NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: Treasury rapportage derde en vierde kwartaal 2000 Notanr.: 2001-2157 SB/FIN 7 februiari 2001 Agenda BenW 13 FEB 2001 agendapunt: 6 B&W dd. 13-2001.2001 Besloten wordt: 1. De treasury-rapportage over het derde en vierde kwartaal 2000 vast te stellen; 2. De treasury-rapportage ter kennisname zenden aan de commissie Financiën; OPENBAARMAKING: Dit besluit inclusief de bijlagen openbaar te maken. COMMUNICATIE: FINANCIELE ASPECTEN: financiële gevolgen voor de gemeente? nee TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Vanaf het tweede kwartaal van 1996 wordt ieder kwartaal een treasury rapportage (over het voorafgaande kwartaal) aan het college van b&w en de commissie Financiën, aangeboden. De treasury rapportage vindt zijn basis in het door de raad in januari 1996 vastgestelde Treasury statuut. Dit statuut bevat richtlijnen omtrent het beheer van de financiële posities en geldstromen van de gemeente Deventer. Met dit statuut wordt een voor het bestuur beheersbare en controleerbare uitvoering van de treasury functie beoogd. De voorliggende rapportage gaat over het derde en vierde kwartaal 2000. Maandelijks wordt aan de commissie Financiën een liquiditeitsoverzicht gepresenteerd. Uit de bijgevoegde treasury rapportage kunnen de volgende conclusies worden getrokken: 1. De liquiditeitspositie bewoog zich in het derde kwartaal tussen f 7,6 mln. debet en f 42,9 mln. credit en in het vierde kwartaal tussen f 15,4.mln. debet en f 33,3 mln. credit; 2. De liquiditeitsposities zijn in de vorm van uitgezet en opgenomen daggelden gematched; 3. In hoofdstuk III.2. wordt per maand de liquiditeitspositie in beeld gebracht; 4. De geldmarktrente bewoog zich in het derde kwartaal 2000 tussen de 3,905 % en de 4,775% credit en 4,150 % en 5,025% debet en in het vierde kwartaal 2000 tussen de 4,455% en de 5,125% credit en 4,705% en 5,375% debet; 5. De kapitaalmarktrente bewoog zich in het derde en in het vierde kwartaal nog steeds op een historisch gezien laag niveau (ter indicatie: 10 jaar lineair tussen de 5,3% en de 5,8%). De rente lijkt na een aanvankelijke stijging weer te dalen, mede door interventies van centrale banken. 6. Een deel van de af te lossen Fixe-leningen is afgedekt door het aangaan van deposito’s. Hierdoor wordt voldaan aan de renterisiconorm uit de nieuwe wet FIDO. 7. De belangrijkste wijzigingen op grond van de wet Fido zijn aanpassingen van het treasurystatuut en het invoeren van een treasuryparagraaf in de begroting en de jaarrekening. Hiervoor zullen in het eerste kwartaal van 2001 nader voorstellen worden ontwikkeld. TREASURY RAPPORTAGE Gemeente Deventer Derde en vierde kwartaal 2000 TREASURY RAPPORTAGEPRIVATE Derde en vierde kwartaal 2000 Inhoudsopgave Bladzijde I. Inleiding 3 II. Samenvatting en conclusies 3 III. III.1. III.2. III.3. III.4. III.5. III.6. Portefeuille overzichten Onderscheid portefeuilles en richtlijnen Portefeuille kort geld Portefeuille lang geld Stand van zaken strategie beleggingen en interne financiering Portefeuille beleggingen Herfinanciering fixe-leningen 4 4 4 7 7 8 8 IV. Liquiditeitsprognose 9 V. Nieuwe ontwikkelingen 10 Pagina 2 van 13 treasury rapportage 20-07-17 I. Inleiding. Vanaf het tweede kwartaal van 1996 wordt ieder kwartaal een treasury rapportage (over het voorafgaande kwartaal) aan het college van b&w en de commissie Financiën aangeboden. De treasury rapportage vindt zijn basis in het door de raad in januari 1996 vastgestelde Treasury statuut. Dit statuut bevat richtlijnen omtrent het beheer van de financiële posities en geldstromen van de gemeente Deventer. Met dit statuut wordt een voor het bestuur beheersbare en controleerbare uitvoering van de treasury functie beoogd. Maandelijks wordt er een liquiditeitsoverzicht gepresenteerd. Door capaciteitsgebrek (vacature) is na afloop van het derde kwartaal geen treasuryrapportage gemaakt. In deze rapportage wordt ingegaan op het derde en vierde kwartaal 2000. Hierna wordt (onder V) ingegaan op de belangrijkste wijzigingen die de invoering van de wet Fido per 1 januari 2001 betekenen. II. Samenvatting en conclusies. 8. De liquiditeitspositie bewoog zich in het derde kwartaal tussen f 7,6 mln. debet en f 42,9 mln. credit en in het vierde kwartaal tussen f 15,4.mln. debet en f 33,3 mln. credit; 9. De liquiditeitsposities zijn in de vorm van uitgezet en opgenomen daggelden gematched; 10. In hoofdstuk III.2. wordt per maand de liquiditeitspositie in beeld gebracht; 11. De geldmarktrente bewoog zich in het derde kwartaal 2000 tussen de 3,905 % en de 4,775% credit en 4,150 % en 5,025% debet en in het vierde kwartaal 2000 tussen de 4,455% en de 5,125% credit en 4,705% en 5,375% debet; 12. De kapitaalmarktrente bewoog zich in het derde en in het vierde kwartaal nog steeds op een historisch gezien laag niveau (ter indicatie: 10 jaar lineair tussen de 5,3% en de 5,8%). De rente lijkt na een aanvankelijke stijging weer te dalen, mede door interventies van centrale banken. 13. Een deel van de af te lossen Fixe-leningen is afgedekt door het aangaan van deposito’s. Hierdoor wordt voldaan aan de renterisiconorm uit de nieuwe wet FIDO. 14. De belangrijkste wijzigingen op grond van de wet Fido zijn aanpassingen van het treasurystatuut en het invoeren van een treasuryparagraaf in de begroting en de jaarrekening. Hiervoor zullen in het eerste kwartaal van 2001 nader voorstellen worden ontwikkeld. Pagina 3 van 13 treasury rapportage 20-07-17 III. Portefeuille overzichten. III.1. Onderscheid portefeuilles en richtlijnen. In het Treasury statuut dat in januari 1996 door de raad is vastgesteld is het onderscheid tussen portefeuilles "kort en lang geld" aangegeven. Onder “kort geld worden leningen en uitgezette gelden verstaan met een oorspronkelijke looptijd van korter dan twee jaar. Onder lang geld worden geldleningen en uitgezette gelden (beleggingen) verstaan met een oorspronkelijke looptijd van langer dan twee jaar. Tevens zijn richtlijnen voor het aangaan van leningen (uitgezet en opgenomen) in het statuut opgenomen. III.2. Portefeuille kort geld. De gemeente concentreert haar geldstromen via de nv Bank Nederlandse Gemeenten. Met de NV Bank Nederlandse Gemeenten is een raamovereenkomst financiële dienstverlening afgesloten. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de korte termijn financiering zodat de gemeente over de vlottende liquide middelen c.q. –schuld gunstige percentages heeft. Hiermee is voor een groot deel de portefeuille kort geld afgedekt. In deze paragraaf wordt u geïnformeerd over de liquiditeitenpositie en de renteresultaten over de op daggeld uitgezette en opgenomen middelen in het derde en vierde kwartaal 2000. Hierna wordt per maand verslag gedaan. Juli X f 1, mln Rekening-courant credit Rekening-courant debet Tot Tot Gemiddeld uitgezet daggeld Maximaal uitgezet daggeld Maximaal opgenomen daggeld Rente-ontvangst daggeld Rentebetaling daggeld 0,5 1,0 9,3 42,9 -2,2 Rentebedrag X f 1,-- % 893 467 33.743 353 2,500 5,500 4,775 3,905 5,025 Rekening-courant creditrente Rekening-courant debetrente Hoogste daggeldtarief credit Laagste daggeldtarief credit Hoogste daggeldtarief debet Pagina 4 van 13 treasury rapportage 20-07-17 4,155 Laagste daggeldtarief debet Augustus X f 1,0 mln Rekening-courant credit Rekening-courant debet Tot Tot 0,5 1,0 Rentebedrag X f 1,-- % 333 2.612 -0,8 2,2 -5,5 Gemiddeld uitgezet daggeld Maximaal uitgezet daggeld Maximaal opgenomen daggeld Renteontvangst daggeld Rentebetaling daggeld 1.401 2.929 Rekening-courant creditrente Rekening-courant debetrente Hoogste daggeldtarief credit Laagste daggeldtarief credit Hoogste daggeldtarief debet Laagste daggeldtarief debet 2,500 5,500 4,550 4,105 4,925 4,355 September X f 1,0 mln Rekening-courant credit Rekening-courant debet Tot Tot Gemiddeld uitgezet daggeld Maximaal uitgezet daggeld Maximaal opgenomen daggeld Renteontvangst daggeld Rentebetaling daggeld 0,5 1,0 0,0 6,9 -7,6 Rentebedrag X f 1,-- % 560 1.381 3.946 3.211 Geen Deposito’s / Kasgeldleningen Rekening-courant creditrente Rekening-courant debetrente Hoogste daggeldtarief credit Laagste daggeldtarief credit Hoogste daggeldtarief debet Laagste daggeldtarief debet 2,500-2,750 5,500-5,750 4,675 3,975 5,025 4,225 Pagina 5 van 13 treasury rapportage 20-07-17 Oktober X f 1, mln Rekening-courant credit Rekening-courant debet Tot Tot Gemiddeld uitgezet daggeld Maximaal uitgezet daggeld Maximaal opgenomen daggeld Rente-ontvangst daggeld Rentebetaling daggeld Rentebedrag X f 1,-- 0,5 1,0 % 4.969 -4,5 0,0 -8,1 15.211 Geen deposito’s/kasgeldleningen 2,750-3,000 5,750-6,000 4,855 4,455 5,025 4,705 Rekening-courant creditrente Rekening-courant debetrente Hoogste daggeldtarief credit Laagste daggeldtarief credit Hoogste daggeldtarief debet Laagste daggeldtarief debet November X f 1,0 mln Rekening-courant credit Rekening-courant debet Tot Tot 0,5 1,0 Rentebedrag X f 1,-- % 436 2.796 -1,2 3,3 -6,9 Gemiddeld uitgezet daggeld Maximaal uitgezet daggeld Maximaal opgenomen daggeld Renteontvangst daggeld Rentebetaling daggeld 1.767 5.732 Geen deposito’s/kasgeldleningen Rekening-courant creditrente Rekening-courant debetrente 3,000 6,000 Pagina 6 van 13 treasury rapportage 20-07-17 Hoogste daggeldtarief credit Laagste daggeldtarief credit Hoogste daggeldtarief debet Laagste daggeldtarief debet 4,835 4,635 5,085 4,885 December X f 1,0 mln Rekening-courant credit Rekening-courant debet Tot Tot Gemiddeld uitgezet daggeld Maximaal uitgezet daggeld Maximaal opgenomen daggeld Renteontvangst daggeld Rentebetaling daggeld 0,5 1,0 % Rentebedrag X f 1,-287 3.934 6,9 33,3 -15,4 10.389 24.829 Geen Deposito’s / Kasgeldleningen Rekening-courant creditrente Rekening-courant debetrente Hoogste daggeldtarief credit Laagste daggeldtarief credit Hoogste daggeldtarief debet Laagste daggeldtarief debet III.3. 3,000 6,000 5,125 4,575 5,375 4,825 Portefeuille lang geld. Een overzicht van de portefeuille lang geld is gepresenteerd in het bijlagenboek bij de begroting 2000. Een afschrift van dit overzicht over 2000 is bijgevoegd. Bij b&w besluit van 14 december 1999 nr. 99.20092 is besloten tot het aangaan van een onderhandse geldlening ad f. 2.080.000,-- met de nv BNG ter convertering van een af te lossen lening per 1 maart 2000. Het rente niveau op de kapitaalmarkt bewoog zich in het derde en vierde kwartaal voor een 10 jarige lineaire lening tussen de 5,3% en de 5,8%. Na een aanvankelijke stijging in het tweede kwartaal is de kapitaalrente weer aan het dalen, mede door interventies van centrale banken. Pagina 7 van 13 treasury rapportage 20-07-17 III.4. Stand van zaken strategie beleggingen en interne financiering. Hierop is uitgebreid ingegaan bij de rapportage over het tweede kwartaal 2000. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen. III.5. Portefeuille beleggingen. Een overzicht van de portefeuille beleggingen is gepresenteerd in het bijlagenboek bij de begroting 2000. Een afschrift hiervan is bijgevoegd. In het derde en vierde kwartaal hebben zich geen wijzigingen voorgedaan. III.6. Herfinanciering fixe-leningen. Begin jaren 90 zijn er door de gemeente een aantal fixe-leningen afgesloten. Het totale volume van deze lenigen bedraagt f. 89.000.000,--. De jaren waarin deze leningen moeten worden afgelost lopen van 2000 tot en met 2003. Onderstaand een overzicht van het volume per jaar; 2000 2001 2002 2003 f. 10.000.000,-f. 4.000.000,-f. 65.000.000,-f. 10.000.000,-- Totaal f. 89.000.000,-- Omdat fixe-leningen één aflossingstermijn hebben aan het einde van de looptijd, moet op die momenten voor herfinanciering worden gezorgd. In de treasuryrapportage over het tweede kwartaal is aangegeven, de op dat moment bestaande overliquiditeit te gebruiken om te voldoen aan de renterisico norm in het jaar 2002. Op 5 juli 2000 is er een bedrag van ongeveer f. 31 mln. in deposito’s belegd ter financiering van de fixe-leningen welke per oktober dit jaar (f. 10 mln.) en medio 2002 (f. 21 mln.) moeten worden afgelost. Hierdoor wordt tevens een hoger rendement verkregen op de overliquiditeit. Ofschoon de uitvoering van bovenstaande niet valt binnen het derde en vierde kwartaal 2000 willen wij u deze informatie niet onthouden. De fixelening ad f 10 miljoen is begin oktober j.l. afgelost. Voor de financiering van het restant van de fixeleningen over 2002 zullen u tezijnertijd nadere voorstellen worden gedaan. Wij willen eerst een rentevisie ontwikkelen en meer zicht hebben op de te verwachten cash flow. Bij de Voorjaarsnota zal nader op de renteproblematiek worden ingegaan. Pagina 8 van 13 treasury rapportage 20-07-17 IV. Liquiditeitsprognose De liquiditeitsprognose geeft op dit moment een onvoldoende duidelijk beeld naar de toekomst. Op dit moment wordt er gewerkt op basis van de balanspositie en de reeds genomen besluiten door raad en b&w. Hierin zijn niet de investeringen op termijn opgenomen. Hierdoor is het moeilijk aan te geven hoe de financieringsbehoefte van de gemeente Deventer er op termijn zal uitzien. Hierin moet verbetering komen. Er zijn op dit moment plannen om te komen tot een gemeentebrede meerjaren investeringsplanning. Op basis hiervan kan gekomen worden tot een liquiditeitsprognose op langere termijn. De feitelijke situatie op dit moment is dat er sinds 1 september 2000 een vacature bestaat voor de medewerker treasury en dat op dit moment alleen de lopende zaken worden waargenomen. Per 1 april 2001 is deze vacature vervuld. Zoals uit de overzichten over de maanden juli tot en met december blijkt is in het derde en vierde kwartaal de liquiditeitenpositie drastisch afgenomen en wel van f 40,2 miljoen per ultimo juni 2000 tot f –15,4 miljoen per medio december 2000. In de laatste dagen van december zijn grote bedragen binnengekomen vanuit grondverkopen in het Jeurlink. Ten tijde van het tekort staan van ruim f 15 miljoen was dit laatste al bekend, alleen het moment van ontvangen was niet helemaal duidelijk. De rentepercentages van geld lenen en van debet staan zijn vrijwel even hoog, dus ook van uit die optiek is er voor gekozen een en ander eerst even aan te kijken. Eind december 2000 stond de gemeente f 33,3 miljoen positief. Deze grote fluctuaties bewijzen eens te meer, dat het nodig is om tot een veel beter liquiditeiten- en investeringsprognose te komen. Voor de rentepositie van de gemeente is er weinig risico, omdat de rente voor kort en lang geld weinig verschillen. Het op dit moment op deposito zetten van bedragen levert slechts marginaal meer rente op. Gezien de kapitaalmarktontwikkelingen op dit moment wordt voorgesteld een en ander eerst eens aan te zien. Met het opstellen van liquiditeitenoverzichten op langere termijn zal in 2001 een begin worden gemaakt. V. Nieuwe ontwikkelingen. Op 1 januari 2001 is inmiddels de nieuwe wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) in werking getreden. Deze wet vervangt de oude wet Filo en stelt kaders waarbinnen gemeenten de financiering en de beleggingen moeten regelen. In de wet worden regels gesteld ten aanzien van kasgeldpositie en het renterisico. Tevens dienen de gemeenten een treasury statuut te ontwikkelen waarin kaders m.b.t. de financiering en belegging van liquiditeitstekorten respectievelijk -overschotten worden gesteld. Een handreiking van het ministerie van Binnenlandse Zaken om te komen tot een goede invoering van hetgeen de nieuwe wet voorschrijft is inmiddels in ons bezit. Daarnaast hebben wij enige voorbeelden van andere gemeentes en van Pagina 9 van 13 treasury rapportage 20-07-17 de provincie ontvangen. De gemeente kan binnen wettelijke kaders zelf invulling geven aan het treasurybeleid. Het treasury statuut van de gemeente Deventer moet worden herzien en aangepast aan de nieuwe wet FIDO. Ook zal er op basis van de nieuwe wet een treasuryparagraaf bij de begroting en rekening moeten worden ontwikkeld. Dit zal in het eerste kwartaal van 2001 moeten plaatsvinden. Treasurystatuut In het treasurystatuut worden opgenomen: Missie en algemene doelstellingen. Hieronder valt ook het te voeren beleid en de grenzen die daaraan gesteld worden ( rentebeleid, risico’s, regels ten aanzien van uit te zetten en aan te trekken geld). Organisatiestructuur treasury. Hoe zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden georganiseerd, hoe is functiescheiding geregeld etc. Planningcyclus Uitvoeringscyclus Rapportagecyclus Interne en externe controle op het gevoerde beleid Treasuryparagraaf Begroting In de begroting wordt een lange termijn risicoanalyse opgenomen. Hierin wordt het financierings- en beleggingsbeleid voor de komende periode aangegeven, alsmede de interne en externe ontwikkelingen ten aanzien van de liquiditeitenpositie, het aantrekken en uitzetten van gelden en de toekomstige financiële risicoposities. De stand van en ontwikkeling in de leningenportefeuille De ontwikkeling van de liquiditeitenpositie in de komend periode, mede in relatie tot de kasgeldlimiet Een overzicht van knelpunten en risico’s in het geld- en kapitaalbeheer Het treasurybeleid dat de gemeente voorstaat voor het komende jaar en wat daarvan de financiële consequenties zijn. Naast de treasuryparagraaf kent de beleidsbegroting een korte en een lange termijn liquiditeitenprognose en een rentevisie. Rekening In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van het treasurybeleid. Deze realisatie wordt getoetst aan de treasuryparagraaf van de begroting. Verder komen aan de orde: werkkapitaalbeheer, renteopbrengsten en –kosten, kasgeld en de rentevisie. Strategische Bedrijfsvoering Pagina 10 van 13 treasury rapportage 20-07-17 afdeling Financiën februari 2001 Pagina 11 van 13 treasury rapportage 20-07-17