Investeringsbegroting en kostprijsberekening Overzicht van grote uitgaven in de tijd voorzien van uitleg. Voorbeelden: Investerings begroting Productontwikkeling Kapitaalgoederen aanloopkosten Inrichting en apparatuur pre start 1e jaar 2e jaar etc per stuk 1e jaar 2e jaar etc (afschrijven) (afschrijven of leasen) (mogen afgeschreven) (afschrijven of leasen) Productie c.q inkoop Marketing en verkoop Logistiek Personeel Huur Overige overheads TOTAAL Kostprijs berekening de catalogusprijs minus korting minus marge verkoopkanaal minus transportkosten is de verkoopprijs minus verkoopkosten minus opslag en logistiek minus productie of bewerking minus inkoopkosten is de bruto marge minus overheads minus afschrijvingen minus kapitaalkosten IS DE NETTO MARGE Cashflow-analyse Maak een overzicht (per kwartaal) van alle inkomsten, maar vooral ook uitgaven. Een cashflow-analyse is te vergelijken met een overzicht van de mutatie op het bankafschrift. Welke betalingen zij er gedaan en welke betalingen zijn ontvangen. Uitgaven voor investeringen opnemen, ook kosten voor oprichting, huurgaranties, verwervingskosten voor kapitaal etc. Plan ook kredieten en participaties in en wees zo conservatief mogelijk met inkomsten uit verkoop. Die hebben de neiging in het begin erg tegen te vallen, of in ieder geval later binnen te komen dan verwacht (houdt rekening met betalingstermijnen). Cash Uit investeringen inkopen kosten Garanties en voorschotten Rente, aflossing en dividend belastingen Totaal Cash Uit Cash In Verkopen en aanbetalingen terugbetaalde garanties en voorschotten Leningen, subsidies en participaties Totaal Cash In Netto Cash Periode Cummulatief Winst- en verliesrekening De winst- en verliesrekening is een overzicht van operationele inkomsten en uitgaven, ook weer per kwartaal. Het verschil met de Cashflow-analyse is dat leningen, participaties, garanties en investeringen niet als zodanig zijn opgenomen. Investeringen worden uitgesmeerd door ze “af te schrijven”. I.e. per periode wordt een deel van het geïnvesteerde bedrag opgenomen tot de hele investering “afbetaald” is. Een eenvoudige wist- en verliesrekening ziet er als volgt uit: Inkomsten verkoop overige inkomsten Uitgaven Inkoop en productie Bruto marge = (verkoop - inkoop) / verkoop marketing opslag en logistiek overheads overige kosten Operationele winst/verlies = inkomsten - uitgaven afschrijvingen rente bijzondere kosten/baten winst/verlies voor belastingen vennootschapsbelasting netto winst/verlies (na belastingen) Als er voor investeerders winstprognoses moeten worden afgegeven, dan gaat het altijd over de netto winst, tenzij ander vermeld. De balans Geeft een overzicht van de verdeling van het vermogen. Aan de ene kant staat waar het vermogen voor gebruikt is en aan de andere kant staat waar het vermogen vandaan komt (wie het toebehoort). Een balans is altijd een momentopname. Het is een weergave van de vermogensposten op een bepaald moment. Belangrijke balansen zijn de openingsbalans, bij de start van de onderneming. De balansen voor en na een participatie zijn extreem belangrijk. Daarin kan een participant aflezen wat zijn “positie” wordt. Voorbeeld van een eenvoudige balans: Activa (bezit) onroerend goed kapitaal goederen voorraden en orders Passiva (financiering) eigen vermogen van aandeelhouders ingehouden winst/verlies leningen van aandeelhouders geld (kas of bank) debiteuren (tegoed van klanten) overige tegoeden Totaal bankkrediet (kort en lang) leverancierskrediet overige verplichtingen (lease?) Totaal Let op, het totaal van de activa moet gelijk zijn aan het totaal van de passiva. Leningen van aandeelhouders zijn niet officieel eigen vermogen, maar horen er wel bij. Als leningen van aandeelhouders worden toegevoegd aan het eigen vermogen heet het garantievermogen. Langlopende verplichtingen zoals huur en lease horen eigenlijk niet op de balans, maar omdat ze wel belangrijk zijn voor de solvabiliteit (en daarmee voor de aandeelhouders) kunnen ze beter wel opgenomen worden aan de passiva zijde van de balans. Ratio´s kunnen de investeerders zelf wel uitrekenen. Ze zijn daar meestal beter in dan de ondernemers. 1 ratio echter blijft belangrijk. De verhouding tussen het eigen vermogen (of het garantievermogen) en de kredieten en langlopende verplichtingen. Een goede raad: beperk de financiële bijlage tot 2 a 3 pagina’s. Ze dienen vooral ter illustratie van het business model. Tenslotte nog enkele tips, alvorens u met het business model bij de investeerder aanklopt: maak een voorstel, waarin aan de orde komt wat u van de investeerder verwacht en wat de investeerder daarvoor terug kan verwachten; Weid in eerste instantie niet te veel uit over marktanalyses en rendementsprognoses. De investeerder prikt daar vrij snel doorheen. Er is inmers nog niets bewezen, het succes moet nog behaald worden. Maar houd wel in uw achterhoofd wat u van deze aspecten verwacht; Bedenk dat een goede voorbereiding voor de start van een onderneming minimaal een jaar in beslag neemt. Het vinden van een passende investeerder vergt minstens drie tot zes maanden. Als u na een half jaar nog niet geslaagd bent, kunt u uw aandacht beter op andere zaken richten.