De Belg blijft een vleeseter maar koopt bewuster De Belg is en blijft belust op zijn stukje vlees. Toch neemt het thuisverbruik ervan de laatste jaren licht af, mede omwille van een algemene negatieve economische evolutie. In 2012 bijvoorbeeld daalde het thuisverbruik van vlees (incl. gevogelte, konijn en wild) met 3,6% naar 30,4 kg/capita. De belangrijkste vleescategorie blijven de vleesmengelingen. Voor het eerst in jaren tekende deze categorie geen verdere winst op. De meest geconsumeerde pure vleessoorten zijn in volgorde van belangrijkheid varkensvlees, kip, rundvlees, kalfsvlees en lams- en schapenvlees. Lams- en schapenvlees en kalkoen zijn de voornaamste stijgers in 2012 maar ze vertegenwoordigen slechts een beperkt marktaandeel. Dit zijn de bevindingen van GfK PanelServices Benelux dat in opdracht van VLAM het thuisverbruik volgt bij 5.000 Belgische gezinnen. Belgen zijn vleeseters Wanneer we het verbruik van vis en vlees vergelijken, zien we dat de voorkeur van de Belg blijft uitgaan naar een stukje vlees. Het volumeaandeel van vers vlees (rund- en kalfsvlees, varkensvlees, schapen- en lamsvlees, paardenvlees, orgaanvlees en vleesmengelingen), gevogelte, wild en konijn blijft vrij stabiel tegenover het aandeel van vis. In 2012 nam vlees 87,7% van het volume in tegenover 12,3% voor vis. Vers blijft de voorkeur genieten boven diepvriesvlees. Maar liefst 95,4% van het aangekochte volume vlees is vers. Het totale verbruik van vlees vertoont een dalende tendens de laatste jaren en volgt voor alle productcategorieën de algemene negatieve economische evolutie. GfK Panel Services Benelux rapporteert een sterke opkomst van hard discountwinkels, een verminderde aankoop van A-merken, meer aankopen in het buitenland en een dalend aantal winkelbezoeken. Voor 2012 dient ook het tegenvallend barbecueseizoen toegevoegd te worden om het dalend vleesverbruik te verklaren. De aankoop van vegetarische alternatieven kende een stijging van 4,6% tegenover 2011 maar blijft erg beperkt met 218g/capita in 2012. Concreet kocht de gemiddelde Belg in 2012 30,4 kg vers vlees, gevogelte, wild en konijn. Dat is 3,6% minder dan in 2011. 1 In bijgevoegde grafiek vindt u de evolutie van het vleesverbruik sinds 2005 (Bron: GfK Panel Services Belgium). Herkomst speelt een rol De Belg is chauvinistisch wanneer het op voeding aankomt. Onderzoek van InSites Consulting geeft aan dat 37% van de Belgen bij de aankoop van vlees letten op het land van herkomst. Het aanbod bij de slagers en de supermarkten is in zeer grote mate van Belgische oorsprong. 80 tot 100% van het vlees dat wordt aangeboden is van Belgische origine. Kalfsvlees, konijn en varkensvlees halen daarbij de hoogste score. Vleessoorten onder de loep Voor het eerst in jaren verliezen de vleesmengelingen duidelijk terrein (-5,5%). Met een thuisverbruik van 7,56 kg per capita blijven zij wel het grootste segment binnen de categorie van vers vlees (34,9%). Meer Belgen (93,2%) hebben de categorie gekocht maar de aankoopfrequentie liep wel terug tot 20,4. De tweede grootste categorie binnen vers vlees is het varkensvlees. Het volumeaandeel van dit pure varkensvlees steeg binnen vers vlees naar 30,1%, wat goed is voor een verbruik van 6,51 kg/capita. Iets meer mensen kochten varkensvlees aan, maar de aankoopfrequentie daalde tot 17,7. Daarna volgt puur rundvlees met een thuisverbruik van 5,71 kg in 2012 en een volumeaandeel binnen vers vlees van 26,4%. Deze vleessoort tekent al enkele jaren op rij verlies op en kende in 2012 een terugval met 4,7% in aangekocht volume per capita. Oorzaak ligt o.a. bij een lagere frequentie en een prijsstijging. Het aantal kopende gezinnen steeg nochtans. Ook het kalfsvleesverbruik kent een achteruitgang, die bedroeg -6,8% tot 0,84 kg/capita. Hier zien we dezelfde tendens als bij varkensvlees: het toegenomen aantal kopende gezinnen kon de teruggelopen aankoopfrequentie niet compenseren. Het iets duurdere kalfsvlees was in 2012 binnen de categorie vers vlees nog goed voor 3,9% volumeaandeel. 2 Schapen- en lamsvlees stegen met 3,1% en komen uit op een thuisverbruik van 0,63 kg/capita. Het aantal kopende gezinnen ging erop vooruit tot 44,7%, terwijl de aankoopfrequentie quasi stabiel bleef. Schapen- en lamsvlees, die iets duurder zijn dan de andere vleessoorten, zijn binnen vers vlees goed voor een volumeaandeel van 2,9%. Overzicht van het verbruik van de verschillende vleessoorten in % van het volume en in % van de bestedingen Ieder zijn voorkeur Het gemiddelde vleesverbruik van de Belg daalt lichtjes in de drie verschillende regio’s. De Waal blijft wel een grotere vleeseter dan de Vlaming en de Brusselaar. De voorbije jaren (behalve in 2011) at de Brusselaar ook meer dan de Vlaming. De Waal at vorig jaar met 23,65 kg 3,08 kg meer vers vlees (rund- en kalfsvlees, varkensvlees, schaaps- en lamsvlees, paardenvlees en vleesmengelingen) dan de Vlaming en 2,44 kg meer dan de Brusselaar. Het vleesverbruik verschilt ook naargelang de leeftijd. De grootste vleesliefhebbers vinden we terug in de leeftijdscategorie tussen 50 en 64 jaar. 65-plussers eten wat minder vlees dan 50-64 jarigen, maar duidelijk meer dan jonge gezinnen. In elke leeftijdscategorie is de tendens wel ongeveer even sterk dalend. Vleesmengelingen zijn duidelijk populairder bij jonge gezinnen, terwijl ouderen eerder opteren voor pure vleessoorten. Vooral rundvlees heeft een ouder profiel. Het verbruik van varkensvlees is weinig leeftijdsafhankelijk. De in volume minder belangrijke vleessoorten als orgaanvlees, paardenvlees, kalfsvlees en schapen- en lamsvlees scoren vooral goed bij 50-plussers. 3 Gevogelte, wild en konijn De doorsnee Belg consumeerde de voorbije jaren ongeveer 10 kg aan gevogelte, wild en konijn. In 2012 was dat om precies te zijn 10,08 kg. Binnen “gevogelte, wild en konijn” blijft kip de belangrijkste categorie (79,1%) met 7,97 kg. 77,9% van het totale volume van verse kip wordt in stukken of in bereide vorm gekocht. Kalkoen deed het zeer goed in 2012 (+ 11% tegenover een bescheiden 2011) en knaagde met zijn 1,32 kg/capita wat aan de dominante positie van kip. Beduidend meer mensen (71,18 tegenover 67,44 in 2011) kochten kalkoen en ook de aankoopfrequentie steeg sterk tot 5,67 keer. Het verbruik van ander gevogelte (o.a. eend, parelhoen, kwartel en struisvogel) daalde tot 280 gr/capita en € 3,69/capita . Minder mensen kochten ander gevogelte en men deed dat ook minder vaak. Het verbruik van wild en konijn bleef stabiel op respectievelijk 360 gr en 140 gr/capita. Minder mensen kochten wild en konijn. De aankoopfrequentie van konijn ging, in tegenstelling tot die van wild, wel omhoog. Kip scoort iets beter bij jonge gezinnen, terwijl de populariteit van kalkoen, ander gevogelte, konijn en wild duidelijk stijgt met de leeftijd: hoe ouder hoe men is, hoe meer fan men is. 4