Elektrische meetcentrale Gebruik De modulaire meetcentrale levert een geheel aan basisparameters die eenvoudig kunnen geïntegreerd worden in een volledig energeibeheersysteem. Algemene beschrijving De meetcentrale moet de volgende parameters meten: Stroom per fase Stroom in de nulleider Fase- en lijnspanning Totaal actief vermogen en per fase Reactief vermogen en per fase Totaal schijnbaar vermogen Totaal vermogensfactor Frekwentie Actieve energie (kWh) Reactieve energie (kVARh) Totaal gemiddeld vermogen: actief (kWd) of reactief (kVard) of schijnbaar (kVAd), huidige waarde en maximumwaarde Uurteller Overeenstemming met de normen De meetcentrale zal klasse 2 zijn volgens de norm CEI62053-21 voor de meting van energie. De meetcentrale zal conform zijn aan de CE-markering, en gestest in CEM volgens de normen CE161000-2, 61000-3, 61000-4, 61000-5 met immuniteitsniveau’s van 3 of 4 minimum. Constructiekarakteristieken De nauwkeurigheid van de meetcentrale bedraagt 0.5% voor de gelezen waarde en spanningen, 2% voor het vermogen. Alle metingen zijn van het type rms door rekening te houden met de harmonische tot rang 15. De meetcentrale zal op DIN-rails gemonteerd worden. Hij zal compact zijn, met een maximumbreedte van 4 modules van 18 mm. (dit maakt een breedte van 72 mm). De meetcentrale moet een verlichte LCD-scherm beschikken. Hij zal tegelijk de 3 fasen weergeven. De meetcentrale moet uitgerust zijn van een communicatie-bus van het type RS485, 19200 bauds, of van een impulsuitgang. Om de veiligheid van de verbruikers en personen te kunnen verzekeren, zal de installatiecategorie type III zijn. De communicatiekringloop zal van het type « zeer lage spanning zijn (ZLS)» en verschaft een isolatieniveau van het type dubbel tussen de spanningsstekker en de communicatiepoort. Dit product moet bestendig zijn aan een Uimp van 6kV (impuls spanning). De werkingstemperatuur bedraagt tussen –5°C tot +55°C. Alle informatie die weergegeven wordt op de scherm zullen eveneens ook beschikbaar zijn op de communicatiepoort. De parameters kunnen ingestesteld zonder gebruikt te moeten maken van « Dip switch » of andere hardware-voorzieningen. Alle afstelinformatie en nulstandfuncties moeten beveiligd zijn met een code. Elektrische karakteristieken De meetcentrale zal aangesloten kunnen worden op netten tot 480VAC zonder gebruik te maken van een externe spanningstransfo. De meetcentrale zal open zijn om te kunnen gevoed worden met een hulpvoeding gaande van 220VAC tot 240VAC 50Hz of 60Hz. Laatst gewijzigd: 5-/-0/2006 - 29: 1.4: Copyright © 2001 Schneider Electric