1-D Schrödinger vergelijking (1999 - opgesteld door Inge van de Stadt) Deeltjes karakter van licht: Zwarte straler -> constante van Planck, vgl. statistische mechanica: snelheidsverdeling (Bolzmann) en de stralingskromme. Foto-electrisch effect: E hf E h Compton Effect momentum voor fotonen: p c 2 2 4 2 2 Speciale relativiteitstheorie: E m 0 c p c , voor fotonen m0 0 De Broglie: als golven zich als deeltjes gedragen, gedragen deeltjes zich misschien als golven met een h golflengte: p Als deeltjes zich als golf gedragen, moeten ze een golffunctie hebben: x, y, z, t Electronen diffractie: G.J. Thompson. Het werkte ook voor neutronen ... 2 Interferentie patronen bij bv. dubbele spleet experimenten: I Deeltjes karakter is weer waarneembaar bij heel lage intensiteit, geldt ook fotonen bij interferentie bv. dubbele spleet of bij fotografie. Vandaar de Born interpretatie: de golven zijn waarschijnlijkheidsgolven en de waarschijnlijkheid om een deeltje op een bepaalde plek waar te nemen is: De intensiteit is fysisch waarneembaar en die moet dus reëel zijn. De golffunctie zelf hoeft dat niet te zijn: 2 2 Vandaar de normalisatie (het deeltje moet zich ergens in het universum zijn): universum 2 dxdydz 1 dxdydz 1 universum 2 h h p k met k en p 2 En ook: E hf We hadden dus Hoe kan x, y, z, t er uitzien? Voor een electromagnetische lopende golf hebben we bv: E x, t E0 sin kx t Dit kan ook weergegeven worden met het reële deel van E0 e i kx t . Voor waarschijnlijkheidsgolven is er geen reden om reëel te blijven: x, t Aei kx t (of in 3-D: x, y, z, t Aei kr t ) Als je deze differentieert naar de tijd krijg je: i i i E t t t Dit lijkt op een matrix vergelijking met eigenvectoren en eigenwaarden: Ax x waar x de eigenvector en de eigenwaarde van de vergelijking wordt genoemd. In de vergelijking i E is de eigenvector en E de eigenwaarde, terwijl de zg. totale energie operator i Hˆ de t t rol van de matrix vervult. 1 1-D Schrödinger vergelijking (1999 - opgesteld door Inge van de Stadt) Differentiëren naar de plaats geeft ik i k i p x i pˆ x x x x x Energie argument Voor 1-D: Totale energie = kinetische energie + potentiële energie. p2 Kinetische energie: 12 mvx2 x ; Potentiële energie: V x, t , we nemen een tijdsonafhankelijke potentiële 2m energie; V x p x2 V x 2m pˆ x2 pˆ x2 ˆ In operator vorm H V x Hˆ V x 2m 2m 2 2 x, t V x x, t i x, t 2 2m x t De totale energie is dus: E Dit is de 1-D Schrödinger vergelijking Oplossen: Scheiden van variabelen: x, t xT t 2 2 x T t V x x T t i x T t E x T t 2 2m t x Dan hebben we als eerste x T t E x T t i x T t E x T t t t i T t ET t t i T t Ce iEt We hebben ook: 2 2 x T t V x x T t E x T t 2m x 2 2 2 x V x x E x 2m x 2 Dit is de tijdsonafhankelijke Schrödinger vergelijking (1-D) 2