Voorschrijfdossier Specificatie Sepam 1000+ serie 40 Specificatie van de beveiligings- en de sturings/bedieningseenheid Omdat ze zo dicht mogelijk bij de apparatuur wordt ingebouwd, moet deze beveiligingseenheid voldoen aan de meest strenge normen inzake de bestandheid tegen omgevingsfactoren CEI-normen : 60255-5 schokgolfweerstand : 5 kV 60255-22-1 1Mhz-golf : Klasse III 60255-22-4 kortstondige storingen : Klasse IV 61000-4-3 elektromagnetische straling : Klasse III 60529 beschermingsgraden : IP 52 op het frontpaneel 60255-21-1,2,3 trillings- en schokbestendigheid, bestandheid tegen aardbevingen: Klasse II De bedrijfstemperatuur bedraagt tussen -25°C en + 70° C. Het gamma beveiligings- en sturingseenheden moet zo worden ontworpen dat ieder type van hulpvoeding mogelijk is : 24, 48, 127 & 220 Vdc en 110 & 230 Vac. Het fabricageprocédé moet voldoen aan de ISO 9001-normen. De beveiligings- en sturingseenheid moet UL-gespecificeerd zijn. De eenheid moet van het loskoppelbare of uittrekbare type zijn zodat ze gemakkelijk kan worden vervangen. De connectoren van de stroomkringen moeten kunnen worden losgekoppeld zonder voorafgaande kortsluiting. De uitgangsrelais moeten bestand zijn tegen een stroom van 8 A. Bedrijfszekerheid De beveiligings- en sturingseenheid moet beschikken over : een zelfbewakingssysteem voor zijn interne functies dat minstens 1 (2 gewenst) bewakingsomkeercontact met positieve veiligheid activeert een automatisme voor het overschakelen in de veilige terugstelstand, met inhibitie van de uitgangscommando’s, wanneer er een interne fout wordt gedetecteerd een signalering op het frontpaneel door middel van lampjes en boodschappen omtrent de status van de zelftests Installatie De beveiligings- en sturingseenheid moet compact en gemakkelijk te installeren zijn : geringe diepte (<100 mm) optionele afstandsmodules uitgerust met prefabsnoeren Specificatie Sepam 1000+ serie 40 Veiligheidsrelais middenspanning Pagina 1/6 Beveiligingen Iedere beveiligings- en sturingseenheid bevat al de noodzakelijke beveiligingen, hun aantal en aard hangen af van de betreffende toepassing. Onderstationbeveiliging 50/51 maximum fasestroom 50N/51N maximum aardfoutstroom (of nulleider) 50BF falen van de vermogensschakelaar 46 onevenwicht / inverse component 67 maximum directionele fasestroom 67N/67NC maximum directionele aardingsstroom 32P maximum actief vermogen 27 minimum spanning (fase- of lijnspanning) 59 maximum spanning (fase- of lijnspanning) 59N maximum homopolaire spanning 47 draaiveld 81H maximum frequentie 81L minimum frequentie 79 wederinschakelaar (4 cycli) Transformatorbeveiliging 50/51 maximum fasestroom 50N/51N maximum aardfoutstroom (of nulleider) 50BF falen van de vermogenschakelaar 46 onevenwicht / inverse component 67 maximum directionele fasestroom 67N/67NC maximum directionele aardingsstroom 49 RMS thermisch beeld 27 minimum spanning (fase- of lijnspanning) 59 maximum spanning (fase- of lijnspanning) 59N maximum homopolaire spanning 47 draaiveld 81H maximum frequentie 81L maximum frequentie Thermostaat / Buchholz Temperatuurbewaking Motorbeveiliging Specificatie Sepam 1000+ serie 40 50/51 maximum fasestroom 50N/51N maximum aardfoutstroom (of nulleider) 50BF falen van de vermogenschakelaar 46 onevenwicht / inverse component 67N/67NC maximum directionele aardingsstroom 32P maximum actief vermogen 49 RMS Thermobeeld 37 minimum fasestroom 48/51LR te lange aanloop, rotorblokkering 66 Begrenzing van het aantal starts 27D minimum directe spanning 27R minimum remante spanning 27 minimum spanning (fase- of lijnspanning) 59 maximum spanning (fase- of lijnspanning) 59N maximum homopolaire spanning Veiligheidsrelais middenspanning Pagina 2/6 47 draaiveld 81H maximum frequentie 81L minimum frequentie Temperatuurbewaking Iedere beveiliging beschikt over ruime regelbereiken, in het bijzonder voor stroombeveiligingen die het mogelijk maken te kiezen tussen de curvetypes constante tijden (DT), inverse tijden (SIT, VIT, LTI, EIT, UIT, RI, IEC SIT / A, IEC VIT of LTI / B, IEC EIT / C, IEEE invers, IEEE zeer invers, IEEE uiterst invers, IAC invers, IAC zeer invers, IAC uiterst invers) en vertragingswaarden van ogenblikkelijk (50 ms) tot 300 s minimum, regelbaar hetzij door middel van de vertraging hetzij door middel van de TMS-factor. De fasestroom- en aardfoutbeveiligingen moeten een regelbare geheugentijd hebben om de detectie van terugkerende fouten mogelijk te maken. De aardfout heeft beveiligingen met herkenning van de 2de harmonische om ongewenste uitschakeling te vermijden bij het inschakelen van de transfo. Vooraf bepaalde instellingsgroepen, die gebruik maken van maximumstroombeveiligingen, moeten selecteerbaar zijn door een interne logica voor een snelle aanpassing aan een beveiligingsplanwijziging. De eenheid moet het mogelijk maken gebruik te maken van een logisch selectiviteitsprincipe stroomopwaarts en stroomafwaarts, met inbegrip van beveiligingsplannen die gebruik maken van inverse tijden. De thermische overbelastingsbeveiliging moet gebaseerd zijn op de meting van de effectieve stroom (minstens tot de harmonische van rang 17) en dient rekening te houden met de omgevingstemperatuur. Het aanpassen van de uitschakelcurves per overbelasting moet mogelijk zijn om een aanpassing aan de eigenschappen van de machine mogelijk te maken. De instellingen worden uitgevoerd door het rechtstreeks invoeren van de waarde van de primaire stromen. Een uitschakeling door de beveiliging wordt gesignaleerd op het frontpaneel door een lampje en boodschap die de oorzaak van de fout aangeeft. Specificatie Sepam 1000+ serie 40 Veiligheidsrelais middenspanning Pagina 3/6 Metingen Iedere beveiligings- en sturingseenheid beschikt over de metingen die nodig zijn voor de exploitatie en de inbedrijfstelling, d.w.z. minstens over (voor onderstation-, transformator- en motortoepassingen) de effectieve waarde van de drie fasestromen de residuele stroom de meting van het gemiddelde en maximale stroomverbruik de meting van de op iedere fase onderbroken foutstromen meting van de spanningen, frequentie, vermogens en energiewaarden. Voor de vermogens en energiewaarden zijn de actieve en reactieve waarden beschikbaar en wordt er rekening gehouden met de energierichting. aanvullende metingen, zoals de waarde van het onevenwicht, het opwarmingspercentage,... Een van de metingen moet beschikbaar zijn op een analoge uitgang. Mens/machine-interface (frontpaneel) De beveiligings- en sturingseenheid moet een scherm hebben waarop de volgende dingen worden getoond: de gemeten waarden de exploitatieboodschappen (keuze van de taal, Engels of Frans) de onderhoudsboodschappen De weergegeven informatie moet zichtbaar zijn van een afstand van minstens 2 meter. Het scherm heeft minstens 2 lijnen om een duidelijke weergave van de boodschappen mogelijk te maken. Er moeten 8 lampjes worden voorzien om de alarmen en statussen weer te geven, zoals de stand van de vermogensschakelaar (open/gesloten), de zelftest van de relais, de fasefout- en aardingsfoutinformatie. Het moet mogelijk zijn de betekenis van de verschillende lampjes aan te passen aan specifieke behoeften. De informatie kan in 2 talen worden weergegeven: het Engels het Frans Nederlands (foutmeldingen i.p.v. Engels of Frans via editor in software) De beveiligings- en sturingseenheid moet een toetsenbord omvatten om de volgende operaties te kunnen uitvoeren : weergave van de metingen en de exploitatiegegevens, de alarmboodschappen kwitteren van de alarmen, resetten van de beveiliging toegang tot de instellingen van de beveiligingen toegang tot de parameters van de beveiliging Deze toegangen moeten worden beveiligd met behulp van 2 Specificatie Sepam 1000+ serie 40 Veiligheidsrelais middenspanning Pagina 4/6 verschillende wachtwoorden van minstens 4 tekens : 1 wachtwoord beveiligt de toegang tot de instellingen en het andere de toegang tot de parameters. Het moet mogelijk zijn te beschikken over een afzonderlijk scherm, bij een beveiliging zonder scherm, zodat dat het scherm gemakkelijk kan worden geïnstalleerd op een beter zichtbare plaats om de exploitatie- en onderhoudsoperaties te vergemakkelijken. Bediening en bewaking De beveiligings- en sturingseenheid moet logische ingangen en uitgangen omvatten voor het bedienen van de vermogensschakelaar (of de contactor) en om informaties te kunnen uitwisselen met procesbesturings- en – bewakingssystemen. De eenheid moet minstens 4 uitgangsrelais hebben met de mogelijkheid voor uitbreiding tot 8 uitgangsrelais en 10 logische ingangen. Die uitbreiding van het aantal ingangen en uitgangen de volgende dingen mogelijk maken : bediening van de opening en de sluiting, ongeacht het bedieningstype (spanningsuitschakelspoel of minimumspanningsuitschakelspoel) ANSI 69 / inschakelvergrendeling Uitschakeling op afstand Een editor voor logische vergelijkingen waarmee de bedieningslogica kan worden gecreëerd en gewijzigd. Memorisering van de gegevens (zelfs na onderbreking van de hulpvoeding). Als optie, bewaking van de uitschakelkring om een preventief onderhoud mogelijk te maken : bedieningstijd van de vermogensschakelaar, resettijd van de vermogensschakelaar, supervisie van de uitschakelkring (voeding, bekabeling en spoel), som van de onderbroken stroomsterkten voor 5 stroombereiken, aantal bedieningen, druk (voor SF6-vermogensschakelaars) Als optie, temperatuurbewaking (motoren, transformators) Als optie zijn er 8 temperatuursonde-ingangen verkrijgbaar (motor- en transformatortoepassingen) Oscillopertubografie: De registratie wordt automatisch of manueel gestart bij een gebeurtenis. De maximale duur van een registratie moet minstens 400 perioden bedragen, 12 meetpunten per periode, met een regelbaar aantal perioden voor de gebeurtenis De totale registratieduur moet 800 perioden bedragen Specificatie Sepam 1000+ serie 40 Veiligheidsrelais middenspanning Pagina 5/6 De registratie omvat minstens de datum, de eigenschappen van de kanalen, 4 stroomkanalen (I1, I2, I3, I0), 3 spanningskanalen en de logische ingangen. De registratiebestanden moeten het COMTRADE 97-formaat hebben De eenheid registreert de gebeurtenissen gedateerd met een nauwkeurigheid van 1 ms. Communicatie De beveiligings- en sturingseenheid moet worden aangesloten met een interfacemodule van het type RS 485, met een Modbus-protocol en een maximale snelheid van 38 400 baud De reactietijd van een bedieningscommando moet minder dan 15 ms bedragen (tijd tussen het commando voor verzending naar de eenheid en de ontvangstbevestiging). De beveiligings- en sturingseenheid moet het mogelijk maken om via de communicatie toegang te krijgen tot de meetgegevens, uitlezen van de instellingen, en toegang tot de oscillopertubografiegegevens en tot de afstandsinstelling van de beveiligingen. Er moet een RS 232-poort beschikbaar zijn op het frontpaneel van de relais om de communicatie met een PC mogelijk te maken met behulp van een gepaste software. Software Specificatie Sepam 1000+ serie 40 Gepaste softwares (draaiend onder Windows) maken het mogelijk de volgende gegevens te verzamelen: de meet- en exploitatiegegevens, de alarmboodschappen de diagnosegegevens van de vermogensschakelaar (som van de onderbroken stroomsterkten, aantal bedieningen…) de parametrerings- en instellingsgegevens, de status van de ingangen, de uitgangen en de lampen (uploaden van de PC naar de relais of downloaden van de relais naar de PC) de oscilloperturbografieregistraties : weergave van een of meer curves, 2 pointers voor differentiële metingen, zoom, afdrukken. Veiligheidsrelais middenspanning Pagina 6/6