Infectie bij een gewrichtsvervangende prothese? 2 Uw heupprothese is misschien ontstoken (infectie). Deze infectie moet behandeld worden, om loslating te voorkomen. U bent of wordt hiervoor plotseling opgenomen in het ziekenhuis. Uw behandelend arts of de verpleegkundig specialist heeft u al informatie gegeven over de opname en de ingreep. In deze folder kunt u nog eens rustig nalezen hoe de infectie ontstaat, wat de behandeling is en hoe de opname in het ziekenhuis zal verlopen. Hoe ontstaat een infectie van een heupprothese? Na het plaatsen van een prothese bestaat altijd de kans dat er een infectie ontstaat in het nieuwe gewricht. Een infectie kan ontstaan door bacteriën die via de wond het gewricht bereiken. Deze infectie ontstaat kort na de ingreep, dat wil zeggen binnen enkele maanden. Kenmerken hiervan zijn: plaatselijke roodheid, zwelling en pijn. De operatiewond kan (opnieuw) wondvocht of pus lekken. Er kan ook sprake zijn van koorts en/of een toename van pijn. Wanneer er een vermoeden van een infectie is, wordt de wond extra gecontroleerd. Daarnaast kunnen aan de hand van laboratoriumonderzoek infectiewaarden in het bloed gemeten worden. Een infectie is een ernstige complicatie en vraagt een snelle behandeling. Hoe wordt de infectie behandeld? Bij deze infecties is aangetoond dat snelle en adequate behandeling kan voorkomen dat de prothese verwijderd moet worden. Welke behandeling u krijgt, is afhankelijk van hoe lang geleden het is dat u de prothese hebt gekregen, uw klachten, de bloeduitslagen, uw verdere gezondheid en wanneer dat bekend is welke soort bacterie de infectie veroorzaakt. 3 Om de infectie goed te behandelen zijn vaak meerdere operaties en het toedienen van antibiotica nodig. Bij onvoldoende resultaat op de behandeling, kan de infectie aanleiding zijn om het prothesemateriaal te verwijderen zonder dat er een nieuwe kan worden geplaatst. De infectie dient eerst volledig te zijn genezen door diverse operaties en langdurige antibioticabehandeling, voor er weer een nieuwe prothese geplaatst kan worden. De operatie De orthopedisch chirurg opent de huid via het oude litteken. Er worden verschillende weefselkweken afgenomen. Onderzoek hiervan maakt duidelijk welke bacteriën de infectie veroorzaken. Vervolgens wordt het gebied rondom de prothese grondig gespoeld. Soms wordt ervoor gekozen om bij een heupprothese de heupkop te vervangen en bij een knieprothese de zogenaamde insert (kunststof tussenplaatje) te vervangen. Vervolgens wordt de huid gesloten met hechtingen en een wondverband aangelegd . Na de operatie Via een infuus krijgt u in eerste instantie driemaal daags antibiotica toegediend. Dit is een breed werkend antibioticum, dat wil zeggen een soort antibiotica waarvoor de meeste bacteriën gevoelig zijn. Wanneer bekend is welke bacterie de infectie veroorzaakt (deze kweekuitslag volgt vaak definitief na 10 dagen) kan de antibiotica aangepast worden. . De antibiotische behandeling wordt vastgesteld in overleg met de internist/infectioloog. Soms blijven deze gedurende de behandeling op de afdeling en ook poliklinisch betrokken bij de behandeling. Om te bepalen of de infectie goed reageert op de operatie en antibiotica, worden 2 keer per week de infectiewaarden in uw bloed gecontroleerd. We kijken hierbij vooral naar de CRP-waarden, de leucocyten en de bezinking. Dit zijn waarden die iets zeggen over de aanwezigheid van een infectie en het verloop ervan. 4 Tijdens en ook na de ingreep krijgt u langdurig een behandeling met antibiotica. Dit is meestal wel 3 maanden nodig. Het streven is om dit in totaal 2 weken via een infuus te doen en daarna via tabletten. Sommige bacteriën zijn echter alleen gevoelig voor antibiotica via de bloedbaan en dan moet er langdurig via een infuus behandeld worden. Dit kan ook in de thuissituatie maar hierover zult u dan nog uitleg krijgen. Sommige antibiotica geven bijwerkingen. Het is raadzaam om de bijsluiter goed te lezen zodat u weet waar u op moet letten. Mocht u klachten hebben, bespreek dit dan met de arts of de verpleegkundige. Als het wondgebied steeds onrustig blijft en men al diverse keren operatief heeft gespoeld, kan het nodig zijn dat later alsnog de prothese wordt verwijderd. De arts heeft dit van tevoren ook met u besproken. Wondverzorging Op de wond zit een absorberende pleister. Het kan gemiddeld 1 tot 2 weken duren voordat de wond dicht is. 5 Revalidatie Afhankelijk van de soort ingreep en uw algehele toestand start de dag na de ingreep de revalidatie. De verpleegkundige en de fysiotherapeut begeleiden u hierin. U mag uw been in principe belasten op geleide van uw pijnklachten. In de eerste fasen bouwen we dit heel rustig op in verband met de wondgenezing. U zult tijdelijk met krukken of een looprekje/rollator moeten lopen. Voor de lange afstanden kunt u beter een rolstoel gebruiken. Lichamelijke verzorging U mag douchen wanneer u voldoende mobiel bent. Als de wond nog open is, moet u terughoudend zijn met het gebruik van zeep/ douchegel. In bad gaan mag pas als de wond volledig dicht is. Dat mag niet te lang om verweking van de huid te voorkomen. Pijnbestrijding De arts/verpleegkundig specialist spreekt pijnbestrijding af om de pijn na de ingreep zoveel mogelijk te verminderen. Wij zullen u regelmatig naar de pijn vragen. Wanneer u merkt dat de pijn toeneemt of niet goed onder controle is, moet u dit aangeven. Emotionele gebeurtenis Een nieuwe opname door een infectie is een flinke tegenvaller. Daarnaast is het precieze verloop vaak niet meteen bekend omdat het afhankelijk is van allerlei factoren. Het is heel normaal dat u hier onzeker, angstig of soms verdrietig van wordt. Bespreek uw zorgen en gevoel met de verpleegkundige. Zij zullen er alles aan doen om u hierin te begeleiden. Uw lichaam is hard aan het werk om de infectie te bestrijden. Dit kost energie en ook het gebruik van antibiotica kan invloed hebben op uw conditie en eetlust. 6 Hoe lang blijf ik in het ziekenhuis? U verblijft ongeveer 2 weken in het ziekenhuis. Dat heeft meerdere redenen. De definitieve kweekuitslag komt na 10 dagen. Daarbij duurt de minimale antibioticatoediening via het infuus 2 weken. En soms nog langer (maar dat kan ook buiten het ziekenhuis). Als de infectie onder controle is, mag u naar huis. Dat wil zeggen als: • de wond rustig is • er sprake is van goed dalende of normale infectiewaarden in het bloed • u geen pijnklachten heeft • u zich goed kunt redden of er is zorg thuis voor u aanwezig of geregeld • het antibioticia plan duidelijk is en opgestart zonder bijwerkingen Wat als u langdurig antibiotica via een infuus moet krijgen? Als de antibioticatoediening alleen via een infuus kan en dit langer dan 2 weken noodzakelijk is, is er een mogelijkheid om dit in de thuissituatie voort te zetten. Hiervoor heeft u echter wel een speciaal infuus nodig, ingebracht in een ader in de nek. Dit heet Picc lijn. Dit infuus wordt ingebracht door de interventieradioloog op een speciale behandelkamer. Het infuus wordt aangesloten op een pomp, vaak draagbaar in een klein schoudertasje. Het ziekenhuis regelt vervolgens specialistische thuiszorg, die dagelijks aan huis komen voor de antibioticatoediening. U kunt naar huis, als: • het infuus is ingebracht • de medicatierecepten en bereiding is geregeld • de specialistische thuiszorg is geregeld. Als de antibioticatoediening niet meer nodig is, wordt het infuus verwijderd door de specialistische thuiszorg of de infectioloog/ orthopeed of verpleegkundig specialist in het ziekenhuis. 7 Hoe verlopen de controles in het ziekenhuis? Om het verloop van de infectie te controleren, zult u regelmatig een afspraak op de polikliniek hebben. Direct na de ingreep vindt dit om de 2-4 weken plaats, wellicht daarna met langere tussenposen. Voorafgaand aan de controle wordt er bloed geprikt, ter controle van de infectiewaarden. Voor sommige antibiotica is het ook van belang om de lever- en nierfuncties regelmatig te controleren. De controles zullen worden gedaan door de verpleegkundig specialist en/of de orthopeed. Soms komt u ook nog op het spreekuur van de internist/infectioloog. Tijdens uw polikliniekbezoek bespreken we de bloeduitslagen, bekijken de wond en beoordelen de mobiliteit. U krijgt uitleg over het vervolg van de behandeling. Wanneer moet u contact opnemen? Neem contact op met de polikliniek als: • de wond weer gaat lekken • de wond dikker wordt, roder of meer pijn gaat doen • u koorts krijgt Wat kunt u zelf doen? Er zijn een aantal factoren van invloed op een goede wondgenezing. • Roken belemmert de wondgenezing en geeft een verhoogde kans op infectie. Als u rookt is het advies om hier zo snel mogelijk mee te stoppen. • Goede voeding is essentieel. Met name eiwit en energieverrijkte voeding bevorderen de wondgenezing. • Door het gebruik van antibiotica kan uw huid gevoeliger zijn voor de zon en dus sneller verbranden. Beter is om de zon zoveel mogelijk te vermijden. 8 Heeft u vragen? Heeft u na het lezen van deze folder vragen, bespreek deze dan tijdens uw opname met de verpleegkundige. Als u thuis bent, kunt u contact opnemen met het verpleegkundig spreekuur. Telefoonnummers vindt u achter op deze folder. U kunt ook een email te sturen naar de polikliniek: [email protected]. Als u na de behandeling of operatie weer thuis bent , kunt u buiten kantooruren en in het weekend contact op nemen met uw huisarts, die u zonodig verwijst naar de spoedeisende hulp van het CWZ. 9 10 11 Adres en telefoonnummers Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Voor het maken, annuleren of verzetten van afspraken op de polikliniek: Polikliniek orthopedie (B56) Telefoon (024) 365 82 65 (op werkdagen 8.30 tot 16.30 uur) of online via orthopedie.cwz.nl Voor alle vragen over uw behandeling en/of operatie: Verpleegkundig spreekuur Iedere werkdag van 8.30 tot 9.30 bereikbaar Telefoon (024) 365 81 19 Verpleegafdeling orthopedie (A22) Telefoon (024) 365 78 30 12 G613 / 11-15 Website: www.orthopedie.cwz.nl