5 Van gegevens naar grafieken 3. 1. Activeer het werkblad Wissen in de werkmap Oefenen2. 2. Wis de datum. 3. Wis in één bewerking alles onder rij 31. 4. Maak de selectie ongedaan. 5. Waaruit blijkt dat alleen de celinhoud en niet de cellen zelf verdwenen zijn? De grijze kleur blijft. Als je in één van de cellen klikt, krijg je in de adresbalk nog steeds hetzelfde adres. 4. 1.Activeer het werkblad RijenKolommen1 in de werkmap Oefenen2. 2. Welke kolommen zijn duidelijk te smal? A en C 3. Maak deze kolommen voldoende breed. Gebruik telkens een andere techniek. 4. Wat valt op als je de breedte van de kolommen B, C, D, E, F vergelijkt? Ongelijke breedte 5. Geef deze 5 kolommen exact dezelfde breedte. Zorg voor 2 tekens meer dan het breedste gegeven in de kolom. 6. Wat is het probleem met de titel van het werkblad? 7. Hoe los je dit probleem op? 6. De rij is niet hoog genoeg Dubbelklik op de onderrand van de rijkop 1.Activeer het werkblad RijenKolommen3 in de werkmap Oefenen2. 2. Noteer de formule in cel C11: =C8*C4 3. Verwijder de overbodige kolom B. 4. Noteer de formule in C11(nu B11)? Formule: =B8*B4 in de celverwijzingen is de kolomletter met 1 verlaagd 5. Verwijder op twee plaatsen één van de dubbele lege rijen. 6. Wat is er gebeurd met de celverwijzingen in de formule van C11? Formule: =B7*B4 in de eerste celverwijzing is het rijnummer met 2 verlaagd 8. Bestudeer het volgende werkblad en de bijbehorende grafiek. 1. Welke waarden zijn opgenomen in de grafiek? De omzet van elk kwartaal voor het Limburgs filiaal 2. Wat zijn de dragers? De kwartalen 3. Wat is de categoriereeks in het werkblad? Op het eerste gezicht lijkt B4:E4 de categoriereeks te zijn. Dit klopt echter niet, want dan moest onder de x-as van de grafiek “Kwartaal 1”, “Kwartaal 2” … staan en niet “1”, “2” … 4. Wat is de waardereeks in het werkblad? 9. B7:E7 Bestudeer het volgende werkblad en de bijbehorende grafiek. 1. Welke waarden zijn opgenomen in de grafiek? De inkomsten uit verkoop en reclame. 2. Wat zijn de dragers? De nummers. 3. Wat is de categoriereeks in het werkblad? C2:E2 4. Wat zijn de waardereeksen in het werkblad? 5. Van gegevens naar grafieken C10:E10 en C11:E11 Oplossingen -23 - 10. 1. Volg in de helpfunctie de vermelde weg om op te zoeken waarvoor je de verschillendegrafiektypen gebruikt. 2. Selecteer in de lijst Voorbeelden van grafiektypen de volgende typen en noteer waar je ze gebruikt. kolomdiagram: voor wijzigingen in gegevens gedurende een bepaalde periode of voor vergelijkingen tussen gegevens staafdiagram: voor vergelijkingen tussen afzonderlijke gegevens lijndiagram: voor trends in gegevens met gelijke intervallen cirkeldiagram: om de verhouding tussen de delen van een geheel duidelijk te maken 11. 1. Activeer Omzet2 in de werkmap Oefenen2. 2. Welk grafiektype is gekozen? Kolom 3. Wijzig het grafiektype achtereenvolgens in ... 4. Welk grafiektype vind je het duidelijkste? Bv. staaf of kolom of lijn 12. Activeer Auteursrecht in de werkmap Oefenen2. 1. Welke grafiek (boven, midden, onder) toont: een vergelijking van de betalingen voor januari, februari en maart? de evolutie van de betalingen van Auvibel? Midden. Boven. een vergelijking van de betalingen van de vier vennootschappen? 2. Welke firma inde het meest in de eerste drie maanden? In welke maand gebeurde de grootste betaling? Is er een verband tussen beide voorgaande antwoorden? Onder. Sabam. Februari: 86,76 EUR Het valt op dat het Sabam was waaraan de grootste betaling gedaan werd in februari. 3. Klik op de hoogste staaf in de onderste grafiek. Wat wordt gemarkeerd in het werkblad? 13. D5:D7, d.i. de waardereeks voor Sabam Toon binnen het werkblad in een grafiek de evolutie van het aantal mannelijke redactieleden gedurende de laatste 8 jaren. Grafiektitel: Mannen-Redactie X-astitel: Aantal Geen legenda. Analyse 1. Activeer het werkblad Werknemers1 van de werkmap Oefenen2. Welke relatie moet je tonen? Evolutie van het aantal mannelijke redactieleden gedurende de laatste 8 jaren. 2. Wat zijn de dragers? De jaren. 3. Welk type grafiek is geschikt? Lijn (trend). 4. Welke cellen vormen de categoriereeks? A6:A13. 5. Duid aan op het werkblad. 6. Hoeveel waardereeksen zijn er nodig? 1. 7. In welke cellen staan deze waarden? B6:B13. Uitvoering met de Wizard Grafieken 1. Welk bereik selecteer je om zowel de categoriereeks als de waardereeksen te hebben? A5:B13. 2. Staan de waardereeksen in rijen of in kolommen? 5. Van gegevens naar grafieken Oplossingen Kolom B. - 24 - 14. Toon binnen het werkblad Werknemers2 van de werkmap Oefenen2 in een grafiek hoe de vrouwelijke werknemers van het laatste jaar over de verschillende categorieën (redactie, techniek, administratie) verdeeld zijn. 1. Activeer het werkblad. 2. In welk bereik staan de gegevens voor de categoriereeks? F5:H5. 3. In welk(e) bereik(en) vind je de waardereeks(en)? 4. Welk(e) bereik(en) moet je dus selecteren? 5. Welk grafiektype is geschikt? F13:H13. F5:H5 en F13:H13. Cirkel (verhouding tussen delen van een geheel). 15. Maak ook een staafdiagram van dezelfde gegevens. Verklaar het verschil In een staafdiagram worden de gegevens voorgesteld als categorie- en waardereeks, niet als koppels. 16. Stijgt het aantal deelnemers aan het popfestival van Ether 2000 evenredig met de kosten voor reclame? Ja. Alle punten vormen samen een rechte lijn. 17. ... Bestudeer de grafieken Lavoisier en Proust. Welke illustreert het behoud vn massa? Welke de constante massaverhouding? Lavoisier: het staafsegment (AgCl) is net zo groot als die voor Ag en Cl samen. Proust: De verhouding Ag tot Cl is constant (de punten vormen een rechte lijn) 5. Van gegevens naar grafieken Oplossingen - 25 -