72 Schrift 254 Gerard van Broekhuizen Naschrift Zetel der wijsheid e sedes sapientiae of zetel der wijsheid is in de geschiedenis van de christelijke kunst een begrip dat verwijst naar Maria met het Christus-kind op haar schoot. Oorspronkelijk echter was de zetel der wijsheid de troon van Salomo, naar wie niet voor niets verscheidene boeken in de Bijbel zijn vernoemd: Spreuken, Prediker, Hooglied en natuurlijk ook het boek Wijsheid. D Salomo’s zetel of troon wordt uitgebreid beschreven in 1 Koningen 10,18-20. Hij was van ivoor, overtrokken met zuiver goud. Naast de armleuningen stonden twee leeuwen, en op de zes treden die naar de troon leidden, stonden twaalf leeuwen, één aan elke kant van iedere tree. We vinden deze troon met Salomo erop uitgebeeld aan de puntgevel van de kathedraal van Straatsburg, maar … Salomo zit er niet meer alleen. De treden aan weerszijden van zijn troon (hier niet zichtbaar) lijken wel een ladder die voert naar een nog hogere wijsheid: die van Christus, wiens troon de schoot van zijn moeder is. De wijsheid wisselde in het christendom dus van plaats, en dat verklaart waarom we Salomo en Christus in Straatsburg gestapeld zien. De verschuiving van de koning naar het kind is onder anderen verwoord door Ludolphe le Chartreux in zijn Vita Christi (hoofdstuk XI) en door Adam van Sint-Victor († 1180), die over Ma- ria dichtte: Tu thronus es Salomonis, cui nullus par in thronis, arte vel materia (Gij zijt de troon van Salomo, aan wie niemand op tronen gezeten qua maaksel of materie gelijk is). Dit in de patristische en vroegmiddeleeuwse literatuur zeer geliefde beeld werd breed uitgesponnen. Het ivoor van Salomo’s troon werd bij Maria het beeld van haar maagdelijkheid, en het goud is de haar overschaduwende godheid of haar volmaakte liefde. De twee leeuwen als leuningen werden soms vergeleken met Johannes de Doper en Johannes de Evangelist, maar ook wel met de aartsengel Gabriël en de evangelist Johannes en zelfs met de beide tafelen van de wet van Mozes. De overige leeuwen verwezen naar de twaalf apostelen of de twaalf voorvaderen van de heilige maagd. De trappen zijn het symbool van Maria’s deugden, en de beide handen die de troon vasthouden, staan voor God de Vader en de heilige Geest. Hier is de wijsheid van Salomo overtroffen, omdat het kind op de schoot (lees: zetel) van Maria later over zichzelf tegen zijn tegenstanders zou zeggen: ‘Hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!’ (Matteüs 12,42). Zo kreeg de eeuwige wijsheid in de kunst een plaats, en verwijst de zetel der wijsheid naar Maria. Het gezicht van het Christus-kind zal gaandeweg steeds volwassener trekken krijgen om te benadrukken dat hij al van meet af aan rijp was, wijs van vóór alle tijden. ■