age

advertisement
PERSBERICHT VUB CROSSTALKS BOEK
AGE - FROM THE ANATOMY OF LIFE TO THE ARCHITECTURE OF LIVING
AGE is een boek dat het leven viert en bruggen slaat tussen disciplines en leeftijden. Een mix van
wetenschappers, architecten, filosofen, zorgactoren, beleidsmakers, bedrijfsleiders, kunstenaars en
activisten buigen zich over vier hoofdthema's: de biologie van het leven, gezondheid en genezen,
leven en werken en leeftijdsdiscriminatie. Met 'Age' biedt Crosstalks een inspirerende route, weg
van een samenleving gedreven door competitie en winst en verdeeld door klasse, inkomen, ras,
gender, opleiding of leeftijd.
Het resultaat is een mix van empirisch en wetenschappelijk onderzoek, reflecties, projecten, een
schreew tegen leeftijdsdiscriminatie, en zelfs ‘Drie regels om schandelijk oud te worden’.
Er gaat geen week meer voorbij of leeftijdsdiscriminatie duikt op in de berichtgeving, op de
werkvloer, in gesprekken, in politieke discussies, in onderzoek, in opiniepagina's en blogs.
AGE is een eerste interdisciplinaire en intersectoriële waaier van argumenten waarom we net zoals
bij gender, klasse, ras en opleiding heel sterk het hoofd moeten bieden aan discriminatie, dit keer op
basis van leeftijd.
Decennialang was het verhogen van de levensverwachting een uitdaging voor academische en
andere onderzoekers en nu het zover is, voor een gepriviligeerd deel van de wereldbevolking, is die
ouder wordende bevolking plots een probleem. Hadden beleidsmakers en de samenleving dat dan
niet zien aankomen? Misschien wel maar ze besloten althans om het te negeren tot ze een
verklaring nodig hadden voor de aanslepende financiële crisis en economische recessie en toen
bleek de vergrijzing een perfect excuus in het falen van oplossingen voor economische en sociale
problemen.
Ook al wordt de wereldbevolking in haar totaliteit ouder, de levensverwachting blijft ongelijk
verdeeld en velen hebben geen toegang tot gezondheidszorg. Die verdeeldheid is meestal
gekoppeld aan de economische ontwikkeling van een land of regio. Er mogen de voorbije decennia
dan misschien veel inspanningen zijn geleverd om de gezondheidszorg wereldwijd uit te bouwen,
toch heeft onze samenleving de neiging meer te investeren in landen of regio’s waar mensen op
economisch vlak het meeste opbrengen. Sterker gezegd: de afwezigheid van gezondheidszorg is een
misplaatste methode om de bevolkingsgroei tegen te gaan.
Voor de zestiende-eeuwse Engelse filosoof en staatsman Francis Bacon (1561-1626) had de
geneeskunde drie functies: mensen gezond houden, hen genezen als ze ziek werden en hen zo lang
mogelijk laten leven. Definities van ‘een goede gezondheid’ en ‘een waardige dood’ variëren
naargelang de culturele en historische context. De Ars Moriendi – een blokboek uit de vroege
vijftiende eeuw, gemaakt in de Nederlanden – was de eerste westerse handleiding die mensen de
kunst van het sterven moest aanleren (Rosenwald L.J. Collection, circa 1493). De bedoeling was om
de teksten (uit het hoofd) te leren en de kennis toe te passen als de fatale uren ingingen. De korte
versie bestaat uit elf houtsneden met instructieve illustraties die ‘waardig sterven’ – lees: volgens de
christelijke traditie – uitleggen: van de kunst van het wenen of het snuiten van je neus, tot leren
schaken, bidden en natuurlijk het sterven zelf. Mensen leerden de grote en de kleine passen van de
laatste dans. Dokters werden ingeschakeld door zij die wilden genezen of door degenen die zich een
makkelijke en snelle dood konden veroorloven. Euthanasie is dus zeker geen recent verschijnsel, de
wetgeving daarentegen wel.
Onze wereld vertoont diepe kloven en wonden, en grote onzekerheden over de toekomst. Ondanks
de vooruitgang in kennis en technologie leven we op dit moment in een 'tijdperk van angst' waarbij
vragen over de rol van de technologie hierin zich opdringen. Voor elke technologische innovatie en
investering moet er een emotionele en intellectuele waarde wijken. En toch blijven mensen meer
verwachten van technologie dan van elkaar, aldus Sherry Turkle op in Alone Together (2012). Terwijl
we ondertussen ook beseffen dat de gebruikte algoritmes door Google en de sociale media niet
meteen een open en vrije democratie beogen. En terwijl de verdere automatisering op de werkvloer
banen kost, levert ze niet meteen de beloofde nieuwe banen op en de financiële besparingen door
de automatisering komen alleen ten goede van de aandeelhouders. Recent onderzoek van Linda
Stone (2015) stelt dat de huidige technologie, met haar eindeloze stroom aan pushberichten, onze
lichamen in een constante van vecht-of-vluchtmodus brengt, en dat we zelfs kort stoppen met
ademen wanneer we mails of sociale media raadplegen. Een teken van angst zowaar. Anderzijds valt
de stijgende noodkreet tot fysiek en sociaal contact niet langer te ontkennen. Van ouderloos
opgroeiende en ontheemde kinderen en mensen, tot alleenstaande volwassenen en ouderen, een
verzet tegen verdere ontmenselijking van elke mogelijke sociale interactie dringt zich op.
In China is de gemiddelde leeftijd vandaag 35 jaar en tegen 2050 zal dat 49 zijn (Berreby, 2013).
Dezelfde bron leert ons dat het aantal ‘ouderen’ in Brazilië vandaag 7% van de bevolking uitmaakt,
en die groep in 2050 zal aangroeien tot een kwart van de bevolking. Maar wat leren die cijfers ons
eigenlijk, en wat wordt precies bedoeld met ‘ouderen’? Een van de helderste beschouwingen
hierover is een artikel van Jérôme Pellissier dat in 2013 in Le Monde Diplomatique verscheen. In
slechts enkele regels ontrafelt hij de clichématige portrettering van een ouder wordende
samenleving en de obsessie van economen en politici om die groep te overschatten. Kort
samengevat stelt hij dat Frankrijk in 2013 14 miljoen minderjarigen telde en 11 miljoen mensen
ouder dan 65, en dat er drie keer meer jonge mensen (30% van de bevolking was jonger dan 25)
waren dan oude (9% was ouder dan 75). Zij die ouder zijn dan 60 of 65 zullen volgens Pellissier nooit
– zelfs niet in de nabije toekomst – in de meerderheid zijn omdat in 2060, als effect van de huidige
babyboom, de bevolking in bijna drie gelijke delen zal zijn verdeeld: één jonger dan 30 jaar, één
tussen de 30 en 60 jaar en één ouder dan 60 jaar.
Hoeveel productiever zou het debat over de vergrijzing zijn indien beleidsmakers dit soort cijfers
gebruikten om hun beleid op te baseren in plaats van die telkens weerkerende omgekeerde
piramide waarbij de ‘ouderen’ – in economische termen de ‘gepensioneerden’ – de jongere
generatie – de ‘werkenden’ – in aantal overtreffen. Die laatsten worden overigens vaak als
synoniemen gehanteerd terwijl de realiteit veel complexer is. Net zoals gender, ras en klasse
discriminerende criteria kunnen zijn, is dit soort beeldtaal polariserend en niet-productief. Iemands
levensverwachting, gezondheid en welzijn hangen meer af van de opleiding die zij/hij genoten heeft
en haar/zijn inkomen dan haar/zijn leeftijd an sich. Dus laat ons nadenken over hoe de verschillende
generaties het beste kunnen samenleven en de sociale en culturele maturiteit van de oudere
generaties in de verf kunnen zetten, en ondertussen investeren in het verbeteren van ons onderwijs
en de sociale ongelijkheid proberen weg te werken. De stijgende levensverwachting is een
geweldige prestatie, maar vormt tegelijk een uitdaging voor de welvaartsstaat en legt meer
klemtoon op individuele en private dan op gemeenschappelijke belangen. De Amerikaanse activiste
Maggie Kuhn (1905-1995) was een van de eerste sociologen die zich uitsprak tegen de
machteloosheid van de oudere generaties. Voor Kuhn, mede-oprichtster van de Gray Panthers,
slagen veel gerontologen er niet in om een bureaucratisch systeem met sociale controles in vraag te
stellen. Immens inspirerend is het werk van de architecten Shusaku Arakawa (1936-2010) en
Madeline Gins (1941-2014) met hun 'architectuur tegen de dood', niet zozeer een wens tot
onsterfelijkheid maar een constructief proces van weerstand.
Leeftijdsdiscriminatie werkt volgens dezelfde principes als racisme, seksisme en klassenongelijkheid
en vormt een heuse bedreiging voor iemands keuzevrijheid, onafhankelijkheid, inkomen,
levenskwaliteit en mentaal welzijn. Wanneer zijn die vooroordelen tegenover ouderen en ouder
worden overigens begonnen? Sinds wanneer verhullen mensen hun werkelijke leeftijd of lijken we
ons te willen verontschuldigen voor onze leeftijd? Jonge mensen proberen er ouder uit te zien en
oudere mensen jonger.
Wanneer je lichaam het laat afweten, is leeftijd nooit de enige factor. Natuurlijk verhogen de
uitgaven van de gezondheidszorg als de bevolking ouder wordt. De zorg wordt nu eenmaal alsmaar
beter en daardoor blijft de leeftijdsverwachting inderdaad nog steeds stijgen. Op zich is dat geen
reden om te panikeren, het zou eerder een aanleiding moeten zijn om na te denken over het huidige
zorgsysteem en te leren van andere (lokale) zorgsystemen. In een geglobaliseerde wereld zouden de
verschillen inspirerend moeten zijn, niet verstikkend.
De levensverwachting van de mens is relatief in vergelijking met die van andere soorten, Sommige
soorten zijn bijzonder goed in oud worden. In de White Mountains in Californië bijvoorbeeld vonden
onderzoekers borstelkegeldennen die meer dan 4000 jaar oud zijn en geen enkel teken van
teloorgang vertonen. Natuurlijke selectie vermijdt de aftakeling door ouderdom en sommige
soorten lijken zelfs te verjongen naarmate ze langer leven. Planten zijn zeker niet de enige
organismen die het ouderdomsproces weren; sommige diersoorten vertonen ook
verjongingsverschijnselen naarmate ze langer leven. Een interessant geval is dat van de naakte
molrat een van de langstlevende knaagdieren, die zelfs 30 jaar kan worden in gevangenschap.
Naakte molratten leven net als (honing)bijen en mieren in een kolonie, die bestuurd wordt door één
enkele koningin. De koningin, die tegelijk de voedster is, blijft – in tegenstelling tot de mens
bijvoorbeeld – tot op het einde van haar leven vruchtbaar. Een aantal maanden geleden (augustus
2016) ontdekten Deense onderzoekers dan weer een ruim 400-jarige Groenlandse haai, waarvan het
vrouwtje pas geslachtsrijp wordt na haar 156ste verjaardag. Helaas zijn deze haaiensoorten bijna
uitgestorven omdat ze vaak in de netten van vissers verstrikt geraken, nog voor ze de kans hebben
gehad zich voort te planten. Dergelijke ontdekkingen relativeren de noodzaak om één welbepaalde
diersoort in leven te houden. Investeren in het bevriezen van menselijke eicellen, in de creatie van
cyborgs of in regeneratieve medische therapieën om eeuwig te leven is één ding, 165 jaar wachten
om seks te hebben een heel ander.
Mensen hebben een vreemde relatie tot tijd. De drang om gebeurtenissen op een tijdslijn te
plaatsen, de obsessie om tijd tot op de seconde te meten en het bewustzijn dat meerdere
gebeurtenissen gelijktijdig plaatsvinden, hebben een heel specifiek kader gecreëerd voor de
identiteit van een individu. Onze identiteit komt onder meer tot stand door een aaneenschakeling
van gebeurtenissen eerder dan door de totaliteit van iemands levensloop. Ondanks het
wijdverspreide geloof dat mensen tijd anders ervaren naarmate ze ouder worden, tonen de
resultaten van de peiling 'Age effects in perception of time' iets heel anders. Onafgezien van hun
leeftijd, vonden alle deelnemers van de bevraging dat de tijd snel ging. De tijdsperceptie van
kleinere eenheden zoals een uur, een week, een maand, veranderde niet met de leeftijd. Uit het
antwoord op de vraag ‘Hoe snel gingen de voorbije tien jaar voor jou?’ bleek dat de perceptie van de
snelheid van tijd met de jaren verhoogde, een patroon dat piekte rond de 50 jaar om dan weer
stabiel te blijven tot voorbij de 90.
Op de vraag hoe relevant iemands leeftijd vandaag is, bestaat er geen eenduidig antwoord. Want
hoewel mensen zelf hun leeftijd niet meteen als een dominerende factor ervaren, zijn vele rechten
en plichten in onze maatschappij wel leeftijdsgebonden: onderwijs, een rijbewijs behalen,
stemgerechtigd zijn, het kopen en drinken van alcohol, seks hebben, werken, met pensioen gaan
enzovoort. Die leeftijdsgrenzen zijn geen natuurlijk gegeven zoals geboorte en dood, maar worden
om morele, sociale of economische redenen opgelegd en verlegd. Altert blijven voor
leeftijdslimieten is de boodschap. En je niet volgens je leeftijd gedragen, intentioneel of niet, is
zowel een gevaarlijke als een hoopgevende attitude.
http://www.aspeditions.be/nl-be/book/AGE111445A/age---from-the-anatomy-of-life-to-thearchitecture-of-living-marleen-wynants-goedele-nuyttens.htm
Vormgeving: Sven Beirnaert
Editors: Marleen Wynants en Goedele Nuyttens
VUB bijdragen:
Jean Paul Van Bendegem – I’ll be 90 in 2043
Sarah Dury – Volunteering in later life is worth gold
Marleen Wynants – The tragedy of the commons in health care. An interview with Ri De Ridder and
Mark Elchardus
Patrick Deboosere & Hadewijch Vandenheede – Live longer, work longer? The creation of a new
paradigm
Philippe Claeys – One upon a time
€ 35,00
ISBN: 9789057185076
422 pagina's
Download