Werkboek september 2007_ Vooraf Samenwerken is in het bisdom van Breda al jarenlang een belangrijk aandachtspunt. Waarom samenwerken? Geloven doe je nooit alleen, maar altijd samen: van lokale geloofsgroep tot parochiekern, parochie, bisdom en tot wereldkerk (vgl. ook I Kor. 12). Zowel voor de kwaliteit (geloofskracht) als voor de verdeling van de pastorale bediening is het nodig de pastorale beroepskrachten in teams bijeen te brengen en daarbinnen de onderscheiden ambten en bedieningen, functies en taken, goed te verdelen. Als we met elkaar aan allen een volledig pastoraal aanbod willen bieden, dan moeten we krachten bundelen. Ook om de kosten van parochies en pastorale beroepskrachten te waarborgen, is het van belang samen te werken. Samen is het mogelijk op meerdere plekken het geloof levend en present te houden, de hedendaagse vragen en uitdagingen aan te kunnen, toekomstige ontwikkelingen op te vangen en ondertussen het geloof ook te verkondigen. De ervaring die inmiddels al is opgedaan bij het samenvoegen van parochies is van grote waarde. Daarop bouwen we voort. Degenen die al een proces van samenwerking achter de rug hebben, kunnen anderen heel goed van dienst zijn: zij weten wat goed en fout kan gaan en hoe je jezelf kunt blijven in zo’n proces. In de duizend gezichten van Uw volk 1 Werkboek september 2007 Bisdom Breda Veemarktstraat 48, 4811 ZH Breda (bezoekadres) Postbus 90189, 4800 RN Breda (postadres) T 076 5223444 - F 076 5216244 E [email protected] I www.bisdombreda.nl 2 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ Inhoud Vooraf Inhoud Inleiding I. Stappen 1. Waar gaat het om in de komende drie jaren? 2. Het af te leggen traject Samenstelling van een regionale projectgroep Naar een beleidsplan voor de parochie De organisatiestructuur van de parochie 3. Verantwoordelijkheden en rollen Inhoudelijke ondersteuning Verantwoordelijkheden en taken II. Inhoud beleidsnota 1. Ontmoeting met God 2. Gemeenschapsvorming van mensen 3. Dienst van barmhartigheid, gerechtigheid en vrede III. Organisatie samenwerkingsverbanden 1. Uitgangspunten voor de samenwerking 2. Wat houdt een samenvoeging van parochies in? 3. Meer over de bestuursstructuur van de nieuwe parochie Bijlagen In de duizend gezichten van Uw volk 1 3 5 6 6 6 6 7 8 8 8 9 11 11 14 19 21 22 22 23 27 3 Werkboek september 2007 4 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ Inleiding Dit werkboek is geschreven voor regionale projectgroepen, kerk- en parochiebesturen, parochievergaderingen, caritasbesturen en pastorale beroepskrachten. Het is een hulpmiddel om het beleid van de diocesane beleidsnota In de duizend gezichten van Uw volk te vertalen naar uw eigen regio. U kunt het gebruiken bij de activiteiten die u de komende tijd onderneemt om het beleid in uw regio uit te werken. Door het losbladige systeem kunt u tijdens de rit tips en handreikingen toevoegen, die onder andere via de website www.bisdombreda.nl zullen worden aangeboden. Op het extranet vindt u alle informatie over de beleidsnota en de samenwerkingsverbanden bij elkaar.1 Dit werkboek bestaat uit drie onderdelen: Stappen. Dit deel is een beschrijving van de stappen die u de komende jaren zult moeten zetten om van de bestaande situatie toe te groeien naar de gewenste situatie. Inhoud beleidsnota. Dit deel presenteert de inhoudelijke hoofdlijnen uit de beleidsnota met het oog op de samenwerkingsverbanden. Citaten uit de beleidsnota worden gevolgd door vragen die u helpen bij de bespreking ervan. Organisatie samenwerkingsverbanden. Dit deel geeft inzicht in wat er allemaal komt kijken bij het samenvoegen van parochies in een groter samenwerkingsverband. Alle zakelijke en rechtpositionele punten die van belang zijn komen aan de orde. De bijlagen zetten de informatie nog eens bij elkaar. 1 Als u nog geen toegangscode heeft voor het extranet kunt u hiervoor contact opnemen met het bisdom. In de duizend gezichten van Uw volk 5 Werkboek september 2007 I. Stappen 1. Waar gaat het om in de komende drie jaren? Na de presentatie van de diocesane beleidsnota (20 januari 2007) en de presentatie van de samenwerkingsverbanden (maart 2007) door de bisdomleiding is het aan parochies aan de slag te gaan om het beleid handen en voeten te geven.2 Het diocesaan beleid komt er op neer dat er een impuls wordt gegeven aan het pastoraat, terwijl tegelijkertijd nieuwe samenwerkingsverbanden worden gesmeed. Sterker nog: juist die nieuwe verbanden moeten leiden tot een versteviging van de pastoraal. Kort samengevat komen de gestelde doelen voor 2010 erop neer dat de door het bisdom aangewezen samenwerkingsverbanden: een pastoraal beleid hebben geformuleerd op basis van het diocesane beleid een pastoraal team van ten minste vier beroepskrachten hebben met zo mogelijk een diversiteit aan ambten en bedieningen (priester, diaken, pastoraal werk(st)er) een goede pastorale organisatie van het geheel kennen het beheer van de gebouwen voor het gehele samenwerkingsverband zodanig hebben geregeld dat er recht is gedaan aan de variëteit aan geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen voor dit pastorale beleid en de organisatie daarvan een gezonde financiële basis hebben 2. Het af te leggen traject In hoofdstuk VI van de beleidsnota In de duizend gezichten van Uw volk (pag. 37-39) staat het traject beschreven dat vóór 2010 moet worden afgelegd. Samenstelling van een regionale projectgroep3 Klaar: vóór zomervakantie 2007 Oprichting De parochies/regio’s van het beoogde samenwerkingsverband richten een regionale projectgroep op. Deze projectgroep bestaat uit mensen die aan de bisschop worden voorgedragen door de betrokken besturen, met instemming van de pastorale beroepskrachten. Na diens akkoord met de samenstelling en de feitelijke benoeming gaat de regionale projectgroep aan de slag. Taak De regionale projectgroep ontwerpt een stappenplan. In dat plan wordt aangegeven hoe in een periode van drie jaar het diocesane beleid in het nieuwe samenwerkingsverband wordt geconcretiseerd. 2 Zie de diocesane beleidsnota In de duizend gezichten van Uw volk, Hoofdstuk VI, pag. 37-39. 3 In de beleidsnota wordt gesproken van een ‘stuurgroep samenwerking’ (Werk in uitvoering 3, pag. 37). Om technische redenen gebruiken we vanaf nu de term ‘regionale projectgroep’. 6 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ Dit stappenplan is geen eindvoorstel voor de inhoud en de vormgeving van de samenwerking. Het is een plan om de gestelde doelen te bereiken. Bij het opstellen hiervan kan ondersteuning gevraagd worden bij de diocesane taakgroep samenwerking.4 (Zie ook de bijlage Opzet voor een stappenplan voor de regionale projectgroepen.) Wat staat er in het stappenplan? Een beschrijving van de stand van zaken ten aanzien van de pastorale beroepskrachten, de financiën, de (kerk)gebouwen’ (beleidsnota, pag. 37). Een overzicht van de onderwerpen waarover in het kader van de samenwerking overeenstemming moet worden bereikt. Als voorbeeld noemt de beleidsnota ‘inhoudelijk, organisatorisch, financieel, personeel’ (beleidsnota, pag. 37) Een overzicht van de werkgroepen/mensen die uitgenodigd worden mee te werken aan dit proces. Hoe en wanneer de parochies van het samenwerkingsverband zich de beleidsnota eigen willen maken. Een beschrijving van activiteiten. De doelgroep van deze activiteiten zijn de leden van de projectgroep en ook de parochianen van het betreffende samenwerkingsverband. Het stappenplan wordt door de regionale projectgroep besproken met leden van de pastorale teams en aan de betrokken besturen aangeboden. Na instemming leggen de besturen het stappenplan uiterlijk op 1 december 2007 ter goedkeuring voor aan de bisschop. Naar een beleidsplan voor de parochie Start: begin 2008 Nadat de bisschop het stappenplan heeft goedgekeurd, wordt opnieuw een regionale projectgroep samengesteld door de parochies/regio’s van het beoogde samenwerkingsverband. Deze coördineert de uitvoering van het stappenplan. De bisschop benoemt de leden van de regionale projectgroep. Deze regionale projectgroep hoeft niet dezelfde te zijn als die in de eerste stap. Er zijn drie varianten mogelijk: 1. De samenstelling van de regionale projectgroep wijzigt niet. De door de bisschop in de eerste stap benoemde leden bieden zich aan voor het nieuwe mandaat. De bisschop bevestigt de opdracht van de projectgroep. 2. Een aantal benoemde leden beëindigt het lidmaatschap van de regionale projectgroep en wordt vervangen door nieuwe leden, of de bestaande regionale projectgroep wordt uitgebreid met nieuwe leden. De leden worden benoemd door de bisschop. 3. Er wordt een nieuwe regionale projectgroep opgericht. De leden van deze nieuwe groep worden benoemd door de bisschop. De regionale projectgroep zorgt er namens de betrokken besturen en pastorale beroepskrachten voor dat de verschillende onderdelen van het stappenplan op tijd uitgevoerd 3 Meer informatie over deze diocesane taakgroep samenwerking vindt u op pag. 9. In de duizend gezichten van Uw volk 7 Werkboek september 2007 worden. Dat betekent niet dat de leden van de projectgroep alles zelf hoeven te doen. Voor tal van deelonderwerpen kunnen werkgroepen worden gevormd. De regionale projectgroep kan voor begeleiding/ondersteuning bij het uitvoeren van deze taak terecht bij de diocesane taakgroep samenwerking. Eén stap uit het stappenplan is het opstellen van een beleidsplan5 voor de toekomstige nieuwe parochie(s), of het afstemmen van bestaande plannen op de eisen van de diocesane beleidsnota. Daarbij is het van belang voor ogen houden waar het om gaat. De diocesane beleidsnota kiest voor inhoudelijke accentuering, met het geloof voorop: waar staan we voor en voor wie?6 Dat betekent dat de samenwerkingsverbanden bij het opstellen van beleidsplannen ook de omgeving van de parochie moeten betrekken. In hoeverre worden bijvoorbeeld de doelgroepen, genoemd in de diocesane beleidsnota, in deze parochies zichtbaar en vragen zij om (extra) aandacht? Bestaan de parochies uit meerdere geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen, en geloofsgroepen? En in hoeverre is de samenwerking tussen hen al op gang gekomen? Zie de bijlage voor een beknopt overzicht van de onderdelen van een beleidsplan voor het nieuwe samenwerkingsverband. De organisatiestructuur van de parochie Start: vanaf 2008 Het bisdom nodigt de parochies van de beoogde samenwerkingsverbanden uit om te komen tot meer en intensievere samenwerking. Via het stappenplan en het werken aan een beleid voor de parochie zal duidelijk worden hoe een en ander vorm kan krijgen. Hieruit volgt een keuze voor de vorm waarin de samenwerking het best plaats kan vinden. Dan zal worden besloten tot het vormen van één parochie, of, indien nodig en in overleg met het bisdom, twee parochies binnen het samenwerkingsverband. Het gaat om grotere parochies, die bestaan uit één of meer geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen. Deze grote parochies zijn méér dan een ‘bestuur op afstand’.7 Wat hebben de geloofsgemeenschappen of parochiekernen aan deze grote parochie? Hoe faciliteert de grote parochie het werk van de pastorale beroepskrachten en vrijwilligers? Hun werk dient door een sterke organisatie ondersteund te worden. Deze vragen zijn in een brede kring ondewerp van gesprek in deze stap. 3. Verantwoordelijkheden en rollen Inhoudelijke ondersteuning Het bisdom biedt ondersteuning bij de bovengenoemde processen. Zo is voor pastorale beroepskrachten voorzien in een leergang spiritueel leiderschap. In deze leergang worden zij verder toegerust voor de taken die zij als spiritueel leiders in het veranderende pastorale bestel 5 Achterin dit werkboek is een model opgenomen bij wijze van voorbeeld. 6 Zie de diocesane beleidsnota pag. 9. 7 Ontleend aan de diocesane beleidsnota pag. 25. 8 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ zullen dienen te vervullen.8 Het personeels- en benoemingenbeleid zal erop gericht zijn de beoogde teamvorming van beroepskrachten te ondersteunen. Het is van belang dat in het team aandacht is voor de eigen plaats van de pastoor of de eindverantwoordelijke priester. Daarnaast zal een nieuwe vorm worden gegeven aan de pastoraatsgroep: “een groep van betrokken actieve katholieken, die verbonden is met het pastoraal team”. Zij zijn medewerkers van het pastoraal team voor behartiging van het pastoraat in het geheel van de parochie(s) 9. De aandacht voor de werving en toerusting van pastorale beroepskrachten en vrijwilligers blijft onverminderd van belang. Verantwoordelijkheden en taken Voorwaarde voor het welslagen van de grote operatie is dat de verschillende taken en verantwoordelijkheden goed op elkaar afgestemd zijn. Projectcoördinator en diocesane taakgroep samenwerking Door het bisdom is een diocesane taakgroep samenwerking in het leven geroepen ter ondersteuning van de parochies/regio’s. De leden van deze taakgroep, pastorale beroepskrachten en andere deskundigen die een verscheidenheid aan competenties met zich meebrengen, hebben in het verloop van het proces inhoudelijk een adviserende en begeleidende rol. De leden van de diocesane taakgroep ondersteunen de regio’s. De groep staat onder leiding van een projectcoördinator die verantwoordelijk is voor het bewaken van de planning van de ondersteuning. De dekenale leiding De dekenale leidingen (deken en dekenaal coördinator) monitoren de voortgang van de verschillende processen in de regio’s van de dekenaten. Zij zijn als het ware de sturende hand. De dekenale leiding ziet er bijvoorbeeld op toe, dat het stappenplan binnen de daarvoor gestelde termijn tot stand komt. Bij stagnatie helpt de dekenale leiding een samenwerkingsverband om de draad weer op te pakken. De parochiebesturen en hun bestuurlijke samenwerkingsverbanden10 De parochiebesturen zijn ervoor verantwoordelijk dat er een stappenplan wordt opgesteld en dat het stappenplan wordt uitgevoerd. Zij dragen de leden van de regionale projectgroep voor aan de bisschop. Voor kandidaten voor de regionale projectgroep adviseert de bisdomleiding besturen vooral te letten op de gelovige betrokkenheid en de kwaliteit, meer dan op vertegenwoordiging. De bisschop benoemt de leden van de regionale projectgroep. De besturen leggen het door de regionale projectgroep opgestelde stappenplan voor aan de bisschop. Als de bisschop dit stappenplan heeft goedgekeurd, geven de besturen de regionale projectgroep een nieuw mandaat, namelijk de coördinatie van de uitvoering van het stappenplan. Tijdens de uitvoering van het stappenplan houden de besturen contact met de regionale projectgroep. Op geregelde tijden koppelt de regionale projectgroep terug naar de besturen en het pastoraal team. De besturen geven de regionale projectgroep de opdracht om verder te gaan of om het resultaat bij te stellen. Zo blijven regionale projectgroep en besturen op elkaar betrokken. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het stappenplan ligt bij de 8 Zie de diocesane beleidsnota pag. 28-29. 9 Zie de diocesane beleidsnota pag. 27. 10 Bijvoorbeeld een Interparochiële Vereniging (IPV) In de duizend gezichten van Uw volk 9 Werkboek september 2007 besturen. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het vragen van de nodige ondersteuning bij de diocesane taakgroep samenwerking, eventueel op advies of aansporing van de dekenale leiding. De diocesane taakgroep samenwerking werkt met resultaatgerichte afspraken rond ondersteuning/begeleiding die worden vastgelegd. NB Dit schema is niet volledig, maar geeft een indicatie van betrokkenen en hun rol. De vlakken zijn willekeurig in het grijze veld geplaatst. Regionale projectgroep: Deze maakt het stappenplan en coördineert de uitvoering van het stappenplan in overleg met de parochiebesturen en de leden van de pastorale teams. Parochiebestuur: Is verantwoordelijk voor het zoeken van samenwerking met de andere parochies en de implementatie en coördinatie van het stappenplan dat de regionale projectgroep opstelt. Leden pastoraal team: Zijn betrokken op het werk van de regionale projectgroep. Voordat het stappenplan naar de parochiebesturen gaat, zijn de leden van het pastoraal team gehoord. 10 In de duizend gezichten van Uw volk Diocesane taakgroep samenwerking: Ondersteunt parochies van nieuwe samenwerkingsverbanden op aanvraag. Bisschop: De bisschop benoemt de leden van de regionale projectgroepen. Hij geeft opdracht tot het intensiveren van de samenwerking. Dekenale leiding: Monitort de voortgang van het proces in de regio’s. Adviseert en kan aanbevelingen doen om ondersteuning te vragen. Bisdom: Het bisdom zorgt via de diocesane taakgroep samenwerking voor ondersteuning van de samenwerkingsverbanden. IPV-bestuur: Middels dit gremium kunnen parochiebesturen gezamenlijk de activiteiten rond de nieuwe samenwerkingsverbanden coördineren voor parochies. PCI-besturen/Caritas: Volgen actief de samenwerking in de nieuwe samenwerkingsverbanden. Waar parochies samen worden gevoegd, worden ook de PCI’s t.z.t. samengevoegd. Pastoraatsgroep: Is gesprekspartner van het pastoraal team in het traject om te komen tot meer samenwerking. Werkboek september 2007_ II. Inhoud beleidsnota Gevoed door en richting ontvangend van Schrift en traditie willen we formuleren wat we als kerk zijn. Kerk brengt mensen samen als mensen van God. Het Nederlandse woord kerk komt van ‘kuriakè’ = gemeenschap door de Heer (Kurios) bijeengeroepen. God brengt mensen bijeen. De kerk is gemeenschap, bezield en vergaderd door de Geest, gericht op gemeenschap met en navolging van Jezus. Dit komt tot expressie in verkondiging en bediening van de sacramenten en voert tot beoefening van de deugden. Deze gemeenschap gaat als volk van God onderweg, door de geschiedenis heen. Zo gaat het (vanuit God die ons tegemoet komt) om ontmoeting van mensen met God, om gemeenschapsvorming van mensen, om barmhartigheid, gerechtigheid en vrede. (pag. 9,10) Dit deel is een leeswijzer bij de diocesane beleidsnota. Uitgangspunt is de kernopdracht van de kerk zoals deze wordt verwoord in de beleidsnota: ontmoeting met God gemeenschapvorming van mensen dienst van barmhartigheid, gerechtigheid en vrede Voor het gemak van de bespreking leggen hier deze drie lijnen uiteen, maar ze horen wezenlijk bij elkaar. We geven citaten uit de diocesane beleidsnota met vragen om te bespreken. Het gesprek zal gericht zijn op de vraag: waar gaan wij voor in de tijd die komt? Of, om het voorwoord van de nota zelf te citeren: “Hoe kunnen we mensen van deze tijd in contact brengen met God? Hoe kunnen we daartoe ontvankelijkheid oproepen? Kunnen we mensen laten zien wat de waarde van sacramentaliteit en sacramenten is? En hoe kan de kerk ‘huis voor velen’ zijn? En hoe kunnen we naar elkaar in barmhartigheid omzien tot gerechtigheid?” (pag. 6) De aangereikte vragen zijn opgesteld vanuit de drieslag zien-oordelen-handelen. Wat is onze huidige pastorale praktijk? Hoe verhoudt onze huidige praktijk zich tot de diocesane beleidsnota? Welke stappen dienen we als parochiebesturen (nog) te zetten om het vastgestelde diocesane beleid te realiseren? 1. Ontmoeting met God De kerk biedt mensen de kans om de aanwezigheid van God en hun relatie tot Hem te herkennen en te ervaren. Daar gaat het om in parochie en geloofsgemeenschap c.q. parochiekern. De activiteiten in de parochie moeten hieraan bijdragen. In de bemiddeling van de ontmoeting met God nemen de sacramenten, en met name de eucharistie, een bevoorrechte plaats in. Gespreksvragen: 1. Geloven wij in Gods aanwezigheid en betrokkenheid op mensen? 2. Waar komen we Gods bekommernis met ons op het spoor? 3. Wat betekent Gods bekommernis voor ons? In de duizend gezichten van Uw volk 11 Werkboek september 2007 4. Kerk is de gemeenschap van mensen die wordt samengeroepen door de Heer. Waar horen we die roep in de parochie? Hoe vertolken we zelf het woord van God, of hoe zijn we teken van God? Op ooghoogte “In de kerk willen wij door prediking, sacramentaliteit en pastorale ontmoeting, om het eens anders te zeggen: ontmoeting met God, gemeenschap van mensen, en gerechtigheid en vrede bewerken. Het is daarbij van groot belang dat we dit doen ‘op ooghoogte’ van mensen. Dat wil zeggen: in relatie tot het ervaren van mensen. Op het niveau waar de mens leeft, staat, denkt, voelt, handelt, fantaseert, vreugde en verdriet heeft.” (pag. 22) Luisterend en openleggend “Het betekent ook dat het moet geschieden in beeldende taal, meer open-leggend dan uitleggend, meer luisterend dan sprekend, vooral evocatief. Kortom: we moeten zorgen dat de ‘oude woorden en gebaren van de traditie’ (ook de sacramenten) hun bezieling en band met de menselijke ervaring (her)vinden.” (pag. 22) Gericht op de hedendaagse mens “Dit vraagt dat we ons verdiepen in wie de hedendaagse mens is, wat haar/hem drijft en bezighoudt. Wat de mens innerlijk roert en raakt als men in aanraking komt met woorden, mensen en beelden die van God spreken. En hoe iemand dan innerlijk groeien kan. Dat vereist van de kerk en haar werkers ook een band met de cultuur, met hedendaagse literatuur, met muziek, theater, film, kunst. Daarin toont zich de mens onbegrensd.” (pag. 22, 23) Gespreksvragen: 5. Huidige situatie: waar hebben wij in de parochie een gerichtheid op kerkleden, zinzoekers en mensen in een gemarginaliseerde positie? 6. Diocesaan beleid: zijn onze contacten met hen zodanig dat er geloofscommunicatie plaatsvindt, zoals de beleidsnota dit voorstelt? 7. Procesgang: zo niet, welke stappen kunnen we zetten om dit doel te bereiken? Bemiddeling tussen God en mens “In het pastoraat gaat het vooral om de ‘dienst der bemiddeling’, gericht op ontvankelijkheid voor God, die ons tegemoet treedt, eer en evenzeer als wij God zoeken. Het gaat er om de bemiddeling te behartigen tussen die ene werkelijkheidsdimensie die goddelijk en onzichtbaar is, en die andere, die van de mensen is, ervaarbaar en zichtbaar. Die bemiddeling geschiedt op vele wijzen. In woorden, riten en gebaren, in ambten en bedieningen, in de kerkelijke gemeenschapsvorming zelf. De sacramenten van de Kerk nemen hier een wezenlijke plaats in. Vooral de eucharistie als ‘bron en hoogtepunt’.” (pag. 10) Sacramentaliteit “In de kerk staat sacramentaliteit centraal. Het is geen eenvoudig begrip. Het wijst op een waarde, een hoedanigheid, een kwaliteit, die zich realiseert in de sacramenten. Zo duidt sacramentaliteit de kwaliteit aan van de geloofsgemeenschap. In sacramentaliteit gaat het om de dienst van de bemiddeling. Deze bemiddeling tussen het ontastbaar-goddelijke en tastbaarmenselijke krijgt uitdrukking in Schriftlezing, symboolhandelingen, riten, gebaren, gebeden, stiltebeleving, e.a. Het vindt haar concentratie en intensiteit in de zeven sacramenten van de kerk.” (pag. 18) 12 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ “De sacramentele dimensie van de Kerk is er op gericht Christus als priester, koning en profeet present te stellen. De Heer is zo persoonlijk aanwezig in zijn Kerk, als de sacramenten worden bediend en Hij tot ons spreekt in de Schriften.” (pag. 10) “In de sacramenten wordt wat geheim-verborgen is, zichtbaar, beleefbaar en tastbaar. Het Geheim wordt in zekere zin onthuld en toegankelijk. Door de oosterse kerken worden sacramenten ook ‘heilige mysteries’ genoemd. Je ontvangt er iets door om niet: genade van Christus.” (pag. 18) Eucharistie “Alle gelovigen delen op grond van doopsel en vormsel in het ene priesterschap van Christus. Dat gemeenschappelijke priesterschap oefenen zij uit wanneer zij deelnemen aan de sacramenten, in het bijzonder aan de eucharistie en als zij de genade die zij ontvangen op verschillende wijzen doorgeven.” (pag. 10) “Onder deze en andere sacramenten neemt de eucharistie evenwel de voornaamste plaats in. Het is het meest waardevolle dat de Kerk op haar pelgrimstocht door de geschiedenis heeft, zei Paus Johannes Paulus II. Verlossing van gebrek aan liefde wordt bewerkt. Bevrijding gaat verder. Relatie tot God komt tot stand. Christus komt er in aanwezig. We treden in contact met Christus, Verrezen Heer, en in Christus met elkaar. In woord, brood, beker en wens tot vrede. We zijn immers in Christus één Lichaam (1. Kor. 10,17). In de viering van de eucharistie wordt onze eenwording gefundeerd, verbeeld, bewerkt en versterkt. En dan gaat het altijd om een getuigenis van dank, hoop, inzet en liefde: wij danken God, wij getuigen van hoop, beloven onze inzet en bevestigen onze liefde voor elkaar, waarna we heengaan in vrede en tot vrede. Eucharistie is rond de tafel samenkomen, zoals wellicht dagelijks met huisgenoten, maar vooral ‘als we iets te vieren hebben’. We weten uit ervaring wat dit betekent. De tafel is centrum van onderlinge verbondenheid. Het verband en verbond wordt gevoed.” (pag. 19) Gespreksvragen: 8. Huidige situatie: waar bieden we in onze huidige pastorale praktijk aan mensen momenten/plaatsen aan waar ze God kunnen ontmoeten? Waar ontmoeten we in onze huidige pastorale praktijk diegenen, die wel betrokken zijn maar niet kerkelijk? Wat bieden we deze mensen in onze pastorale praktijk aan? 9. Diocesaan beleid: kunnen we verschillende groepen, die de beleidsnota noemt, binnen onze huidige praktijk aanwijzen? Kunnen we aangeven waar deze groepen God ontmoeten binnen en buiten de kerk? 10. Procesgang: zo niet, welke stappen kunnen we zetten om dit doel te bereiken? Sacramentele dienstverlening “Voor het beleid betekent dit, dat we in de tijd die komt moeten doen wat we kunnen om de sacramentele dienstverlening zo goed mogelijk te verzorgen. Omwille van de eigenheid van de sacramentele bemiddeling van Gods genade. * Het vraagt van allen erkenning van de waarde-volheid van de sacramenten. * Het vraagt respect voor de bedienaren van de sacramenten. * Het vereist bereidheid tot samenwerking, oog voor taakverdeling, aandacht voor bevoegdheden en bekwaamheden. * Het vraagt een dusdanige taakverdeling tussen de pastorale beroepskrachten en, indien aanwezig, emeriti-priesters (en emeriti-diakens) dat, waar gevraagd en gewenst, in de In de duizend gezichten van Uw volk 13 Werkboek september 2007 sacramentele bediening wordt voorzien en deelname aan de regelmatige viering van de eucharistie voor allen wordt mogelijk gemaakt. * Het vereist ook catechese en voorlichting aan mensen over het bijzonder karakter van de sacramenten en om uitleg over de verschillen tussen bijvoorbeeld de viering van de eucharistie en een woord- en communieviering, tussen het sacrament van de zieken en een ziekenzegen enzovoort.” (pag. 18) Speciaal met betrekking tot de eucharistie “* Het belangrijkste is het overtuigend gesprek en het overleg erover. Pastorale beroepskrachten spreken met elkaar, met besturen, met vrijwilligers over de vraag hoe de eucharistie als viering van de geloofsgemeenschap centrum kan blijven van waaruit we geloven, van waaruit we Kerk zijn, van waaruit we leven. * Ook bij de grotere samenwerkingsverbanden is en blijft de keuze dat nu op déze dan op die plaats de eucharistie wordt gevierd. De priester, die maximaal celebrant is in drie vieringen per weekend, gaat rond en brengt de mensen ter plekke samen rond de Tafel des Heren. Zo kan naar het mogelijke uitvoering worden gegeven aan de overtuiging dat elke geloofsgemeenschap recht heeft op de viering van de eucharistie in haar midden.” (pag. 19,20) Gespreksvragen: 11. Huidige situatie: in de beleidsnota wordt een aantal voorwaarden genoemd om ervoor te zorgen dat het sacrament van het dienstwerk zo goed mogelijk wordt verzorgd. Het vraagt van allen om erkenning van de waarde-volheid van de sacramenten. - Waar komt in onze pastorale praktijk het waarde-volle van de sacramenten tot uitdrukking? Waaruit blijkt in onze praktijk dat ieder deze waardevolheid erkent? Wat is in onze parochie de praktijk rond de bediening van sacramenten? Wat getuigt in onze pastorale praktijk van respect voor de bedienaren van de sacramenten? - Zijn in de taakverdeling tussen de pastorale beroepskrachten de onderscheiden bevoegdheden en bekwaamheden voldoende zichtbaar? Welke taken nemen de emeriti-priesters/emeriti-diakens op zich binnen de taakverdeling? - Wat is in onze huidige pastorale praktijk het aanbod van catechese rond de sacramenten? Hoe en wanneer worden mensen in onze parochies geïnformeerd over het eigene van de eucharistievieringen en woord-, gebeds- en communievieringen? 12. Diocesaan beleid: hoe verhoudt onze huidige praktijk zich met het diocesane beleid? 13. Procesgang: zijn er stappen nodig om tot het diocesane beleid te komen? 2. Gemeenschapsvorming van mensen Het sacramentele karakter van parochie en geloofsgemeenschap c.q. parochiekern is niet los verkrijgbaar. Het is ingebed in een lokale sociale structuur. In het diocesaan beleid wordt een voorkeur uitgesproken voor het benutten van deze kleine bestaande verbanden als plek van geloof en geloofsontwikkeling. Anderzijds ligt er de opdracht om binnen de gestelde periode één parochie, of vanwege bijzondere omstandigheden twee parochies te vormen, die in convenant samenwerken. De samenvoeging betekent meer dan een verzameling losse gemeenschappen onder één (of twee) 14 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ bestuurlijke koepel(s). Het gaat er om bestuurlijke en pastorale krachten te bundelen voor een breed pastoraal aanbod binnen het verband van de grotere parochie. Plaatselijke verankering van kerk “Geloven betekent vertrouwdheid. Het is zich thuisvoelen in een gemeenschap. Zich verankerd weten in een traditie. Zich geborgen voelen in een door God gewaarborgde samenhang. Het geeft een dragend fundament: bij de Heer is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn? (Psalm 31) Dit zich-thuis-voelen geschiedt in een vlechtwerk van belevenissen en religieuze ervaringen. Daartoe behoren Schriftplaatsen, gebedsteksten, riten en liederen. Ook in geloof doorstane crises én in geloof beleefde feestelijkheid. Dit alles veronderstelt de territoriale verankering van het geloof. Deze wordt echter bemoeilijkt door de toenemende individualisering en de mobiliteit van ons allen. Ook doordat communicatie niet langer aan tijd en ruimte gebonden is. Het wordt als waardevol en nodig ervaren ‘op een bepaalde plaats’ gebonden te zijn. Men treedt er binnen in een gemeenschappelijke ervaringsgeschiedenis. Dat bewerkt duurzaamheid. Mensen moeten elkaar in hun zoeken naar geloof kunnen treffen ‘als in een herberg’. De kerk dient plaatselijk verankerd te zijn, ze vindt haar basis in déze concrete geloofsgemeenschap. Tegelijk is ze er niet in opgesloten, ze gaat er over heen en er aan voorbij, en zoekt over grenzen heen inspiratie. Het is misschien dát wel, wat we precies met katholiek aanduiden: de grenzen verleggend.”(pag. 23) De kleine geloofsgemeenschap/parochiekern en de geloofsgroep “Het accent in het beleid ligt op de kleine geloofsgemeenschap en de geloofsgroep. Deze zijn én selfsupporting én verbonden met het grotere geheel. Hier zit de kracht. Het is schaalverfijning. Mensen die op grond van hun doop het geloof beleven en delen. Zij zetten zich in voor Godsontmoeting, gemeenschapsvorming en zorg voor de naaste. Het kan een plaatselijke geloofsgemeenschap zijn, een koorgroep, gebedsgroep, diaconale groep, een groep gender en levensbeschouwing, een bijbelgroep, e.a. Ze voorzien zelf in eigen voortgang. Er is niet een pastoraal werkende vast met hen verbonden. Het pastoraal team staat voor het geheel.” (pag. 11) In een groter samenwerkingsverband “De geloofsgemeenschap of geloofsgroep, die in keuze of door draagkracht een beperkt pastoraal programma kan hebben, weet zich verbonden met het grotere geheel: de parochie en van daaruit met het bisdom en de wereldkerk. Vanuit de parochie wordt het pastoraat in zijn volle breedte behartigd.” (pag. 11) Gespreksvragen: 14. Huidige situatie: hoe ga je om met de diversiteit en verscheidenheid tussen de parochies? Wat zijn de sterke en zwakke kanten van onze geloofsgemeenschappen en samenwerkingsverbanden? 15. Diocesaan beleid: beantwoordt de huidige organisatie aan wat in de beleidsnota staat? 16. Procesgang: zo niet, welke stappen kunnen we zetten om dit doel te bereiken? Het pastoraal team voor de parochie als geheel “Het pastoraal team, verbonden aan de parochie, draagt de verantwoordelijkheid voor het gehele pastoraat. Het erkent de eigen draagkracht van de kleine geloofsgemeenschappen en de In de duizend gezichten van Uw volk 15 Werkboek september 2007 geloofsgroepen. Het ziet toe, dat het pastoraat integraal in het geheel van de parochie wordt behartigd. Het ziet toe op een regelmatige viering van de eucharistie als ‘bron en hoogtepunt’ van het geloofsleven. Het behartigt de taken van liturgie, geloofsvorming, diaconie, kerkopbouw. Het legt contacten ‘naar buiten’, heeft oog voor en betrokkenheid op wat in de maatschappelijke context gebeurt, participeert met anderen in maatschappelijke netwerken en brengt evangelische waarden naar voren in het maatschappelijk en politiek debat. Het verbindt geloofsgemeenschappen en geloofsgeroepen op het beste wat ze hebben. Het zoekt naar een meerkleurig aanbod van pastoraat in plaats van een gelijk aanbod op veel plaatsen.” (pag. 28) Een andere wijze van werken voor het pastoraal team “Met het pastoraal team verantwoordelijkheid dragen voor het pastoraat in een meervoud van geloofsgroepen en geloofsgemeenschappen, met accentuering van de spirituele dimensie, vraagt van de pastorale beroepskrachten een andere wijze van werken. Het zal neerkomen op werken vanuit gemaakte keuzes, vanuit reflectie op eigen ambt en functie, meer spiritueel en coördinerend en aansturend, en toerustend, vormend en begeleidend.” (pag. 29) “De taken waar de pastorale beroepskrachten zich vooral op dienen te concentreren, moeten vastgesteld worden vanuit de bekwaamheden die elke priester, diaken en pastoraal werk(st)er moet hebben: de pastorale bekwaamheid, de leidinggevende bekwaamheid, de diakonaalmissionaire bekwaamheid.” (pag. 32) “In het nieuwe diocesane beleid, waarin belangrijke verantwoordelijkheden met de basis worden gedeeld, zal de dienst van de leiding vooral ook het karakter hebben van begeleiding. Dat betreft eerst en vooral voorzien in en bijdragen aan vorming en toerusting. Het betekent tevens supervisie en intervisie en werkbegeleiding. Dit vereist gestructureerde contacten met vrijwilligers, zonder dat men hun werk overneemt. Men ondersteunt hen om bekwaam hun arbeid te doen. De taken die voortkomen uit de leidinggevende bekwaamheid zijn kerntaken van de priester, de diaken en de pastoraal werk(st)er, in teamoverleg te verdelen naar bekwaamheid en voorkeur.” (pag. 33) “Het nieuwe diocesane beleid beoogt geenszins de lijnen tussen de pastorale beroepskrachten en de gelovigen ‘langer te maken’. Bedoeld is én verantwoordelijkheid aan de basis te leggen én pastorale beroepskrachten aan te spreken op hun (kern)bekwaamheid en kwaliteit.” (pag. 34) Verschillende ambten en functies in elk team van pastorale beroepskrachten “Er wordt naar gestreefd dat de verschillende ambten en functies in elk team vertegenwoordigd zijn. Elk team heeft zo mogelijk een priester, een diaken en een pastoraal werk(st)er in zijn midden.” (pag. 27) “De priester stelt door zijn ambt Christus present in de geloofsgemeenschap met name in de verkondiging en de sacramenten. Ook representeert hij de geloofsgemeenschap naar God. ‘Priesters worden gewijd om in de naam van Christus en door het woord en de goddelijke genade de kerk te weiden’. Weiden is leiding geven. Er is vanouds een intrinsieke band tussen het voorgaan (leiden) van de eucharistie en het leiden van de geloofsgemeenschap. Een priester vervult deze taak als medewerker van de bisschop en onder diens gezag.” (pag. 29) 16 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ “De diaken is in zijn ambt sacramenteel teken van Christus, de dienstknecht (Mt. 20,28). Het meest typerende van zijn ambt en taak is dus de zorg voor de diaconie. Hij zet zich in voor het missionair-diakonale karakter van de kerk en vervult deze taak in liturgie en verkondiging, in sacramentenbediening en in werkzaamheden in het kader van caritas en diaconie. Het gaat om dienst aan de kerk en dienst aan de samenleving.” (pag. 30) “Daarnaast kunnen kerkleden, vrouwen en mannen, geschikt en bekwaam, geroepen worden om in de kerk ambten en taken te vervullen, zoals staat in CIC c. 228.1. Zij zijn pastoraal werk(st)er. Zij ontvangen voor de duur van hun aanstelling een pastorale zending. Deze zending geeft verbinding met de sacramentele grondstructuur van de kerk in de bisschop als degene die de zending verleent. De gegeven zending impliceert een bijzondere band met de bisschop. De taak van de pastoraal werk(st)er ligt vooral op het terrein van begeleiding van gelovigen, opbouw van de gemeenschap, toeleiding tot de sacramenten, catechetische en diaconale vorming en toerusting. Zij zijn ook de eerst-aangewezenen om voor te gaan in woord- gebeds- en communievieringen. In ons bisdom kunnen de pastoraal werk(st)ers, werkzaam in parochies, verlof ontvangen om het sacrament van de doop te bedienen (CIC c. 230.3).” (pag. 30) Gespreksvragen: 17. Huidige situatie: hoe zijn de taken op dit moment verdeeld in het pastoraal team van onze regio? Is in de taakverdeling rekenschap gegeven van de eigenheid van de verschillende ambten en functies? 18. Diocesaan beleid: beantwoordt de huidige taakverdeling aan wat de beleidsnota voorstelt? 19. Procesgang: zo niet: hoe herschikken de pastorale beroepskrachten de taken? Welke stappen dienen zij te zetten om te komen tot de andere manier van werken door het pastoraal team? Is er begeleiding/vorming nodig voor het pastoraal team om vaardig te worden in de nieuwe manier van werken? Zo ja, wat dienen we als parochiebesturen beheersmatig en voorwaardenscheppend dan te doen? Vrijwilligers “In de realisering van dit diocesaan beleid wordt er veel gevraagd van de vrijwilligers. Meer en anders dan voorheen. Zij zijn nu de dragers van het pastoraat, de uitvoerders van de geloofsactiviteiten. Naast betrokkenheid en inzet, vraagt dat ook inzicht en vaardigheid. Vorming en toerusting zijn daarom van toenemend belang.” (pag.25) Pastoraatsgroep: “Op het niveau van het samenwerkingsverband van de parochie(s) wordt aanbevolen dat er een pastoraatsgroep wordt opgericht. Dit wordt situationeel bezien. Het is een groep van betrokken actieve katholieken, die verbonden is met het pastoraal team. De pastoraatsgroep deelt in de uitoefening van de pastorale zorg, waarvoor de pastoor de eindverantwoordelijkheid draagt en die toevertrouwd is aan het pastoraal team. Zo zijn de leden van de pastoraatsgroep ‘medewerkers’ van het pastoraal team voor behartiging van het pastoraat in het geheel van de parochie(s).” 11 (pag. 13) 11 Het Voorlopig statuut voor de pastoraatsgroep in het bisdom van Breda wordt aan de actualiteit aangepast en tot definitief statuut gemaakt. In de duizend gezichten van Uw volk 17 Werkboek september 2007 Plaatselijke contactgroepen in structurele verbondenheid “Elke geloofsgemeenschap of geloofsgroep kent een contactgroep (eventueel een contactpersoon) die aanspreekpunt is én ter plaatse én naar buiten, met name naar het grotere samenwerkingsverband van de parochie. Er kan een structurele band ontstaan tussen deze contactgroepen of contactpersonen en het grotere samenwerkingsverband van de parochie(s), in bijvoorbeeld het lidmaatschap van de parochievergadering, of in een commissie of werkgroep van het parochiebestuur.” (pag. 24) Gespreksvragen: 20. Huidige situatie: het gaat om grootschalige parochiële verbanden, maar het vrijwilligerswerk gebeurt veelal in de vitale geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen. Welke faciliteiten zouden het werk van vrijwilligers binnen een groter verband kunnen ondersteunen? Hou de schaalverfijning en de schaalvergroting in gedachten. Is er binnen het kerk- of parochiebestuur een verantwoordelijke voor vrijwilligers en is er een vrijwilligersbeleid?12 Hoe worden vrijwilligers gevormd en toegerust voor hun taak?13 21. Diocesaan beleid: lukt het om het lokale vrijwilligerswerk te organiseren binnen het grotere samenwerkingsverband? 22. Procesgang: zo niet, welke stappen zijn nodig om het in de beleidsnota gestelde doel te bereiken? Hoe kunnen contactgroepen de structurele band binnen het grotere verband van de parochie waarborgen? Wat is nodig voor versterking van de teamgeest binnen het pastoraal team en vrijwilligersgroepen? Brede doelgroep “We willen naar buiten treden en melden dat we ‘boodschap hebben’ aan mens en wereld. Daarom willen we als kerk staan in een drievoudige gerichtheid. - We hebben eerste zorg voor hen, die zich tot onze kerk bekennen, eigen kerkleden. (…) - Van daaruit willen we, ook vanuit missionair élan, openstaan voor de vele mensen die zoeken naar zingeving, zoeken naar God, naar ethische richtinggeving, naar levensoriëntatie. (…) - En ook zijn we vanuit diaconaal-missionaire geest gericht op de groter wordende groep mensen die kwetsbaar zijn: mensen die zich daardoor soms bevinden in de marge van de samenleving. (…) Mede om hen te bereiken participeren we als kerken ook in allerlei maatschappelijke netwerken. (…) Naar beleid toe betekent dit: als de keuze voor deze ‘drievoudige gerichtheid’ waarachtig gemaakt wordt, zal dit zichtbaar zijn in de activiteiten en in de pastorale programmering.” (pag. 22) Gespreksvragen: 23. Huidige situatie: met welke mensen hebben wij als geloofsgemeenschap c.q. parochiekern/parochie contact? Beschrijf de contacten die er zijn met kerkleden, zinzoekers, mensen in een gemarginaliseerde positie. Nemen we deel aan maatschappelijke netwerken die ons in contact brengen met mensen in de marge? 12 Er zijn in de afgelopen tijd enkele brochures rond vrijwilligers gepubliceerd, namelijk Handreiking voor een parochieel vrijwilligersbeleid, Breda, 2003 en Mensen voor mensen, een theologie van de vrijwilliger in de kerk, Bisdom Breda, 2003. 13 Er is in 2007 een begin gemaakt met het opzetten van een ambassadeursnetwerk in de parochies ten behoeve van de vorming en toerusting van vrijwilligers. 18 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ 24. Diocesaan beleid: beantwoordt onze huidige praktijk aan wat in de beleidsnota staat? 25. Procesgang: zo niet, welke stappen dienen we dan te zetten om het doel te bereiken? 3. Dienst van barmhartigheid, gerechtigheid en vrede Vanuit de eucharistie worden we gezonden om naaste te worden van de anderen, dichtbij en veraf. “Diaconie is een onontbeerlijke uitdrukking van het diepste wezen van de kerk, samen met de dienst van de sacramenten en de verkondiging van het woord,” citeert de beleidsnota paus Benedictus XVI (pag. 20). Wat is de plaats van diaconie binnen de parochie, binnen een geloofsgemeenschap c.q. parochiekern? Oefenen in barmhartigheid met het oog op gerechtigheid en vrede “En ook zijn we vanuit diaconaal-missionaire geest gericht op de groter wordende groep mensen die kwetsbaar zijn: mensen die zich daardoor soms bevinden in de marge van de samenleving. Vooral ook voor deze minsten (Mt. 25) willen we er als kerk zijn. Mede om hen te bereiken participeren we als kerken ook in allerlei maatschappelijke netwerken. Onze betrokkenheid in dezen wordt gevoed door een houding van barmhartigheid. Barmhartigheid is vanuit het Grieks ‘je laten raken’. We oefenen in barmhartigheid met het oog op gerechtigheid en vrede. En tegelijk spreken we, als het kan, ook hen aan die de veroorzakers van deze kwetsbaarheid zijn. En we stellen vragen bij de structuren, die dit in stand houden.” (pag. 22) Verplicht om diaconale kerk te zijn “Het doel van het pastoraat, zo schreven wij eerder, is het bevorderen van de ontmoeting van God, gemeenschap van mensen, en zorg om barmhartigheid, vrede en gerechtigheid. Het laatstgenoemde is een bijzondere bekwaamheid en taakstelling. Diaconie is rechtstreeks te ontlenen aan Jezus Christus. Als aan Hem ‘om zijn papieren wordt gevraagd’, zegt Hij: ‘Ik ben gekomen om te dienen, om aan armen de blijde boodschap te brengen, om gevangenen vrijlating bekend te maken, blinden dat ze zullen zien, verdrukten te laten gaan in vrijheid’ (Lk. 4,18 ). Precies in deze zelflegitimatie zit het verplichtende karakter om diaconale kerk te zijn. Een louter individualistische geloofsbeleving, ook al is deze verbonden met liefdadigheid, is niet de volle maat. Bij diaconie gaat het om gerechtigheid. Recht doen aan allen en alles. En dan hebben zij die kwetsbaar zijn voorrang. Instanties en structuren die dit veroorzaken of in stand houden worden aangesproken. Van huis uit, dus naar het wezen van zijn ambt, ligt hier een eerste taakstelling voor de diaken. Maar ook de andere leden van het pastoraal team en de vele vrijwilligers zullen dit in hun werk meenemen, vooral ook omdat het niet zozeer alleen een specifiek terrein is. Het is de kleurstelling van het pastoraat in zijn geheel en een keuze die ons bisdom maakt. Daarbij moeten activiteiten die we meer met ‘missie’ dan met ‘diaconie’ aanduiden onze aandacht behouden. Het gaat er om dat wij, nu onze samenleving zich steeds meer ontwikkelt tot een seculier eiland in een gelovige wereld, het élan van het begin weer moeten terugwinnen. En dat wij vervuld worden van de vurigheid van de apostelen met Pinksteren. Dan gaat het om verbondenheid met de jonge kerken in het Zuiden. Zij hebben onze financiële steun nodig. Wij kunnen putten uit hun geestelijke rijkdom en hun vitale inspiratie. Een brede wereldwijde In de duizend gezichten van Uw volk 19 Werkboek september 2007 wederzijdse beweging moet in dezen ontwikkeld blijven, ook tussen godsdiensten: de interreligieuze dialoog.” (pag. 32,33) “Complementair aan elkaar tonen zij (diaconie en mystiek) de beide assen waar het in de Kerk om ‘draait’: mystiek én diaconie, verdieping én verbreding. Hier zijn we in ons bisdom mee bezig. Hopelijk wordt het toenemend kenmerkend voor het pastoraat in het bisdom van Breda.” (pag. 21) Gespreksvragen: 26. Huidige situatie: hoe geven we in onze huidige pastorale praktijk vorm aan de zorg om barmhartigheid, vrede en gerechtigheid? Is het iets waar de diaconale werkgroepen mee bezig zijn of kleurt de zorg om barmhartigheid, vrede en gerechtigheid het pastoraat in onze parochie in zijn geheel? Waaruit blijkt onze verbondenheid met de jonge kerken in het Zuiden? Is/Zijn er (inter)parochiële caritasbestu(u)r(en) actief? In welke mate zijn we actief in maatschappelijke netwerken? Waar laat onze parochie zijn stem klinken tegen de structuren die mensen klein maken? 27. Diocesaan beleid: beantwoordt de huidige pastorale praktijk aan wat in de beleidsnota staat? Heeft de beschreven diaconie de aandacht van alle organen in onze parochie en in het bijzonder van de diaconale werkgroepen en caritasbestuur? 28. Procesgang: zo niet, welke stappen dienen we dan te zetten om het doel te bereiken? 20 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ III. Organisatie samenwerkingsverbanden De ene parochie als groter samenwerkingsverband “Geloofsgemeenschappen en geloofsgroepen vormen samen een groter samenwerkingsverband: de ene parochie. Waar gewenst kan dat ook een verband van twee parochies zijn. Van daaruit werkt het pastoraal team. De grote parochie is volgens haar eigenlijke taakstelling én geloofsgemeenschap én organisatie. Vanuit de parochie wordt gezorgd dat over het geheel het pastoraat integraal behartigd wordt: liturgie, catechese, diaconie en kerkopbouw, en dat er ruimte is voor nieuwe initiatieven.” (pag. 11,12) Samenvoeging van parochies als weg “De taak waarvoor we als kerk staan, omschreven we eerder als ‘verdieping en verbreding’. Het gaat om ontmoeting met God, gemeenschap van mensen en behartiging van gerechtigheid en vrede, door prediking, sacramentaliteit en pastorale ontmoeting. En dat te behartigen in openheid naar kerkleden, zoekers en kwetsbaren en in projecten van vernieuwing. We menen dat we het volbrengen van deze taak het beste voor de toekomst kunnen waarborgen door fusie van parochies, zeker nu het aantal beroepskrachten kleiner wordt en er minder kerkleden en minder financiën zullen zijn. De ene parochie zal gestalte geven aan de samenwerking van de kleine geloofsgemeenschappen en de geloofsgroepen. Fusie van meerdere parochies tot één parochie bevordert ook eenheid van beleid, brengt (de kwaliteit van) mensen bijeen en bundelt bestuurskracht. In bijzondere omstandigheden kan het grote samenwerkingsverband bestaan uit twee parochies, die dan in convenant samenwerken.” (pag. 25) De beleidsnota wijst samenvoeging van meerdere parochies tot één parochie aan als beste waarborg voor het volbrengen van de pastorale taken in de toekomst. In dit deel schetsen we hoe deze samengevoegde parochie tot stand kan komen. Na de uitgangspunten nogmaals op een rij te hebben geplaatst, staan we stil bij wat houdt samenvoeging in en gaan we nader in op de bestuursstructuur van een samengevoegde parochie. De beleidsnota sluit aan bij ontwikkelingen die de afgelopen jaren reeds in gang zijn gezet. Samenwerking is geen nieuw woord. En op vele plaatsen is ervaring opgedaan met intensievere vormen van samenwerking en samenvoeging van parochies. Hier bouwen we voort op deze ervaring. Fusie van parochies is een proces waar mensen met elkaar zoeken naar intensievere samenwerkingsvormen. Dit zoeken resulteert in een samenvoeging van parochies waar recht wordt gedaan aan de eigenheid van iedere geloofsgemeenschap c.q. parochiekern. In de praktijk dus blijft in de parochiekern het zwaartepunt liggen. Ook bij het samenvoegingsproces gaat de geloofsinhoud aan de organisatie vooraf. De grotere parochie zal niet als een soort toevoegsel naast de kleinschalige gemeenschappen en groepen moeten komen. De parochie zelf zal ook een gemeenschap moeten zijn, of, als men wil, een gemeenschap van gemeenschappen. Mensen zijn aangesloten bij een kleinere groep of gemeenschap en behoren ook tot het grotere geheel. Het bevorderen van binding met dat grotere geheel, naast de eigen gemeenschap, is een van de voorwaarden om de doelen van de In de duizend gezichten van Uw volk 21 Werkboek september 2007 beleidsnota te kunnen realiseren. Daarmee is het een van de opgaven die het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband moet behartigen. 1. Uitgangspunten voor de samenwerking De uitgangspunten voor de grotere samenwerkingsverbanden zijn door de bisdomleiding aangegeven. Dit gebeurde deels in de beleidsnota zelf en deels in de drie dekenale bijeenkomsten met de parochiebesturen (maart 2007). Enkele punten noemen we hier. Zie ook de bijlage. Een samenwerkingsverband (nieuwe parochie): is in staat een volledig pastoraal aanbod te verzorgen voor alle betrokkenen van een regio (een kleinere geloofsgemeenschap c.q. parochiekern hoeft dit dus niet te kunnen) heeft een pastoraal team van ten minste vier pastorale beroepskrachten tot zijn beschikking, waarin onderscheiden ambten en functies zijn vertegenwoordigd: priester, diaken, pastoraal werk(st)er is in staat om die pastorale formatie in de komende jaren te financieren Voor een kaart van de nieuwe samenwerkingsverbanden zie de bijlage. Zie ook www.bisdombreda.nl/samenwerkingsverbanden. Als er goede redenen zijn in een regio om niet over te gaan tot de vorming van één parochie, is er in overleg met het bisdom de mogelijkheid een samenwerkingsverband van twee parochies te vormen. In dat geval wordt in een convenant vastgelegd hoe de gestelde beleidsdoelen gerealiseerd worden: één pastoraal team en één beleidsplan voor het pastoraat in de parochie, het beheer van gebouwen, het personeelsbeleid en het financieel beleid. 2. Wat houdt een samenvoeging van parochies in? Eén nieuwe parochie Bij een samenvoeging van parochies verzoeken de besturen aan de bisschop de deelnemende parochies samen te voegen tot één nieuwe parochie. Het is dus niet zo, dat de ene (sterkere) parochie de andere (zwakkere) ‘overneemt’. De voormalige parochies zijn dan geen aparte rechtspersoon meer. Zij worden samen één parochie, één nieuwe rechtspersoon. Eén nieuwe parochiële caritasinstelling Een samenvoeging van parochies heeft invloed op de parochiële caritasinstellingen die aan de betreffende parochies zijn verbonden. Zij dienen namelijk met elkaar te fuseren tot een nieuwe parochiële caritasinstelling, verbonden aan de nieuwe parochie. Parochiële caritasinstellingen zijn namelijk rechtspersoonlijkheden die gehouden zijn aan het Algemeen Reglement voor de (inter)parochiële Caritasinstellingen (art. 1 lid 4; zie ook de Toelichting bij het Algemeen Reglement, pag. 24). Doorstart Samenvoeging van parochies betekent dat de deelnemende parochies als kernen een doorstart maken binnen het nieuwe grotere verband. Deelnemende parochies worden niet opgeheven 22 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ als afzonderlijke geloofsgemeenschap of parochiekern. Het diocesane beleid stimuleert diversiteit als schaalverfijning. De nieuwe parochie krijgt als geheel een nieuwe naam - bij voorkeur een religieuze naam! - en heeft één plaats van vestiging. De kerken in de samengevoegde parochie behouden hun eigen naam. Kerkgebouwen Bij een samenvoeging van parochies gaat het niet om sluiting of handhaving van kerkgebouwen. Vragen rond kerkgebouwen maken wel onderdeel uit van het beleidsplan van de parochie. Hierin wordt een paragraaf over het beheer en gebruik van kerkgebouwen opgenomen. Een eigentijdse structuur met inspraak Het is van belang om de nieuwe parochie een eigentijdse structuur te geven. Deze verzekert enerzijds zoveel mogelijk de inspraak van de parochianen in het bestuur van de parochie. Anderzijds is de structuur voldoende transparant om adequaat leiding aan de parochie te geven. Het Algemeen Reglement voor het Bestuur van een Parochie biedt daartoe voldoende mogelijkheden, met name als men erin slaagt om naast een parochiebestuur een goed toegeruste parochievergadering in het leven te roepen. Het is daarbij van belang de taken tussen parochiebestuur en parochievergadering te onderscheiden. Eigendommen en schulden Een gevolg van een samenvoeging is dat alle eigendommen en schulden van de voormalige parochies samenvloeien in de éne nieuwe parochie. De nieuwe parochie neemt tevens de bestaande rechten en plichten over ten aanzien van personen ‘in dienstverband’ (bijvoorbeeld organisten, dirigenten, kosters, administrateurs). Als daarin als gevolg van de samenvoeging veranderingen moeten komen, moeten deze vóór de samenvoeging helder geregeld zijn. Dit betreft ook financiële zaken zoals bijvoorbeeld ‘geoormerkte gelden’. Goed overleg met de dienst financiën en de econoom van het bisdom zijn daartoe noodzakelijk. De kerkelijke administratie De bestaande administraties worden samengevoegd tot één nieuwe. Dit betreft de ledenadministratie, de financiële administratie en het gebruik van tarieven en vergoedingen. Ook de kerkelijke boeken (doop, huwelijk enz.) moeten bij elkaar worden gebracht. Er moet goed worden afgesproken welke kerkelijke boeken van welke parochies worden afgesloten en waar ze gedeponeerd worden. Met het oog op de vorming van het nieuwe parochiearchief moet de afsluiting ook in de boeken zelf helder worden vastgelegd. De samenvoeging van de financiële administraties geldt ook voor de parochiële caritasinstellingen. 3. Meer over de bestuursstructuur van de nieuwe parochie De contactgroep “Elke geloofsgemeenschap c.q. parochiekern of geloofsgroep kent een contactgroep (eventueel een contactpersoon) die aanspreekpunt is én ter plaatse én naar buiten, met name naar het grotere samenwerkingsverband van de parochie. Er kan een structurele band ontstaan tussen deze contactgroepen of contactpersonen en het grotere samenwerkingsverband van de parochie(s), in bijvoorbeeld het lidmaatschap van de parochievergadering, of in een commissie of werkgroep van het parochiebestuur.” (pag. 24) In de duizend gezichten van Uw volk 23 Werkboek september 2007 De contactgroep krijgt als taak te bevorderen, dat de voormalige parochie als geloofsgemeenschap c.q. parochiekern zo vitaal mogelijk haar eigen functies kan vervullen. Tevens kan zij van daar uit een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de parochie als geheel. Het parochiebestuur Het nieuwe parochiebestuur moet zo worden samengesteld, dat de intredende parochies zich erin kunnen vinden. Het parochiebestuur moet bedacht zijn op het belang van de nieuwe parochie als geheel en op de voorwaarden die geschapen moeten worden om binnen het grote geheel de afzonderlijke geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen zo goed mogelijk te laten functioneren. Conform artikel 49 van het Algemeen Reglement voor het Bestuur van een Parochie, kan het nieuwe parochiebestuur parochiecommissie(s) benoemen, waaraan zij een deel van haar taak delegeert. Deze parochiecommissies voeren hun taak uit onder de verantwoordelijkheid van het parochiebestuur. De pastoor is de voorzitter van het parochiebestuur. Hij kan aan de door de bisschop benoemde vice-voorzitter van het parochiebestuur volmacht verlenen de voorzitterstaken uit te oefenen conform artikel 26, lid 2 van het Algemeen Reglement voor het Bestuur van een Parochie. Hij/zij functioneert ook als zodanig in de parochievergadering; dat is ook het geval met de secretaris van het parochiebestuur. “De leiding van de parochie is in eindverantwoordelijkheid toevertrouwd aan de priester, die pastoor of eindverantwoordelijke priester is: de herder van de hem toevertrouwde parochie.” (pag. 27) Het vormen van een nieuw parochieverband met de uitdagingen die daarbij komen kijken kan een goed moment zijn om nieuwe mensen te werven als vrijwilliger in het bestuur. Idealiter wordt het bestuur van de nieuwe parochie gevormd door mensen met ervaring die nog enkele jaren bestuurslid willen zijn en nieuwe mensen. De parochievergadering De parochievergadering wordt zo samengesteld dat elke voormalige parochie voldoende vertegenwoordigd is en de verschillende terreinen van het parochiewerk en het pastoraat (catechese, diaconie, liturgie en gemeenschapsopbouw) voldoende aan de orde komen. De vertegenwoordiging van de geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen en eventueel geloofsgroepen in de parochievergadering kan via de lijn van de contactgroep gerealiseerd worden. De samenstelling van de parochievergadering kan er als volgt uit zien: elke contactgroep draagt één of twee leden ter benoeming voor er is een vertegenwoordiger voor elk van de pastorale taken (catechese, diaconie, liturgie en gemeenschapsopbouw), die wordt voorgedragen door werkgroepen die op het terrein van die taak werkzaam zijn daarnaast worden nog enkele kandidaten gezocht, parochianen die op grond van deskundigheid of betrokkenheid een goede bijdrage kunnen geven aan het parochieel beleid. 24 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ De leden van de parochievergadering worden benoemd door de bisschop. Verder zijn alle priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers die in de parochie werkzaam zijn rechtens lid van de parochievergadering (Algemeen Reglement voor het Bestuur van een Parochie, art. 44 lid 2).14 Voor de bevoegdheden en werkwijze van de parochievergadering wordt verwezen naar het Algemeen Reglement voor het Bestuur van een Parochie. Een van de bevoegdheden van de parochievergadering is de voordracht van kandidaten voor het lidmaatschap van het parochiebestuur, met uitzondering van de eindverantwoordelijke priester-voorzitter. De parochiële caritasinstelling Naast een nieuw parochiebestuur moet er ook een nieuw bestuur voor de ene caritasinstelling gevormd worden. De samenstelling van deze nieuwe parochiële caritasinstelling dient zo te gebeuren dat de fuserende caritasinstellingen zich erin kunnen vinden. Van belang daarbij is dat de nieuwe parochiële caritasinstelling voeling houdt met de diverse geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen en geloofsgroepen die diakonaal actief zijn. Dit kan op verschillende manieren vorm worden gegeven. Verder geeft het Algemeen Reglement voor (Inter)parochiële Caritasinstellingen de mogelijkheid aan voor het oprichten van een Raad van Advies.15 De pastoor De leiding van de parochie is in eindverantwoordelijkheid toevertrouwd aan een priester, die pastoor of eindverantwoordelijke priester is: de herder van de hem toevertrouwde parochie. In beginsel behoren bij zijn taak: het voorzitterschap van het parochiebestuur en de parochievergadering, en de leiding van het team. Beide taken kan hij aan anderen delegeren, resp. de vice-voorzitter en een teamleider. In het algemeen kan gezegd worden dat de priester-pastoor in bijzonder de ‘zorg voor de evangelische kwaliteit’ van het pastoraal werk tot zijn aandachtsveld maakt. Hij zal dit aspect voortdurend aan de orde stellen en de werkzaamheden erop toetsen. Het pastoraal team Het te vormen pastoraal team speelt een belangrijke rol in de ontwikkelingen van samenwerking van geloofsgemeenschappen en geloofsgroepen en samenvoeging tot een nieuwe parochie. In het opstellen en vaststellen van het stappenplan zal het team voortdurend geraadpleegd worden: vooral waar het pastoraal-inhoudelijke zaken betreft. Ook als het om de bestuurlijke verantwoordelijkheden gaat van de pastorale-organisatie is het raadzaam het pastoraal team daarbij te betrekken, omdat deze ook vaak raken aan de inhoud van het pastoraat. De pastoor, andere priester(s), diaken(s), pastoraal werk(st)er(s) en de leden van het parochiebestuur dienen in respect voor ieders verantwoordelijkheid samen te werken in de behartiging van het algemene beleid en bestuur van de parochie (Algemeen Reglement art. 35,1). Het pastoraal team bestaat uit minstens vier beroepskrachten, de pastoor heeft de leiding en er is een teamleider, de pastoor of een collega-teamlid. “Er is niet speciaal één pastoraal 14 Men doet er goed aan met elkaar overeen te komen dat diegene die de functie van teamleider vervult deelneemt aan de vergaderingen van het parochiebestuur. 15 Zie Algemeen Reglement voor het bestuur van een (Inter)Parochiële Caritasinstelling in de Nederlandse R.-K.Kerkprovincie (2002), artikel 13. In de duizend gezichten van Uw volk 25 Werkboek september 2007 werkende, verbonden aan de plaatselijke geloofsgemeenschap c.q. parochiekern. Het ene pastoraal team is er voor het geheel” (pag. 24). Van belang is daarom, dat de pastorale beroepskrachten in de nieuwe parochie overal bekend zijn als dragers van het geheel, alvorens specifieke taken worden verdeeld. De teamleider “In ieder team wordt een teamleider benoemd. (…). De teamleider geeft leiding aan de werkzaamheden van het team. De functie houdt op zichzelf niet méér in. Het is onjuist als deze functie vergroot wordt tot algeheel pastoraal leiderschap of bestuurlijke leiding. Het teamleiderschap is in wezen deel van de algehele pastorale verantwoordelijkheid, die de pastoor heeft. Hij kan echter dit deel van zijn taak ‘delegeren’ aan een ander lid van het pastoraal team, bij wijze van spreken zoals de pastoor (kerk)bestuurlijke taken kan delegeren aan een vice-voorzitter. De benoeming van de teamleider geschiedt door de bisschop. De benoeming van de teamleider, die niet de pastoor is, geschiedt eveneens door de bisschop, op voordracht van het pastoraal team. De pastorale eindverantwoordelijkheid enerzijds en het teamleiderschap anderzijds - vooral als ze vervuld worden door verschillende personen dienen goed op elkaar te worden afgestemd. Het ambt van pastoor en de functie van teamleider zijn beide functies van leiding, echter onder een verschillend opzicht. (…) De procedure tot aanstelling van een teamleider (brief 13 maart 2002, kenmerk 10/125/02) vraagt in het licht van het bovenstaande enige bijstelling.” (pag. 27, 28) De pastoraatsgroep De beleidsnota beveelt tenslotte de oprichting van pastoraatsgroepen aan die delen “in de uitoefening van de pastorale zorg, waarvoor de pastoor de eindverantwoordelijkheid draagt en die toevertrouwd is aan het pastoraal team.” (pag. 27) Ook deze pastoraatsgroep wordt, juist vanwege haar verbinding met het team als geheel, niet voor afzonderlijke geloofsgemeenschappen c.q. parochiekernen, maar voor de parochie als geheel gedacht. 26 In de duizend gezichten van Uw volk Werkboek september 2007_ Bijlagen Hierna volgen enkele bijlagen. Nieuwe bijlagen die u worden toegezonden kunt u ook in deze map opnemen. Dit materiaal is ook beschikbaar via het extranet van het bisdom op www.bisdombreda.nl. Als u geen internet heeft, kunt u materiaal opvragen via het secretariaat van het bisdom. In de duizend gezichten van Uw volk 27