editie 2015 - Consumentenbond

advertisement
HENK BUURMA & MARCEL BOUVY
editie
HetJuisteMedicijn.indb 3
2015
06-10-15 15:25
1e druk, oktober 2015
Copyright 2015 © Consumentenbond, Den Haag
Auteursrechten op tekst en tabellen voorbehouden
Inlichtingen Consumentenbond
Prof. Dr. Marcel Bouvy is apotheker (Apotheek Stevenshof) en als research manager verbonden aan SIR
Institute for Pharmacy Practice and Policy te Leiden. Marcel Bouvy is tevens hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht (faculteit Farmacie).
Dr. Henk Buurma is eveneens apotheker en verbonden aan SIR Institute for Pharmacy Practice and
Policy te Leiden.
Beide auteurs bedanken mw. drs. Marleen Buurma, mw. dr. Adrianne Faber, mw. dr. Annemieke
Floor-Schreudering, mw. drs. Anne-Margreeth Krijger-Dijkema, mw. drs. Linda Mulder-Wildemors en
mw. dr. Caroline van de Steeg-van Gompel voor het – soms vele – werk dat zij voor deze herziening
hebben verricht.
Eindredactie: Georgie Dom (Consumentenbond), Vantilt Producties
Verder werkte mee: Carl Jacobs
Grafische verzorging: PUUR Publishers
ISBN 978 90 5951 3327
NUR 862
Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op het
auteursrecht c.q. de uitgever van deze uitgave, door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem op te treden, niets
uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.
De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren,
als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16B Auteurswet 1912, te
innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
HetJuisteMedicijn.indb 4
06-10-15 15:25
INHOUD
Inleiding 7
1
Wat je over medicijnen moet weten 11
1.1
De geneesmiddelenmarkt 11
1.2
Het gebruik van geneesmiddelen 18
2
Interne geneeskunde 28
2.1
Diabetes (suikerziekte) 29
2.2 Te lage schildklierwerking 36
2.3 Te hoge schildklierwerking 39
2.4 Bloedarmoede 42
2.5 Tuberculose 47
2.6 Malaria 51
3 Cardiologie 59
3.1
Hoge bloeddruk 60
3.2 Verhoogd cholesterol- en/of
vetgehalte 71
3.3 Hartritmestoornissen 75
3.4 Angina pectoris en hartinfarct 80
3.5 Hartfalen 87
3.6 Trombose 93
3.7Perifere
doorbloedingsstoornissen 98
4 Longziekten 102
4.1 Hoest 102
4.2 Lagere luchtweginfecties 108
4.3 Astma 112
4.4 COPD 119
5 Gastro-enterologie 127
5.1 Aften 128
5.2 Spruw 130
5.3 Aspecifieke maagklachten 133
Inhoud
HetJuisteMedicijn.indb 5
5.4 Opkomend maagzuur 139
5.5 Maag- en darmzweer 144
5.6 Misselijkheid en braken 148
5.7 Diarree 153
5.8 Verstopping 156
5.9 Darmkrampen en PDS 163
5.10 Chronische darmontstekingen 166
5.11 Gasophoping in darmkanaal 170
5.12 Aambeien 171
5.13 Galstenen 174
5.14 Worminfecties 176
6
Reumatologie en orthopedie 180
6.1 Spierpijn 180
6.2 Reuma 183
6.3 Artrose 193
6.4 Jicht 196
6.5 Botontkalking 200
7 Urologie 209
7.1 Urine-incontinentie 209
7.2
Plasproblemen bij mannen 213
7.3 Urineweginfectie 217
7.4 Erectiestoornissen 222
8 Gynaecologie 226
8.1 Anticonceptie 226
8.2 Abnormaal vaginaal
bloedverlies 234
8.3 Menstruatiepijn 237
8.4 Overgangsklachten 241
8.5 Trichomonas-infectie van de
vagina 247
8.6 Candida-infectie van de vagina 249
8.7 Bacteriële infectie van de vagina 251
5
06-10-15 15:25
9
Psychiatrie en neurologie 254
9.1 Slapeloosheid 255
9.2 Angststoornissen 260
9.3 Psychose 265
9.4 Depressie 268
9.5 ADHD 276
9.6 Duizeligheid 281
9.7 Migraine 284
9.8 Beroerte 290
9.9 Epilepsie 294
9.10 Ziekte van Parkinson 300
9.11 Dementie 305
9.12 Spierspasmen 307
9.13 Rusteloze benen 310
10 Dermatologie 313
10.1 Eczeem 313
10.2 Seborroïsch eczeem 323
10.3 Psoriasis 327
10.4 Netelroos 338
10.5 Acne 342
10.6 Wratten en likdoorns 348
10.7 Schurft 352
10.8 Luisinfecties 354
10.9 Schimmel- en gistinfecties 357
10.10Wondroos 362
10.11Krentenbaard 365
10.12Gordelroos 367
10.13Koortslip 370
10.14 Huidinfectie voorkómen 372
10.15Jeuk 375
10.16 Overmatig zweten 380
11 Geslachtsziekten 384
11.1 Genitale wratten 384
11.2 Herpes genitalis 387
11.3 Chlamydia-infectie 389
11.4 Gonorroe 392
11.5 Hiv/aids 394
6
HetJuisteMedicijn.indb 6
12 KNO-ziekten 399
12.1 Keelpijn 399
12.2 Mondinfecties 402
12.3 Neusverkoudheid 405
12.4 Bijholteontsteking 408
12.5 Gehoorgangontsteking 410
12.6 Middenoorontsteking 414
12.7 Verstopt oor 417
13 Oogheelkunde 419
13.1 Droge ogen 419
13.2 Een rood oog 422
13.3 Ontstoken ogen door een bacteriële
infectie 423
13.4Ontstoken ogen door een
virusinfectie 426
13.5Ontstoken oogleden 428
13.6Glaucoom 429
13.7 Maculadegeneratie 434
14 Kanker 437
14.1 Huidkanker 437
14.2 Prostaatkanker 440
14.3 Borstkanker 443
15 Diversen 449
15.1 Allergie 449
15.2 Pijn en pijnbestrijding 456
15.3 Koliekpijn 467
15.4 Zenuwpijn 469
15.5 Koorts 473
15.6 Overgewicht 479
Stoffen- en middelenregister 483
Aandoeningenregister 507
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
INLEIDING
Geneesmiddelen spelen een belangrijke rol in
ons leven. In Nederland werd in 2014, via de
apotheek, iets meer dan €4 miljard aan medicijnen uitgegeven. Dat is 20% minder dan in
2011. Die cijfers zijn wel wat vertekend omdat
de afgelopen jaren een groot aantal dure geneesmiddelen alleen nog via het ziekenhuis
werd verstrekt.
Algemeen is de trend dat veelgebruikte geneesmiddelen goedkoper worden, maar dat er
tegelijkertijd voor bijzondere ziekten nieuwe geneesmiddelen in de handel komen die exorbitant duur zijn. Zo’n nieuwe behandeling kan snel
tienduizenden euro’s per jaar kosten. Tot nog
toe houden deze trends elkaar in evenwicht en
blijven de totale uitgaven aan geneesmiddelen
redelijk stabiel.
De Nederlander consumeerde in 2012 voor €322
aan geneesmiddelen. Dat is nog exclusief de geneesmiddelen die in het ziekenhuis worden gebruikt en de geneesmiddelen die mensen zelf
kopen bij drogist, apotheek of supermarkt. Die
€322 ligt 16% onder het West-Europees gemiddelde van €385. In de landen om ons heen, zoals België (€404), Duitsland (€524) en Frankrijk
(€521), wordt per hoofd van de bevolking flink
meer uitgegeven.
Nederlandse artsen schrijven dus redelijk kritisch voor, maar er zijn wel punten die verbeterd kunnen worden. Zo worden nieuwe, pas
geïntroduceerde middelen tamelijk ruimhartig
ingezet, terwijl niet bewezen is dat ze beter zijn
dan de al bestaande middelen. Bovendien zijn
van die nieuwe middelen de bijwerkingen nog
niet allemaal bekend en kosten ze vaak (aanzienlijk) meer.
Inleiding
HetJuisteMedicijn.indb 7
Verder blijken sommige artsen zonder duidelijke reden veel duurdere of veel meer medicijnen voor te schrijven dan andere. Of relatief
sterk werkzame (en soms ook dure!) middelen bij
relatief eenvoudige aandoeningen, zoals sterke maagzuurremmers bij eenvoudige maagklachten.
Wij vinden het dus belangrijk dat u weet dat u
het juiste middel slikt. Deze uitgave helpt daarbij. Van vele honderden medicijnen vertellen we
wat je eraan hebt en welke bijwerkingen je onder
meer kunt verwachten. In deze nieuwe, uitgebreide editie van Het juiste medicijn zijn ook veel
zelfzorgmiddelen opgenomen, die deels niet officieel als geneesmiddel zijn erkend.
Alle informatie is kritisch beoordeeld en betrouwbaar, zoals gebruikelijk bij de Consumentenbond. Daardoor bent u optimaal geïnformeerd
en kunt u meepraten over een van de belangrijkste dingen in uw leven: uw gezondheid.
Belangrijke informatie over geneesmiddelen
In het eerste hoofdstuk geven we algemene informatie over recept- en vrij verkrijgbare geneesmiddelen. We gaan in op de vraag hoe
geneesmiddelen in Nederland op de markt komen, hoe de verkrijgbaarheid geregeld is, wat het
verschil is tussen een merkloos geneesmiddel
en een merkgeneesmiddel en welke middelen
onder de Warenwet vallen.
Ook geven we in dit hoofdstuk aan waarmee je
rekening moet houden als je geneesmiddelen
gebruikt, zoals met bijwerkingen, wisselwerkingen met andere geneesmiddelen en voedsel, en
de zogenoemde contra-indicaties. Contra-indicaties zijn redenen om geneesmiddelen niet of
7
06-10-15 15:25
met een zekere voorzichtigheid te gebruiken. In
dat verband besteden we speciale aandacht aan
zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven,
kinderen en ouderen.
Belangrijke informatie, die u zeker moet lezen.
Medische specialismen
In de hoofdstukken erna komt steeds een medisch specialisme aan de orde. Achtereenvolgens
zijn dat interne geneeskunde, cardiologie, longziekten, gastro-enterologie, reumatologie en orthopedie, urologie, gynaecologie, psychiatrie
en neurologie, dermatologie, geslachtsziekten,
keel-, neus- en oorheelkunde, oogheelkunde
en kanker. Hoofdstuk 15 tot slot is een verzamelhoofdstuk.
Elk hoofdstuk is opgedeeld in paragrafen waarin een ziekte of klacht aan bod komt. In elke paragraaf vertellen we wat de verschijnselen van
de ziekte of klacht zijn, hoe deze ontstaat, wat
je zelf kunt doen, wat volgens de Nederlandse richtlijnen de beste geneesmiddelen zijn en
welke middelen we bij de betreffende ziekte of
klacht niet aanraden.
Onder het kopje ‘Wat te doen met’ beschrijven
we geneesmiddelen die een speciale plaats innemen bij de behandeling. Daarmee bedoelen
we middelen die in de regel geen ‘eerste keus’
zijn, maar die in aanmerking komen als de middelen van keuze niet geschikt blijken. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn, zoals in bepaalde
gevallen onvoldoende werkzaamheid, te veel of
te ernstige bijwerkingen of ongewenste wisselwerkingen.
Veel paragrafen besluiten we met de rubriek
‘Specifieke toepassingen’. Daarin gaan we in
op bepaalde aspecten van de aandoening die
nog niet voldoende zijn beschreven en die soms
ook een andere therapie vereisen. Zo wordt in
par. 3.4 de meestvoorkomende vorm van angina pectoris (hartkramp) besproken, namelijk
de stabiele angina pectoris. In par. 3.4.6 ‘Specifieke toepassingen’ gaan we in op minder voorkomende vormen van angina pectoris, zoals de
instabiele vorm en de Prinzmetal- of variant-angina pectoris.
In deze rubriek bespreken we soms ook bepaalde
groepen gebruikers, zoals zwangeren en kinderen, die een andere therapie nodig hebben. Af en
8
HetJuisteMedicijn.indb 8
toe gaan we hier ook in op andere toepassingen
van de belangrijkste geneesmiddelen die in de
betreffende paragraaf aan de orde zijn geweest.
Vanwege de leesbaarheid hebben we ervoor gekozen in de tekst gebruik te maken van ‘hij’ waar
we ‘hij/zij’ bedoelen.
Ook in een tabel
De relevante middelen die in de tekst worden genoemd, staan overzichtelijk samengevat in een
tabel. Hierin is in één oogopslag een bepaald
merk te vinden, met de werkzame stof, eventuele
belangrijke opmerkingen, ons oordeel over het
middel en verwijzing naar de paragraaf waarin
het middel wordt beschreven. De tabel bevat alleen geregistreerde middelen. Meestal is er een
recept voor nodig, maar sommige zijn ook vrij
verkrijgbaar.
Om het opzoeken te vergemakkelijken, staan de
productnamen in de tabel (binnen een categorie) steeds in alfabetische volgorde.
Bronnen
De prijzen van geneesmiddelen zijn tegenwoordig een ondoorzichtige zaak. Veel prijzen
worden bepaald door de verzekeraars met hun
preferentiebeleid. Geheel tegen onze zin kunnen
we er specifiek per geneesmiddel in dit boek niet
zoveel over zeggen. Wel is het zo dat merkloze
geneesmiddelen in de regel goedkoper, soms
veel goedkoper zijn dan merkgeneesmiddelen.
Ook belangrijk om te weten, is dat de informatie
in dit boek gebaseerd is op de richtlijnen voor het
voorschrijven van geneesmiddelen zoals die in
Nederland door een aantal belangrijke organisaties zijn opgesteld. Deze richtlijnen zijn onder
andere te vinden in het Farmacotherapeutisch
Kompas, dat door het Zorginstituut Nederland
(ZINL) wordt uitgegeven.
Diverse richtlijnen of standaarden van het NHG,
het Nederlands Huisartsen Genootschap, bevatten ook aanwijzingen voor het voorschrijven en
gebruik van geneesmiddelen.
Een derde belangrijke bron vormden de richtlijnen van de verschillende specialismen.
Waar we ons niet op deze drie belangrijke bronnen met richtlijnen konden baseren, bijvoorbeeld omdat er weinig of geen informatie werd
gegeven of omdat nieuwere informatie beschik-
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
baar was, hebben we gebruikgemaakt van andere Nederlandse informatiebronnen voor
voorschrijvers en apothekers. We noemen met
name het Geneesmiddelenbulletin, een maandelijks tijdschrift over geneesmiddelen, met
recente opvattingen over geneesmiddelentherapie en ook informatie over nieuwe geneesmiddelen.
Nuttige informatie voor de gedeelten over zelf
dokteren konden we vinden in de Zelfzorgstandaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP).
Goed om te weten
Even terug naar de richtlijnen voor het voorschrijven van geneesmiddelen. In Nederland is
inmiddels de opvatting gegroeid dat voorschrijvers en apothekers zich zoveel mogelijk aan deze
richtlijnen moeten houden.
Het is mogelijk dat u in dit boek een ander geneesmiddel als eerste keus aantreft dan waarmee u behandeld wordt. U heeft dan alle recht
daarover vragen te stellen. Ga er niet gelijk van
uit dat uw arts een fout heeft gemaakt. Er kunnen immers goede redenen zijn om van de landelijke richtlijnen af te wijken. Uw arts zal zijn
keuze aan u kunnen uitleggen.
Nieuw in deze editie
Deze nieuwe editie van Het juiste medicijn
geeft veel meer informatie dan de vorige edities. Naast de reguliere noemen we nu namelijk
ook de vrij verkrijgbare middelen (geregistreerde
en niet-geregistreerde), waar geen recept voor
nodig is. Deze middelen behandelden we voorheen in onze aparte uitgave Zelf dokteren. We
hebben deze zelfzorgmiddelen een blauwe kleur
gegeven in de tekst.
Om alles makkelijk terug te vinden, staan achter
in het boek uitgebreide registers, op aandoening,
merknaam en stof. En om het zoeken nóg makkelijker te maken, kunnen kopers van dit boek
met behulp van de persoonlijke code op het achterste schutblad van dit boek via de website van
de Consumentenbond gratis de digitale versie
van dit standaardwerk downloaden.
Dr. Henk Buurma en Prof. Dr. Marcel Bouvy zijn
beiden apotheker en verbonden aan SIR Institute
for Pharmacy Practice and Policy te Leiden. Marcel
Bouvy is tevens hoogleraar aan de Universiteit van
Utrecht (faculteit Farmacie).
InleIdIng
HetJuisteMedicijn.indb 9
9
06-10-15 15:25
HetJuisteMedicijn.indb 10
06-10-15 15:25
1 WAT JE OVER MEDICIJNEN
MOET WETEN
Dit hoofdstuk bevat belangrijke algemene informatie over geneesmiddelen.
1.1 De geneesmiddelenmarkt
1.1.1 Toelating tot de markt
Een geneesmiddel mag in Nederland niet zomaar in de handel worden gebracht. De Geneesmiddelenwet schrijft voor dat het College
ter Beoordeling van Geneesmiddelen (afgekort
CBG, zie www.cbg-meb.nl) een geneesmiddel
eerst beoordeelt. Dit geldt ook voor ‘officiële’
zelfzorgmiddelen. Maar een heleboel middelen, zoals veel kruidenmiddelen en vitaminen,
worden niet door het CBG beoordeeld, omdat het
geen geneesmiddelen zijn, maar voedingssupplementen of cosmetica. Zulke middelen vallen
onder de Warenwet en moeten aan veel minder
strenge eisen voldoen.
De beoordeling van nieuwe geneesmiddelen is
steeds meer een Europese zaak geworden. Het
Nederlandse CBG werkt samen met colleges uit
andere Europese lidstaten. Dit netwerk van colleges krijgt ondersteuning van het Europese
agentschap voor de geneesmiddelenbeoordeling, het European Medicines Agency ( afgekort
EMA, zie www.ema.europa.eu). In het CBG en
het EMA hebben allerlei deskundigen zitting,
die in de eerste plaats beoordelen of het middel
voldoende werkzaam is. Een belangrijke manier
om de werkzaamheid vast te stellen, is door het
geneesmiddel te vergelijken met een placebo,
een nepmiddel. Een andere manier is de vergelijking met een al bekend werkzaam middel.
Dankzij het CBG en het EMA komen alleen geneesmiddelen in de handel waarvan het aannemelijk is dat ze werken.
Het CBG en het EMA beoordelen ook de veiligheid van een nieuw product. Die beoorde-
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 11
ling verschilt per middel. Bij een nieuw tablet
tegen hoofdpijn, waarvoor al diverse vergelijkbare producten beschikbaar zijn, is een ernstige
bijwerking absoluut onacceptabel. Bij een nieuw
middel tegen kanker wordt een ernstige bijwerking misschien wel voor lief genomen, vooral als
dat type kanker nog nauwelijks te behandelen is.
Tot slot wordt de farmaceutische kwaliteit van
het nieuwe middel beoordeeld. Bijvoorbeeld: zit
erin wat men zegt dat erin zit? Alle informatie
over werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit moet
de fabrikant aan het CBG of het EMA overleggen.
Na goedkeuring van het nieuwe geneesmiddel
wordt nauwkeurig vastgelegd onder welke voorwaarden het middel in de handel mag worden
gebracht. Deze voorwaarden staan vermeld in
een officieel document, de SmPC. SmPC betekent Summary of Product Characteristics ofwel
‘Samenvatting van productkenmerken’. Hij kan
worden opgevraagd bij het CBG of bij het EMA.
In de SmPC staat bij welke indicaties (aandoeningen) het middel in de handel mag worden
gebracht, welke bijwerkingen zijn vastgesteld,
welke wisselwerkingen met andere medicijnen
kunnen optreden en in welke situaties je het
middel beter niet of met voorzichtigheid kunt
gebruiken (contra-indicaties). Maar ook informatie over de samenstelling, het gebruik bij
zwangerschap en borstvoeding, beïnvloeding
van de rijvaardigheid, overdosering en dergelijke kun je daarin aantreffen. Een fabrikant gaat
buiten zijn boekje als hij bijvoorbeeld in advertenties andere informatie geeft dan in de SmPC
staat beschreven. Voor UR-(uitsluitend recept)
geneesmiddelen mag een fabrikant overigens
per definitie geen publieksreclame maken.
11
06-10-15 15:25
Een samenvatting van de inhoud van de SmPC
vind je in de bijsluiter bij de verpakking van geneesmiddelen. De bijsluiter is bedoeld voor de
gebruiker van het geneesmiddel en moet aan
wettelijke eisen voldoen. De bedoeling is dat de
bijsluiter je zodanig informeert dat je het geneesmiddel juist en veilig gaat gebruiken.
Ook de bijsluiter wordt door het CBG gecontroleerd, waarbij erop wordt gelet dat de belangrijkste informatie is opgenomen en in begrijpelijk
Nederlands is geschreven. Bijsluiters van identieke handelsproducten, dat wil zeggen geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof, kunnen
overigens verschillen. Het CBG zorgt dus niet
voor standaardisatie van bijsluiters. Dit leidt in
de praktijk weleens tot verwarring bij de gebruiker. Meer informatie over de bijsluiter staat in
par. 1.2.6.
Behalve de bijsluiter moet ook de verpakking
aan allerlei overheidseisen voldoen. Op de verpakking van bijvoorbeeld receptgeneesmiddelen moet de aanduiding ‘Uitsluitend Recept’ of
‘UR’ staan. Op de verpakking van een middel dat
je zonder recept kunt kopen (zelfzorgmiddel),
moet staan waarvoor het gebruikt kan worden
(indicatie) en wanneer je het beter niet kunt nemen (contra-indicatie). Als de ruimte op de verpakking het toelaat, moet bij zelfzorgmiddelen
ook de geadviseerde dosering worden vermeld.
In Nederland zijn nog wat oudere middelen in
de handel, die vooral wat betreft de werkzaamheid van twijfelachtig allooi zijn. Voor veel van
deze middelen is bij de invoering van het huidige systeem van beoordeling een uitzondering
gemaakt, omdat ze al in de handel waren. Nu
kunnen ze naar onze mening de toets der kritiek
niet meer doorstaan. Diverse van deze middelen
worden in dit boek niet aangeraden. Gelukkig
worden veel van deze middelen de laatste jaren
uit de handel genomen of wordt de samenstelling aangepast. Probleem is dat sommige zelfzorgmiddelen als geneesmiddel verdwijnen,
maar als warenwetmiddel terugkeren, waarop
helaas nog minder controle is.
1.1.2 De verkrijgbaarheid van geneesmiddelen
Als het CBG of de EMA voor een nieuw geneesmiddel een handelsvergunning heeft verstrekt,
betekent dat niet dat je het vervolgens vrij kunt
12
HetJuisteMedicijn.indb 12
kopen. Voor de meeste medicijnen heb je een
recept nodig. Dit wordt door het CBG bepaald.
Er zijn UR-(uitsluitend recept)geneesmiddelen en niet-UR-geneesmiddelen, de zelfzorgmiddelen (waarvoor je geen recept nodig hebt).
UR-geneesmiddelen mogen alleen door apothekers en apotheekhoudende huisartsen worden verstrekt. Voorbeelden hiervan zijn hart- en
vaatmiddelen, slaap- en kalmeringsmiddelen en
epilepsiemiddelen. Een bijzonderheid vormen de
anticonceptiepillen. De eerste keer wordt een anticonceptiepil alleen verstrekt op recept van een
arts; voor een herhaling van de pil heb je geen
recept meer nodig.
Overigens kunnen apothekers in noodgevallen
(bijvoorbeeld wanneer iemand dringend insuline nodig heeft) ook andere UR-geneesmiddelen
zonder recept (maar vaak in beperkte aantallen)
verstrekken.
Niet-UR-geneesmiddelen zijn er in drie varianten. Afhankelijk van de ingeschatte risico’s in de
praktijk kennen we:
• UA-geneesmiddelen: middelen die je uitsluitend in de apotheek kunt krijgen; apotheken
moeten bij deze geneesmiddelen controleren
of ze geen wisselwerking hebben met de overige geneesmiddelen die je gebruikt. Het is
mogelijk dat de apotheekmedewerker je vragen stelt over je klachten en over je gezondheid.
• UAD-geneesmiddelen: middelen die uitsluitend in apotheken en drogisterijen mogen
worden verkocht.
• AV-geneesmiddelen: middelen voor algemene verkoop. Deze middelen kom je – vaak in
een speciale verpakkingsgrootte – ook tegen
in supermarkten en tankstations.
Niet-UR-geneesmiddelen zijn in principe bestemd voor minder ernstige kwalen. Alleen die
geneesmiddelen die relatief kleine gezondheidsrisico’s voor de gebruiker met zich meebrengen,
komen volgens het CBG in aanmerking voor de
‘vrije’ verkoop. Over die risico’s werd vroeger
anders gedacht dan nu. Een middel als acetylsalicylzuur kan ernstige maagklachten geven en
zou gezien het aantal keren dat dit voorkomt, eigenlijk alleen op recept verkrijgbaar moeten zijn,
vinden de auteurs van dit boek.
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
Ook mag de drogisterij alleen voorverpakte
merkgeneesmiddelen in een kleine standaardverpakking verkopen. De verpakkingsgrootte is
de laatste jaren onderwerp van discussie. Zo is de
maximale hoeveelheid paracetamol die zonder
recept in een verpakking mag worden verkocht,
teruggebracht naar 50 tabletten. Die ‘kleine’ hoeveelheid is van belang, want dit wijst er al op dat
het gebruik van die middelen beperkt moet blijven. Grote verpakkingen nodigen uit tot grotere
consumptie en dat is bij geneesmiddelen in het
algemeen juist ongewenst.
Nieuwe geneesmiddelen worden eigenlijk altijd eerst UR. Pas als na jaren ervaring is gebleken dat een geneesmiddel voldoende veilig is,
kan het soms de niet-UR-status krijgen. Als van
AV-/UAD-/UA-geneesmiddelen verontrustende signalen bekend worden over de veiligheid,
kan het CBG de status van het geneesmiddel
wijzigen.
Aangezien je niet-UR-geneesmiddelen kunt gebruiken zonder dat je een arts bezocht hebt, moet
je de informatie op de verpakking en in de bijsluiter extra goed lezen. Het is verder belangrijk
deze geneesmiddelen niet langdurig achtereen
te gebruiken.
Op de verpakking van een geneesmiddel dat
door het CBG is geregistreerd (ook als het een
UAD-, UA- of AV-middel is), staat altijd een zogenoemd RVG-nummer. RVG staat voor Register van Geneesmiddelen. Wanneer er geen
RVG-nummer is, is een geneesmiddel niet door
het CBG of de EMA goedgekeurd.
1.1.3 Merk, merkloos of parallelimport?
Een geneesmiddel bestaat uit één of meer werkzame stoffen en diverse hulpstoffen. De hulpstoffen zijn nodig om de tablet te maken, de capsule
goed te vullen, een goede smaak aan het drankje
te geven of de oogdruppel te conserveren. Het
werkelijke geneesmiddel is dus maar een onderdeel van bijvoorbeeld de tablet die je slikt.
Maar het is wel deze stof die de werking uitoefent, en niet de vorm, de kleur of de smaak van
het product.
Er zijn diverse geneesmiddelen die dezelfde
werkzame stof bevatten. Sommige hebben een
merknaam, andere hebben de werkzame stof
als naam. Zo is de werkzame stof oxazepam in
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 13
de handel als merkloos Oxazepam en als merk
Seresta.
Er zijn ook producten waarvan alleen een merk
beschikbaar is. Vaak zijn dat geneesmiddelen
waarop nog een octrooi rust. Tot de tijd dat het
octrooi verlopen is, mogen andere fabrikanten
hetzelfde geneesmiddel niet produceren. Er zijn
ook geneesmiddelen waarvan alleen een merkloos product beschikbaar is. Van weer andere
middelen bestaan wel drie of vier handelsproducten, merk of merkloos.
Sommige mensen denken onterecht dat ze
slechter af zijn met een merkloos middel dan
met een merkpreparaat. Alle geneesmiddelen in
Nederland worden, zoals we al eerder beschreven, gecontroleerd door het CBG of de EMA (zie
par. 1.1.1). Dat betekent dat aan alle medicijnen,
merk of merkloos, dezelfde eisen worden gesteld.
Op grond daarvan doet bijvoorbeeld een middel
met oxazepam als merkloos product niet onder
voor een middel waarop het merk Seresta staat
vermeld. Wel kan het voorkomen dat iemand de
voorkeur aan een speciaal merk geeft omdat de
tabletten daarvan beter oplossen of makkelijker
te slikken zijn vanwege een gladde buitenlaag.
Overigens worden diverse merkloze preparaten geproduceerd door de fabrikant die ook het
merkgeneesmiddel maakt.
Van geneesmiddelen bestaan ook handelsproducten die door speciale groothandels uit andere landen van de Europese Unie in Nederland
worden geïmporteerd. De reden voor deze parallelimport is dat deze producten in die landen
tegen een lagere prijs verkrijgbaar zijn. Ook deze
producten worden door het CBG op alle noodzakelijke onderdelen beoordeeld. De kwaliteit
van bijvoorbeeld een middel van de firma GlaxoSmithKline in Nederland is gelijk aan de kwaliteit van hetzelfde middel van dezelfde firma
in Spanje.
Dit alles betekent dat een bepaalde werkzame stof
– na het verlopen van het octrooi – op verschillende manieren in de handel kan zijn. Dit kan
gevaarlijk zijn als gebruikers denken met verschillende middelen van doen te hebben, terwijl
het in werkelijkheid telkens om dezelfde werkzame stof gaat.
In dit boek staan achter het werkzame geneesmiddel steeds de handelsproducten. Dat
13
06-10-15 15:25
betekent dat achter het middel oxazepam de
handelsproducten Oxazepam en Seresta worden genoemd. De soms iets afwijkende namen
van parallelimportgeneesmiddelen worden in
dit boek niet vermeld.
1.1.4 Apotheekbereidingen
Een speciale plaats nemen de geneesmiddelen in
die in de apotheek worden bereid. Het zelf maken van gestandaardiseerde apotheekbereidingen gebeurt aan de hand van het Formularium
van Nederlandse Apothekers (FNA), een soort
receptenboek voor apothekers. Preparaten die
volgens dit Formularium zijn bereid, herken je
aan de aanduiding ‘FNA’. FNA-preparaten worden steeds vaker kant-en-klaar van de fabrikant
betrokken. FNA-preparaten worden niet door
het CBG of de EMA beoordeeld. Volgens de wet
is dat ook niet nodig.
Je zult in dit boek verscheidene FNA-preparaten
tegenkomen. Daarnaast zijn er de zogenoemde
niet-gestandaardiseerde bereidingen. Het betreft middelen die de arts speciaal voor je voorschrijft en die in de apotheek op maat worden
gemaakt. Deze vallen eveneens buiten de controle van het CBG of de EMA.
Overigens besteedt de apotheek deze zelfbereidingen vaak uit aan gespecialiseerde apotheken.
1.1.5 Homeopathie
Homeopathische geneesmiddelen worden ook
geregistreerd door het College ter Beoordeling
van Geneesmiddelen (CBG). Er is wel een verschil met ‘gewone’ geneesmiddelen. Als een fabrikant voor een homeopathisch middel een
handelsvergunning wil, hoeft hij geen bewijzen voor de werkzaamheid ervan te overleggen.
De werkzaamheid van een homeopathisch middel is volgens de in de geneeskunde gangbare
maatstaven namelijk niet of heel moeilijk vast
te stellen.
Voor homeopathische middelen met een ‘specifieke indicatie’ geldt een uitzondering op deze
regel. Als een fabrikant op de verpakking of in de
bijsluiter meldt dat het middel bij een bepaalde
kwaal gebruikt kan worden, moet aangetoond
zijn dat het homeopathisch gebruik beschreven
staat in de homeopathische literatuur. Daarnaast
moet een homeopathisch middel met een in-
14
HetJuisteMedicijn.indb 14
dicatie veilig zonder tussenkomst van een arts
kunnen worden gebruikt.
Voor alle homeopathische middelen geldt overigens dat ze helemaal veilig moeten zijn. Daar
let het CBG dus vooral op. Ernstige bijwerkingen
van homeopathische middelen worden zelden
gemeld. Maar sommige homeopathische middelen bevatten sterk werkzame stoffen. Hoewel
deze stoffen vaak in een sterke verdunning aanwezig zijn, zouden ze bij overmatig gebruik toch
gevaarlijk kunnen zijn. Het idee dat alle homeopathische middelen vrij van bijwerkingen zijn,
is dan ook onjuist.
Een (klassieke) homeopathische arts stelt niet de
ziekte centraal, maar een complex van klachten
bij een individuele patiënt. Ziekten worden behandeld met verdunningen van stoffen die bij de
gezonde mens soortgelijke ziekteverschijnselen
veroorzaken. Volgens de homeopathie werken
lage doseringen of verdunningen omgekeerd
aan hoge doseringen, in de zin dat hoge doseringen vaak remmen en lage doseringen vaak
(omgekeerd) stimuleren. Dit omgekeerde of paradoxale effect van doseringen staat bekend als
hormesis. Verschillende mensen kunnen bij dezelfde ziekte een ander middel nodig hebben.
Door deze geheel andere benadering van ziektes
gaat de behandeling van klassieke homeopathische middelen het bestek van dit boek eigenlijk
te buiten. Feitelijk kan alleen een homeopathisch
arts het onderzoek verrichten dat nodig is om
het juiste klassieke homeopathische middel voor
een patiënt te vinden. Daarom hebben wij ervoor
gekozen in dit boek niet of nauwelijks bij homeopathische middelen stil te staan. Ze staan ook
niet in de tabellen, wel in de tekst. De tabellen
bevatten alleen geregistreerde middelen, zowel
op recept als vrij verkrijgbaar.
Steeds vaker worden homeopathische middelen
als zogenoemde complexen aangeboden; dat
wil zeggen aangeprezen voor algemene klachten zonder dat voor de individuele patiënt het
geschiktste middel wordt gezocht. Zulke complexen kunnen op dezelfde wijze worden getest
als normale geneesmiddelen en moeten dus ook
aan dezelfde eisen van werkzaamheid voldoen.
In de meeste gevallen is dit niet het geval en we
raden deze middelen daarom niet aan.
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
1.1.6 Fytotherapeutica
Fytotherapeutica ofwel kruidengeneesmiddelen moeten net als alle andere geneesmiddelen
door het CBG worden beoordeeld op kwaliteit,
werkzaamheid en veiligheid. Pas na goedkeuring en registratie mogen ze als geneesmiddel
worden verhandeld. Er is wel een belangrijk verschil waar het gaat om de beoordeling van de
werkzaamheid. Als er al een lange traditie in de
Europese Unie bestaat met een kruidengeneesmiddel, hoeft de fabrikant de werkzaamheid niet
meer met onderzoek te bewijzen. Hij dient dan
alleen aan te tonen dat zijn product of een overeenkomstig product ten minste 30 jaar in de
medische praktijk is gebruikt. Het kruidengeneesmiddel wordt overigens alleen toegelaten
als het voor een aandoening is waarvoor geen
arts nodig is om de diagnose te stellen. Een zelfzorgaandoening dus.
Kruidengeneesmiddelen mogen alleen één of
meer kruidensubstanties en/of kruidenpreparaten bevatten. Kruidensubstanties zijn hele, gebroken of gesneden planten, delen van planten,
algen, schimmels en korstmossen. Een kruidenpreparaat is verkregen door kruidensubstanties
te extraheren, destilleren, uit te persen, fractioneren, zuiveren, concentreren of fermenteren.
In sommige gevallen mogen aan kruidenmiddelen vitaminen worden toegevoegd.
Bij geregistreerde kruidengeneesmiddelen heb
je meer waarborgen dat je een goed product
koopt; er staat op de verpakking wat je koopt en
in de bijsluiter kun je lezen hoe je het moet gebruiken. Maar de meeste kruidenpreparaten zijn
geen geregistreerde kruidengeneesmiddelen.
Veel van deze producten vallen onder de Warenwet, omdat ze als ‘waar’, zonder duidelijke medische indicaties, in de handel worden gebracht.
Toch worden ze vaak wel voor medische klachten gebruikt, zoals bij verstopping, ter kalmering
enzovoort. Er kunnen ook bijwerkingen optreden, hoewel informatie daarover op de verpakking of in een bijsluiter vaak ontbreekt.
Of een kruidenmiddel nu als geneesmiddel is
geregistreerd of niet, het is belangrijk te realiseren dat ook natuurlijke stoffen een chemische
basis hebben. Het is onjuist ervan uit te gaan
dat kruiden en daarvan verkregen producten
per definitie gezond en ongevaarlijk zijn. Krui-
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 15
denmiddelen bevatten soms sterk werkzame
bestanddelen. Want ‘werking’ betekent bijna altijd ook ‘bijwerking’. Laxerende kruiden bijvoorbeeld bevatten nogal eens krampopwekkende
plantendelen. Juist deze werkzame kruiden zijn
beslist niet ongevaarlijk of minder riskant dan
geregistreerde geneesmiddelen.
In dit boek worden diverse kruidenproducten
besproken en beoordeeld. Ze staan niet in de
tabellen, wel in de tekst. De tabellen bevatten
alleen geregistreerde middelen (zowel op recept
als vrij verkrijgbaar).
1.1.7 Vitaminen en mineralen
De meeste vitamineproducten kun je in allerlei winkels kopen, omdat ze onder de Warenwet vallen. De wetgever beschouwt ze dus als
voedingssupplementen, ofwel levensmiddelen. Bepaalde vitamineproducten vallen onder
de Geneesmiddelenwet, omdat de dosering van
deze producten boven een bepaalde grens ligt.
Dat geldt vooral voor vitamineproducten met
vitamine A of D.
Voor mineralen kent de wet geen uitzonderingen. Ze mogen aan voedingsmiddelen worden
toegevoegd en middeltjes met mineralen mogen
vrij worden verkocht.
1.1.8 Het ‘grijze’ gebied
Wie een rondgang door drogisterijen, supermarkten, reformhuizen en kruidenwinkels
maakt, ontdekt al snel talloze andere middelen
die suggereren bij een of andere kwaal, zoals
overgewicht, jeugdpuistjes, spierpijn, oogklachten, vermoeidheid en ‘ouderdomskwalen’ te
helpen. Dat kunnen ook producten zijn die eigenlijk geregistreerd zouden moeten worden,
zoals kruiden of kruidenaftreksels. Populaire
bladen, huis-aan-huisbladen en postorderbedrijven maken regelmatig reclame voor allerlei ‘wondermiddelen’. Steeds vaker worden deze
producten ook via internet en vanuit het buitenland verkocht.
Het betreft dus vaak niet-geregistreerde geneesmiddelen. Dat wil zeggen dat de werking en de
veiligheid van deze middelen nooit door het
CBG zijn gecontroleerd. Door de middelen niet
rechtstreeks als geneesmiddelen aan te prijzen,
wordt de Geneesmiddelenwet omzeild, waarbij
15
06-10-15 15:25
gebruik wordt gemaakt van termen als ‘stimulerend’ of ‘versterkend’. Of er staat alleen ‘bij…’, gevolgd door een soms imposante rij kwalen. Soms
worden deze middelen aangeprezen door bekende Nederlanders of onbekende buitenlandse
professoren. Van deze groepen is moeilijk na te
gaan waar al die geleerdheid vandaan komt. Je
herkent deze middelen onder andere aan het feit
dat de verpakking geen RVG-nummer vermeldt.
Deze praktijken zijn legaal zolang deze producten zich geen geneesmiddel noemen. Ze vallen dan onder de Warenwet, die niets zegt over
medische effecten. Wel geldt in het algemeen
dat reclame-uitingen niet misleidend mogen
zijn. Op dit punt komen fabrikanten van zulke producten dan ook soms in de problemen.
Maar vaak wordt dit omzeild met vage claims
zoals ‘voor een goede prostaatfunctie’ of ‘versterkt het immuunsysteem’, in plaats van ‘prostaathypertrofie’ of ‘infectie’. Overigens vinden
wij dat er best strenger mag worden gereageerd
op dit soort reclame-uitingen. Er wordt namelijk veel gesuggereerd dat op geen enkele wijze
kan worden waargemaakt.
Vaak spelen de fabrikanten in op ‘terug naar de
natuur’-sentimenten. Veel middelen worden
aangeprezen om hun natuurlijke oorsprong. Indiase en Nepalese Ayurvedische middelen en
Chinese en Tibetaanse kruiden zijn erg populair.
Mensen geloven namelijk gauw dat kruiden en
daarvan verkregen producten per definitie gezond en ongevaarlijk zijn. Maar soms zijn zulke
middelen verontreinigd met stof, schimmels,
zware metalen, ongedierte of bestrijdingsmiddelen. Ook worden er weleens sterk werkzame
‘echte’ geneesmiddelen zoals corticosteroïden,
slaapmiddelen en erectiebevorderende middelen aan toegevoegd. Ze werken dan echt, maar
hebben dezelfde bijwerkingen als receptmiddelen met dezelfde inhoudstoffen, zonder dat de
gebruiker weet wat hij slikt. Regelmatig verschijnen verhalen over ernstige vergiftigingen door
dit soort verontreinigingen of toevoegingen aan
vooral buitenlandse, vaak Chinese plantaardige middelen.
In het algemeen raden wij je niet aan allerlei producten met kruiden en kruidenmengsels te gebruiken, als niet duidelijk wordt aangegeven wat
ze precies bevatten en hoe ze toegepast moeten
16
HetJuisteMedicijn.indb 16
worden. Gebruik bij voorkeur alleen producten
waarvan je de herkomst en betrouwbaarheid van
de fabrikanten enigszins kunt herleiden. Het is
aannemelijk dat er meer toezicht is op de kwaliteit van kruiden die zijn geteeld in (West-)Europa dan op kruiden die afkomstig zijn uit Afrika,
Azië of Zuid-Amerika.
De Consumentenbond vindt het van groot
belang dat de regeling voor homeopathie en
kruidengeneesmiddelen strikter gehandhaafd
wordt, zodat minder middelen in dit ‘grijze gebied’ vallen.
1.1.9 De prijzen van medicijnen
Informatie over de prijzen van medicijnen is
te vinden op www.medicijnkosten.nl. Op deze
website van het Zorginstituut Nederland (ZiNL)
staat informatie over de actuele kosten van geneesmiddelen. Je kunt zien of een middel op
grond van de basisverzekering (Zorgverzekeringswet) geheel of gedeeltelijk vergoed wordt,
en hoeveel je eventueel zelf moet betalen.
Zorgverzekeraars mogen niet zomaar alle nieuw
geregistreerde geneesmiddelen vergoeden.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (VWS) en ZiNL beslissen hierover. Zij
beoordelen geneesmiddelen op therapeutische
waarde en doelmatigheid (kosteneffectiviteit).
Alleen geneesmiddelen met een positief oordeel
worden opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) en (gedeeltelijk) vergoed
door de zorgverzekeraars. Slaap- en kalmeringsmiddelen (benzodiazepinen) zijn na weging van
deze elementen daarom meestal niet vergoed. Je
krijgt deze bij bepaalde indicaties wel vergoed
als er geen alternatief medicijn beschikbaar is,
bijvoorbeeld bij epilepsie en angststoornissen.
Voor sommige geneesmiddelen zijn goedkopere alternatieven beschikbaar. Soms betekent dit
dat je een (kleine) bijbetaling moet doen. Zo betaal je voor de medicijnen Concerta en Strattera (veel gebruikt bij de behandeling van ADHD)
een eigen bijdrage. De reden hiervoor is dat deze twee medicijnen in het zogenoemde Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) in dezelfde
medicijngroep zitten als het goedkopere middel
methylfenidaat (Ritalin).
Er zijn geen belangrijke verschillen in werking
en veiligheid tussen Concerta, Strattera en Ri-
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
talin. Omdat Ritalin goedkoper is, krijg je dit geneesmiddel wel helemaal vergoed en betaal je
het prijsverschil voor Concerta of Strattera zelf
bij. Je kunt hiervoor vaak een aanvullende verzekering bij je zorgverzekeraar afsluiten.
Verzekeraars spelen tegenwoordig een belangrijke rol in de vaststelling van de vergoedingen.
Zij vergoeden alleen de goedkoopste variant van
geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof.
Men noemt dit het preferentiebeleid. Dit is te
merken aan de wisseling van producten in de
apotheek, doorgaans eens per jaar.
De zorgverzekeraar kan de duurdere variant van
een medicijn overigens wel vergoeden als je bijvoorbeeld allergisch bent voor de goedkopere
variant. De arts kan dan ‘medische noodzaak’
op het recept zetten. Overigens voeren verschillende verzekeraars hun eigen preferentiebeleid,
wat het er voor de consument niet overzichtelijker op maakt. Ook zijn er met regelmaat leveringsproblemen met preferente middelen. Dit
is vervelend voor patiënt en apotheker omdat
de apotheker geen ander middel kan meegeven, tenzij de zorgverzekeraar hier toestemming
voor geeft.
Zorgverzekeraars vergoeden doorgaans geen
medicijnen die niet staan geregistreerd. Alleen in bijzondere omstandigheden is vergoeding toch mogelijk: bijvoorbeeld als er voor je
ziekte geen behandeling meer mogelijk en een
niet-geregistreerd medicijn de enige mogelijke uitweg is.
Medicijnen zijn goedkoper als je een grote hoeveelheid meekrijgt. De vergoeding voor het werk
van de apotheek blijft dan hetzelfde. Maar onbeperkt medicijnen meenemen is niet mogelijk.
Gebruikt iemand een medicijn voor het eerst,
dan krijgt hij meestal een hoeveelheid voor
maximaal 15 dagen mee. Dit is om te kijken of
het medicijn helpt en of er geen nare bijwerkingen optreden. Daarna worden de meeste medicijnen meestal voor drie maanden meegegeven.
Als je op eigen houtje een zelfzorgmiddel koopt,
wordt dit niet vergoed. Als het zelfzorgmiddel
door de (huis)arts op recept wordt voorgeschreven, geldt dat ook. Alleen bepaalde zelfzorgmiddelen voor chronisch gebruik (langer dan
6 maanden), zoals laxeermiddelen, middelen
bij allergie en middelen tegen diarree, worden
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 17
door de verzekering gedekt. De eerste twee weken moet je die middelen overigens zelf betalen.
Apotheken mogen met elkaar concurreren. In de
praktijk gebeurt dit nog niet zoveel. Daarom zijn
de prijzen van medicijnen en van de dienstverlening in de meeste apotheken dezelfde.
1.1.10 Zelfmedicatie bij apotheek of drogist?
Waar kun je voor zelfmedicatie (zelfzorg met geneesmiddelen) nu het best terecht, bij de drogist
of bij een apotheek? Daarop is geen eenduidig
antwoord te geven. De volgende punten spelen een rol:
• Bij de apotheek is de kans op een deskundig
advies groter. Vooral als je weinig ervaren bent
in zelf dokteren en dus extra gebaat bent bij
betrouwbare informatie, ben je bij een apotheker beter af. Door zijn opleiding is de apotheker op geneesmiddelengebied deskundiger
dan de drogist, hoewel ook in de opleiding
van de laatste aandacht aan zelfmedicatie is
besteed. Uit een praktijkproef van de Consumentenbond (Consumentengids september
2013) bleek opmerkelijk genoeg dat gecertificeerde drogisten vaker een verkeerd advies
gaven dan niet-gecertificeerde drogisten.
• Zeker als je naast een zelfmedicatiemiddel
nog andere middelen slikt, al dan niet voorgeschreven door een arts, is het raadzaam
over de mogelijke risico’s van gelijktijdig gebruik deskundige informatie in te winnen.
De apotheker (of de huisarts) kan die informatie verschaffen. In de praktijk krijg je deze mondelinge informatie niet altijd vanzelf.
Onderzoeken van onder andere de Consumentenbond laten weliswaar zien dat de
informatievoorziening de afgelopen jaren
langzaam verbetert, maar dat hier nog steeds
flinke vooruitgang te boeken is. Er worden
meer adviezen gegeven als je daar gericht om
vraagt. Vraag dus niet direct om een doosje
paracetamol of een ander middel, maar vraag
eerst welk middel het beste voor je is. En vertel
er dan steeds bij welke middelen je eventueel
gebruikt.
• Alleen de apotheker mag de zelfgemaakte
(FNA-)preparaten afleveren (die overigens
steeds vaker niet in de apotheek zelf zijn gemaakt). De prijs van FNA-middelen bestaat uit
17
06-10-15 15:25
een vaste opslag voor de bereiding. Daarom
vallen deze middelen soms toch relatief duur
uit. Maar er zijn ook apothekers die bij zelfmedicatie ‘speciale’ lagere prijzen voor FNA-preparaten in rekening brengen.
• Homeopathische middelen zijn in de regel zowel via de apotheek als drogisterij verkrijgbaar.
Als je kruidenpreparaten en andere ‘alternatieve’ middelen zoekt, kun je vaak beter terecht
bij de drogist, kruidenwinkel en reformzaak.
Hoewel apotheken vaak geen of slechts een
klein assortiment kruidengeneesmiddelen op
voorraad hebben, is de apotheker vanwege
zijn opleiding vermoedelijk de deskundigste
bij vragen hierover.
• Er zijn meer drogisterijen in ons land dan apotheken. De drogisterij is dus vaak dichter in de
buurt dan de apotheek.
• Qua prijs zijn de verschillen voor merkgeneesmiddelen vaak miniem. Zowel drogisten
als apothekers hanteren meestal de adviesprijs van de fabrikant. Veel meer kun je besparen door in plaats van een merkmiddel
een merkloos middel te gebruiken. Vraag je
apotheker of drogist of er een merkloos middel beschikbaar is. Sommige merkloze middelen zijn alleen in de apotheek verkrijgbaar.
In een onderzoek van de Consumentenbond
bleek dat apothekers vaker spontaan merkloze
en goedkopere producten aanraden dan drogisten.
• Een aantal geneesmiddelen wordt ook verkocht in supermarkten en benzinestations.
Uit hetzelfde onderzoek van de Consumentenbond bleek dat de voorlichting in dit soort
verkooppunten minder goed is dan bij apotheken en (gecertificeerde) drogisterijen.
• Ten slotte kopen steeds meer mensen geneesmiddelen via internet. Veel advies hoef je daarbij niet te verwachten. De prijzen zijn soms
iets lager, maar de hoge verzendkosten doen
dit voordeel vaak weer teniet. Maak alleen gebruik van in Nederland gevestigde sites. En
dan bij voorkeur sites waarbij duidelijk is welk
bedrijf erachter zit, waar dit gevestigd is en
wie de eigenaar is. Belangrijk: sinds juli 2015
is er voor internetapotheken een Europees logo verplicht. Wie op het logo klikt, komt op de
lijst met bij de overheid aangemelde aanbie-
18
HetJuisteMedicijn.indb 18
ders waar je kunt controleren of de aanbieder
legaal handelt en welke geneesmiddelen hij
mag verkopen. Het logo biedt houvast, maar
je moet als consument goed blijven opletten.
Lees hier meer over op www.internetpillen.nl.
1.2 Het gebruik van
geneesmiddelen
Geneesmiddelen gebruik je om er beter van te
worden. Of om je beter te voelen, want vaak zijn
geneesmiddelen niet meer dan een symptoombestrijder. Vooral bij onschuldige kwalen, waarvoor je zelfzorgmiddelen kunt gebruiken, wordt
de heilzame werking van geneesmiddelen nogal
overschat. Vaak is de kwaal net zo snel genezen
zonder medicijnen als mét. Een middel doet dan
op zijn best niet meer dan de verschijnselen van
de kwaal wegnemen of verzachten.
Het is veel belangrijker kwalen te voorkomen
door goede leefgewoonten. Wanneer je toch
een zelfzorgmiddel gaat gebruiken, gebruik zo’n
middel dan niet langer dan een paar weken – bij
ernstige klachten die blijven bestaan niet langer
dan een paar dagen – achter elkaar. Is de kwaal
daarna niet voorbij, dan wordt het tijd voor een
bezoek aan de huisarts.
1.2.1 Bijwerkingen
Naast het gewenste effect kunnen geneesmiddelen een onbedoelde of ongewenste uitwerking hebben. Dat noemen we een bijwerking. Zo
kan de pijnstiller ibuprofen hoofdpijn verminderen, maar ook maagklachten veroorzaken. Deze
bijwerking van ibuprofen en soortgelijke stoffen (zogenoemde NSAID’s; zie par. 15.2) is goed
te verklaren vanuit het werkingsmechanisme.
Maar soms is een bijwerking een volledige verrassing en moeilijk te verklaren.
Bijwerkingen komen lang niet bij iedereen voor.
Je hoeft dus helemaal geen last te krijgen van
maagklachten als je ibuprofen gebruikt. Het
komt ook voor dat je de ene keer wel en een andere keer geen last hebt van bijwerkingen. In het
algemeen geldt: hoe hoger de dosering en hoe
langer je het middel gebruikt, hoe groter het risico op een bijwerking. Langdurig gebruik van
bepaalde laxeermiddelen kan bijvoorbeeld leiden tot een soort ‘luiheid van de darm’, waar-
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
door een vorm van verslaving ontstaat. En
sommige neusdruppels kunnen op den duur
het neusslijmvlies aantasten.
Het is dus belangrijk om de opgegeven dosering
en gebruiksduur op het etiket van de verpakking
of in de gebruiksaanwijzing van het geneesmiddel aan te houden om de kans op bijwerkingen
te beperken. Zo kan een te grote hoeveelheid
van het relatief ongevaarlijke zelfzorgmiddel paracetamol een ernstige leverbeschadiging veroorzaken.
Een bijzondere bijwerking van bepaalde geneesmiddelen is de verslaving eraan. Net zoals bij
alcohol en roken kun je verslaafd raken aan geneesmiddelen; dat geldt vooral voor slaap- en
kalmeringsmiddelen en morfineachtige pijnstillers. Je kunt dan niet meer zonder, en dat betekent dat als je wilt stoppen je bijvoorbeeld last
krijgt van pijn in je lichaam, zweten en slapeloosheid. Hoe meer en hoe langer je deze middelen slikt, hoe groter de kans op verslaving of
afhankelijkheid. Er zijn methoden om geleidelijk
van zo’n verslaving af te komen.
In bijsluiters staan alleen de belangrijkste en
meestvoorkomende bijwerkingen vermeld. Een
belangrijke bijwerking hoeft niet vaak voor te komen, maar kan wel zo ernstig zijn dat je zo snel
mogelijk de arts moet inlichten. Soms staat in
de bijsluiter dat bepaalde bijwerkingen na enige tijd verdwijnen of aanzienlijk minder worden.
Het lichaam begint als het ware te wennen aan
het geneesmiddel. Het is altijd nuttig de bijsluiter voor gebruik te lezen. Bedenk dan wel dat het
vermelden van de bijwerkingen alleen bedoeld
is om je te waarschuwen of in te lichten. Het betekent dus zeker niet dat je van alle genoemde
bijwerkingen last zult krijgen.
Krijgt u wel last van een bijwerking, lees dan de
bijsluiter nog eens goed. Soms staan daarin adviezen hoe de bijwerking (een volgende keer)
kan worden voorkómen. Bijvoorbeeld door het
geneesmiddel tijdens of na de maaltijd in te nemen, of juist voor de nacht.
Een telefoontje naar apotheker of arts geeft u
misschien wat meer zekerheid of u werkelijk te
maken heeft met een bijwerking. Niet alle bijwerkingen worden immers in de bijsluiter vermeld. Soms zal de arts adviseren de dosering,
misschien tijdelijk, wat te verlagen.
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 19
Is de bijwerking ernstig of heb je er ook na lange
tijd nog (veel) last van, dan zal de arts een ander
geneesmiddel overwegen. Dat is niet altijd mogelijk, zoals bij sommige antibiotica of bij antikankermiddelen.
Zelf moet u ook overwegen of de kwaal opweegt
tegen de nadelen van het geneesmiddel. Doe
dat bij aandoeningen waarvoor u onder behandeling bent wel altijd in overleg met de arts. In
Nederland kunnen artsen en apothekers de gemelde bijwerkingen aan een speciale organisatie, het Bijwerkingencentrum Lareb (zie www.
lareb.nl), doorgeven. Lareb verzamelt al deze
meldingen, waardoor de kennis over bijwerkingen in de loop van de tijd toeneemt. Zo krijgen
we ook inzicht in nieuwe bijwerkingen van al
langer in gebruik zijnde medicijnen en van pas
geïntroduceerde middelen.
Gebruikers van geneesmiddelen kunnen ook
rechtstreeks bij het Bijwerkingencentrum Lareb
terecht om mogelijke bijwerkingen te melden
(zie www.lareb.nl). Een andere manier om bijwerkingen of andere ervaringen met geneesmiddelen te melden, is via de website www.
meldpuntmedicijnen.nl. Dit meldpunt werkt samen met het Bijwerkingencentrum Lareb.
1.2.2 Wisselwerking met andere
geneesmiddelen
Sommige geneesmiddelen hebben wisselwerkingen met andere geneesmiddelen, waardoor het
middel minder goed of juist sterker kan werken.
Door zo’n wisselwerking kun je ook last krijgen
van een bijwerking van een van beide middelen.
Zo’n wisselwerking of interactie tussen geneesmiddelen kan op allerlei plaatsen in het lichaam
plaatsvinden, zoals in het maag-darmkanaal of,
vaker, in de lever. In het maag-darmkanaal kan
het ene geneesmiddel een ander, tegelijk ingenomen geneesmiddel minder effectief of zelfs
onwerkzaam maken. Het antibioticum tetracycline bijvoorbeeld wordt chemisch gebonden
aan kalk, aluminium of magnesium. Een kalktablet of een maagzuurbindend drankje met een
aluminium- of magnesiumverbinding moet je
dus niet tegelijkertijd gebruiken, maar twee uur
vóór of na de tetracycline.
Andere middelen worden minder effectief door
een ander geneesmiddel omdat ze beide che-
19
06-10-15 15:25
misch worden omgezet door de lever. De anticonceptiepil bijvoorbeeld wordt op die manier
door bepaalde epilepsiemiddelen minder werkzaam en dus minder betrouwbaar (zie par. 8.1).
Door de competitie in de lever is het ook mogelijk
dat sommige middelen chemisch juist minder
goed worden omgezet, zodat er na verloop van
tijd een extra hoge concentratie in het bloed ontstaat. Daardoor neemt de kans op bijwerkingen
toe. De bijwerkingen kunnen zelfs vrij ernstig
worden, zoals bij het gebruik van zogenoemde cumarinen (antistollingsmiddelen, zie onder
andere par. 3.6.5.2) waarvan de concentratie in
je lichaam flink kan toenemen wanneer je bijvoorbeeld ook het antibioticum co-trimoxazol
gebruikt. De bloedstolling kan dan – soms ernstig – ontregeld raken.
Ook zelfzorgmiddelen kunnen een wisselwerking met een ander geneesmiddel hebben. De
vrij verkrijgbare pijnstillers zoals ibuprofen en
naproxen kunnen de werking van plastabletten
bij mensen met ernstig hartfalen verminderen.
Dit kan er zelfs toe lijden dat ze zoveel vocht vasthouden dat ze in het ziekenhuis terechtkomen.
Soms treden ook wisselwerkingen op met voedsel of bepaalde dranken (zie de volgende paragraaf). Belangrijke wisselwerkingen met voedsel
of drank worden vaak op het etiket van de apotheek vermeld. Lees dat nauwkeurig, evenals de
bijsluiter, waarin alle belangrijke wisselwerkingen tussen geneesmiddelen staan vermeld.
De kans op wisselwerkingen is groter naarmate
je meer geneesmiddelen gebruikt. Overleg daarom met de arts als u veel geneesmiddelen slikt.
Vooral als u wordt behandeld door verschillende
artsen is het verstandig steeds te laten zien wat
anderen voorschrijven. Ook is het belangrijk te
weten dat bepaalde medicijnen onder verschillende namen worden verkocht, soms zowel als
receptgeneesmiddel als in de vrije verkoop. Als u
een zelfmedicatiemiddel gebruikt terwijl de arts
hetzelfde geneesmiddel onder een andere naam
heeft voorgeschreven, bijvoorbeeld ibuprofen in
Advil en Brufen, loopt u gevaar op overdosering.
Probeer daarom altijd na te gaan wat de werkzame stof in een geneesmiddel is. Als u hier zelf
niet uit komt, kunt u de apotheek raadplegen.
Veel mensen denken dat ‘natuurlijke’ middelen geen enkel risico met zich meebrengen,
20
HetJuisteMedicijn.indb 20
maar ook deze middelen kunnen gevaarlijk zijn.
Sommige kruidenpreparaten en geneesmiddelen werken elkaar tegen, waardoor de middelen
minder werkzaam zijn. Zo kunnen preparaten
met sint-janskruid de werking van receptgeneesmiddelen in sterke mate beïnvloeden. Ook
komt het voor dat kruidenpreparaten en geneesmiddelen elkaar juist versterken, waardoor de
kans op bijwerkingen groter wordt.
Een goede manier om wisselwerkingen tussen receptgeneesmiddelen, zelfzorgmiddelen
en kruidengeneesmiddelen op het spoor te komen, is de geneesmiddelen steeds bij één apotheek te betrekken. Een goed geautomatiseerde
apotheek zal de wisselwerkingen doorgaans ontdekken en daarover overleg voeren met je en/of
de voorschrijvende arts. Staat u niet ingeschreven in een bepaalde apotheek, meld uw geneesmiddelengebruik dan aan de apotheker.
Lees in ieder geval altijd de bijsluiter, waarin alle
belangrijke wisselwerkingen tussen geneesmiddelen staan vermeld. Omdat de bijsluiters van
niet als geneesmiddel geregistreerde middelen
vaak heel summier zijn, is het, bij aanschaf van
zo’n middel, raadzaam met de arts of apotheker te overleggen als u ook receptgeneesmiddelen gebruikt.
1.2.3 Wisselwerking met voeding
Ook allerlei stoffen uit voedsel kunnen ervoor
zorgen dat een medicijn sterker werkt (en meer
bijwerkingen heeft) of juist zwakker wordt (en
minder doeltreffend is). We geven een aantal
voorbeelden van de invloed van voedsel op veelgebruikte geneesmiddelen.
1.2.3.1 Antibiotica
Antibiotica, met name tetracycline, kunnen beter niet worden gecombineerd met melk of andere zuivelproducten (minimaal 2 uur voor en
na inname). Calcium, dat in zuivelproducten
zit, zorgt er namelijk voor dat het middel minder goed werkt. Omdat ook ijzer, zink, aluminium en magnesium voor een minder goede
opname zorgen, kun je het best helemaal niets
eten in het uur vóór en de 2 uur na inname van
het antibioticum. Een normale maaltijd vormt
geen probleem bij de antibiotica doxycycline
en minocycline, want voedsel beïnvloedt deze
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
middelen minder. Maar ook bij deze middelen
kun je beter geen melkproducten gebruiken.
1.2.3.2 Middelen voor de botten
Bij osteoporose, kanker en de botziekte van
Paget schrijven artsen bisfosfonaten voor.
Middelen uit deze groep, zoals onder andere
alendroninezuur (productnaam Alendroninezuur of Fosamax) en) risedroninezuur (Actonel of Risedroninezuur) remmen de botafbraak
en versterken de botten. Calcium draagt bij aan
sterke botten, maar voeding met calcium, ijzer of magnesium belemmert de opname van
bisfosfonaten juist. Genoemde bisfosfonaten
worden daarom bij voorkeur meer dan 30 minuten vóór het ontbijt en vóór de inname van
eventueel andere geneesmiddelen, zoals kalk
ingenomen.
1.2.3.3 Hart- en vaatmiddelen
• Vezelrijk voedsel vermindert de opname van
digoxine (Lanoxin). Dit middel wordt voorgeschreven bij hartritmestoornissen en
hartfalen. De dosering van digoxine luistert
bijzonder nauw. Het maakt niet uit of je digoxine tegelijk met vezelrijke voeding eet, zolang
de totale hoeveelheid vezels per dag ongeveer
gelijk blijft.
• Grapefruit(sap) versterkt de werking van bloeddrukverlagende calciumblokkers, zoals nifedipine (Adalat Oros, Nifedine Retard), waardoor
de bloeddruk te sterk daalt. Ook het effect van
de cholesterolverlagers atorvastatine (Atorvastatine, Lipitor) en simvastatine (Simvastatine, Zocor) wordt door grapefruit(sap) vergroot,
met bijwerkingen tot gevolg. Met een dergelijk
medicijn kun je dan ook beter pas starten nadat je minimaal 2 dagen geen grapefruit(sap)
hebt genuttigd.
• Bij een kaliumsparend plasmiddel, zoals spironolacton (Spironolacton) of een ACE-remmer
zoals captopril (Captopril), moet worden opgepast met keukenzoutvervangers met kalium,
zoals LoSalt. In het bloed kan te veel kalium
komen, met hartritmestoornissen tot gevolg.
1.2.3.4 Astmamedicijnen
Roken versnelt de afbraak van het anti-astmamiddel theofylline (Theolair), waardoor het min-
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 21
der goed werkt. Dat geldt ook voor het eten van
gegrild (barbecue)vlees. Het omgekeerde gebeurt als je theofylline combineert met onder
meer koffie, thee, cola of chocola. De coffeïne in
deze producten vertraagt de afbraak en versterkt
daardoor de bijwerkingen, zoals rusteloosheid
en hartkloppingen.
1.2.3.5 Antistollingsmiddelen
Levensmiddelen met veel vitamine K kunnen
de werking van antistollingsmiddelen (cumarinen) zoals acenocoumarol verminderen. Hierdoor neemt het risico van stolselvorming toe.
Dit zijn bijvoorbeeld andijvie, spinazie, groene kool, broccoli en sla. De inname van deze
voedingsmiddelen dient te worden beperkt en
de dagelijks geconsumeerde hoeveelheid moet
constant blijven.
1.2.4 Dan liever niet
In bijsluiters staat vaak een rubriek waarschuwingen. Je leest daarin onder andere wanneer
je het geneesmiddel beter niet of met een zekere
voorzichtigheid kunt gebruiken. Een dergelijke
tegenaanwijzing noemen we ook wel een contra-indicatie. Mensen bij wie de lever bijvoorbeeld niet goed functioneert, kunnen bepaalde
geneesmiddelen niet gebruiken omdat die middelen in de lever chemisch moeten worden omgezet. De chemische omzetting kan nodig zijn
om het lichaam in staat te stellen het middel uit
het lichaam te verwijderen.
Een andere waarschuwing geldt voor mensen
met een beperkte nierfunctie (werking van de
nier). Door een slechte nierfunctie is het lichaam
onvoldoende in staat bepaalde geneesmiddelen
uit het lichaam te verwijderen.
Een belangrijke reden om een geneesmiddel niet
te gebruiken, is wanneer je er overgevoelig of allergisch voor bent. Als je overgevoelig bent voor
een bepaalde stof, kan dat ook het geval zijn voor
stoffen die daar sterk op lijken. Als je overgevoelig bent voor een penicilline, dan ben je dat ook
voor alle andere penicillinen.
Hierna besteden we aandacht aan groepen gebruikers bij wie de arts in de regel voorzichtiger
met medicijnen zal omgaan.
21
06-10-15 15:25
1.2.4.1 Kinderen
Kinderen reageren soms heel anders op medicijnen dan volwassenen. In de bijsluiter van diverse geneesmiddelen staan daarom speciale
kinderdoseringen.
Sommige geneesmiddelen mogen door kinderen niet worden gebruikt, omdat ze juist in
de kindertijd bijzondere bijwerkingen hebben.
Voorbeelden daarvan zijn de antibiotica tetracycline en doxycycline, die invloed hebben op
de bot- en tandvorming. Een gevolg van het gebruik van deze middelen is onder andere dat de
tanden geel worden.
Ook als van een bepaald geneesmiddel niet bekend is wat het effect van het middel bij kinderen
is, zal het niet worden gebruikt. Bij zeer jonge
kinderen, vooral bij pasgeborenen, zal de arts extra voorzichtig zijn, omdat de organen van deze
kinderen nog niet optimaal werken.
Het is erg belangrijk dat je de bijsluiter goed leest
voor je het kind een medicijn geeft. Dat geldt
vooral voor geneesmiddelen die zonder recept
zijn gekocht. Raadpleeg bij twijfel altijd de huisarts of apotheker voordat u hiertoe overgaat. In
de bijsluiter van een geregistreerd geneesmiddel
wordt de dosering aangegeven en vanaf welke
leeftijd het middel mag worden gebruikt. Ook
staan er soms speciale waarschuwingen in. Zo
is acetylsalicylzuur (Acetylsalicylzuur, Aspirine)
of carbasalaatcalcium (calciumzout van acetylsalicylzuur: Ascal, Carbasalaatcalcium) niet geschikt voor kinderen.
Ook de bijsluiter van receptgeneesmiddelen
moet u natuurlijk goed lezen en bij onduidelijkheden de arts of apotheker raadplegen. Als u
een middel op recept heeft gekregen, zal het ook
voorzien zijn van een etiket. Vergelijk de dosering die daarop wordt vermeld met de bijsluiter
en raadpleeg bij verschillen de arts of apotheker.
De arts kan een goede reden hebben om een hogere of lagere dosering voor te schrijven.
Wij adviseren om niet op eigen houtje de medicatie voor het kind te veranderen of te stoppen met het gebruik, maar dat alleen te doen na
overleg met degene die het middel heeft voorgeschreven.
Het blijkt soms erg moeilijk om een kind een geneesmiddel toe te dienen; vanwege de smaak,
de tabletvorm of de bedreigende zetpil of oog-
22
HetJuisteMedicijn.indb 22
druppel. Vraag dan advies in de apotheek. Soms
kun je een geneesmiddel mengen met yoghurt,
melk, vla, warm eten of appelmoes. Sommige
tabletten mag je fijnmaken en er zijn capsules
die je mag openen. In overleg met de arts kan
ook voor een andere toedieningsvorm worden
gekozen, bijvoorbeeld in plaats van een tablet
een zetpil of misschien wel een drankje proberen. In sommige gevallen kan de apotheek
een speciale toedieningsvorm voor het kind
bereiden.
Tot slot willen we ervoor waarschuwen dat kleine
kinderen geneesmiddelen gemakkelijk aanzien
voor iets dat ze kunnen opeten. Zie par. 1.2.7.
1.2.4.2 Ouderen
Met het ouder worden neemt de kans op kwaaltjes en ziektes toe, en daarmee ook het gebruik
van geneesmiddelen. Ouderen gebruiken bovendien vaak meer dan één geneesmiddel.
Als iemand ouder wordt, kan het lichaam anders
reageren op een geneesmiddel. Door het verouderingsproces kan bijvoorbeeld de werking van
de nieren verminderen. Men schat dat dit bij ongeveer tweederde van de oudere mensen het geval is. Een geneesmiddel dat door de nieren moet
worden uitgescheiden, zal daardoor langer in het
lichaam blijven. Als de dosis gelijk blijft, stijgt de
concentratie van de stof in het lichaam, met als
gevolg meer kans op bijwerkingen.
Vaak wordt al een ander geneesmiddel, soms
voor een andere kwaal, gebruikt. De vraag is dan
of het nieuwe middel hiermee goed samengaat.
Ouderen kunnen extra gevoelig zijn voor bepaalde geneesmiddelen en ook voor de bijwerkingen. Het is niet altijd duidelijk hoe dat komt.
Bepaalde medicijnen hebben op hen ook juist
een averechts effect, dus in plaats van kalmering
ontstaat onrust. De kans dat iemand van boven
de 70 een maagbloeding krijgt bij gebruik van
aspirine of een pijnstiller zoals ibuprofen of naproxen, is wel tien keer zo groot als bij een gezonde jongvolwassene.
Sommige bijwerkingen kunnen bij oudere mensen eerder nare gevolgen hebben. Zo kunnen
slaap- en kalmeringsmiddelen spierverslapping
veroorzaken. Oudere mensen vallen gemakkelijker; dit risico wordt door deze middelen versterkt. Een losliggend kleedje of lichtheid in het
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
hoofd bij het opstaan, kan dan al gauw tot een
gebroken heup leiden.
Wie oud is, heeft meer last van vergeetachtigheid. Het komt regelmatig voor dat bijvoorbeeld
een tablet of inhalatie wordt overgeslagen. Dat
kan de werkzaamheid van de therapie sterk verminderen. Een medicijndoos of medicijnrol met
een week- of dagaanduiding, en een verdeling
per dag met de tijdstippen van inname, kan nuttig zijn. Vraag advies hierover aan de apotheek.
Ook hulp van familie of anderen kan nodig zijn.
Net als bij jongere mensen is begrip van de medicijnen van groot belang. Waar zijn ze voor en
waarom moet ik ze gebruiken zoals staat voorgeschreven? Een goede mondelinge en zelfs
schriftelijke uitleg van arts en apotheker en een
goed leesbare bijsluiter uit de apotheek zijn dan
nuttige hulpmiddelen.
Een voorbeeld: het gebruik van het sterkwerkende plasmiddel furosemide wordt nog weleens
een paar dagen gestopt omdat de gebruiker even
niet steeds naar de wc wil gaan. Niet onlogisch
als je familie over de vloer hebt of naar een gezellige bijeenkomst gaat. Maar mogelijk aanwezig
hartfalen kan daardoor ernstig verergeren, soms
met spoedopname in het ziekenhuis als gevolg.
Het is nuttig regelmatig het gebruik van je geneesmiddelen te bespreken. Wat voor last heb
je bijvoorbeeld van het nieuwe medicijn? Soms
verdwijnt een bijwerking na een simpele wijziging in het tijdstip van innemen of in de toedieningsvorm. Niet alleen bijwerkingen kunnen in
zo’n gesprek aan de orde komen. De arts zal ook
af en toe de effectiviteit van een middel willen
beoordelen en met de gebruiker nagaan of het
middel nog nodig is en of het nog wel voldoet.
Kortom, als oudere loop je grote kans een geneesmiddel te moeten gebruiken en vaak meer
dan één. In goed overleg met de arts, en waar
nodig met de apotheker, moet je geneesmiddelengebruik (steeds opnieuw) zorgvuldig worden
beoordeeld en begeleid.
Fouten bij medicijngebruik. Jaarlijks worden
16.000 mensen met spoed opgenomen in het
ziekenhuis door vermijdbare fouten bij medicijngebruik, zo bleek enige jaren geleden uit
een onderzoek naar medicatieveiligheid in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Zie-
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 23
kenhuisapothekers en de Orde van Medisch
Specialisten. Het gaat daarbij om fouten bij het
voorschrijven door artsen, bij het afleveren of
toedienen en bij het gebruik van medicijnen. Van
dit totaal sterven ongeveer 1250 mensen, terwijl
ongeveer 1750 mensen blijvende schade oplopen.
Vooral ouderen blijken een verhoogd risico te lopen het slachtoffer te worden van mismedicatie.
Maar dit geldt ook voor mensen met meerdere
aandoeningen, verwarde patiënten, nierpatiënten en mensen die niet zelfstandig wonen.
Bij ziekenhuisopnames door mismedicatie gaat
het in de meeste gevallen om stollingsremmers,
psychofarmaca, diabetesmiddelen en NSAID’s
(ontstekingsremmers, zoals ibuprofen).
Steeds vaker worden daarom zogenoemde medicatiebeoordelingen bij ouderen uitgevoerd
door apothekers en huisartsen, deels gestimuleerd en/of gefinancierd door zorgverzekeraars.
De idee is dat dit gezondheidswinst oplevert.
Zo’n – bijvoorbeeld jaarlijkse – check zou onder
andere tot minder acute en dure ziekenhuisopnames kunnen leiden.
1.2.4.3 Zwangerschap
Om allerlei redenen kan er iets mis gaan bij de
vorming van een kind in de baarmoeder. Een
klein deel van de stoornissen die na de bevalling of soms veel later duidelijk worden, is het
gevolg van geneesmiddelengebruik. Uit onderzoek blijkt dat we in de regel voorzichtig omgaan
met geneesmiddelen tijdens de zwangerschap.
Dat is maar goed ook, want van diverse geneesmiddelen is bewezen dat ze slecht zijn voor het
ongeboren kind. Bij de ouderen onder ons zal de
Softenon-affaire nog vers in het geheugen liggen. Dit geneesmiddel kwam omstreeks 1960
op de markt als slaapmiddel, maar bleek bij gebruik door zwangeren bij de ongeboren kinderen zeer ernstige afwijkingen aan de ledematen
te veroorzaken.
Van lang niet alle geneesmiddelen is precies bekend welk risico de ongeboren vrucht loopt. Wel
weten we wat ze bij dieren doen, omdat daarmee in laboratoria proeven zijn gedaan. Maar
een proef met een dier zegt weinig over de effecten bij de mens.
Soms worden tijdens de zwangerschap toch geneesmiddelen gebruikt waarvan de effecten nog
23
06-10-15 15:25
niet bekend zijn. Bijvoorbeeld omdat de vrouw
nog niet weet dat ze zwanger is, of soms omdat
ze niet zonder het geneesmiddel kan. In de loop
van de jaren is er op die manier informatie over
het gebruik van sommige geneesmiddelen in de
zwangerschap opgebouwd.
Deze informatie is te verkrijgen via de Teratologie Informatie Service, onderdeel van Bijwerkingencentrum Lareb. Geneesmiddelen zijn op
basis van de informatie ingedeeld in klassen die
een idee geven van de betrekkelijke veiligheid
van zo’n middel. Goed geautomatiseerde apotheken passen dit classificatiesysteem, of een afgeleide daarvan, toe. Als je zwanger bent, kun je
dat aan je apotheker doorgeven, die vervolgens
controleert of je geen geneesmiddelen met risico krijgt voorgeschreven.
Ook de bijsluiter van de fabrikant geeft informatie over het risico van een geneesmiddel tijdens zwangerschap. Het komt soms voor dat
de informatie in de bijsluiter afwijkt van die in
het genoemde classificatiesysteem. Overleg dan
met de arts of apotheker om meer duidelijkheid
te krijgen. De bijsluiter, de apotheker en de arts
zijn ook informatiebronnen als je op eigen initiatief een geneesmiddel wilt aanschaffen terwijl
je zwanger bent.
Een goed uitgangspunt is om alleen geneesmiddelen te gebruiken die strikt noodzakelijk zijn. Is
dat het geval, dan zal de arts een zo veilig mogelijk middel kiezen. Dat uitgangspunt blijkt helaas
niet altijd toe te passen, bijvoorbeeld als de kwaal
erger is dan het middel. Dat geldt bijvoorbeeld bij
epilepsie. Als epilepsie niet wordt behandeld, is
de kans op misvormingen van het ongeboren
kind groter dan door behandeling met middelen
tegen epilepsie. Ook kan het middel simpelweg
noodzakelijk zijn voor de moeder.
Tot slot willen we benadrukken dat je ook al in
de periode dat je zwanger probeert te worden,
altijd moet handelen alsof je zwanger bent. Juist
in de eerste dagen van de zwangerschap worden
al essentiële organen aangelegd, of althans een
begin daarvan. Vooral de aanleg van het zenuwstelsel is in de eerste zwangerschapsweken zeer
belangrijk. Dus ook als je nog niet zeker weet of
je zwanger bent, moet je er rekening mee houden dat geneesmiddelen een negatieve invloed
kunnen hebben.
24
HetJuisteMedicijn.indb 24
1.2.4.4 Borstvoeding
Over de invloed van geneesmiddelen via de
borstvoeding op de baby is eigenlijk nog minder
bekend dan over de effecten tijdens de zwangerschap. Wat we wel weten, is weer terug te vinden
bij de Teratologie Informatie Service. Net als bij
een zwangerschap zal de arts alleen geneesmiddelen voorschrijven als die echt nodig zijn. Als
zo’n middel maar kort gebruikt hoeft te worden,
kan de melk worden afgekolfd. Het kind krijgt
dan tijdelijk de fles.
Het liefst gebruikt de arts geneesmiddelen die
niet overgaan in de moedermelk, of geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze veilig zijn voor
de pasgeborene. Soms ontkomt de arts er niet
aan een (mogelijk) minder veilig geneesmiddel
voor te schrijven. Overleg dan met de arts of je
met de borstvoeding wilt doorgaan.
Als je borstvoeding geeft, kun je dat aan de apotheker doorgeven, die vervolgens controleert of
je geen geneesmiddelen met risico krijgt voorgeschreven. Als je een medicijn aanschaft zonder
recept, moet je heel goed de bijsluiter raadplegen
of advies vragen in de apotheek of aan de arts.
1.2.5 Therapietrouw
Uit onderzoek blijkt dat heel wat mensen die een
medicijn krijgen voorgeschreven dit vaak niet
volgens voorschrift gebruiken. Daar zijn allerlei
redenen voor, waarvan sommige goed voor te
stellen zijn. Een bekende reden is vergeten. Vergeten komt vooral voor als de kwaal goed onder
controle is of als niet goed duidelijk is of het middel wel werkt. Dat laatste speelt bij het gebruik
van inhalatiecorticosteroïden. Deze middelen
helpen vaak op de lange termijn de ontstekingsreacties in de longen bij vooral astma (zie par. 4.3)
te onderdrukken. Een direct effect op benauwdheid hebben ze niet. Wanneer je deze middelen
niet meer gebruikt, treden pas na enkele weken
tot maanden (een verergering van) klachten op.
Verder komen vergissingen voor, die nog versterkt worden door vergeetachtigheid.
Hoe vaak je een geneesmiddel moet gebruiken,
is ook belangrijk. Als je 5 x daags een capsule
moet slikken, wordt het je niet gemakkelijk gemaakt om therapietrouw te zijn; bij een voorschrift van 2 x daags is dat veel eenvoudiger.
Sommige mensen zijn bang voor bijwerkingen
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
en gebruiken hun medicijnen daarom niet volgens de regels of zelfs helemaal niet. Dit laatste
kan ook gebeuren als je principiële redenen tegen medicijngebruik hebt, zoals een bepaalde
geloofsovertuiging.
Heeft u moeite met het gebruik van medicijnen,
om wat voor reden dan ook, bespreek dit dan met
de arts. De arts denkt vaak dat u ze optimaal gebruikt. Wordt u dan niet beter, dan is hij al gauw
geneigd de dosering te verhogen of een ander
medicijn voor te schrijven. Allemaal zinloze en
ook kostbare acties.
Zijn er praktische redenen voor het feit dat u uw
middelen niet altijd gebruikt, overleg dan eens
met de apotheek. De apotheek heeft soms goede
oplossingen voor smaakproblemen, voor doseringsproblemen en heeft wellicht een idee over
een alternatief geneesmiddel.
Onjuist gebruik van geneesmiddelen kan betekenen dat het effect – soms aanzienlijk
– vermindert. Dat geldt bijvoorbeeld voor choles­
terolverlagers (zie par. 3.2). Als je dit soort middelen een groot deel van de tijd vergeet in te
nemen, zul je er weinig tot geen baat bij hebben.
Jarenlang gebruik kan dan betekenen dat alles
zinloos én duur is geweest. Dit geldt voor veel
chronische medicatie, onder andere bij hart- en
vaatziekten.
Wij vinden dat de arts een patiënt goed moet
inlichten over het doel van de behandeling en
het nut van medicijnen. Daar hoort ook bij dat
hij iets wijzer wordt over mogelijke bijwerkingen. Patiënten moeten niet al te onderdanig
zijn, en vragen stellen als iets niet duidelijk is.
Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld of het
medicijn iedere dag gebruikt moet worden of
alleen bij last van de aandoening. Vragen kunnen ook in de apotheek worden gesteld, waar
ook goede schriftelijke informatie te verkrijgen moet zijn.
1.2.6 De bijsluiter
Ieder verpakt geneesmiddel moet een bijsluiter
bevatten. Wettelijk is het verplicht dat in die bijsluiter gegevens staan als de samenstelling van
het middel, de gebruikelijke dosering, aanwijzingen voor het gebruik en de situaties waarin je
het middel juist niet moet gebruiken. De teksten
op bijsluiter en verpakking zijn erg belangrijk,
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 25
want zij vormen een eerste schriftelijke informatiebron voor de consument.
Helaas bevatten sommige bijsluiters voor leken
moeilijk te begrijpen taal. De laatste jaren is door
het CBG en de fabrikanten hard gewerkt om te
komen tot patiëntvriendelijke en begrijpelijke
bijsluiters. Toch blijkt uit onderzoek dat patiënten de informatie over met name contra-indicaties en interacties in bijsluiters nog steeds
lastig te begrijpen vinden. Verwarrend is ook
dat bijsluiters van producten met dezelfde werkzame stof soms andere informatie bevatten. Dit
kan komen doordat het ene medicijn een andere vorm heeft dan het andere medicijn. Of het
CBG heeft nieuwe kennis over het medicijn, die
nog niet in de bijsluiters van alle medicijnen is
opgenomen.
In de bijsluiter kunnen de volgende kopjes staan:
• Samenstelling. Hier word(t)en de werkzame
stof(fen) vermeld die het product bevat.
• Indicaties/Eigenschappen. Bij welke ziekte(s)
is het geneesmiddel werkzaam?
• Contra-indicaties/Wanneer niet gebruiken.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld lever- en nierafwijkingen en andere
ziektes) kan een geneesmiddel schadelijk zijn.
Het geneesmiddel moet onder die omstandigheden niet worden gebruikt. Overgevoeligheid voor een bepaald geneesmiddel hoort
hier ook bij.
• Gebruik tijdens de zwangerschap en lactatie.
Kan het geneesmiddel al dan niet gebruikt
worden tijdens de zwangerschap of tijdens
borstvoeding?
• Interacties/Wisselwerking met andere geneesmiddelen. Kan het geneesmiddel beter
niet in combinatie met andere middelen worden gebruikt? Welke combinaties moeten worden vermeden of hoe kun je de wisselwerking
voorkomen?
• Bijwerkingen. Hier staan bijwerkingen die
kunnen optreden bij gebruik van het geneesmiddel. Niet alle bijwerkingen van het geneesmiddel staan in de bijsluiter. De heel ernstige,
maar vaak zeldzame meestal wel, de veelvoorkomende ook. Wie vermoedt dat hij een bijwerking van een geneesmiddel ondervindt,
moet altijd een arts of apotheker waarschuwen.
25
06-10-15 15:25
• Waarschuwingen. Hier wordt extra aandacht
gevestigd op belangrijke zaken, zoals beïnvloeding van de rijvaardigheid.
• Dosering/Wijze van gebruik. Hier komen de
hoeveelheid en de manier waarop een geneesmiddel moet worden ingenomen (bijvoorbeeld
oplossen of heel doorslikken) aan de orde.
• Wijze van bewaren/Houdbaarheid. Onder dit
kopje wordt aangegeven hoe het geneesmiddel moet worden bewaard. Op de verpakking
staat een houdbaarheidsduur aangegeven.
Sommige geneesmiddelen moeten koel bewaard worden.
• Zwarte driehoek. Soms staat er een omgekeerde zwarte driehoek in de bijsluiter. Bij deze nieuwe middelen word je gevraagd extra te
letten op bijwerkingen en deze ook te melden
aan het Bijwerkingencentrum Lareb of de arts
of apotheker. Deze medicijnen worden extra
in de gaten gehouden door het CBG. Dat kan
zijn omdat nog niet alle risico’s bekend zijn, bijvoorbeeld als nog niet bekend is wat de effecten
zijn als iemand het medicijn langer gebruikt.
Vermoedelijk verandert de naamgeving van de
diverse kopjes in de komende jaren.
1.2.7 Vergiftigingen
Medicijnen zijn geen speel- of snoepgoed. Ga
er dus altijd voorzichtig mee om. Een paar tips:
• Gebruik geen geneesmiddelen van anderen,
zonder dat je weet of zo’n middel ook voor je
geschikt is.
• Combineer geneesmiddelen niet met alcohol
of drugs. Deze combinatie kan levensgevaarlijk zijn.
• Gebruik geneesmiddelen altijd alleen zoals
aangegeven staat op bijsluiter en verpakking
(tenzij anders aangegeven door de arts of apotheker). Dat geldt voor de dosis, het tijdstip van
inname, de manier van gebruik en een andere omgangsregel, zoals de wijze van bewaren
(zie par 1.2.8).
• Geef kinderen jonger dan 12 jaar geen geneesmiddelen die voor volwassenen bestemd zijn.
Berg medicijnen altijd op buiten het bereik van
kinderen. Dat geldt ook voor ogenschijnlijk
simpele medicijnen als paracetamol en vitamine A en D.
26
HetJuisteMedicijn.indb 26
Me­di­cijnvergiftiging bij kinderen komt helaas
nog geregeld voor. Elk jaar ontvangt het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
(NVIC) van het Universitair Medisch Centrum
Utrecht ongeveer 5500 meldingen van mogelijke vergiftiging door medicijnen bij kinderen onder de 12 jaar. Een groot deel van deze
meldingen betreft vrij verkrijgbare geneesmiddelen, zoals de pijnstillersparacetamol,
ibuprofen en diclofenac, multivitaminepreparaten en homeopathische middelen.
• Een vergiftiging met vrij verkrijgbare geneesmiddelen zal niet altijd een dodelijke afloop
hebben, maar je kunt er goed ziek van worden. Zoals vermeld, kan een eenvoudige pijnstiller als paracetamol in hoge doseringen tot
een ernstige leverbeschadiging, maar ook tot
de dood, leiden. Vermoedt u een vergiftiging,
neem dan contact op met de huisarts. De arts
kan het NVIC dag en nacht bereiken met vragen over de vergiftiging.
1.2.8 Bewaren
Vooral onder invloed van vocht, lucht, licht en
temperatuur kan de werking van de meeste medicijnen achteruitgaan. ‘Droog, koel, donker en
in de oorspronkelijke verpakking bewaren’ luidt
daarom het devies. Dus niet in een vochtige badkamer en ook niet in de diepvries. Een hoog opgehangen medicijnkastje in de slaapkamer is prima.
Sluit een eenmaal geopende verpakking zo
goed mogelijk weer af. Let altijd op de uiterste
gebruiksdatum, ook wel ‘vervaldatum’ genoemd
of aangeduid met de Engelse benaming ‘expiration date’ (afgekort ‘exp. date’). Deze uiterste
gebruiksdatum is te vinden op het etiket, op de
verpakking, op een geneesmiddelenstrip of op
de hals, dop of bodem van een fles.
Sommige geneesmiddelen zijn bovendien na
openen beperkt houdbaar. Vooral dranken en
crèmes zijn aan bederf onderhevig, omdat ze
water bevatten. Zowel schimmels als bacteriën
groeien goed in een waterige omgeving. Deze ‘natte’ medicijnen bevatten wel vaak conserveermiddelen, maar dat betekent niet dat ze
eindeloos meegaan. Integendeel, het gebruik
van conserveermiddelen wijst juist op een beperkte houdbaarheid: oogdruppels zijn na opening 1 maand houdbaar, neus- en oordruppels
HET JUISTE MEDICIJN 2015
06-10-15 15:25
circa 3 maanden, crèmes – mits verpakt in een
tube – maximaal 1 jaar.
Dranken en andere vloeistoffen kun je beter
niet lang bewaren. Vaak wordt zo’n drank alleen
voorgeschreven voor zolang de kwaal duurt. Als
je troebelingen, vlokken of kleurveranderingen
in een drank bespeurt, gebruik hem dan helemaal niet meer.
Geneesmiddelen waar geen water in zit, gaan
doorgaans wat langer mee. Toch hebben ook
deze ‘droge’ medicijnen niet het eeuwige leven.
Zalven die vette oliën bevatten, willen nog weleens ranzig worden.
Afhankelijk van de werkzame stof in poeders, tabletten, dragees en capsules neemt de werking
in de loop van de tijd af. Zo kan acetylsalicylzuur
(acetosal, Aspirine), vooral in een vochtige omgeving, vrij snel ontleden in azijnzuur en salicylzuur. Het geneesmiddel werkt dan slechter,
terwijl de bijwerkingen toenemen. Tabletten en
dragees zijn vaak langer houdbaar dan poeders.
Maar zelfs tabletten kun je na een aantal jaar niet
meer veilig gebruiken.
Kruiden en andere alternatieve middelen kunnen evenmin onbeperkt worden bewaard. Ook
hiervoor geldt dat dranken eerder bederven dan
WAT JE OVER MEDICIJNEN MOET WETEN
HetJuisteMedicijn.indb 27
gedroogde kruiden, maar ook de laatste kunnen
gaan schimmelen of anderszins aan bederf onderhevig zijn.
Droge kruiden moet je, goed afgesloten en op
een droge plek, niet langer dan 1 jaar bewaren.
Restanten van geneesmiddelen kun je het best
terugbrengen naar de apotheek. Het liefst zoveel
mogelijk zonder de verpakking en verzameld in
een plastic zak of tas. De apotheker zorgt voor
vernietiging van deze geneesmiddelrestanten.
Niet alles hoef je apart te leggen: lege ampullen en insulinepatronen, verpakkingsmateriaal,
watten, verband en dergelijke kunnen gewoon
bij het restafval (in de vuilnisbak).
Het is nuttig af en toe het medicijnkastje een
flinke schoonmaakbeurt te geven. Schroom dan
niet alle overtollige medicijnen op te ruimen. Dit
geldt behalve voor oudere medicijnen ook voor
alle middelen die u na lezing van dit boek liever
niet meer gebruikt.
1.2.9 Informatie
Meer informatie over geneesmiddelen is te krijgen bij de apotheker of via www.apotheek.nl.
Sommige apotheken zijn bereikbaar via een eigen homepage of via www.apotheek.nl.
27
06-10-15 15:25
Download