Carolus Linaeus Machiel Hopman V4B Carolus werd geboren zonder familienaam, maar om in te kunnen schrijven bij de studie geneeskunde had hij er wel een nodig. Linnaeus is dan ook de verlatijnsing van lindeboom. Tijdens zijn studie kwam Carolus in aanraking met het indelen van flora en fauna. Dit deed hij tijdens een expeditie in Lapland, in 1732. Over zijn expeditie schreef hij zijn eerste boek Florula Lapponica. In hetzelfde jaar vertrok Linnaeus naar Nederland. Hij kwam hier om te promoveren. Hij promoveerde in geneeskunde aan de universiteit van Hardewijk. Na zijn promovering in Hardewijk vertrok hij naar Leiden, daar leerde hij andere invloedrijke wetenschappers kennen die hem in contact brachten met George Clifford. Clifford was een rijk Amsterdams koopman en had een grote passie voor buitenlandse en exotische bloemen en planten. Dit was dan ook de rede dat Clifford Linnaus in dienst nam om zijn eigen tuin in te delen en op te nemen in een boek. Het resultaat was Hortus Cliffortianus, een voorloper van andere werken van Linnaeus. Meerdere planten die niet eerder een naam hadden gekregen werden nu naar Clifford genoemd. Waaronder een Orchidee en de Cliffortia plant. In tegenstelling tot andere wetenschappers heeft Linnaeus maar één bloem naar zichzelf genoemd, dat is het Linnaeus klokje. Dit werd ook zijn wapenschild toen hij werd verheven in de adel. Na een lange tijd in Nederland gewoond te hebben, is Linaeus weer terug gegaan naar Zweden. Hier stierf hij op hoge leeftijd. Linnaeus heeft een grote invloed gehad op het gebied van de biologische taxonomie (het indelen van de levende natuur). In 1735 publiceerde Linnaeus de eerste druk vanzijn belangrijkste en meest bekende werk: Systema Naturae. De volledige titel was Systema naturae per regna tria naturae, secundum classes, ordines, genera, species, cum characteribus, differentiis, synonymis, locis (Indeling van de natuur in drie natuurrijken en in klassen, ordes, geslachten en soorten; met kenmerken, verschillen, synoniemen en plaatsen). Hierin verdeelt hij de natuur in drie soorten, planten, dieren en mineralen. Dierenrijk: Plantenrijk: Het dierenrijk is verder onderverdeeld in zes klassen: I Viervoeters (inclusief de mens), II Vogels, III Amfibieën (reptielen en amfibieën), IV Vissen (inclusief walvissen), V Insecten (geleedpotigen) en VI Wormen (alle overige ongewervelden; inclusief kwallen en inktvissen). Met planten werd vaak bedoeld: alle organismen die traditioneel door plantkundigen worden bestudeerd, onder andere vaatplanten, mossen, groenwieren en schimmels. Linnaeus deelde de mens in bij de zoogdieren, dit viel fout bij de gelovige in die tijd (en dat waren er veel) maar Linnaeus kon niet anders. Hij bekeek vanuit een wetenschappelijk perspectief, zelf was hij ook gelovig. Het belangrijkste argument van de tegenstanders van Linnaeus is dat zijn boek beweert dat de mens niet boven de natuur staat en eigenlijk gewoon een dier is. Linnaeus deelde de mens ook op in verschillende soorten, de mens wed ingedeeld op afkomst en huidskleur. Zo had je de "Europæus albus" (Witte Europeaan), "Americanus rubescens" (Rode Amerikaan), "Asiaticus fuscus" (Bruine Aziaat) en de "Africanus niger" (Zwarte Afrikaan). Linnaeus deelde zijn planten in op geslachtsorgaan, het was in die tijd redelijk nieuw dat planten geslachtsorganen hadden. Ook was seks een groot taboe en vonden sommigen Linnaeus werk controversieel vanwege de focus op het enige seksuele van planten: de geslachtorganen. De classificatie van het plantenrijk in het boek was geen natuurlijke indeling, maar één volgens Linnaeus' nieuwe, erg kunstmatige, systeem waarbij soorten met hetzelfde aantal meeldraden werden behandeld als een klasse, en daarbinnen soorten met het zelfde aantal stijlen als een orde. Weetje: Wereldwijd zijn meer dan 500 wegen (straten, pleinen, lanen) naar Linnaeus vernoemd. Bron: Wikipedia, Carolus Linnaeus Wikipedia, Systema Naturae Wikipedia, George Clifford