162 N. DEBROT staten zijn opgenomen in de Union Fran9aise, terwijl tot „territoires associés" de gebieden worden gerekend die door de Volkenbond mandaatgebieden werden genoemd en onder de bepalingen van de V.N. „trust gebieden" (beheerschapsgebieden) heten. De Franse gebieden in het Caraïbische bekken behoren tot de „départements d'outre-mer" en maken als zodanig deel uit van de République Fran9aise en de Union Fran9aise. Zij zijn Franse departementen zoals de departementen in Frankrijk. Er is vrij ernstige critiek geleverd op het Franse assimilatie-principe. Men heeft gezegd, dat de Franse assimilatie niet anders was dan een verkapte annexatie. Bij deze critiek werd over het hoofd gezien, dat de Franse grondwet wel degelijk ook rekening houdt met momenten van emancipatie. Het zou onbillijk zijn, een Frans departement gelijk te stellen aan een kolonie, al dan niet Frans. De départements d'outre-mer zijn bovendien als zodanig vertegenwoordigd in het centraal wetgevend orgaan van de Union Franchise. Zij treden daarin afzonderlijk op, dus niet in de kwaliteit van departement van de Franse republiek. Weliswaar heeft Prof. FRANCOIS in zijn Handboek van het Volkenrecht gewezen op de tegenstrijdigheid in deze constructie, maar zij bewijst toch dat de autonomie-gedachte niet werd verwaarloosd. De Enge/sew hebben een oplossing van het koloniale vraagstuk die in veel opzichten radicaal tegenovergesteld is aan die van de Fransen. Het British Empire is opgebouwd uit Groot Brittanië, dominions, protectoraten en „colonies". Ik geef hier de Engelse term, omdat het begrip koloniën in de oorspronkelijke betekenis eigenlijk in het Britse rijk niet meer voorkomt. Groot Brittanië is de verkorte naam voor het Verenigd Koninkrijk van Groot Brittanië en Noord-Ierland (United Kingdom) dat zoals de naam reeds zegt, behalve Engeland, Wales en Schotland, ook nog Noord-Ierland omvat. Groot Brittanië heeft essentieel geen andere status dan de z.g. dominions, een woord, dat de laatste tijd sommige mensen als sirenenzang in de oren klinkt. De rechtstoestand van de dominions heeft zijn duidelijke omschrijving gevonden in de beroemde verklaring van Lord BALFOUR van 1926: „They are autonomous communities within the British Empire, equal in status, in no way subordinate one to another in any respect of their domestic or external affairs". De Caraïbische gebieden vallen onder het begrip „colonies", maar dan in de betekenis, die de Engelsen er thans aan hechten. Het Engelse staatsrecht kent tweeerlei soorten „colonies". Men onderscheidt „colonies non possessing self-gpvernment" en „colonies possessing self-government". „Self-government" wordt hier gebruikt in de betekenis van zelfbestuur met verantwoordelijke ministers. De Engelse entiteiten zijn alle „colonies" die nog niet het „self-government" bezitten, maar waarvan de ontwikkeling zich in de richting hiervan beweegt. Onder de Engelse eilanden bestaat, constitutioneel gesproken, een duidelijke multiformiteit. Men heeft tal van structuren bedacht voor de uitvoerende zowel als voor de wetgevende macht. Men kent het één- en het twee-kamerstelsel, die onderscheiden worden als "legislative assem-