B&W. nr.09.0259, d.d. 17 maart 2009 Burgemeester-aanbiedingsformulier Onderwerp Beantwoording van de schriftelijke vragen van R. Becht (GroenLinks), met betrekking tot de toekomst van het LAKtheater (ingekomen 29 januari 2009). BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. De beantwoording van de schriftelijke vragen van R. Becht van de GroenLinks-fractie, d.d. 29 januari 2009 met betrekking tot de toekomst van het LAKtheater vast te stellen. 2. De beantwoording te zenden aan de vragenstellers en de overige leden van de gemeenteraad. Samenvatting Het college heeft de schriftelijke vragen van de GroenLinks-fractie inzake de toekomst van het LAKtheater beantwoord. Beantwoording schriftelijke vragen aan het College van burgemeester en Wethouders van het raadslid R. BECHT (GL) inzake de toekomst van het Lak-theater (ingekomen 28 januari 2009) Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ingezonden 17 maart 2009) 1. Is het college het met GroenLinks eens dat het LAK theater als enige vrije vloer theater in Leiden een bijzondere plaats inneemt in het culturele aanbod in Leiden? Ja, een ‘vlakke vloer theater’ is een bijzondere aanvulling op de Schouwburg en andere theater- en toneelpodia. 2. Heeft het college van Burgemeester en Wethouders een gesprek gehad met de Universiteit Leiden en/of de directie van het LAK over de toekomst van het LAK theater? Vooraf is geen bestuurlijk overleg geweest over de financiële situatie en toekomst van het LAKtheater. Van de zijde van de Universiteit is mondeling aan het college meegedeeld dat zij besloten had haar financiële bijdrage aan het LAK-theater te stoppen. Daarbij heeft het college van B&W laten weten zeer teleurgesteld te zijn in dit besluit. Wij onderschrijven de achterliggende redenering van de Universiteit niet, dat de exploitatie van het LAK-theater geen kerntaak is omdat deze voor ca.65% mensen bedient die geen natuurlijke band met de Universiteit hebben. Voorzieningen van de Universiteit die de stad in brede zin ten goede komen, dragen naar onze mening juist bij aan het partnerschap van stad en universiteit en aan het draagvlak om blijvend in de Universitaire gemeenschap te investeren en vice-versa. Zeker gezien de vele opgaven die gemeente en Universiteit gezamenlijk hebben (bioscienceparc, studentenhuisvesting, etc.), mag de ambassadeursrol van dit soort universitaire voorzieningen in de stad niet onderschat worden, naast het culturele belang ervan. Inmiddels is een tweetal bestuurlijke gesprekken gevoerd met de directie over de (on)mogelijkheid van de gemeente om het ontstane tekort met gemeentelijke middelen op te vangen. Daarin hebben we aangegeven dat we, hoezeer wij het LAK-theater ook een warm hart toedragen, binnen de huidige door de raad vastgestelde begroting en meerjarenraming geen mogelijkheden zien voor een substantiële verhoging van de subsidie met 400.000 euro. 3. Zo nee, is het college van Burgemeester en Wethouders bereid om het initiatief te nemen tot een dergelijk gesprek? Het college van bestuur van de Universiteit heeft een besluit genomen. Op dit moment hebben wij geen signalen dat het college van bestuur bereid is, bijvoorbeeld onder druk van reacties uit de stad of binnen de universiteit, haar besluit te heroverwegen. Zolang de Universiteit bij haar standpunt blijft zich terug te trekken en het volledige tekort door anderen c.q. de gemeente (die daarvoor binnen de begroting geen ruimte heeft) moet worden opgevangen, is een gesprek daarover helaas weinig zinvol. De begroting laat dat eenvoudig niet toe. Bovendien achten wij –vanwege de onder 2 genoemde reden- een situatie ongewenst waarin de Universiteit zich geheel uit de programmering van het LAK terugtrekt. 4. Is het college van Burgemeester en Wethouders bereid om samen met het LAK theater te onderzoeken op welke (niet-financiële) manier de gemeente het LAK theater kan helpen om te blijven voortbestaan? Er zijn geen niet-financiële manieren om het LAK te doen voortbestaan. Wel denken momenteel enkele ambtenaren mee met de LAK-directie over mogelijke toekomstscenario’s. 5. Zo nee, waarom is het college daar niet toe bereid? Zie 4. 6. Zo ja, is het college bereid om indien er mogelijkheden zijn om niet-financieel het LAK theater te helpen deze mogelijkheden ook te benutten? Anders dan het uiten van onze teleurstelling en zorg over de universitaire bezuiniging op het LAK en het ambtelijk ‘meedenken’, zien wij niet goed welke niet-financiële maatregelen kunnen bijdragen aan het voortbestaan van het LAK-theater. 7. Indien het college niet bereid is om niet-financiële maatregelen te nemen, waarom is het college daar niet toe bereid? Niet van toepassing.