. De CAESAR-PRS zal volledig gratis en open source ter beschikking worden gesteld voor patiëntenzorg en onderzoeksdoeleinden. Deze subsidieaanvraag is gericht op het verwerven van financiële middelen om de CAESARPRS te verder te ontwikkelen en te valideren. De validiteit van de CAEAR-PRS zal worden bepaald ten opzichte van de huidige DSM-5 diagnostische indeling. Tevens zal het predictieve vermogen van de lijst (met betrekking tot differentiële diagnostiek, beloop, prognose en respons op therapie) worden onderzocht en vergeleken met dat van de categoriële methode. Methoden 1. Verzamelen van items voor CAESAR-PRS Inmiddels is een item-verzamelmodule gemaakt waarmee respondenten zelf items kunnen leveren voor de CAESAR-PRS (https://nl.surveymonkey.com/r/CAESAR_PRS). Dat gebeurt in de vorm van een online enquête die is gemaakt in Survey Monkey. Respondenten kunnen items aanleveren nadat zij daartoe eerst een instructie hebben gevolgd. Respondenten ontvangen als eerste een email met daarin een link naar de online enquête en een verzoek hieraan deel te nemen. Deze verzamelmodule zal eerst worden verstuurd naar landelijke experts op het gebied van specifieke psychische aandoeningen (hoogleraren en specialismeleiders) (GOLF1). Vervolgens zullen onderzoekers en behandelaren worden gevraagd items aan te leveren (GOLF2). Kenmerkend voor dit initiatief is dat ook patiënten en betrokkenen rondom de patiënt zullen worden gevraagd items aan te leveren (GOLF 3). De volgorde van de golven is gekozen uit praktische overwegingen: er zijn steeds meer mensen bij betrokken, wat steeds meer werk oplevert. Door de CAESAR-itemverzameling landelijk uit te rollen over een breed publiek willen we gebruik maken van ‘the Wisdom of the Crowd’ (Surowiecki, 2004). Door het combineren van de kennis van vele honderden tot duizenden mensen hopen we dichter bij een valide beschrijving van psychiatrische ziektebeelden te komen. Bovendien hopen we dat het draagvlak voor deze lijst hierdoor groter wordt. Ten koste van alles willen we voorkomen dat deze lijst wordt samengesteld in een ivoren toren. 2. Opstellen van de CAESAR-PRS 5 De CAESAR-PRS groeit (qua aantal items) met elke golf en zal na elke golf worden voorgelegd ter goedkeuring aan alle respondenten van de CAESAR-PRS enquête. Alle aangeleverde items zullen worden besproken in consensusmeetings die met vaste regelmaat (eens per maand) zullen worden gehouden door de CAESAR-PRS review board. De CAESAR-PRS review board bestaat uit de groep onderzoekers in deze aanvraag plus domein-experts op uitnodiging en een promovendus. De continuïteit van dit project wordt gewaarborgd door de hoofdaanvrager (Dr. R. Goekoop), alsmede de promovendus die de enquête beheert, literatuuronderzoek doet naar elementaire syndromen, zelf items aanlevert, aangeleverde items verzamelt en poolt. De promovendus zal de items agenderen voor bespreking in de review board, de items waarover consensus bestaat toevoegen aan de CAESAR-PRS en deze lijst voorleggen ter evaluatie aan alle respondenten van de enquête. Dit proces leidt tot het opstellen van een voorlopige eind-lijst, die ter correctie zal worden voorgelegd aan alle deelnemers uit de eerste 3 golven. Naar aanleiding van hun commentaar wordt de definitieve lijst samengesteld. Daarbij wordt gestreefd naar een lijst van ongeveer 250 items (15 items per elementair syndroom). Dit aantal items is vergelijkbaar met dat van de huidige vragenlijsten voor persoonlijkheidsproblematiek. De balans tussen validiteit, belastbaarheid van de patiënt en het aantal items zal daarbij scherp in de gaten worden gehouden. De lijst dient bruikbaar te zijn in de klinische praktijk en daarom niet te lang te zijn. Aan de andere kant moeten de scores wel predictieve waarde blijven hebben en klinisch relevant zijn. Er zal daarom een moeder-lijst worden opgesteld die alle items bevat die ook maar enige variantie verklaren in de elementaire syndromen (clusterscores). Een dergelijke ‘CAESAR-PRS, long-version’ lijst is vooral bruikbaar voor onderzoeksdoeleinden of uitgebreide psychodiagnostiek. Daarnaast zal een 'CAESAR-PRS, short version' lijst worden opgesteld die alleen de meest informatieve items van psychopathologie bevat (items die gezamenlijk > 95% van de variantie verklaren in de totale scores op de elementaire syndromen). Deze lijst is geschikt voor toepassing in de dagelijkse klinische praktijk en kan worden ingezet voor snelle triage, routine screening en anamnese, evaluatie van patiënten en behandeleffecten, ROM, overdracht, doorverwijsbeleid, etcetera. 3. Ontwikkelen van een diagnostische module voor de CAESAR-PRS De kracht van de CAESAR-PRS zit hem, behalve in de systematiek en validiteit die de elementaire syndromen met zich meebrengen, ook in de grafische terugkoppeling van de bevindingen die mogelijk is zodra de syndroomscores bekend zijn. Zodra de CAESAR-PRS is opgesteld (zie onder 2) zal daarom een visueel-diagnostisch hulpmiddel worden gemaakt waarmee patiënten en hulpverleners in 1 oogopslag de belangrijkste componenten van het ziektebeeld van de patiënt kunnen overzien. De symptoomscores van elke patient zullen worden vertaald naar de intensiteit waarmee de elementaire syndromen oplichten in het psychopathologie netwerk. Zoals beschreven dient deze module vooral de systematiek en het overzicht binnen de behandeling: een grafisch overzicht vergemakkelijkt psychoeducatie, het formuleren van behandeldoelen en aangrijpingspunten voor therapie, en laat een systematische evaluatie van het effect van behandelinterventies toe. Deze module wordt ontwikkeld in samenwerking met de faculteit sociale wetenschappen in Leiden (FSW). 4.Valideren van de CAESAR-PRS Het huidige voorstel vraagt financiering aan voor de ontwikkeling van de CAESAR-PRS (dus voor de uitwerking van de bovengenoemde 3 stappen). In een vervolgstudie (waar nu geen subsidie voor wordt aangevraagd) zal deze lijst worden gevalideerd. De CAESAR-PRS (long version) zal worden afgenomen bij 2000 patiënten van Parnassia Groep bij aanvang van de behandeling. Hun profielscores op de elementaire syndromen van CAESAR-PRS zullen in 6 verband worden gebracht met de traditionele DSM categorieën waarbinnen zij vallen (vastgesteld aan de hand van de MINI+ en een klinisch interview). Op die manier zal duidelijk hoe de nieuwe (multimodulaire) diagnostiek zich verhoudt tot de klassieke categoriële diagnostiek. Daarnaast zal worden onderzocht in hoeverre diagnostiek gebaseerd op elementaire syndromen (CAESAR-PRS) effectiever en doelmatiger is dan behandeling die is gebaseerd op diagnostiek as usual. Daartoe zal het klinisch beloop van bovengenoemde 2000 patiënten worden bijgehouden en zal worden gekeken in hoeverre scores op de CAESAR-PRS voorspellende waarde hebben voor het beloop van deze stoornis(sen), zorgconsumptie en determinanten van sociaal-maatschappelijk functioneren. Ook de verschillende toegepaste therapievormen zullen worden vastgelegd en de voorspellende waarde van de CAESAR-PRS voor het succes van specifieke behandelingen zal worden nagegaan. De primaire uitkomstmaten in deze vervolgstudie zijn remissiesnelheid, totale behandelduur binnen de afdeling, en behandelduur tot aan remissie over de verschillende verwijzende afdelingen. Ook zal voorspellende waarde van de CAESAR-PRS met betrekking tot sociaal-maatschappelijk functioneren (kwaliteit van leven, werkloosheid, zorgconsumptie, beroep op collectieve middelen, etcetera). Remissiesnelheid is direct gekoppeld aan de kosten van de zorg via kosten per consultminuut van de specifieke therapievormen die zijn ingezet bij de patiënt). Op die manier is het mogelijk om effectiviteit en doelmatigheid te vergelijken tussen beide vormen van diagnostiek. Verspreidings- en implementatieplan Van het begin af aan wordt een zo groot mogelijk groep experts, behandelaars, patiënten en betrokkenen bij het onderzoek betrokken (het opstellen van de lijst is een democratisch proces). De enquête is in te vullen naar aanleiding van een persoonlijke uitnodiging via email, maar zal ook via een website toegankelijk zijn (https://nl.surveymonkey.com/r/CAESAR_PRS). In het geval van uitnodiging via email hopen we op een 'virale verspreiding' van de uitnodiging en zullen daartoe een oproep doen in de mail zelf ("Stuur deze uitnodiging toe naar zoveel mogelijk potentieel geïnteresseerden"). In tegenstelling tot de meeste gevalideerde vragenlijsten zal de CAESAR-PRS geheel kosteloos ter beschikking worden gesteld. Hiermee hopen we belangrijke barrières voor de verdere ontwikkeling van wetenschap en de kwaliteit van zorg weg te nemen. De vragenlijst zal ten minste worden vertaald in het Engels en Spaans, en afhankelijk van de financiering ook in het Turks, Marokkaans, Frans en Duits. De bedoeling hiervan is om niet alleen nationaal, maar ook internationaal een nieuwe diagnostiek mogelijk te maken die is gebaseerd op elementaire syndromen. De CAESAR-PRS zal worden gevalideerd en de predictieve waarde ervan zal worden bepaald aan de hand van vervolgonderzoek (zie boven). De resultaten van dit onderzoek zullen vanzelfsprekend worden gepubliceerd in internationale, peer-reviewed tijdschriften. Planning GOLF1: hoogleraren en specialismeleiders (zie pagina 5, paragraaf 5) Deze vindt momenteel plaats, afronding eind 2015. GOLF2: behandelaren en onderzoekers. Deze golf staat gepland voor januari 2016 - juni 2016. GOLF3: patienten, patiëntenorganisaties, mantelzorgers Deze golf staat gepland voor juni 2016 - december 2016. 7 Begroting Het opstellen van de CAESAR-PRS betreft een nieuw initiatief: overige financiering is (nog) niet aangevraagd. Vanuit de organisatie zijn momenteel beperkte middelen beschikbaar voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Dergelijke ontwikkelingen moeten plaatsvinden binnen de kaders van bezuinigingen en meer efficiëntie in de zorg, opgelegd door overheid en verzekeraars, waarbij ook op innovaties en wetenschap wordt bezuinigd. Voor het ontwikkelen van de CAESARPRS is het daarom noodzakelijk om ook buiten de eigen organisatie te zoeken naar fondsen waarmee de verdere ontwikkeling van deze lijst gefinancierd kan worden. Vanuit deze overwegingen is de volgende begroting gemaakt: 1. Kosten licentie Survey Monkey - om niets (Parnassia Groep betaalt deze kosten) 2. Kosten opstellen CAESAR-PRS item-verzamelmodule - om niets (deze is reeds ontworpen door R. Goekoop). 3. Kosten salaris promovendus gedurende 1 jaar fulltime - 55.000 euro (zie pg 6, eerste alinea voor taakomschrijving). 4. Kosten vertaling CAESAR-PRS door native speakers: 2000 euro per taal. 5. Publicatiekosten: 4000 Toetsing METC Momenteel loopt een aanvraag bij de METC Leiden naar de noodzaak van een METC toetsing van dit project. Voor het opstellen van de CAESAR-PRS (deze aanvraag) is met alle waarschijnlijkheid geen METC toetsing nodig. We gaan er wel vanuit dat toestemming van de METC nodig is voor het afnemen van de nieuwe vragenlijst bij patiënten (vervolgonderzoek). 8 Referenties 1. Goekoop R, Goekoop JG (2014) A Network View on Psychiatric Disorders: Network Clusters of Symptoms as Elementary Syndromes of Psychopathology. PLoS ONE 9(11): e112734. doi:10.1371/journal.pone.0112734 2. Borsboom, D., & Cramer, A. O. J. (2013). Network analysis: An integrative approach to the structure of psychopathology. Annual Review of Clinical Psychology, 9, 91-121. 3. Goekoop en Goekoop, Dec 2015, Tijdschrift voor Psychiatrie, geaccepteerd voor publicatie. 4. Surowiecki, J. (2004). The wisdom of crowds: Why the many are smarter than the few and how collective wisdom shapes business, economies, societies, and nations. New York: Doubleday. 9 Subdoelen Met de CAESAR-PRS streven we de volgende concrete klinische toepassingen na: 1. Een visueel-diagnostisch hulpmiddel, waarmee de belangrijkste componenten van het ziektebeeld van de individuele patiënt in 1 oogopslag kunnen worden overzien. Hiertoe zal een softwaremodule worden geschreven die (na het invullen van de CAESAR-PRS door de patiënt zelf) automatisch laat zien welke elementaire syndromen (netwerk-clusters) oplichten in het universele psychopathologie-netwerk (zie afbeelding 1). In de dagelijkse praktijk blijkt het buitengewoon lastig om overzicht te houden voer de verschillende problemen van patiënten met (complex) psychiatrische ziektebeelden. Vooral in de naïeve fase van behandeling, als er nog maar weinig bekend is van de voorgeschiedenis van de patiënt maar er toch al gehandeld dient te worden, kan een grafisch overzicht van de belangrijkste actieve domeinen van psychopathologie zorgen voor onmiddellijk overzicht. Een dergelijk grafisch overzicht blijkt bovendien een zeer handig hulpmiddel bij patiëntenbesprekingen, waar de voortgang van de behandeling wordt besproken. Ook kan de CAESAR zorgen voor een belangrijke verheldering van complexe problemen tijdens psychoeducatie, indicatiestellingen, formulering van aangrijpingspunten voor behandeling, evaluatie van behandelsucces, formuleren van doorverwijsbeleid, en het kiezen van uitkomstmaten van wetenschappelijk onderzoek (zie bijgevoegd TvP-manuscript). 2. Een softwaremodule die (na zelfregistratie door de patient van CAESAR-PRS symptoomscores over langere tijd) automatisch een netwerkafbeelding maakt van de relaties tussen psychiatrische symptomen zoals die golden binnen de individuele patiënt zelf. Bij het opstellen van zulke ‘individuele symptoomnetwerken’ is het handig te beschikken over kennis van de belangrijkste elementaire syndromen die bij de patiënt actief zijn (zie 1). Dit geeft informatie over welk type symptomen ten minste moeten worden opgenomen bij de zelfregistratie. Het doel van deze module is tweeledig. Ten eerste wordt het zo mogelijk om patiënt-specifieke aangrijpingspunten voor behandeling te formuleren: personalized medicine (REF Bringmann, Borsboom). Ten tweede bieden deze historische relaties tussen symptomen voorspellende waarde voor de toekomst. Met netwerksimulaties is het mogelijk om het beloop en de prognose van psychiatrische ziektebeelden bij individuele patiënten: forecasting (REF ). Ook kan worden gekeken of profielscores op de elementaire syndromen van de CAESAR-PRS voorspellende waarde hebben voor de respons op therapie. 10