Themabrochure Quickscan Broeikasgassen in het veenweide

advertisement
Themabrochure Quickscan
Broeikasgassen in het veenweide-
Wat weten we al ?
Met de vernatting van veenweidegebieden kan
een, weliswaar bescheiden, bijdrage geleverd
worden aan het terugdringen van de totale
emissie broeikasgassen in Nederland.
Verschillende scenario’s zijn onderzocht.
Ontwatering van veengrond is nodig voor de landbouw. Als gevolg van ontwatering treedt oxidatie
van veen op, wat leidt tot emissie van broeikasgassen zoals kooldioxide (CO2), methaan (CH4)
en lachgas (N2O). Grofweg de helft van het westelijke veenweidegebied heeft geen afdekkende
kleilaag en is daardoor kwetsbaar voor oxidatie.
Afhankelijk van de mate van vernatting kan de
emissie van broeikasgassen worden beperkt of
worden broeikasgassen zelfs vastgelegd.
Blik op de toekomst
gebied
Als gevolg van
warme zomers)
verlopen en zal
emissie uit het
nemen.
klimaatverandering (meer droge
zal de oxidatie van veen sneller
de omvang van de broeikasgasveenweidegebied navenant toe-
Wat is de relatie met waterpeilbeheer?
Verhogen van het grondwaterpeil leidt tot afname
van de emissie van broeikasgassen; peilverlaging
tot verhoging van deze emissie.
Het westelijke veenweidelandschap is een typisch Hollands landschap. Koeien in het gras, grutto’s in de lucht,
brede sloten en weidse vergezichten. Maar dit landschap is hard bezig te verdwijnen als we niets doen. De
landbouw verkommert, de veenbodem verdwijnt, het
water is troebel en de natuur hangt aan het infuus. Dit
vereist ingrijpende maatregelen op korte termijn.
In het project “Waarheen met het Veen?” werken onderzoekers samen met vertegenwoordigers van beleid,
beheer en gebruik, aan mogelijke oplossingen.
Centraal daarin staat de rol van het waterbeheer.
In “Waarheen met het Veen?” gaan we verschillende
mogelijkheden voor waterbeheer onderzoeken op hun
effecten en kansen voor de waterveiligheid, de waterkwaliteit, de natuur, de landbouw, de recreatie en de
uitstoot van broeikasgassen. Want pas als je weet wat
gevolgen zijn van keuzes, ook op de langere termijn,
kun je verantwoorde besluiten nemen.
Zo kan een verhoging van het slootpeil van 60 cm
naar 20 cm beneden maaiveld de emissie aanzienlijk beperken. Een doorsnee melkveehouderijbedrijf is dan echter niet meer mogelijk. Deze
vorm van vernatting kan dus alleen als (een gedeelte van) een gebied een andere bestemming
krijgt. Door het slootpeil verder te verhogen en
door aanleg van moeras of moerasbos is het mogelijk om broeikasgassen vast te leggen. Bij de
teelt van biomassa worden niet alleen broeikasgassen vastgelegd, maar wordt ook emissie van
broeikasgassen uit fossiele energie vermeden.
Dit is weergegeven in Tabel 1. De Netto Balans
geeft aan hoeveel de beheersvorm bijdraagt aan
het broeikaseffect. Dit is uitgedrukt in CO2 equivalenten, een rekeneenheid die de mate waarin een
gas bijdraagt aan het broeikaseffect aangeeft.
Tabel 1 Beheersvorm veenweidegebieden en emissie
van broeikasgassen afzonderlijk en netto
balans (+ = emissie, - = vastlegging)
Beheersvorm
Netto balans
(ton CO2-equivalenten
/ha,jr)
Modern veenweide
(business as usual)
Peil = 60 cm
Historisch veenweide
Peil = 20 cm
Moeras visie veenweide
Peil = 0 -20 cm
Moeras visie veenweide
met broekbos
Peil = 0-20 cm
Biomassa t.b.v. energie
(wilg)
Peil = 0-20 cm
+23,6
Wat zijn de vragen voor de toekomst ?
In kader van het project “Waarheen met het
Veen?” wordt geen onderzoek gedaan naar de
emissie van broeikasgassen. Dit onderzoek wordt
uit-gevoerd in andere kaders, bijvoorbeeld het
BSIK programma ‘Klimaat voor ruimte’.
Belangrijke onderzoeksvragen daarbij zijn:
1. Wat zijn precies de effecten van peilverandering op de emissie van broeikasgassen?
2. Wat zijn precies de gevolgen van klimaatverandering (verdroging en hogere temperaturen)
voor de emissie van broeikasgassen?
+1,0 tot +2,6
+2,6 tot -7,3
-7,3
bodem: -7,3;
vermeden fossiel:
-5,9
De totale bijdrage van grondwaterpeilverhoging
aan het terugdringen van broeikasgassen in
Nederland is beperkt en is afhankelijk van de mate
van peilverhoging en het areaal van vernatting.
Bij totale omzetting van grasland in moeras in het
westelijk veenweidegebied (ca.100.000 ha), zal de
omvang van broeikasgasemissies in Nederland
naar schatting tussen 1,5% en 4,5% dalen.
Wilt u meer informatie?
Projectleiding in handen van:
Organisatie:
Alterra
Contactpersoon: dr. Cees Kwakernaak
Postadres:
Postbus 47
6700 AA Wageningen
Telefoon:
0317 474409
E-mail:
[email protected]
Het project wordt uitgevoerd binnen het Bsikkennisprogramma Leven met Water. Uitvoering en
begeleiding is in handen van een breed
samengesteld consortium van partijen uit beleid,
beheer, gebruik en onderzoek in het veenweidegebied.
Tekst brochure:
R. Franken, MNP
Postbus 303
3720 AH Bilthoven
T 030 2743854
Opmaak:
Oplage:
Verschenen:
F. de Groot (CLM)
50
Oktober 2006
U kunt aan deze brochure geen rechten ontlenen.
Bezoek de website voor meer informatie!
www.waarheenmethetveen.nl
Download