2 Voortplanting thema bij zaadplanten OPDRACHTEN 1 Geslachtelijke voortplanting 1.1 Bouw van een bloem Opdracht 2.1 Hoe is een bloem gebouwd? benodigdheden: - bloemen van koolzaad - kleefband werkwijze - Bekijk nauwkeurig de bloem van het koolzaad. - Pluk alle bloemdelen van de buitenste kring los en leg ze naast elkaar. Doe hetzelfde met de bloemdelen van de tweede, derde en vierde kring. - Vul daarna de tabel in. - Droog van elk bloemdeeltje één exemplaar en kleef dat in de laatste kolom. 18 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN Kring 1 2 3 4 5 Schets (Let op vorm en afmeting!) Kleur Aantal deeltjes Gedroogd deel THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN - Vul bij de schets de naam van de aangeduide delen aan en kleur natuurgetrouw. Afb. W 2.1 Bouw van een bloem 19 20 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN 1.2 Het verloop van de geslachtelijke voortplanting A Ontwikkeling van de zaadcel B Ontwikkeling van de eicel Opdracht 2.2 Hoe is een vruchtbeginsel gebouwd? benodigdheden: - een tulp - een scherp mesje werkwijze - Bekijk de stamper van een tulp. Snijd het vruchtbeginsel dwars door. - Teken die dwarse doorsnede en benoem de verschillende delen. Afb. W 2.2 Stamper van een tulp C Bestuiving D Bevruchting Opdracht 2.3 Hoe gebeurt de bevruchting? benodigdheden: - 5 % suikeroplossing - een petrischaal met deksel - filtreerpapier - rijpe stuifmeelkorrels van vlijtig liesje - een pincet - een microscoop - een voorwerpglas en een dekglas THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN werkwijze - Doorweek het filtreerpapier met de suikeroplossing. Leg rijpe stuifmeelkorrels van het vlijtig liesje met het pincet op filtreerpapier. - Leg het filtreerpapier in de petrischaal en dek de schaal af. - Plaats de petrischaal één dag op een warme plaats. - Schraap de stuifmeelkorrels op het voorwerpglas, doe er een druppel water bij en dek af met een dekglas. - Bekijk met de microscoop. - Beschrijf je waarneming. ................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................. - Noteer bij de schets de namen van de aangeduide delen. Wanneer de stuifmeelbuis het zaadbeginsel binnendringt, gebeurt de bevruchting. De eicel en de zaadcel versmelten. Het zaadbeginsel wordt een zaad, het vruchtbeginsel wordt een vrucht. Afb. W 2.3 Bevruchting 21 22 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN E Bouw van de vrucht Opdracht 2.4 Hoe is een vrucht gebouwd? benodigdheden: peulvrucht van een bonenplant of een erwtenplant werkwijze - Bekijk de peulvrucht. - Maak een schets. - Noteer de namen bij de verschillende delen. - Open de vrucht langs de naden. - Schets één helft, dat is een half vruchtblad. - Duid de bladrand of buiknaad, de hoofdnerf of rugnaad, een zaad en de navelstreng aan. THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN F Bouw van een zaad Opdracht 2.5 Hoe is een zaad gebouwd? benodigdheden: - een boon die een dag in water heeft gelegen - een loep werkwijze - Bekijk de buitenkant van de boon. - Maak een tekening van de buitenkant van de boon. - Duid de volgende delen aan: zaadhuid, navel, poortje en knobbeltje. - Haal nu voorzichtig de zaadhuid van de boon af. Begin aan de kant waar de navel niet zit. Je ziet nu de kiem. De twee grote zaadlobben zijn opvallend. Je ziet ook het worteltje van de kiem. De top van het worteltje zit vlak bij het poortje. - Maak een tekening van de boon zonder zaadhuid. - Duid de volgende delen aan: zaadlob, worteltje. - Haal nu de zaadlobben voorzichtig van elkaar af. Bij één zaadlob zie je het worteltje en het pluimpje, een klein stengeltje en twee kleine blaadjes. Gebruik voor die waarneming de loep. - Schrijf nu bij de tekening de namen van de aangeduide delen. 23 24 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN besluit Afb. W 2.4 Bouw van een zaad - Plet nu één van de zaadlobben en druppel er wat lugol op. waarneming ................................................................................................................................................................................................................................................................................. G Kieming Opdracht 2.6 In welke omstandigheden kiemen zaden het best? benodigdheden: - een twintigtal zaden, van bijvoorbeeld radijs, tomaat of tuinkers, die een dag in water geweekt werden - 3 glazen bokaaltjes - keukenpapier - plasticfolie werkwijze - Leg 1/3 van de zaden op nat keukenpapier in een bokaal. Sluit de bokaal af met geperforeerd plastic folie om uitdroging tegen te gaan. Plaats de bokaal op een warme plaats (20-25 °C). - Zet een gelijkaardige opstelling op een koudere plaats. - Zet een derde, niet afgedekte, kiemproef bij de wel afgedekte proef op de warmere plaats. - Vergelijk na enkele dagen de ontwikkeling van de planten in de drie opstellingen. waarneming ................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................. besluit ......................................................................................................................................................................................................................................................................... THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN Opdracht 2.7 Hoe verloopt de kieming? benodigdheden: - enkele geweekte bonen - een bakje met vochtig keukenpapier - plasticfolie werkwijze - Leg de bonen in een bakje op vochtig keukenpapier. - Sluit het bakje af met geperforeerde plasticfolie. - Bekijk dagelijks wat er gebeurt. - Noteer wat je vaststelt. Let daarbij op de volgende veranderingen: - tevoorschijn komen, groei en ontwikkeling van het worteltje, - tevoorschijn komen en lengtegroei van het stengeltje, - verandering in de kleur van de blaadjes vóór en na de kieming, - verandering bij de zaadlobben. waarneming ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... 25 26 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN Opdracht 2.8 Hoe kan de ontwikkeling van een plant worden weergegeven? Hieronder zie je tekeningen van de kieming en de eerste dagen van de ontwikkeling van een boon. Er werd elke dag een tekening gemaakt op millimeterpapier, 12 dagen lang. - Meet met een lineaal de lengte van het worteltje en het stengeltje en vul de tabel in. Afb. W 2.5 Ontwikkeling van een plant Dagen 1e dag 2e dag 12e dag Lengte van het worteltje in mm Lengte van het stengeltje in mm THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN - Teken, uitgaande van de tabel op de vorige bladzijde, de groeicurve van het worteltje en het stengeltje. Gebruik voor elke curve in de grafiek een andere kleur. Lengte van de stengel (m) 190 180 170 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Tijd (dagen) De ontwikkeling van een plant kan dus met een tabel en met een grafiek worden weergegeven. 12 27 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN Opdracht 2.9 Lezen van een grafiek Hieronder vind je een grafiek van de groei van de stengel van een zonnebloem. Groei van de stengel van de zonnebloem 190 180 170 160 150 140 130 Lengte van de stengel (cm) 28 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0 1 2 3 4 5 6 Tijd (weken) Hoe lang is de stengel na: - 3 weken: .......................................................................................................................................................................................................................................................... - 6 weken: ......................................................................................................................................................................................................................................................... THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN 1.3 Verscheidenheid bij bloemen Opdracht 2.10 Zijn alle bloemen op dezelfde manier gebouwd? benodigdheden: - een computer met cd-romspeler - de cd-rom ’De interactieve flora van Nederland’ werkwijze - Zoek op de cd-rom via het encyclopediegedeelte de planten uit de onderstaande tabel op. - Bekijk de bloemen van die planten en lees de bijhorende tekst. - Vul de onderstaande tabel in. 29 akkervergeetmij-nietje gele lis vlasbekje dotterbloem bleke klaproos akkerkers brede wespenorchis akkerwinde robertskruid pinksterbloem daslook Plant kleur aantal vergroeid of los Bloemdekbladeren kleur aantal Kroonbladeren vergroeid of los kleur aantal Kelkbladeren vergroeid of los Aantal meeldraden Aantal stijlen 30 OPDRACHTEN THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN A Bloemdekbladeren B Onvolledige, eenslachtige bloemen C Bovenstandig en onderstandig vruchtbeginsel D Windbloeiers en insectenbloeiers Opdracht 2.11 Op welke verschillende manieren wordt stuifmeel verspreid? benodigdheden: - twee glazen gevuld met water - bloemen van smalle weegbree en vlasbekje - donker papier werkwijze - Plaats in het ene glas enkele bloemen van de smalle weegbree en in het andere enkele bloemen van het vlasbekje. - Zorg ervoor dat de bloemen over de rand van het glas komen. - Zet beide glazen op een donker papier en laat ze enkele dagen staan. waarneming Zet een kruisje op de juiste plaats. Smalle weegbree Vlasbekje Veel stuifmeelkorrels op papier Weinig stuifmeelkorrels op papier Helmknoppen uit de bloem Helmknoppen in de bloem Felgekleurde bloem Onopvallende bloem besluit Leid af op welke manier het stuifmeel verspreid wordt bij: - de smalle weegbree: ....................................................................................................................................................................................................................... - het vlasbekje: ...................................................................................................................................................................................................................................... 31 32 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN 1.4 Voorstelling van een bloem: bloemdiagram en bloemformule Opdracht 2.12 Hoe kun je het bouwplan van een bloem schematisch voorstellen? benodigdheden: twee koolzaadbloemen werkwijze - Neem een volledige bloem van het koolzaad. - Trek één voor één de kelkbladeren af en leg ze op de buitenste cirkel van de onderstaande figuur. - Leg de kroonbladeren met hun basis op de tweede cirkel. - Leg de helmknoppen van de buitenste meeldraden op de derde cirkelomtrek. - Leg de helmknoppen van de binnenste meeldraden op de vierde cirkelomtrek. - Leg de stamper in het midden van de figuur. - Schik op elke cirkel de bloemdelen zoals ze in de bloem geplaatst zijn. Vergelijk met de volledige bloem! - Teken de plattegrond van een bloem van het koolzaad. Stel elk bloemdeel voor met de gepaste symbolen. Je vindt die symbolen op afbeelding 2.4 in je leerboek op blz. 27. Deze schematische voorstelling van de bloem is een ........................................................................................................................................................... THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN 1.5 Bouwverschillen bij enkele vruchten Opdracht 2.13 Welke bouwverschillen zien we bij vruchten? benodigdheden: vruchten van de tamme kastanje, de paardekastanje, de tomatenplant, de bonenplant en de appelboom werkwijze - Zoek bij elke vrucht de resten van de stempel en de stijl. - Open, indien mogelijk, de vruchten of snijd ze door van boven tot beneden. - Zoek de zaden op. waarneming Vul de onderstaande tabel in. Vrucht van tamme kastanje Vrucht van paardekastanje Vrucht van tomatenplant Vrucht van bonenplant Vrucht van appelboom Uitzicht van de vruchtwand Kleur van de zaadhuid Andere plantendelen die deels vergroeid zijn met de vrucht Naam van de soort vrucht 1.6 Verspreiding van zaden en vruchten Opdracht 2.14 Hoe worden zaden en vruchten verspreid? benodigdheden: vruchten van de volgende planten: de paardebloem, het kleefkruid, de brem, de hondstong, het viooltje, de linde, de esdoorn, de berk, de klit, de es, de braam, de lijsterbes, de klaproos, de hazelaar, het vlasbekje, de gele lis { werkwijze Noteer de naam van de plant, kruis de verspreidingswijze aan en noteer de specifieke aanpassingen aan de verspreidingswijze. 33 34 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN Vrucht van: Verspreiding door de plant zelf Verspreiding door de wind Verspreiding door dieren en mens Verspreiding door water Specifieke aanpassing van vrucht of zaad aan de verspreidingswijze THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN 2 Ongeslachtelijke voortplanting Opdracht 2.15 Hoe kun je een plant ongeslachtelijk vermenigvuldigen? (1) benodigdheden: - een stengel van siernetel, pelargonium of wilg - een scherp mes - een bokaal met water werkwijze - Snijd de stengel van de plant dwars door op ongeveer 10 cm van de top, net onder een knoop. - Verwijder de bladeren, behalve die twee die het dichtst bij de top staan. - Zet de scheut in de bokaal met water in een warme omgeving. - Bekijk regelmatig de stengelbasis. waarneming Noteer je waarnemingen in de volgende tabel. Siernetel Pelargonium Wilg Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 besluit ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... 35 36 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN Opdracht 2.16 Hoe kun je een plant ongeslachtelijk vermenigvuldigen? (2) benodigdheden: - Kaaps viooltje - vochtige teelaarde werkwijze - Breek een blad af van het Kaaps viooltje. - Kneus de onderkant van het blad en leg het op de vochtige teelaarde. - Bekijk na enkele weken wat er gebeurd is. waarneming ................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................. besluit ......................................................................................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................................................................................... 3 Hooikoorts Opdracht 2.17 Hooikoorts Maak gebruik van een medische encyclopedie, het internet of de cd-rom om de onderstaande vragen op te lossen. Als je zelf last hebt van hooikoorts, kun je sommige vragen uit eigen ervaring beantwoorden. Of misschien ken je iemand in je omgeving die last heeft van hooikoorts? 1 Welke verschijnselen vertoont iemand die last heeft van hooikoorts? 2 Waardoor wordt hooikoorts veroorzaakt? 3 Op welke manier kan een dokter onderzoeken voor welk soort stuifmeel een hooikoortspatiënt allergisch is? 4 Hoe kan iemand die hooikoorts heeft worden geholpen? THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN 4 De paardebloem, een samengesteldbloemige Opdracht 2.18 Hoe is een paardebloem gebouwd? benodigdheden: - een bloeiende paardebloem - een uitgebloeide paardebloem - een pincet - een mes (eventueel) - een loep werkwijze - Neem de bloeiende paardebloem. - Lees aandachtig de verrijkingstekst over de paardebloem in je leerboek en bekijk goed de lintbloemen en de omwindselbladeren. - Breek nu het gele gedeelte middendoor of snijd het in twee helften met behulp van het mes. - Bekijk goed de vorm van de gemeenschappelijke bloembodem. - Trek voorzichtig één geel lintbloempje uit. Gebruik daarvoor een pincet. Onderzoek het bloempje met de loep. - Probeer nu met behulp van de tekst in je leerboek en de bijhorende figuur de volgende delen aan te duiden. - kelkpluis - vergroeide kroonbladeren - vergroeide helmknoppen - losse helmdraden - vruchtbeginsel - stijl - twee stempels - Maak een duidelijke tekening van een lintbloempje en duid er alle waargenomen delen op aan. - Neem de uitgebloeide paardebloem. - Onderzoek hoe de vruchtjes op de gemeenschappelijke bloembodem zitten. Pluk met het pincet een vruchtje van de bloembodem. - Bekijk met de loep en maak een tekening. 37 38 THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN - Noteer bij je tekening: - vrucht, - vruchtpluis. - Pluk nu alle vruchtjes van de gemeenschappelijke bloembodem. Maak een tekening. Noteer bij je tekening: gemeenschappelijke bloembodem, bloemsteel, omwindselbladeren. THEMA 2 VOORTPLANTING BIJ ZAADPLANTEN OPDRACHTEN 5 Zaden en vruchten die we eten Opdracht 2.19 Welke delen van een vrucht eten we? Duid in het onderstaande schema met een kruisje aan wat we eten. Vruchtwand aardbei aardnoot (pinda) amandel appel aubergine braam erwt hazelnoot kers kiwi koffieboon kokosnoot komkommer maïs mango muskaatnoot paprika passievrucht pistache rodebes sinaasappel sperzieboon tomaat vijg walnoot witte boon 6 Bedektzadige en naaktzadige planten Zaad 39