GEINTEGREERDE NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID & WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012-2016 Beter voor Elkaar 2 2012-2016 gemeente Baarn afdeling Beleid december 2011 INHOUDSOPGAVE PAGINA Samenvatting 4 Inleiding 7 Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 Uitgangspunten voor beleid Relatie WPG en Wmo Uitgangspunten voor beleid Conclusie 8 8 8 9 Hoofdstuk 2 Vijf thema’s voor beleid 10 Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 Samen leven in wijk en buurt Inleiding Doelstelling Huidige activiteiten Toekomstige activiteiten Resultaten 12 12 12 12 12 13 Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 Opgroeien Inleiding Doelstelling Huidige activiteiten Toekomstige activiteiten Resultaten 14 14 14 14 15 16 Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 Mantelzorgers en vrijwilligers Inleiding Doelstelling Huidige activiteiten Toekomstige activiteiten Resultaten 17 17 17 17 18 19 Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 Meedoen makkelijker maken Inleiding Doelstelling Huidige activiteiten Toekomstige activiteiten Keuzevrijheid Resultaten 20 20 20 20 22 23 23 Hoofdstuk 7 Preventie en zorg 24 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 Inleiding Doelstelling Huidige activiteiten Toekomstige activiteiten Resultaten 24 24 24 25 26 Hoofdstuk 8 Financiën 27 2 Bijlagen 1. Speerpunten uit de bijeenkomst met de adviesraden en maatschappelijke organisaties 2. Algemeen kader: wet publieke gezondheid en wet maatschappelijke ondersteuning 3. Landelijke en lokale beleidskaders 4. Realisatie actieprogramma nota Beter voor Elkaar 2008-2012 5. Staat van Baarn 29 30 31 33 37 39 3 Samenvatting Beleidsuitgangspunten Doorgaan waar we zijn gebleven Geen extra investeringen, maar wel behoud van kwaliteit Uitgaan van de eigen kracht van burgers, met ondersteuning waar nodig Integraal werken Preventief werken: voorkomen is beter dan genezen Beleid ontwikkelen en evalueren op basis van objectieve gegevens Thema 1 Doelstelling Samen leven in wijk en buurt Het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij hun eigen straat / buurt / wijk / dorp en het stimuleren van eigen / gezamenlijke initiatieven om de leefbaarheid in de wijken te vergroten. Het gaat hierbij om het verbeteren en/of behouden van de kwaliteit van de openbare ruimte, de veiligheid en het sociale klimaat. Huidige acties Toekomstige activiteiten Buurtbemiddeling Welzijn Nieuwe Stijl, vernieuwde inzet van welzijn Onderzoek accommodaties Resultaten 2016 Het aanbod van welzijn sluit aan bij de vraag van de burger; De welzijnsactiviteiten vinden zoveel mogelijk in de wijk plaats; De sociale samenhang tussen inwoners van Baarn wordt gewaardeerd met een 7. Thema 2 Doelstelling Opgroeien Een sluitende aanpak creëren voor de jeugd van 0-23 jaar, waarbij voldoende ontwikkelingskansen worden geboden en bewustwordingsprocessen op gang worden gebracht om veilig te kunnen doorgroeien naar volwassenheid. Huidige acties B.Slim Transitie jeugdgezondheidszorg CJG en zorgstructuren Sociale vaardigheden en weerbaarheid Thuisbegeleiding Toekomstige activiteiten Focus naar gezond gewicht Aanpak alcoholgebruik onder jongeren Jongerenparticipatie Resultaten 2016 Er een integraal beleid is opgezet om gezond gewicht bij schoolgaande jeugd te bevorderen; Er een integraal beleid is opgezet om schadelijk alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan; Er een integraal aanbod is van medische en sociale ondersteuning van jeugd en hun ouders. Thema 3 Doelstelling Mantelzorg en vrijwilligers De vrijwilligers en mantelzorgers op een zodanige manier ondersteunen dat zij in staat zijn hun werkzaamheden te (blijven) doen op een manier die bij hen past en die van belang is voor de (lokale) gemeenschap. 4 Huidige acties Steunpunt Vrijwilligers Baarn Vrijwilligersfonds Maatschappelijke stages Mantelzorgsteunpunt Respijtzorg Gemeentelijke erespeld Toekomstige activiteiten Onderzoeken doeltreffendheid vrijwilligersbeleid Verlagen plafond vrijwilligersfonds Eerdere ondersteuning mantelzorgers Meer informatie over respijtzorg Resultaten 2016 Het aantal vrijwilligers in Baarn is minstens gelijk gebleven; Er meer mantelzorgers bij het mantelzorgsteunpunt ingeschreven zijn; Er voor mantelzorgers in Baarn informatie over respijtzorg beschikbaar is. Thema 4 Doelstelling Meedoen makkelijker maken Het stimuleren en faciliteren van kwetsbare inwoners om mee te doen aan de samenleving door: - het bieden van een laagdrempelige voorziening voor informatie, advies en cliëntondersteuning; - het bieden van een integraal welzijnsaanbod dat past binnen de doelstellingen van de Wmo; - het verstrekken van voorzieningen aan individuen die de zelfredzaamheid bevorderen. Huidige acties Loket Zorg en Welzijn Stichting Welzijn Baarn Ouderenadviseur GALM (Groninger Actief Leven Model) Deelname bevorderen maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren Subsidiemogelijkheden voor organisaties die welzijn bevorderen van mensen met een verstandelijke beperking Voorzieningen in het kader van de Wmo Actieprogramma “Minder regels, Meer Service” Drie adviesraden Benchmark Wmo Het versterken en verbreden van het loket Wonen, Zorg en Welzijn; Aangepaste Wmo verordening met vraag- en oplossingsgericht beleid; Invoeren begeleiding en hulpmiddelen vanuit AWBZ naar Wmo; Opzetten Sociale kaart. Toekomstige activiteiten Resultaten 2016 Thema 5 Doelstelling de burgers op één punt informatie en advies kunnen ontvangen over maatschappelijke ondersteuning; er een verordening op de Wmo is die uitgaat van eigen verantwoordelijkheid van de burger en de vraag achter de vraag; er een sociale kaart is waar burgers gebruik van kunnen maken Preventie en zorg Bevorderen van deelname aan de samenleving van zeer kwetsbare mensen, door gezondheidsbevordering en preventie en een goede afstemming tussen verschillende organisaties te stimuleren. 5 Huidige acties Gezondheidsbevordering GGD Infectieziektebestrijding Algemeen maatschappelijk werk Aanpak huiselijk geweld Woonzorgoverleg Woonhygiënische problematiek Declaratiefonds Toekomstige activiteiten Preventieve gezondheidszorg ouderen Aanpak eenzaamheid onder ouderen Verbinding eerstelijn OGGZ Resultaten 2016 Er informatie beschikbaar is over een gezonde levensstijl voor verschillende doelgroepen; De functies van een consultatiebureau voor ouderen in samenhang zijn georganiseerd; Er een effectieve methode wordt ingezet om eenzaamheid onder ouderen te verminderen; Er wordt samengewerkt met de eerstelijn op verschillende thema’s gericht op gezondheidsbevordering en preventie. Wijzigingen ten opzichte van de nota Beter voor Elkaar 2008-2012 Niet alle actiepunten uit de vorige nota komen terug. Dit vanwege de beleidsuitgangspunten in hoofdstuk 1 of het structureel worden van beleid. Het gaat om de volgende actiepunten: Voortgang wijk-en buurtgericht werken Wijkbudget Wijksteunpunt Subsidieregeling met als doel participatie in de samenleving Gezondheidsbevordering specifieke doelgroepen 6 Inleiding Voor de gemeente Baarn is het de uitdaging beleid te ontwikkelen dat een samenhangend antwoord geeft op sociaal-maatschappelijke en gezondheidsproblemen en het voorkomen daarvan. Zowel vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg) moet eens in de vier jaar een beleidsnota worden vastgesteld. Als we denken vanuit de problematiek vanuit de burger, ligt het voor de hand om deze beleidsnota’s gezamenlijk op te pakken. De Wmo en Wpg richten zich op participeren in de maatschappij en collectieve preventie om gezondheid te bevorderen. Dit zijn veel omvattende terreinen waardoor een goede begrenzing van de nota noodzakelijk is. De Nota Beter voor Elkaar richt zich niet op beleidsterreinen als werk en inkomen (Wet werk en bijstand), integratiebeleid, schuldhulpverlening, jeugdbeleid in de brede zin, onderwijsbeleid, cultuur, volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Gezien het feit dat bovengenoemde onderwerpen de grenzen van de Wmo / Wpg overschrijden worden voor deze beleidsterreinen geen concrete doelstellingen in dit beleidsplan geformuleerd. Doel van deze nota is het vastleggen van de ambities voor de komende vier jaren, die, mede afhankelijk van de financiële ruimte, in gang worden gezet. Deze financiële ruimte wordt jaarlijks door de gemeenteraad in de meerjarenbegroting vastgesteld. De nota is geschreven in een periode waarin de Rijksoverheid steeds meer taken op het bordje van de gemeente legt en tegelijkertijd bezuinigt op de vergoeding die zij daarvoor per hoofd van de bevolking uitkeert. Eenvoudigweg betekent dit dat elke gemeente de komende jaren méér met minder moet doen. Door deze ontwikkelingen bezinnen gemeenten zich op hun rol in de samenleving. Onder druk van de economische crisis en vergaande bezuinigingen nemen ze steeds meer een regierol aan. Dat betekent dat de gemeente zich meer gaat richten op de kerntaken die door de wet zijn opgelegd. Het betekent ook dat gemeenten een steeds groter beroep doen op de zelfredzaamheid van de samenleving. Burgers worden op weg geholpen, maar er wordt ook inbreng van de burger zelf verwacht. De nota is in overleg met maatschappelijke organisaties en de adviesraden tot stand gekomen. In de interactieve bijeenkomst is aan de adviesraden en maatschappelijke organisaties gevraagd waar de gemeente Baarn in haar beleid de accenten moet leggen. Niet alle genoemde speerpunten passen binnen deze nota en op een aantal aandachtspunten wordt al beleid gevoerd. De overige speerpunten uit deze bijeenkomsten zijn verwerkt in de Nota Beter voor Elkaar. In de bijlagen zijn de genoemde speerpunten van de bijeenkomst opgenomen. In hoofdstuk 1 worden de uitgangspunten voor beleid uiteen gezet. Hieraan liggen een aantal kaders ten grondslag, zoals de wettelijke kaders van de Wmo en de Wpg, maar ook landelijke en lokale beleidskaders. Deze kaders zijn in de bijlagen opgenomen. In hoofdstuk 2 worden vijf thema’s gepresenteerd waarop beleid ontwikkeld wordt. In hoofdstuk 3 tot en met 7 worden deze thema’s nader uitgewerkt. In hoofdstuk 8 wordt ten slotte een financieel overzicht gegeven. 7 Hoofdstuk 1 Uitgangspunten voor beleid In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten voor het wmo- en lokaal gezondheidsbeleid nader uitgewerkt. 1.1 Relatie Wpg en Wmo De Wpg is gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen (en dus ook van verminderde zelfredzaamheid) of het voorkomen dat gezondheidsproblemen verergeren of chronisch worden. De Wmo richt zich vooral op het bevorderen van maatschappelijke participatie, ook van mensen die om welke reden dan ook minder zelfredzaam zijn. De verbinding tussen Wmo en Wpg is vooral gelegen in de termen zelfredzaamheid en participatie: gezonde burgers gaan naar school, kunnen hun eigen huishouden in stand houden en zich zelfstandig in en om hun woning bewegen, hebben werk, doen vrijwilligerswerk, leveren mantelzorg en onderouden contacten in hun wijk of buurt. Deze nota richt zich de komende vier jaar op een integraal en laagdrempelig aanbod van voorzieningen waarbij preventie en het stimuleren en ondersteunen van mensen om te komen tot een optimale deelname aan de maatschappij centraal staan. 1.2 Uitgangspunten voor beleid In de bijlagen zijn het wettelijk kader en de landelijke en lokale beleidskaders beschreven. De geschetste kaders en ontwikkelingen resulteren in de volgende uitgangspunten voor beleid voor de nota Beter voor Elkaar. Uitgangspunten waarmee wij soms impliciet de afgelopen jaren gewerkt hebben en die expliciet het kader vormen voor de komende jaren. 1. Doorgaan waar we zijn gebleven Zoals het Sociaal Cultureel Planbureau in haar rapport ‘Op weg met de Wmo, evaluatie Wmo 20072009’ schrijft: De Wmo is werk in uitvoering. Dit geldt ook voor Baarn. In 2007 zijn we begonnen met de uitvoering van de Wmo en sindsdien zijn steeds meer onderdelen van de Wmo beleidsmatig uitgewerkt en in praktijk gebracht. Er is bijvoorbeeld een breed Wmo loket, er is één welzijnsinstelling, er is een mantelzorgsteunpunt en een Centrum voor Jeugd en Gezin. Maar er zijn ook overlegvormen opgezet voor afstemming tussen het ondersteuningsaanbod. Deze zaken zijn niet eenmalig neergezet en dan afgerond, maar zijn in ontwikkeling. Ze worden verder geprofessionaliseerd, verdiept en verbreed. Met deze nieuwe nota willen we niet een compleet nieuwe koers uitzetten, maar verder gaan op de ingeslagen weg1. We willen versterken wat goed gaat en verbeteren wat nog niet goed gaat. 2. Geen extra investeringen, maar wel behoud van kwaliteit Vanuit het rijk worden de komende jaren minder middelen beschikbaar gesteld. Waar nieuwe of andere activiteiten gewenst zijn zoeken we naar middelen vanuit bestaand beleid. Met andere woorden: nieuw voor oud beleid. Waar door verdere decentralisatie van AWBZ-taken, zoals voorgenomen door het nieuwe kabinet, extra middelen worden overgeheveld naar gemeenten houden wij deze beschikbaar voor de dan noodzakelijke voorzieningen. 3. Uitgaan van de eigen kracht van burgers, met ondersteuning waar nodig Binnen deze nota moet er een zorgvuldige afweging plaatsvinden hoe met de beschikbare middelen om te gaan. Om de druk op voorzieningen beheersbaar te houden gaan wij uit van de eigen kracht van de burger. Steeds zal de vraag gesteld worden wat burgers zelf kunnen doen of met hulp uit de directe sociale omgeving. Mensen zullen meer worden aangesproken op hun kwaliteiten en hun mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan het leven van anderen. Als het nodig is worden mensen daarin ondersteund. Daarbij wordt de vraag van de burger centraal gesteld, en niet het aanbod. Voor iedereen moeten er voldoende, laagdrempelige voorzieningen in de buurt zijn (winkels, verenigingen, zorg en welzijn) die de deelname aan de maatschappij bevorderen. 4. Integraal werken De vraag van de burger centraal stellen, vraagt om een integrale aanpak. Mensen die om hulp vragen, 1 In de bijlagen is de realisatie van het actieprogramma uit de nota Beter voor Elkaar 2008-2012 opgenomen 8 hebben vaak niet één probleem, maar meerdere problemen tegelijk. Problemen die met elkaar samenhangen en dus ook in samenhang moeten worden aangepakt. Dat betekent dat de inzet van organisaties waar nodig met elkaar moet worden verbonden. Wij willen dubbel aanbod in voorzieningen voorkomen. Voorzieningen moeten zo integraal mogelijk worden vorm gegeven. 5. Preventief werken: voorkomen is beter dan genezen Zo lang mogelijk en zo gewoon mogelijk mee kunnen blijven doen aan de samenleving is het doel van de nota Beter voor Elkaar. Door middel van goed preventief beleid kan maatschappelijke uitval (zware zorgbehoevendheid, dakloosheid, verslaving) worden voorkomen. Preventie kan ervoor zorgen dat de toename van mensen met een (chronische) ziekte wordt afgeremd en dat mensen langer gezond blijven. Onze interventies richten zich op beïnvloeding van factoren die kunnen leiden tot maatschappelijke uitval. 6. Beleid ontwikkelen en evalueren op basis van objectieve gegevens Om beleid te ontwikkelen en te evalueren hebben wij behoefte aan informatie. Voor een deel zijn dat objectieve gegevens (bevolkingsopbouw, gezondheidstoestand), voor een deel is die informatie ook subjectief (beleving en opinies van belanghebbenden). Wij willen investeren in onderzoek waaruit de staat van de maatschappelijke ondersteuning in Baarn duidelijk wordt. 1.3 Conclusie We willen versterken wat al is geïnitieerd en goed gaat in de ondersteuning van burgers bij hun zelfredzaamheid en dit verbeteren waar nodig. We willen verbinden wat verschillende organisaties en burgers in Baarn bijdragen aan maatschappelijke ondersteuning om gezamenlijk te komen tot een krachtige en ondersteunende samenleving. 9 Hoofdstuk 2 Vijf thema’s voor beleid De Wmo kent negen prestatievelden waarop beleid gemaakt moet worden. Binnen de Wmo gaat het om een breed scala aan beleidsterreinen en doelgroepen: jeugdbeleid, gehandicaptenbeleid, ouderenbeleid, maatschappelijke opvang en huiselijk geweld, vrijwilligersbeleid en mantelzorg. Ook de Wpg eist het ontwikkelen van een integrale nota. Er moeten verbanden aangegeven worden met andere beleidsterreinen. Daarbij kan gedacht worden aan sport, jeugd, veiligheid en welzijn. Omdat het in deze nota Beter voor Elkaar over een breed scala aan onderwerpen gaat, die relaties hebben met verschillende beleidsterreinen, is er voor een indeling in verschillende thema’s gekozen. Deze thema’s hebben concrete benamingen en spreken daarmee meer aan dan de abstracte beschrijvingen van de prestatievelden. Thema Samen leven in wijk en buurt Opgroeien Mantelzorg en vrijwilligers Meedoen makkelijker maken Preventie en zorg Bestaat uit: Prestatieveld 1: bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Prestatieveld 2: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. Wpg: jeugdgezondheidszorg Prestatieveld 4: het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Prestatieveld 3: het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. Prestatieveld 5: het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. Prestatieveld 6: het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidzorg met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. Wpg: ouderenzorg, landelijke prioriteiten In de Staat van Baarn (zie bijlage) is beschreven wat op de verschillende thema’s de huidige situatie is. In de volgende hoofdstukken wordt per thema aangegeven wat de doelstelling is, wat we al doen, welke activiteiten we gaan oppakken en welke knelpunten er mogelijk zijn. Veel activiteiten en voorzieningen vallen onder meerdere prestatievelden. Er is voor gekozen om deze activiteiten of voorzieningen in het thema te plaatsen waar de meeste overlap mee is. Alleen die activiteiten of voorzieningen waar wij aan deelnemen of waarmee wij een financiële relatie hebben worden genoemd. De toekomstige activiteiten zijn globaal beschreven omdat deze nota kaderstellend is. De komende jaren moeten deze activiteiten verder uitgewerkt worden. Bij deze uitwerking worden diverse partijen uit het veld betrokken om verbindingen tussen zorg, welzijn, sport, onderwijs en eventueel andere instellingen te leggen. Het college moet de uitgewerkte plannen goedkeuren. In het kader van de Wmo moet in het beleidsplan opgenomen worden: wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende prestatievelden; 10 hoe het samenhangende beleid wordt uitgevoerd en welke acties worden ondernomen in de periode die het plan bestrijkt; welke resultaten de gemeente wenst te behalen in de periode die het plan bestrijkt; welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de kwaliteit te borgen van de uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning; welke maatregelen worden genomen om de keuzevrijheid te bevorderen voor degenen aan wie maatschappelijke ondersteuning wordt verleend. Daarnaast moet het plan de resultaten van het overleg met burgers en organisaties beschrijven. In de interactieve bijeenkomst is aan de adviesraden en aan maatschappelijke organisaties gevraagd waar de gemeente Baarn in haar beleid de accenten moet leggen. De genoemde speerpunten zijn in de bijlage opgenomen. Niet alle genoemde speerpunten passen binnen deze nota en op een aantal aandachtspunten wordt al beleid gevoerd. De overige speerpunten uit deze bijeenkomst zijn verwerkt in de Nota Beter voor Elkaar. 11 Hoofdstuk 3 Samen leven in wijk en buurt 3.1 Inleiding Onder dit thema valt prestatieveld 1. Dit prestatieveld gaat over het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Bij leefbaarheid gaat het over leefbaarheid in al zijn facetten, zoals groen en grijs (onderhoud wegen en groen); veiligheid; voorzieningen (winkels, verenigingen); participatie van mensen en communicatie onderling. Leefbaarheid is geen thema dat exclusief aan de lokale overheid is voorbehouden. De vraag hoe leefbaar een kern of buurt is wordt primair door de mensen die er wonen aangegeven. De gemeente en andere professionele organisaties hebben als taak aan te geven welke verantwoordelijkheid zij daarin willen dragen, zowel qua inhoud als wat betreft investeringen. Leefbaarheid in de kernen en buurten kan dus alleen in samenwerking met bewoners en werkzame professionals bevorderd worden of behouden blijven. 3.2 Doelstelling Het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij hun eigen straat / buurt/ wijk/ dorp en het stimuleren van eigen / gezamenlijke initiatieven om de leefbaarheid in de wijken te vergroten. Het gaat hierbij om het verbeteren en/of behouden van de kwaliteit van de openbare ruimte, de veiligheid en het sociale klimaat. 3.3 Huidige activiteiten Buurtbemiddeling Om de sociale veiligheid in Baarn te verhogen, wordt sinds 2009 buurtbemiddeling ingezet. Buurtbemiddeling is een manier om geschillen onder gezag van buurtbewoners zelf aan te pakken. Speciaal daartoe getrainde inwoners van Baarn vormen een team van buurtbemiddelaars dat mensen helpt om onderlinge geschillen zelf op te lossen. Twee buurtbemiddelaars uit het team voeren de bemiddeling tussen de ruziënde buren uit. Dat gebeurt met mediation-technieken, een methode van conflicthantering die uitgaat van de relatie tussen de betrokkenen en hun wederzijdse belangen en emoties. Het team staat onder leiding van een professionele projectleider. Een buurtbemiddelaarsteam kan alleen functioneren in samenwerking met professionele instanties, zoals het maatschappelijk werk, de woningbouwcorporatie en de politie. De projectleider is hiertoe de verbindende schakel en vormt de waarborg voor continuiteit voor het project. In juni 2011 heeft college besloten om buurtbemiddeling vanaf 2012 onder te brengen bij de Stichting Welzijn Baarn om zo de lokale verbanden met andere terreinen te kunnen versterken. 3.4 Toekomstige activiteiten Welzijn Nieuwe Stijl, vernieuwde inzet van welzijn Welzijn speelt een grote rol bij het opbouwen van een samenleving waarin mensen elkaar kennen en weten wat ze voor elkaar willen betekenen. Wij willen de functie van welzijn meer benutten om de wmo-doelen te realiseren. Hierbij willen we de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl2 zoveel mogelijk centraal stellen. Iedereen heeft toegang tot welzijn, van jong tot oud. Centraal staat dat we uit gaan van de eigen kracht van mensen. Sommige mensen hebben echter meer behoefte aan ondersteuning, omdat zij kwetsbaar zijn. Met de juiste vorm van ondersteuning kunnen zij hun leven beter vorm geven. Als het sociale netwerk rondom kwetsbare inwoners wordt versterkt, wordt mogelijk minder snel een beroep gedaan op geïndiceerde professionele zorg. Andere mensen tonen hun betrokkenheid en willen zich actief inzetten voor anderen en hebben daarbij ondersteuning nodig. Welzijn zal zich ook op deze burgers moeten richten. Welzijn brengt mensen met elkaar in contact, signaleert en ondersteunt actieve inwoners bij het organiseren van activiteiten. Bij het versterken van het sociale netwerk rondom kwetsbare mensen worden buren, vrijwilligers, kerken en verenigingen in de wijk betrokken. Het versterken van het zorgend vermogen van een wijk of buurt bevordert de sociale cohesie. In het welzijnonderzoek (2010) is aan inwoners van Baarn gevraagd hoe zij hun buurt waarderen. Het gemiddelde cijfer dat inwoners van Baarn hun buurt geven is een 7.3. De waardering voor het wonen in de buurt is één aspect van de sociale samenhang. Sociale samenhang houdt echter meer in, het betreft contact, ontmoeting en gezamenlijke activiteiten met als doel meedoen in de maatschappij en wederzijdse (informele) hulpverlening versterken. De sociale samenhang tussen inwoners van Baarn wordt gewaardeerd met een 5.75. 2 Zie bijlage landelijke beleidskaders 12 Dit is net voldoende. Dit betekent dat er niet heel veel sociale samenhang is tussen de inwoners van Baarn. Er is geen verschil te zien tussen de verschillende wijken. Binnen de gemeente Baarn wordt nog onderzocht hoe wijk-en buurtgericht werken en de verbinding met burgers in de toekomst vorm gegeven kunnen worden. Wij zien een belangrijke rol voor de welzijnsinstelling bij het versterken van de sociale cohesie in de wijk. Onderzoek accommodaties Ontmoeten is belangrijk. Dit komt naar voren in het welzijnsonderzoek en wordt door de inwoners van Baarn genoemd als behoefte. Het ontmoeten geeft de burger een instrument om een oplossing te realiseren voor dieper liggende behoeften (vraag achter de vraag). Dit willen mensen graag in de buurt kunnen doen. Er zijn allerlei accommodaties (van zowel gesubsidieerde als niet gesubsidieerde organisaties) waar dit mogelijk is. Welzijn kent deze accommodaties en weet deze te koppelen aan de gewenste activiteiten, zodat een dynamische inzet van (buiten)ruimten ontstaat. Dit betekent dat wij onderzoeken of één of meerdere locaties van de Stichting Welzijn Baarn (SWB) afgestoten kunnen worden. De activiteiten van de SWB kunnen dan meer in de wijk plaatsvinden. Gezondheid en preventie in de wijk Vanuit de Wpg heeft de gemeente de taak om bij de inrichting van wijken, de plannen te toetsen op gezondheidsaspecten. Bij de inrichting van de woonomgeving kan bijvoorbeeld rekening worden gehouden met factoren die het bewegen stimuleren, zoals voldoende speelruimte of veilige fietsroutes. Daarnaast kan collectieve gezondheidsbevordering een bijdrage leveren aan de sociale samenhang en leefbaarheid in de wijk. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de aanpak van alcoholgebruik. Dit onderwerp wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 4. 3.5 Resultaten De gemeente Baarn is in 2016 tevreden als: het aanbod van welzijn aansluit bij de vraag van de burger; de welzijnsactiviteiten zoveel mogelijk in de wijk plaats vinden; de sociale samenhang tussen inwoners van Baarn wordt gewaardeerd met een 7. 13 Hoofdstuk 4 Opgroeien 4.1 Inleiding In dit thema komen twee onderwerpen vanuit de Wmo en de Wpg samen. Vanuit de Wmo komt hier prestatieveld 2 aan de orde, vanuit de Wpg wordt hier aandacht besteed aan de jeugdgezondheidszorg. Onder prestatieveld 2 van de Wmo valt “op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden”. Het thema opgroeien gaat over de gezondheid en de ondersteuning van de Baarnse jongeren en hun ouders en begeleiders. De gemeente is onder andere verantwoordelijk voor: informatie en advies; signalering en toeleiding naar zorg; preventie; coördinatie van zorg; licht ambulante hulpverlening (opvoedingsondersteuning). Voor een belangrijk deel worden de onderwerpen op dit thema beschreven in de nota Samen verder werken voor de jeugd (nota jeugd- en onderwijsbeleid). We zullen ons in dit thema daarom vooral richten op de onderwerpen die verbonden zijn met gezondheid. 4.2 Doelstelling Een sluitende aanpak creëren voor de jeugd van 0-23 jaar, waarbij voldoende ontwikkelingskansen worden geboden en bewustwordingsprocessen op gang worden gebracht om veilig en gezond te kunnen doorgroeien naar volwassenheid. 4.3 Huidige activiteiten B.Slim Sinds 2009 bestaat in Baarn het project B.Slim, beweeg meer, eet gezond, gericht op de aanpak van overgewicht bij kinderen. Kern van B. Slim is dat verschillende partijen samenwerken om te stimuleren dat kinderen meer gaan bewegen en gezonder gaan eten. Er zijn al veel inspanningen geweest om een groot deel van de Baarnse kinderen en hun ouders te bereiken met de boodschap beweeg meer en eet gezond. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande activiteiten zoals de straatspeeldag, schoolvoetbaltoernooi en kids on tour, om de boodschap van B.Slim over te brengen op kinderen en hun ouders. Overgewicht is een chronisch probleem en verandering van leefstijl is een kwestie van een lange adem. Transitie jeugdgezondheidszorg In de regio Eemland wordt de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar uitgevoerd door GGD Midden-Nederland. De missie van de jeugdgezondheidszorg (jgz) is het beschermen, bewaken en bevorderen van gezondheid en daarmee samenhangend gedrag van alle jeugd en hun omgeving. Dit doet de jgz door te signaleren, toe te leiden, te interveniëren en te monitoren wat er in de samenleving gebeurt, gezond gedrag te stimuleren en erger te voorkomen. De jgz behandelt niet. Er is een landelijk basistakenpakket vastgesteld. Dit betekent dat de basiszorg voor alle 0-19 jarigen in Nederland gelijk is. Daarnaast maakt de gemeente ieder jaar afspraken met de GGD over maatwerk voor de jeugdgezondheidszorg in Baarn. In 2011 is GGD Midden-Nederland gestart met een veranderde aanpak voor de jgz, de zogenaamde transitie jgz. De jgz krijgt een gedifferentieerd en flexibel aanbod. Dit betekent dat alle kinderen gemonitord worden, maar dat de manier waarop verschilt. - De jgz biedt een standaardaanbod voor kinderen waar het goed mee gaat; De jgz biedt een uitgebreider en intensiever aanbod voor kinderen die om redenen extra zorg behoeven; Per kind wordt op elk monitormoment d.m.v. een risicotaxatie een inschatting gemaakt hoe het volgende monitormoment er voor dat kind uit moet zien. Door integrale jgz is er sprake van één aanspreekpunt voor ouders van kinderen van 0 tot 19 jaar en continuïteit in ondersteuning van de ouders en kinderen. CJG en zorgstructuren Op 30 september 2009 is het Centrum voor Jeugd en Gezin(CJG) in Baarn geopend. Het CJG bestaat uit een fysiek inlooppunt. Voor vragen en informatie kan ook de website geraadpleegd worden. Op de website is algemene opvoedingsinformatie te vinden. Tevens is het mogelijk om per e-mail een vraag te stellen aan het CJG in Baarn. Het CJG Baarn is er voor kinderen, jeugdigen, ouders en professionals. Het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft een zorgstructuur met betrekking tot vragen die gerelateerd zijn aan opvoeden en opgroeien. De overleggen worden gecoördineerd door een CJG-medewerker. 14 Er is een overleg 0-4 jaar, 4-12 jaar en 12+. Het is belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium problemen bij jeugdigen te kunnen signaleren, zodat zo licht, kortdurend en nabij mogelijk hulp in gang gezet kan worden. Sociale vaardigheid en weerbaarheid Op de middelbare schoolleeftijd komen jongeren steeds meer in aanraking met factoren die een ongezonde levensstijl tot gevolg hebben, zoals alcohol en drugs, maar ook minder sporten en ongezonder eten. In een rapport van het RIVM wordt beschreven dat weerbare jongeren gezonder leven. Al op de basisschool zouden jongeren lessen in weerbaarheid moeten krijgen en moeten leren hoe zij om kunnen gaan met sociale druk. Een sociale vaardigheden-training helpt kinderen (en hun ouders) bij het corrigeren van zorgelijk gedrag zoals: geen aansluiting vinden bij leeftijdsgenoten, terugtrekken, pesten, druk en onhandelbaar in de groep. Het vergroot de weerbaarheid van jongeren in deze leeftijdsgroep, waardoor zij op de middelbare school beter in hun schoenen staan. In 2007 is Beweging 3.0 begonnen met het aanbieden van een sociale vaardigheidstraining voor jongeren tussen de 8 en de 12 jaar. Door Stichting Welzijn Baarn wordt ook een weerbaarheidstraining aangeboden aan de leeftijdsgroepen 7-13 jaar en 13+. Onderzocht moet worden of het aanbod beantwoordt aan de vraag van jongeren en hun ouders/ begeleiders en of er sprake is van dubbelingen. Thuisbegeleiding Tot en met 2008 gaf de grondslag ‘psychosociaal probleem’ toegang tot de AWBZ-functie ondersteunende begeleiding. Sinds 1 januari 2009 is dit niet meer mogelijk. Gemeenten worden hiervoor sinds 2009 financieel gecompenseerd door het rijk. Het gaat hierbij om middelen die voorheen in het kader van ondersteunende begeleiding op de grondslag “psychosociaal” door (thuis)zorgorganisaties aan ontregelde huishoudens werden besteed. Het gaat dus om gezinnen, vaak met meerdere problemen, waarbij geen (nog) medische diagnose is gesteld of kan worden. Thuisbegeleiding is een (vaak intensieve) vorm van praktische en psychosociale begeleiding voor volwassenen en gezinnen met één of meerdere psychosociale en/of psychiatrische problematieken. Thuisbegeleiding is inzetbaar voor complexe meervoudige problematiek. In Baarn wordt thuisbegeleiding vooral ingezet bij gezinnen waar opvoedingsondersteuning nodig is. Opvoedingsondersteuning in de vorm van gezinscoaching is een onderdeel van het aanbod. 4.4 Toekomstige activiteiten Gezond gewicht De afgelopen jaren is met de inzet van het project B.Slim ingezet op het voorkomen van overgewicht onder kinderen. Uit de jeugdgezondheidsmonitor 2008-2010 blijkt dat gemiddeld 11% van de kinderen in Baarn overgewicht heeft. Naarmate jongeren ouder worden, wordt hun eet-en beweegpatroon ongezonder. Hoewel het percentage kinderen met overgewicht lager is dan het regionaal gemiddelde, is er in Baarn sinds 2008 wel een toename van het aantal 5-6 jarigen en 9-11 jarigen met overgewicht. Naast overgewicht zijn er ook gegevens opgenomen over ondergewicht. Het percentage kinderen met ondergewicht is bij 9-11 jarigen in Baarn hoger dan het regionale gemiddelde. Omdat niet alleen overgewicht, maar ook ondergewicht aan de orde is, zal de focus moeten verschuiven van voorkomen van overgewicht naar bevorderen van gezond gewicht. De samenwerking die er nu is op het gebied van sport, welzijn en gezondheid moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden. De coördinatie door GGD kan minder intensief, maar blijft wenselijk. De verbinding met de eerstelijn op het gebied van gezond gewicht kan versterkt worden door aan te haken bij de beweegkuur, een initiatief van eerstelijns zorgverleners in Baarn, zoals fysiotherapeuten en huisartsen. Hiervoor is in 2011 subsidie aangevraagd bij het NASB. Deze aanvraag is gehonoreerd. Aanpak alcoholgebruik Meer dan de helft van de basisschoolleerlingen uit Baarn heeft al kennis gemaakt met alcohol. Dit aantal is hoger dan gemiddeld in de regio. Ook onder middelbare scholieren uit Baarn is het alcoholgebruik hoger dan gemiddeld in de regio. De gemeente Baarn heeft in het Veiligheidsprogramma 2011, onderdeel Jeugd en Veiligheid, het volgende doel opgenomen: In 2014 moet het alcoholgebruik onder jongeren in Baarn onder het Utrechtse gemiddelde zitten (in 2008 lag het percentage alcoholnuttigende jongeren in Baarn enkele procenten erboven). Hieraan willen we vanuit het lokaal gezondheidsbeleid de volgende doelstellingen toevoegen: Daarbij richten we ons vooral op het terugdringen van het aantal jongeren dat onder de 16 jaar alcohol nuttigt. De boodschap is ‘geen alcohol onder de 16’. In 2012 en de jaren daarna willen we: 15 Meer bekendheid van de norm ‘geen alcohol onder de 16 jaar’ bij de jongeren onder de 16 én bij ouders/volwassenen. o Betere naleving en handhaving van de wettelijke leeftijdsgrenzen met betrekking tot de verkoop van alcohol. In de loop van 2012 wordt de nieuwe Drank- en Horecawet van kracht waarin het toezicht op naleving van de Drank-en Horecawet bij gemeenten komt te liggen, in plaats van bij de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit. Dit biedt gemeenten kansen voor lokaal alcoholbeleid. Door het jongerenwerk van Stichting Welzijn Baarn wordt in alle groepen 8 van de basisscholen in Baarn voorlichting gegeven over alcohol, tabak en drugs. o Jongerenparticipatie Jeugdigen hebben specifieke behoeften, wensen en ideeën. Het is van belang jeugdigen als specifieke groep te informeren en mee te laten denken. In de nota “Samen verder werken voor de jeugd” wordt onderzocht op welke manier jeugdigen geïnformeerd kunnen worden en mee kunnen praten over zaken die hen aangaan. 4.5 Resultaten De gemeente Baarn is in 2016 tevreden als: Er een integraal beleid is opgezet om gezond gewicht bij schoolgaande jeugd te bevorderen; Er een integraal beleid is opgezet om schadelijk alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan; Er een integraal aanbod is van medische en sociale ondersteuning van jeugd en hun ouders. 16 Hoofdstuk 5 Mantelzorg en vrijwilligers 5.1 Inleiding Het thema Mantelzorg en Vrijwilligers gaat over prestatieveld 4: het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Hoewel de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers in één prestatieveld is ondergebracht, bestaat er een verschil tussen vrijwilligers en mantelzorgers. Het verschil zit in de mogelijkheid te kunnen kiezen. Voor vrijwilligerswerk kies je bewust. Het is niet vrijblijvend, maar je kunt er mee stoppen wanneer je wilt. Mantelzorg overkomt je meestal. Het is niet eenvoudig het werk stop te zetten omdat de mantelzorger een persoonlijke relatie heeft met degene die verzorgd wordt en zich verplicht voelt tot de verzorging. Het gemeenschappelijke element is dat mantelzorg en vrijwilligerswerk niet betaald wordt. De definitie van vrijwilligerswerk is: het verrichten van onbetaald werk in organisatorisch verband. Mantelzorg is de term voor mensen die langdurig onbetaald zorgen voor een oudere, zieke of gehandicapte met wie zij een persoonlijke relatie hebben. 5.2 Doelstelling De vrijwilligers en mantelzorgers op een zodanige manier ondersteunen dat zij in staat zijn hun werkzaamheden te (blijven) doen op een manier die bij hen past en die van belang is voor de (lokale) gemeenschap. 5.3 Huidige activiteiten Steunpunt Vrijwilligers Baarn (SVB) Ter ondersteuning van het gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid (in 2001 ontwikkeld en vastgesteld door de gemeenteraad) is in 2003 het Steunpunt Vrijwilligers Baarn (SVB) opgericht. Het SVB heeft als doelstelling het stimuleren van deelname aan vrijwilligerwerk, het bieden van ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties en het verder uitbouwen van het steunpunt. Voor het behoud en de waardering van het grote aantal vrijwilligers binnen Baarn is het steunpunt onmisbaar. Voor de implementatie van het vrijwilligerswerkbeleid is in 2003 een vrijwilligersconsulent aangesteld. De vrijwilligersconsulent zet zich actief in om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, de Public Relations van het vrijwilligerswerk te verbeteren en de deskundigheid van vrijwilligers- en vrijwilligersorganisaties te bevorderen. Zo heeft de SVB zorg gedragen voor een collectieve vrijwilligersverzekering, voor het opzetten van een vacaturebank en ondersteunt het o.a. de vrijwilligersmarkt. Ook biedt de SVB ondersteuning bij het vinden van fondsen en sponsoring en het plaatsen van advertenties en uitzendingen in de media. Vrijwilligersfonds In Baarn zijn ongeveer 230 organisaties waar vrijwilligerswerk gedaan wordt. Van deze organisaties ontvangen er ongeveer 55 subsidie van de gemeente. Naast deze organisaties zijn er vele vrijwilligersorganisaties die geen subsidie ontvangen, en die wel een belangrijke bijdrage leven aan het sociale leven in Baarn. Deze organisaties zijn redelijk in staat om zonder financiële ondersteuning de eigen activiteiten te ontwikkelen. Er is echter geen of weinig financiële ruimte om extra activiteiten uit te voeren. Het vrijwilligersfonds Baarn is bedoeld als extra ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Baarn. Het fonds ondersteunt de vrijwilligersorganisaties financieel onder andere bij de waardering, het organiseren van een jubileumfeestje of trainingen voor vrijwilligers. Ongeveer 100 organisaties hebben af en toe behoefte aan financiële ondersteuning vanuit het vrijwilligersfonds Baarn, met name voor het trainen en waarderen van vrijwilligers. Maatschappelijke stages Leerlingen uit het voortgezet onderwijs moeten vanaf schooljaar 2011/2012 verplicht 30 uur vrijwilligerswerk uitvoeren, waarvan veelal 10 uur in en rondom de school en 20 uur vrijwilligerswerk bij een maatschappelijke organisatie. Deze 30 uur kunnen over de hele schoolcarrière gespreid worden. In Baarn geldt dat het Baarsch Lyceum de leerlingen in de derde klas stage laat lopen. De Waldheim mavo organiseert een stageweek aan het einde van het tweede leerjaar. Voor de leerlingen die vanaf 2011/2012 met de middelbare school beginnen, geldt dat zij geen diploma ontvangen als zij aan het eind van hun examenjaar niet voldoende uren vrijwilligerswerk hebben gedaan. Daarom zijn de scholen, de gemeente en het steunpunt vrijwilligerswerk Baarn al vanaf 2008 begonnen om voor leerlingen voldoende stageplekken te realiseren. Hiervoor is een stagemakelaar bij de SWB aangesteld. Ondersteuning van mantelzorg Baarn heeft een lokaal mantelzorgsteunpunt. Toegang tot het mantelzorgsteunpunt kan via het loket Wonen, Welzijn en Zorg plaatsvinden of direct bij het steunpunt. Het mantelzorgsteunpunt wordt door de Stichting Welzijn Baarn uitgevoerd. Via subsidie is er budget voor een mantelzorgconsulent voor 10 uur per week. 17 Vanuit de SWB wordt het contact met mantelzorgers gelegd, informatie en advies geboden en de dag van de Mantelzorg georganiseerd. Tevens organiseert de SWB thema- en groepsbijeenkomsten en ondersteuningsgroepen. Respijtzorg Respijtzorg heeft een belangrijke functie bij de ondersteuning van mantelzorgers. Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen die de mantelzorg tijdelijk overnemen, zodat de mantelzorger weer eigen activiteiten kan ontplooien. Er is respijtzorg aan huis (vrijwillig en professioneel) en buitenshuis (bijvoorbeeld dagvoorzieningen, logeerhuizen, vakantiemogelijkheden). Momenteel zijn er bij de Stichting Welzijn Baarn een aantal vrijwilligers actief voor het buddyteam. Het buddyteam biedt respijtzorg bij mensen thuis. De buddyzorger ondersteunt onder andere de mantelzorger door oppastaken over te nemen, zodat de mantelzorger even vrij heeft. Naast het buddyteam zijn er regionaal en provinciaal diverse respijtzorgvoorzieningen waar inwoners van Baarn gebruik van kunnen maken. Hulp Thuis en Stimulans (beide onderdeel van Ravelijn) leveren opvang thuis door vrijwilligers. Daarnaast kan de Hulpdienst (onderdeel van SWB) op incidentele basis ook ondersteuning thuis bieden. Ook de vrijwilligers van Vriendschappelijk Huisbezoek (Humanitas) zijn genegen om op ad hoc basis diensten op dit terrein te leveren. Daarnaast zijn er dagbestedingsprogramma’s bij Eemborg en Schoonoord. Gemeentelijke erespeld Naast de Koninklijke onderscheiding is er in de gemeente Baarn ook de erespeld waarmee waardering geuit kan worden naar personen die zich op een verdienstelijke manier voor de samenleving ingezet hebben. Het kan bijvoorbeeld gaan om mensen die jarenlang vrijwilligerswerk hebben verricht voor een vereniging, veel werk voor mensen in de buurt gedaan hebben of al jarenlang mantelzorger zijn. 5.4 Toekomstige activiteiten Onderzoek naar doeltreffendheid vrijwilligersbeleid Het vrijwilligerswerk neemt een belangrijke plaats in binnen de gemeente. Het sociale en maatschappelijke leven in Baarn draait voor een belangrijk deel op vrijwilligers. Vrijwilligers zijn dan ook onbetaalbaar voor de gemeente Baarn. In Baarn worden veel activiteiten voor vrijwilligers ontplooid. Uit de benchmark Wmo over 2010 blijkt dat de gemeente Baarn ten opzichte van andere gemeenten veel voorzieningen biedt om vrijwilligers te ondersteunen. Ook blijkt dat wij meer geld uitgeven aan vrijwilligerswerk dan andere vergelijkbare gemeenten. Het aandeel vrijwilligers in Baarn is echter niet hoger dan bij andere gemeenten. Daarom is het goed om te onderzoeken waar we nu met het vrijwilligerswerk staan, wat we de afgelopen jaren allemaal gedaan hebben en hoe we verder willen als vrijwilligers en gemeente. Daarbij zal ook onderzocht worden of er behoefte is aan het ontwikkelen van kwaliteitskenmerken voor vrijwilligersorganisaties. Verlagen van het plafond van het vrijwilligersfonds Het vrijwilligersfonds was indertijd opgezet om organisaties af en toe een financiële ondersteuning te bieden. Wij merken dat veel organisaties nu jaarlijks een beroep dan op het fonds, dat was niet het uitgangspunt bij het instellen van het vrijwilligersfonds. Het voorstel is om het vrijwilligersfonds met €10.000 te verlagen en in overleg met het steunpunt vrijwilligers de criteria en de hoogte van de bedragen aan te scherpen. Eerdere ondersteuning mantelzorgers Uit de Staat van Baarn blijkt dat 6% van de scholieren en ruim 10% van de volwassenen en senioren in Baarn mantelzorg verlenen. Uit de monitors van de GGD blijkt dat het zorgen voor naasten vaak een zware belasting vormt voor de mantelzorger. In 2010 waren er ruim 100 mantelzorgers geregistreerd bij Stichting Welzijn Baarn. Wanneer mantelzorgers in een vroeg stadium worden bereikt, kan te zware of overbelasting wellicht worden voorkomen. Om een brede groep mantelzorgers te kunnen ondersteunen, dient actief te worden geworven. Doel is om meer mantelzorgers te kennen waardoor de mantelzorger eerder ondersteund kan worden. Aan het mantelzorgsteunpunt van de SWB zal gevraagd worden om met een plan van aanpak te komen om het genoemde doel te bereiken. Meer informatie over respijtzorg Binnen maar ook buiten Baarn zijn er een aantal mogelijkheden voor respijtzorg. Aan deze mogelijkheden zou meer bekendheid gegeven kunnen worden. Maar ook is nog veel onduidelijk over de manier van aanvragen en de vergoeding van respijtzorg. Aan het mantelzorgsteunpunt van de SWB zal gevraagd worden om op een wijze die past bij de mantelzorger de informatievoorziening over respijtzorg te verbeteren. 18 5.5 Resultaten De gemeente Baarn is in 2016 tevreden als: het aantal vrijwilligers in Baarn minstens gelijk is gebleven; er meer mantelzorgers bij het mantelzorgsteunpunt ingeschreven zijn; er voor mantelzorgers in Baarn informatie over respijtzorg beschikbaar is. 19 Hoofdstuk 6 6.1 Meedoen makkelijker maken Inleiding Onder dit thema valt prestatieveld 3, prestatieveld 5 en prestatieveld 6. Prestatieveld 3 gaat over het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. Prestatieveld 5 gaat over het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. Prestatieveld 6 richt zich op het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. Deze drie prestatievelden liggen dicht tegen elkaar aan. Door deze prestatievelden gezamenlijk in één thema te behandelen wordt de samenhang benadrukt. 6.2 Doelstelling Het stimuleren en faciliteren van kwetsbare inwoners om mee te doen aan de samenleving door: het bieden van een laagdrempelige voorziening voor informatie, advies en cliëntondersteuning; het bieden van een integraal welzijnsaanbod dat past binnen de doelstellingen van de Wmo; het verstrekken van voorzieningen aan individuen die de zelfredzaamheid bevorderen. 6.3 Huidige activiteiten Loket Wonen, Zorg en Welzijn Het loket Wonen maakt sinds 1 september 2009 onderdeel uit van het loket Wonen, Zorg en Welzijn. Dat betekent dat we als gemeente de taken rondom woonruimteverdeling verzorgen. Het loket Wonen, Zorg en Welzijn (WZW) is daarmee de vraagbaak voor inwoners van Baarn op het brede terrein van maatschappelijke ondersteuning. Of het nu gaat om inschrijven als woningzoekende, aanvragen voor Wmo-voorzieningen of Awbz-zorg, financiële regelingen of welzijnsvoorzieningen. Hierbij staat centraal dat een burger zich in principe niet vaker dan één maal tot de gemeente dient te wenden om over het gehele scala van voorzieningen betreffende maatschappelijke ondersteuning de nodige informatie te verkrijgen. Daarbij beperken wij ons niet tot die voorzieningen waar wij zelf 'over gaan', maar geven ook informatie over relevante aanpalende terreinen zoals zorg en welzijn. Stichting Welzijn Baarn (SWB) Met ingang van 1 januari 2010 werken vier welzijnsorganisaties en twee steunpunten samen onder de nieuwe naam Stichting Welzijn Baarn. Dit zijn De Plataan (jeugd- en jongerenwerk), FGBB Welzijn Ouderen (voorzieningen en diensten voor ouderen), Dienstverleningscentrum De Leuning (activiteiten en diensten voor ouderen), Wegwijs (laagdrempelig advies en hulp) en het Steunpunt Vrijwilligerswerk Baarn. De werkzaamheden van de SWB richten zich op de volgende drie gebieden. Ontmoeting en vrijetijdsbesteding Het welzijnswerk in Baarn richt zich met haar activiteiten op het organiseren van activiteiten die individuen de gelegenheid bieden tot het opbouwen en onderhouden van contacten. Activiteiten die een bijdrage leveren aan de bestrijding van vereenzaming bij ouderen, het bevorderen van samenleven in wijk en buurt, het activeren van mensen en het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid. Preventie, advies en ondersteuning De WMO doet een groot beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de burger maar biedt ook ondersteuning voor hen die dat nodig hebben. Gedacht kan worden aan de ouderenadviseur, aan de (ambulante)jongerenwerkers en aan Wegwijs voor ondersteuning en informatie over de diverse (hulp)instanties, organisaties en gemeentelijke diensten. Specifiek voor de ondersteuning van de mantelzorger is er het Steunpunt mantelzorg. Op veel terreinen probeert het welzijnswerk door actieve voorlichting problemen te voorkomen. Bijvoorbeeld met Alcohol, Tabak en Drugsvoorlichting op de basisscholen, bewegingsactiviteiten ter bestrijding van overgewicht of behoud van zelfstandigheid voor ouderen. Ook preventieve huisbezoeken aan ouderen, het Alzheimercafé, voorlichting aan allochtone vrouwen, budgetcursussen, weerbaarheidtraining voor meisjes en jongens en seniorenweb behoren tot de activiteiten op dit gebied. Voorzieningen en diensten 20 Het welzijnswerk levert ook een aantal diensten. Een voorbeeld hiervan is de Ouderenbus. Met de inzet van vrijwilligers vervoert deze tegen een voordelig tarief ouderen en rolstoelrijders naar diverse bestemmingen in de gemeente. Een belangrijke bijdrage aan de mobiliteit en zelfstandigheid van ouderen. Hetzelfde geldt ook voor de maaltijdvoorziening en de hulpdienst. Ouderenadviseur De ouderenadviseur is een deskundige die zelfstandig wonende ouderen vanaf 55 jaar helpt bij vragen en problemen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. De ouderenadviseur is in dienst van de SWB. De hulp van de ouderenadviseur kan bijvoorbeeld bestaan uit informatie, advies, emotionele steun, begeleiding en het helpen vinden van instanties. Daarnaast coördineert de ouderenadviseur preventieve huisbezoeken door vrijwilligers. Dit project is een gezamenlijk initiatief van de SWB en de gemeente Baarn. Het doel van deze huisbezoeken is om te onderzoeken hoe de leefomstandigheden zijn van zelfstandig wonende senioren. Er worden bijvoorbeeld vragen gesteld over gezondheid, wonen en tijdsbesteding. De gegevens worden anoniem verwerkt. Daarnaast wordt tijdens de huisbezoeken informatie gegeven over de diverse voorzieningen en activiteiten in Baarn. Deze informatie is ook terug te vinden in de seniorengids die door de SWB wordt verspreid. GALM (Groninger Actief Leven Model) GALM richt zich op niet (meer) actieve senioren van 55 tot en met 75 jaar met als doel het bevorderen van een gezonde levenstijl door meer bewegen. GALM hanteert een speciale strategie voor het benaderen van deelnemers aan het project. Om in contact te komen worden deze senioren actief benaderd. In 2010 is besloten om niet langer jaarlijks senioren van 55 jaar en ouder te benaderen, maar dat vanaf 2012 slechts tweejaarlijks te doen in de helft van de gemeente. Potentiële deelnemers worden benaderd vanuit de gemeente en krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan een fittest, waarbij GALM wordt geïntroduceerd. Aangetoond is dat sportief actieve senioren zowel lichamelijk als geestelijk langer zelfredzaam blijven, sneller revalideren na ongelukken, operaties en ziekten en sociaal actiever blijven. Daarmee draagt het GALM-project in hoge mate bij aan wmo-doelen. Deelname bevorderen maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren Op verschillende afdelingen worden activiteiten uitgevoerd om de deelname aan het maatschappelijke verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem te bevorderen. Hierbij kan gedacht worden aan de onderwerpen toegankelijkheid, mobiliteit, arbeid, inkomen en voorzieningen. Ook preventief gezondheidsbeleid kan een bijdrage leveren aan het zelfstandig functioneren. Subsidiemogelijkheden voor organisaties die welzijn bevorderen van mensen met een verstandelijke beperking Met een aantal organisaties werkzaam op het terrein van mensen met een beperking zijn subsidieovereenkomsten afgesloten. Deze overeenkomsten richten zich op het bevorderen van het welzijn van mensen met een verstandelijke beperking. Voorzieningen in het kader van de Wmo In het verstrekkingenboek zijn de voorzieningen opgenomen die ter compensatie van de beperking die men ondervindt worden geboden. De toegang tot een dergelijke voorziening hangt af van de individuele kenmerken van de aanvrager. Om tot een goede beoordeling te komen wordt een proces tot indicatiestelling gestart. Vervolgens zal een beslissing op de aanvraag worden genomen (=beschikking). Actieprogramma “Minder regels, Meer Service” Eén van de speerpunten uit het collegeprogramma 2010 – 2014 is het terugdringen van de regelgeving en daarmee het verbeteren van de dienstverlening. Om de verbeteringen goed inzichtelijk te maken wordt jaarlijks een actieprogramma opgesteld en de daarin opgenomen acties geprioriteerd en uitgevoerd. Ook de uitvoering van de Wmo wordt hierin meegenomen. Drie adviesraden Het college is verplicht om, voordat zij de definitieve beleidsplannen voorlegt aan de raad, advies te vragen aan de vertegenwoordigers van vragers van maatschappelijke ondersteuning (art. 12 Wmo). Er zijn drie adviesraden in de gemeente Baarn actief: een allochtonenraad, een gehandicaptenraad en een seniorenraad. De Wmo omvat een breed scala aan onderwerpen. Bij die onderwerpen zijn vaak één of meerdere adviesraden betrokken. Om de integraliteit te waarborgen moeten deze raden op de prestatievelden van de Wmo één advies uitbrengen. 21 Benchmark Wmo De benchmark is een onderzoek naar het beleid van de gemeente op de Wmo. Binnen een benchmark worden gemeenten onderling met elkaar vergeleken. Alle 9 prestatievelden komen aan bod. Centraal staan de Wmodoelen ‘samenhang in beleid’ en ‘meedoen in de maatschappij’. Naast beleid, organisatie en uitvoering richt de benchmark zich ook op het sturen op de effecten van het beleid. In de benchmark zijn de vragen van de verplichte horizontale verantwoording (verantwoording aan de gemeenteraad en de burgers) geïntegreerd. In de benchmark Wmo wordt ook het tevredenheidonderzoek van gebruikers van Wmo-voorzieningen geregeld. 6.4 Toekomstige activiteiten Het versterken en verbreden van het loket Wonen, Zorg en Welzijn Het loket, ook nu met de woonruimteverdeling erbij, is kwetsbaar. De uitvoering van de taken op welzijn, zorg en op wonen zijn niet geïntegreerd waardoor het werk teveel bij één of twee mensen ligt. Deze kwetsbaarheid zal alleen maar toenemen met het overhevelen van nieuwe taken vanuit de AWBZ naar de Wmo. Dit betekent dat we de komende jaren de continuïteit van het loket willen borgen en aan een meer éénduidige vormgeving van taken in het loket willen werken. Om dit te realiseren gaan we de komende tijd investeren in allround medewerkers die niet alleen vakkundig zijn op het eigen werkveld, maar ook de belangrijkste werkzaamheden binnen alle aandachtsgebieden: wonen, zorg en welzijn, beheersen. Daarna gaan we over tot het invoeren van één spreekuur op wonen, zorg en welzijn. Ook wordt de medewerker voor leerlingenvervoer aan het loket WZW toegevoegd. Hiermee wordt de dienstverlening nog breder en de capaciteit binnen het loket groter. Tevens wordt een andere werkwijze ingevoerd, het zogenoemde kantelingsgesprek. Tijdens dit gesprek wordt gezocht naar een passende oplossing van het probleem. De oplossing hoeft niet altijd een individuele voorziening te zijn, maar kan ook liggen in een algemene voorziening zoals maaltijdservice. Naar verwachting zal door de vernieuwde werkwijze ook een besparing op individuele voorzieningen gerealiseerd kunnen worden. Wmo verordening Er zal een nieuwe Wmo verordening ontwikkeld worden. Met deze nieuwe verordening stappen we af van het denken in voorzieningen. De verordening zal ondersteunend zijn aan de aanpak waarbij niet langer claims en rechten centraal staan, maar waarbij tijd genomen wordt om de vraag te verhelderen en te zoeken naar passende ondersteuning. Eigen bijdrage Uit de benchmark Wmo blijkt dat ruim 50% van de gemeenten een eigen bijdrage heft op onroerende woonvoorzieningen (verbouwingen of aanpassingen aan het huis), ruim 40% op roerende zaken (bijvoorbeeld een traplift) en bijna 40% op individuele vervoersvoorzieningen zoals een scootmobiel. In de huidige verordening wordt alleen op huishoudelijke hulp een eigen bijdrage geheven. Om de betaalbaarheid van de Wmo te bevorderen zal in de nieuwe Wmo verordening aan de raad voorgesteld worden om een eigen bijdrage op Wmo voorzieningen te heffen. Een uitzondering hierop zijn de rolstoelen omdat het vragen van een eigen bijdrage wettelijk niet is toegestaan en collectief vervoer omdat al een eigen bijdrage per zone gevraagd wordt. Begeleiding en hulpmiddelen vanuit AWBZ naar de Wmo In 2012 moet de gemeente twee wetswijzigingen voorbereiden en invoeren. De functie Begeleiding wordt vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wmo overgeheveld. Gemeenten zijn vanaf 2013 verantwoordelijk voor die mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op begeleiding en vanaf 2014 voor alle mensen die in aanmerking komen voor begeleiding. Het gaat hier om begeleiding van mensen met een verstandelijke, of lichamelijke beperking, ouderen met somatische of psychogeriatrische problemen, volwassenen met psychiatrische problemen en jongeren met psychiatrische problemen in combinatie met opvoed- en opgroeiproblemen. Het gaat in Baarn om ongeveer 230 mensen die extramuraal zijn en begeleiding ontvangen. Ook wordt een groot deel van de hulpmiddelen vanuit de AWBZ in de Wmo ondergebracht. Het gaat om hulpmiddelen die te maken hebben met “zelfredzaamheid in en om de woning”. Daarnaast gaat het ook om hulpmiddelen uit de AWBZ-kortdurende uitleenregeling die aan zelfredzaamheid zijn gerelateerd. Deze nieuwe regeling gaat per 2013 in. 22 Sociale kaart Om zelfredzaam te zijn heb je informatie nodig en soms advies en/of ondersteuning. Burgers kunnen hiervoor terecht bij het loket WZW. Verder wordt er samen met het Centrum voor jeugd en gezin een digitale sociale kaart opgezet. Ook zal er informatie over de Wmo worden verstrekt via de gemeentelijke rubriek in de Baarnsche Courant of met foldermateriaal. 6.5 Keuzevrijheid Het beleid (en de activiteiten) betreffende maatschappelijke participatie en zelfstandig functioneren van chronisch zieken, mensen met een gebrek of een stoornis en ouderen hebben principieel tot doel de zelfbeschikking en de keuzevrijheid van de burgers te versterken c.q. te vergroten. Alle voornemens worden door de gemeente op die criteria getoetst. Het succes van de activiteiten op dit terrein wordt mede afgemeten aan de bijdrage die wordt geleverd aan de keuzevrijheid en de kwaliteit van leven van de burgers. Tevens heeft de burger die aanspraak maakt op een individuele voorziening de keuze tussen een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar persoonsgebonden budget, tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. Bij een voorziening in natura verstrekt de gemeente aan de aanvrager een voorziening die hij of zij kant-en-klaar krijgt. Daar waar het primaat bij een algemene voorziening ligt is er geen keuzevrijheid. 6.6 Resultaten De gemeente Baarn is in 2016 tevreden als: de burgers op één punt informatie en advies kunnen ontvangen over maatschappelijke ondersteuning; er een verordening op de Wmo is die uitgaat van eigen verantwoordelijkheid van de burger en de vraag achter de vraag; er een sociale kaart is waar burgers gebruik van kunnen maken 23 Hoofdstuk 7 7.1 Preventie en zorg Inleiding In dit hoofdstuk gaat het om de prestatievelden 7, 8 en 9 en om taken vanuit de Wpg. Prestatieveld 7 richt zich op het bieden van maatschappelijke opvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Prestatieveld 8 gaat over het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidzorg (OGGZ) met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen en in prestatieveld 9 staat het bevorderen van verslavingsbeleid centraal; het bieden van ondersteuning en faciliteiten aan verslaafden en het beperken van overlast door verslaafden. Gemeenten zijn op basis van de Wpg verantwoordelijk voor de collectieve preventie in hun gemeente. Zij hebben de taak de gezondheid van hun inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. 7.2 Doelstelling Bevorderen van deelname aan de samenleving van zeer kwetsbare mensen, door gezondheidsbevordering en preventie en een goede afstemming tussen verschillende organisaties te stimuleren. 7.3 Huidige activiteiten Gezondheidsbevordering GGD In de landelijke gezondheidsnota wordt gesteld dat mensen zelf moeten beslissen over hun leefstijl. Het is niet aan de overheid om voor te schrijven wat wel en niet goed is. Wel kunnen wij een gezonde keuze makkelijk maken. Onder andere door te informeren en te adviseren. De GGD heeft hierin een belangrijke rol en verstrekt regelmatig publieksinformatie over specifieke onderwerpen, zoals roken en alcoholgebruik. Daarnaast adviseert de GGD scholen over schoolgezondheidsbeleid en wordt de gemeente geadviseerd over de uitvoering van het lokaal gezondheidsbeleid. De GGD heeft inzicht in de gezondheidsrisico’s in Baarn, kan partijen met elkaar verbinden en kan adviseren over de aanpak van projecten rond gezondheidsbevordering. Infectieziektebestrijding De gemeente is vanuit de Wpg verantwoordelijk voor de algemene infectieziektebestrijding in Baarn. De GGD voert deze taak voor de gemeente uit. Hierbij wordt nauw samengewerkt met verschillende regionale en landelijke partners zoals huisartsen, zorginstellingen en het RIVM, maar ook met de Veiligheidsregio Utrecht, om bijvoorbeeld in geval van een uitzonderlijk grote uitbraak samen te werken bij de bestrijding. Aanvullend op de uitvoering door de GGD neemt de gemeente het op zicht om in overleg met de GGD informatie te verstrekken aan inwoners en indien gewenst inentingscampagnes te faciliteren. Algemeen Maatschappelijk Werk De gemeente subsidieert het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). AMW omvat activiteiten waarbij de volgende probleemcategorieën worden behandeld: materiële problemen, over zaken als inkomensverwerving en -besteding, huisvesting, vorming/opleiding, arbeid en gezondheid (verzorging/opname); relationele problemen, met name relatie ouder/kind, relatie tot partner, echtscheiding, relatie tot andere personen en tot instanties; immateriële problemen, zoals die er zijn over eenzaamheid, identiteit, cultuurverschillen, machtsmisbruik, verwaarlozing, verwerking en verslaving. Aanpak huiselijk geweld Huiselijk geweld wordt in de regio Eemland gezamenlijk aangepakt. De aanpak bestaat uit het in stand houden van het regionale advies- en steunpunt huiselijk geweld, de beleidsmatige samenwerking van verschillende zorgen veiligheidspartijen en gemeenten onder coördinatie van de GGD, een tweewekelijks casuïstiekoverleg onder coördinatie van Beweging 3.0 (maatschappelijk werk) en de uitvoering van de wet tijdelijk huisverbod. Woonzorgoverleg Het woonzorgoverleg is een lokaal netwerk dat hulp biedt aan cliënten uit de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) met ernstige psychiatrische- en/of psychosociale problemen die hulp nodig hebben, maar dit afwijzen of geen hulp vragen. De samenwerking richt zich op het vinden van oplossingen voor deze cliënten, zodat huisuitzettingen en overlast voorkomen kunnen worden. Betrokken partijen komen bij elkaar, wisselen informatie uit en organiseren samen gepaste zorg. In Baarn maken de volgende partijen deel uit van het overleg: Riagg Amersfoort en Omstreken, de politie, Beweging 3.0, Symfora, Centrum Maliebaan, MEE, 24 Kwintes, het Leger des Heils (Grijs Genoegen), gemeente Baarn, Eemland Wonen en GGD Midden-Nederland (coördinatie). Woonhygiënische problematiek Het komt voor dat mensen hun woning vervuilen. De omwonenden hebben last van de stank, ongedierte en dergelijke of maken zich zorgen om de leefsituatie van hun buurtgenoot. Vaak zijn deze mensen nog niet in contact met hulpverlening en willen ze (in eerste instantie) niet geholpen worden. In dergelijke gevallen kan een melding gedaan worden bij de GGD. Na een melding onderzoekt de GGD hoe de betrokkene en de woning er aan toe is. Samen met de bewoner bekijkt de GGD hoe de situatie opgelost kan worden. Mogelijke oplossingen zijn: herstellen van contact met de hulpverlening, in contact brengen met de reguliere zorg, het huis laten schoonmaken, er voor zorgen dat de betrokkene zichzelf beter kan redden . Declaratiefonds De gemeente geeft een bijdrage voor welzijns- en sportactiviteiten aan mensen met een laag inkomen. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Het invullen 7.4 Toekomstige activiteiten Preventieve gezondheidszorg ouderen Sinds 1 juli 2010 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de preventieve ouderengezondheidszorg. Dit houdt in dat de gemeente moet zorgen voor het monitoren, signaleren en voorkomen van gezondheidsproblemen bij ouderen. Daarbij moeten gemeenten zich baseren op de lokale behoefte van ouderen en een passend aanbod tot stand brengen. Bij het tot stand brengen van een aanbod wordt rekening gehouden met voorzieningen die al beschikbaar zijn, zoals huisartsen, thuiszorg en welzijnsvoorzieningen. Dit betekent dat gemeenten zich vooral kunnen richten op het verbinden en faciliteren van lokale initiatieven. In het coalitieakkoord is opgenomen dat onderzocht zal worden hoe de functies van een consultatiebureau voor ouderen in Baarn georganiseerd kunnen worden. In dit onderzoek zal gekeken worden naar de activiteiten en voorzieningen die er op dit gebied al zijn, zoals de ouderenadviseur, de preventieve huisbezoeken bij inwoners van 75 jaar en ouder en de inzet van praktijkondersteuners, en hoe deze met elkaar te verbinden zijn en waar deze nog uitgebreid kunnen worden. De gezondheidsmonitor senioren die één keer per vier jaar wordt uitgevoerd door de GGD en de rapportage preventieve huisbezoeken van de Stichting Welzijn Baarn, geven inzicht in de gezondheidssituatie van ouderen. Eenzaamheid onder ouderen Ongeveer een derde van de volwassenen en ruim 40% van de senioren in Baarn geeft aan eenzaam te zijn. In 2010 heeft het Riagg zich samen met verschillende partijen in Baarn ingezet voor bestrijding van eenzaamheid onder ouderen door inzet van een brede mediacampagne. De komende jaren moet worden onderzocht welke aanpak het best ingezet kan worden in Baarn. In het RIVM rapport ‘Gezond ouder worden in Nederland’ is opgenomen dat er bij eenzaamheid onder ouderen aanwijzingen zijn dat educatieve of sociale groepsinterventies zoals gespreksgroepen, zelfhulpgroepen of samen sporten, wandelen of dansen, eenzaamheid kunnen voorkomen of verminderen. Individuele interventies zoals huisbezoeken en het bieden van sociale steun via telefonisch contact lijken minder effectief te zijn. Verbinding eerstelijn De eerstelijns gezondheidszorg is voor mensen een laagdrempelige voorziening. De eerstelijn biedt een goede infrastructuur om preventie te koppelen aan zorg, risicogroepen te bereiken en begeleiding uit te voeren. Tot de eerstelijn behoren onder andere de verloskundige en kraamzorg, de huisarts, de fysiotherapeut, het algemeen maatschappelijk werk, de tandarts, de apotheek, de verpleegkundige en de doktersassistent. Artikel 2 van de Wpg draagt gemeenten onder andere op om te zorgen voor afstemming tussen de publieke en de curatieve gezondheidszorg. Het gaat dan om de verbinding tussen de preventie (gericht op de hele bevolking) en de zorg/curatie voor individuele patiënten. Hoewel er op onderdelen wel samengewerkt wordt met de eerstelijn, bijvoorbeeld in het CJG en de ketenzorg dementie, kan nog meer ingezet worden op samenwerking. In 2011 is hiertoe een aanzet gemaakt, door subsidie aan te vragen bij het NASB voor het versterken van de samenwerking tussen het beweegkuurteam 25 (eerstelijnszorg) en B.Slim, gericht op het voorkomen van overgewicht. Deze samenwerking kan mogelijk ook gebruikt worden voor andere vraagstukken op het gebied van preventie en gezondheidsbevordering. OGGZ (huiselijk geweld, huisuitzettingen, multiproblemsituaties, financiële problemen) In de regio Eemland is Amersfoort centrumgemeente voor de uitvoering van een belangrijk deel van het OGGZ- beleid. De gemeente Amersfoort ontvangt hiervoor een doeluitkering van het rijk. De voorzieningen voor dak- en thuislozen, vrouwenopvang, verslavingszorg en dergelijke bevinden zich dan ook in Amersfoort. Voor de regiogemeenten, zoals Baarn, is het de taak om zoveel mogelijk in te zetten op het voorkomen dat mensen gebruik moeten maken van de voorzieningen in Amersfoort. Het beleid op het gebied van OGGZ in Baarn is ondergebracht in verschillende onderdelen en is niet specifiek als OGGZ-beleid te herkennen. Naast de aanpak van huiselijk geweld, het voorkomen van huisuitzettingen, schuldhulpverlening en algemeen maatschappelijk werk, kan het OGGZ-beleid nog verder vorm gegeven worden door de verschillende overlegvormen/ onderwerpen samen te brengen in één platform/ vangnet en dit verder uit te breiden met de bredere OGGZ-doelgroep. Hiervoor kan in de regio samengewerkt worden. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de signalering van problemen, gevolgd door toeleiding van cliënten naar goede zorg. Ook een beter inzicht in de OGGZ-doelgroep in Baarn is hierbij van belang. De GGD werkt in dit kader aan het verder ontwikkelen van een monitor kwetsbare groepen per gemeente. 7.5 Resultaten De gemeente Baarn is in 2016 tevreden als: Er informatie beschikbaar is over een gezonde levensstijl voor verschillende doelgroepen; De functies van een consultatiebureau voor ouderen in samenhang zijn georganiseerd; Er een effectieve methode wordt ingezet om eenzaamheid onder ouderen te verminderen; Er wordt samengewerkt met de eerstelijn op verschillende themas’s gericht op gezondheidsbevordering en preventie. Er inzicht is in de OGGZ-doelgroep in Baarn en het beleid ten aanzien van OGGZ meer in samenhang is vorm gegeven. 26 Hoofdstuk 8 Financiën Binnen het budget Wmo overige prestatievelden (665207 / 34690) is voldoende budget beschikbaar om de uitvoering van de nota Beter voor Elkaar te bekostigen. In eerste instantie was er een werkbudget van €128.000. Omdat het budget voor de training “sociale vaardigheden” in de perspectiefnota is gehalveerd, is het werkbudget wmo verlaagd tot €121.500. Bij de behandeling van de programmabegroting door de gemeenteraad op 26 oktober 2011 is een amendement aangenomen om niet te bezuinigen op het budget voor de sociale vaardigheidstrainingen. De dekking voor uitvoering van dit amendement komt vanuit de bezuiniging op het budget van de fractievergoedingen. Niet alle actiepunten uit de vorige nota komen weer terug. Dit vanwege de uitgangspunten op beleid in hoofdstuk 1 of het structureel worden van het beleid. Het gaat om de volgende actiepunten: - - - - - voortgang wijk- en buurtgericht werken Bij de behandeling van de programmabegroting 2012-2015 door de gemeenteraad is het onderdeel wijk -en buurtgericht werken geschrapt. Het budget voor wijk- en buurtgericht werken is met €100.000 verminderd. Er resteert een bedrag van €12.000 ten behoeve voor buurtactiviteiten. Hier moet nog nader invulling aan worden gegeven. Wijk- en buurtgericht werken werd niet bekostigd vanuit wmo-budget. wijkbudget Uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen, betekent dat mensen ook verantwoordelijk zijn voor het bekostigen van buurtinitiatieven. Voor dit actiepunt was in de vorige nota € 5.000,- begroot. wijksteunpunt Zowel bij de beleidsuitgangspunten als in hoofdstuk 3 is beschreven dat voorzieningen en activiteiten zoveel mogelijk in de wijk moeten worden aangeboden. Er zijn allerlei accommodaties waar dit mogelijk is. Welzijn kent deze accommodaties en weet deze te koppelen aan gewenste activiteiten, waardoor een dynamische inzet van (buiten)ruimten ontstaat. Dit maakt de ontwikkeling van een wijksteunpunt overbodig. Voor dit actiepunt was in de vorige nota € 15.000,- begroot. subsidieregeling met als doel participatie in de samenleving Van deze regeling is geen gebruik gemaakt. De regeling werd betaald uit de reserve wvg: deze middelen zullen met het beëindigen van de nota onbeperkt Baarn naar de algemene rekening vloeien. gezondheidsbevordering specifieke doelgroepen Dit is niet meer als apart actiepunt opgenomen, maar komt terug in de voorgestelde activiteiten: investeren in jeugd en ouderen. Voor dit actiepunt was in de vorige nota € 5.000 begroot. Doordat bovenstaande actiepunten niet terugkomen in deze nota, vinden er binnen het beschikbare budget verschuivingen plaats en kunnen nieuwe acties worden ingezet. Een aantal acties worden bekostigd vanuit regulier beschikbaar budget (anders dan het budget op wmo overige prestatievelden), waarvan op dit moment nog niet duidelijk is of dit budget gelijk blijft. Zo is in de perspectiefnota 2012-2015 het volgende beschreven: “We gaan nader bekijken of er mogelijke bezuinigingsmaatregelen zijn met betrekking tot bijvoorbeeld (….) de SWB en zo ja, wat de omvang kan zijn.” Dit betekent dat mogelijk een aantal voorgestelde actiepunten niet of niet volledig uitgevoerd kunnen worden. Naast het budget voor uitvoering van de nota Beter voor Elkaar worden voor het totale aanbod op het gebied van wmo- en lokaal gezondheidsbeleid ook andere budgetten ingezet, zoals voor maatschappelijk werk, welzijn, openbare gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg en huishoudelijke hulp. In deze nota beperken we ons tot de inzet van het werkbudget wmo-overige prestatievelden. In onderstaand schema wordt per actiepunt aangegeven wanneer het gerealiseerd moet zijn, wat de geschatte begroting per jaar is en of het om een wettelijke of niet wettelijke taak gaat. Veel van de onderstaande acties hebben geen wettelijke grondslag. Het is echter wel verplicht om op de verschillende thema’s beleid te ontwikkelen. De keuzes in het beleid staan vrij. Uitvoering Voordat de actiepunten geïmplementeerd worden, moet het college een concrete invulling op het actiepunt inclusief een begroting vaststellen. 27 Actiepunt Beleidsuitgangspunt 6 Onderzoek waaruit de staat van de maatschappelijke ondersteuning in de gemeente Baarn duidelijk wordt. Thema 1: samen leven in wijk en buurt Vernieuwde inzet van welzijn Wanneer Begroting per jaar 2015 € 1.000 Eenmalig 2012-2016 Vanuit regulier budget Jaarlijks Vanuit regulier budget Eenmalig Niet wettelijk € 6.500 Jaarlijks € 15.000 Jaarlijks € 10.000 Jaarlijks Vanuit de nota “Samen verder werken voor de jeugd” Niet wettelijk Niet wettelijk Niet wettelijk Wettelijk Vanuit reguliere middelen benchmark wmo Eenmalig € 10.000 Jaarlijks € 10.000 Jaarlijks € 10.000 Jaarlijks € 30.000 Jaarlijks Niet wettelijk € 10.000 In 2012 en 2013 n.v.t. Wettelijk Onderzoek accommodaties 2012 Thema 2: opgroeien Stimuleren sociale vaardigheden/ weerbaarheid 2012-2016 Bevorderen gezond gewicht bij schoolgaande jeugd 2012-2016 Aanpak alcoholgebruik onder jongeren 2012-2016 Jongerenparticipatie 2012-2016 Thema 3: mantelzorg en vrijwilligers Onderzoek doeltreffendheid vrijwilligersbeleid 2012 Nieuw plafond vrijwilligersfonds Vanaf 2012 Eerdere ondersteuning mantelzorgers Vanaf 2012 Meer informatie over respijtzorg Vanaf 2012 Mantelzorgsteunpunt 2012-2016 Thema 4: meedoen makkelijker maken Het versterken en verbreden van het loket WZW 2012 Wettelijk/ Niet wettelijk Niet wettelijk Niet wettelijk Niet wettelijk Niet wettelijk Wettelijk Ontwikkelen van een nieuwe Wmo verordening met een eigen bijdrage regeling 2012 Wettelijk Invoeren begeleiding en hulpmiddelen vanuit AWBZ naar de Wmo 2012-2013 Vanuit implementatiebudget Wettelijk Ontwikkelen van een sociale kaart 2012 € 1.000 Jaarlijks Niet wettelijk Thema 5: preventie en zorg Preventieve gezondheidszorg ouderen 2012 Wettelijk Aanpak eenzaamheid onder ouderen 2012-2016 Verbinding eerstelijn Bijdrage advies-en steunpunt huiselijk geweld 2012-2016 2012-2016 € 7.500 Jaarlijks € 7.500 Jaarlijks Budgetneutraal € 3.000 Jaarlijks Niet wettelijk Wettelijk Wettelijk 28 Bijlagen 29 Bijlage 1: Speerpunten uit de bijeenkomst met de adviesraden en de maatschappelijke organisaties Aanwezig: Stichting Welzijn Baarn, Beweging 3.0, Riagg, MEE, GGD, Stichting Gehandicaptenbelangen Baarn, Stichting Seniorenraad Baarn, Stichting Allochtonenraad Baarn en de Gemeente Baarn Opening Stichting Welzijn Baarn en de gemeente Baarn hebben een aanvraag ingediend bij het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl voor ondersteuning bij het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op welzijn en bij het verder invulling geven aan een toekomstbestendig welzijnsaanbod. Hiervoor hebben al een aantal bijeenkomsten plaats gevonden. Er is een visiebijeenkomst geweest met de SWB en de gemeente en er is een bijeenkomst geweest met medewerkers van de SWB. De bijeenkomst van 26 mei is de derde bijeenkomst. Mabel van den Bergh ondersteunt SWB en de gemeente. Er wordt kort ingegaan op Welzijn Nieuwe Stijl en de Kanteling (wmo). Beiden hebben dezelfde uitgangspunten, namelijk: - participatie - verbinden - wederkerigheid: iedereen kan wat betekenen voor een ander - integraliteit: de mens staat centraal In deze bijeenkomst staat de vraag centraal: welke maatschappelijke vraagstukken spelen er in Baarn? In kleine groepjes wordt steeds kort (speed daten) gesproken over de volgende vragen: - waar zitten de knelpunten (vanuit de eigen organisatie)? - met welke vragen komen inwoners van Baarn? - waar zou in de toekomst aandacht voor moeten zijn? Terugkoppeling Niet zorgen voor….(overnemen) Maar zorgen dat…..(kijken wat mogelijk is) Getrapte verantwoordelijkheid: Eigen kracht - Sociale omgeving - Collectieve voorzieningen - Individuele voorzieningen Reacties vanuit de aanwezigen: - moeilijk om de vraag naar boven te halen, hoe kom je te weten wat er speelt? - signaleren (vroeger huisarts, wijkzuster) - professionele cohesie (afstemming in de uitvoering)/ breder kijken dan eigen organisatie - afstemming/ samenwerking, efficiency - kracht van iedere organisatie kennen en benutten (onderling) - weet men wel wat er allemaal te halen is? Communicatie, kracht kennen - extra aandacht voor kwetsbare groepen, aanbod op maat. - wsw-korting, ontwikkelingen AWBZ en verdwijnen wajong, heeft gevolgen. Thema’s en welke organisaties werken op dat thema: - sociaal isolement: alle leeftijden, met zwak netwerk of ontbreken van netwerk SWB, GGD, RIAGG, Beweging 3.0, adviesraden (3) Inkomensproblematiek werkt voor kwetsbare groepen harder door, ook in gezondheidsproblemen (fysiek en mentaal). GGD, RIAGG, Beweging 3.0, SWB Aandacht voor multi-problem situaties (waar meerdere problemen tegelijkertijd spelen) RIAGG, Beweging 3.0, SWB, GGZ Preventie en voorlichting en samenwerking Acceptatie en tolerantie voor anderen. SGB, SWB 30 Bijlage 2: Het algemene kader: Wet publieke gezondheid en de Wet maatschappelijke ondersteuning In dit hoofdstuk zetten wij de Wet publieke gezondheid (Wpg) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kort uiteen. De Wet publieke gezondheid (Wpg) Publieke gezondheidszorg wordt in de Wpg omschreven als 'gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke groepen daaruit, waaronder begrepen het voorkomen en het vroegtijdig opsporen van ziekten.’ Publieke gezondheidszorg heeft tot doel de gezondheid van (nog) gezonde burgers te bevorderen en beschermen. Daarbij gaat het voor gemeenten vooral om: collectieve of universele preventie, die gericht is op de gehele bevolking; preventie die gericht is op specifieke (risico)groepen (selectieve preventie). De Wpg noemt een aantal wettelijke taken die verplicht in de lokale nota gezondheidsbeleid opgenomen moeten zijn: Uitvoeren van algemene bevorderingstaken waaronder bevorderen van de samenhang en continuïteit binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming met de curatieve gezondheidszorg. Verzamelen en analyseren van epidemiologische gegevens om inzicht te krijgen in de lokale gezondheidssituatie, voorafgaand aan de opstelling van de lokale nota. Bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen (artikel 2, lid 2c). Bijdragen aan preventieprogramma’s, inclusief programma’s voor de gezondheidsbevordering. Bevorderen van medisch milieukundige zorg, technische hygiënezorg en psychosociale hulp bij rampen. Zorg dragen voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Zorg dragen voor de uitvoering van de ouderengezondheidszorg. Bijzonderheden: dit artikel is per juli 2010 in werking getreden. Zorgen voor de uitvoering van infectieziektebestrijding, waaronder het nemen van algemene preventieve maatregelen en het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen. Bijzonderheden: met de wetswijziging van mei 2011 is bepaald dat regio’s van de GGD’en gekoppeld gaan worden aan die van de Veiligheidsregio’s onder één bestuur en één directeur. Overheveling van taken t.a.v. de voorbereiding op grootschalige uitbraken gaat op termijn over van de GGD besturen naar dit Veiligheidsbestuur. De GGD in staat stellen om advies uit te brengen, voorafgaand aan besluitvorming over zaken die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de publieke gezondheid. Daarnaast zijn in de Wpg een aantal taken opgenomen die wel verplicht zijn voor gemeenten, maar niet in de nota lokaal gezondheidsbeleid hoeven worden opgenomen. Het gaat daarbij om de volgende taken: Zorgen voor de instelling en instandhouding van een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD). Desgewenst overheveling van een aantal taken op het terrein van de JGZ aan de GGD. Zorgen voor de aanwezigheid van specifieke deskundigen bij de GGD op de terreinen sociale geneeskunde en -verpleegkunde, epidemiologie, gezondheidsbevordering en gedragswetenschappen. Nemen van maatregelen door het college als het gaat om de voorbereiding op de bestrijding van infectieziekten (bij voorbeeld inentingscampagnes). Nemen van maatregelen door de burgemeester in het kader van de openbare orde en veiligheid tot het opsporen, melden en bestrijden van bepaalde infectieziekten. Afhankelijk van de ernst van de situatie zijn ook de officier van justitie, Minister, artsen, (lucht)havenautoriteiten e.a. betrokken. 31 De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Doelstelling De doelstelling van de Wmo is eenduidig: MEEDOEN, jong, oud, gehandicapt, niet-gehandicapt, de samenleving is van iedereen. (Persoonlijke) belemmeringen mogen niet in de weg staan bij een volwaardig lidmaatschap van de samenleving. Voor de gemeente is dan ook een belangrijke taak weggelegd in het zodanig organiseren van (preventieve) activiteiten en het aanbieden van diensten dat de sociale cohesie in Baarn vergroot wordt en de participatie van burgers toeneemt. Compensatieplicht Mensen met een beperking kunnen rekenen op ondersteuning in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Gemeenten krijgen de vrijheid om te kijken welke voorzieningen zij daarvoor inzetten. Het beoogde resultaat ligt dus vast (zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie), de weg ernaar toe (de voorziening) is nader te bepalen op grond van het beleid dat de gemeente voert. Negen prestatievelden Om te toetsen of de gemeente ook daadwerkelijk beleid ontwikkelt om de sociale cohesie te vergroten en kwetsbare groepen te ondersteunen, moeten zij elke vier jaar een beleidsplan maken en jaarlijks rapporteren op negen prestatievelden. Rapportage geschiedt, zoals het ministerie van VWS dit noemt, horizontaal naar de gemeenteraad en de burgers en verticaal naar het ministerie van VWS. De belanghebbenden dienen duidelijk te worden betrokken bij de voorbereiding van het beleidsplan. De Wet maatschappelijke ondersteuning kent negen prestatievelden, namelijk: 1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. 2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. 5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. 6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer. 7. Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang. 8. Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. 9. Het bevorderen van verslavingsbeleid. 32 Bijlage 3: Landelijke en lokale beleidskaders In dit hoofdstuk geven wij een beschrijving van de landelijke en lokale beleidskaders die belangrijk zijn voor de nota Beter voor Elkaar. Landelijke beleidskaders Regeerakkoord “Vrijheid en verantwoordelijkheid” In het regeerakkoord “vrijheid en verantwoordelijkheid” worden de uitgangspunten genoemd die het beleid de komende jaren zullen bepalen. Hieronder worden een aantal van deze uitgangspunten aangehaald die voor de nota Beter voor Elkaar bepalend zijn. Ieder mens heeft recht op zelfbeschikking; verdient de kans het beste uit zichzelf te halen en zich te ontplooien. We schrijven niemand af, maar spreken iedereen aan. Het kabinet staat voor eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen. Natuurlijk zorgen we samen voor wie echt niet kan meedoen. Gezondheid Een kwalitatief hoogstaande, toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg is cruciaal voor een samenleving. Mensen hebben recht op de beste zorg die er is. In Nederland is de zorg over het algemeen goed toegankelijk. Maar de kwaliteit van de zorg kan nog beter, en de kosten – die onevenredig oplopen – moeten beter worden beheerst Ouderenzorg Steeds meer mensen worden ouder en blijven langer gezond en dat is mooi. Echter door de vergrijzing worden steeds meer ouderen vroeg of laat afhankelijk van zorg. Zij vallen terug op hun sociale netwerken en op collectief georganiseerde zorg. De zorg staat onder druk. De kosten lopen op. Systeemkeuzes in de AWBZ De functies dagbesteding en begeleiding kunnen het best dichtbij de cliënt geregeld worden. Zij passen daarom beter binnen de systematiek van de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dan bij de AWBZ. De gemeente kent deze mensen en hun situatie beter dan de zorgkantoren. Daarom worden de functies dagbesteding en begeleiding overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo. Landelijke nota gezondheidsbeleid Iedere vier jaar brengt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de landelijke nota gezondheidsbeleid uit die geldig is voor een periode van vier jaar. Dit is vast gelegd in de wet publieke gezondheid. In deze nota benoemt de minister de landelijke prioriteiten die aanknopingspunten bieden voor het gemeentelijke gezondheidsbeleid. De landelijke nota is een reactie op de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 (VTV) van het RIVM en op de rapportage Staat van de Gezondheidszorg 2010 (SGZ) van de Inspectie Volksgezondheid. In mei 2011 heeft de minister de landelijke gezondheidsnota “Gezondheid dichtbij” gepresenteerd. Accent op bewegen De vijf speerpunten uit de preventienota 2006, de vorige versie van de landelijke nota gezondheidsbeleid, blijven belangrijk om de volksgezondheid te verbeteren. Dit zijn overgewicht, diabetes, depressie, roken en schadelijk alcoholgebruik. Het kabinet houdt deze speerpunten vast, maar legt daarbij het accent op bewegen. Bewegen is goed voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid en is verbonden met de andere speerpunten. Drie thema’s In de landelijke nota gezondheidsbeleid is de kabinetsvisie uitgewerkt in drie thema’s: 1. Vertrouwen in gezondheidsbescherming Mensen kunnen sommige risicofactoren voor de gezondheid niet of moeilijk zelf beïnvloeden. Op dit terrein kan de Nederlander op de overheid rekenen. Heldere wet- en regelgeving en toezicht op de naleving hiervan blijven noodzakelijk. 33 2. Zorg en sport dichtbij in de buurt De gezondheidszorg kan zich nog meer richten op het bevorderen van gezondheid, naast het bestrijden van ongezondheid. Zorg en preventie moeten meer worden afgestemd. Het kabinet wil dat iedereen veilig kan sporten, bewegen en spelen in de buurt. Hiervoor zijn voldoende en laagdrempelige voorzieningen nodig. 3. Zelf beslissen over leefstijl Als het om leefstijl gaat, schrijft de overheid mensen zo min mogelijk voor wat ze wel of niet mogen. Mensen maken zelf keuzes. Die keuzes worden gemaakt in een omgeving waarin de gezonde keuze makkelijk is. Aan die omgeving dragen diverse maatschappelijke sectoren bij. Het kabinet besteedt extra aandacht aan jeugd. Naast bevordering van (het aanleren van) een gezonde leefstijl, vroege signalering van risico’s en inzet op weerbaarheid om dagelijkse verleidingen te weerstaan, vindt het kabinet dat het stellen van grenzen en het stimuleren van een gezonde basis bij de jeugd gerechtvaardigd is. Het kabinet staat voor eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen. Dat geldt ook voor gezondheid. Dit betekent dat niet de overheid maar de mensen zelf in eerste instantie aan zet zijn. Wmo- de Kanteling De Kanteling gaat over het anders vormgeven van de compensatieplicht in de Wmo. Welke ondersteuning heeft de burger echt nodig om te kunnen participeren? Gemeenten en burgers moeten afstappen van de standaard voorzieningenlijst en alle mogelijkheden verkennen om een hulpvraag op te lossen. Hierbij staan behoud van regie over het eigen leven en zelfredzaamheid voorop. Samen met de burger wordt vastgesteld wat het resultaat van de ondersteuning moet zijn en welke oplossingen daaraan bijdragen. Het gaat dan lang niet altijd om individuele voorzieningen, ook met algemeen aanbod kan het resultaat bereikt worden. Stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl Welzijn vermindert zorg; welzijn draagt bij aan het voorkomen dat problemen verergeren, waardoor in een later stadium zwaardere hulp of zorg moet worden ingezet. In het programma Welzijn Nieuwe Stijl wordt ingezet op het versterken van welzijn om zo de wmo-doelen beter te realiseren. Het programma heeft twee speerpunten: Het verbeteren van de kwaliteit en professionaliteit van het welzijnswerk. Het verbeteren van de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (gemeenten en welzijnsinstellingen). Uitgangspunten van welzijn nieuwe stijl: Oplossing voor daadwerkelijke behoefte burger (vraag achter de vraag). Biedt voorliggende, laagdrempelige en collectieve vormen van ondersteuning. Professional neemt probleem niet over, maar versterkt eigen kracht, zelfredzaamheid en deelname aan samenleving. Stichting Welzijn Baarn en de gemeente Baarn hebben gezamenlijk een aanvraag ingediend voor ondersteuning vanuit het programma welzijn nieuwe stijl. Deze ondersteuning moet in de loop van 2011 resulteren in een gezamenlijk gedeelde visie op welzijn, een maatschappelijke agenda en afspraken over de manier waarop de subsidierelatie verder wordt ingevuld. Lokale beleidskaders Op de negen prestatievelden van de Wmo is al veel beleid ontwikkeld. Deze bestaande nota’s dienen als uitgangspunt bij het nieuw te formuleren beleid. Tevens is er al een gecombineerde nota wmo/ lokaal gezondheidsbeleid. Ook de uitgangspunten van de bestaande nota wmo/lokaal gezondheidsbeleid vormen een basis voor de nieuwe nota Beter voor Elkaar. In deze paragraaf worden de belangrijkste lokale beleidskaders beschreven. Panorama 2015 De gemeenteraad van Baarn heeft in juni 2000 de visie “Panorama 2015” vastgesteld. Hierin wordt een beeld geschetst van hoe wij willen dat Baarn er in 2015 uitziet, kernachtig verwoord als ”een leefbaar en vitaal Baarn: voor u en met u”. Baarn moet in het jaar 2015 een woongemeente vormen met een aangenaam leefklimaat en een voorzieningenniveau dat aansluit bij de behoeften van alle Baarnaars. Expliciet 34 wordt aangetekend dat de visie en daaruit voortvloeiende doelstellingen en uitgangspunten voor alle groepen Baarnaars gelden, zowel wat betreft de fysieke alsook wat betreft de sociaal-economische componenten. Voor kwetsbare groepen die bijzondere aandacht nodig hebben, waaronder gehandicapten en chronisch zieken, zijn in aanvulling op de algemene doelstellingen een aantal specifieke c.q. doelgroepgerichte taken gesteld. Deze taken zijn er op gericht dat iedere Baarnaar zich kan ontplooien naar eigen aanleg en behoeften, dat er een kwalitatief goed zorgniveau voor alle Baarnaars is en dat er voldoende maatschappelijke hulp en dienstverlening beschikbaar is voor mensen met een hulpvraag. Coalitieakkoord 2010-2014 Samen verder werken voor Baarn De coalitie wil zich onder andere inzetten voor voldoende sociale cohesie met het oog op de kwaliteit van de lokale samenleving met vele vrijwilligers op het gebied van sport, cultuur en welzijn. En voor sociale voorzieningen die participatie in de maatschappij bevorderen doch streng maar rechtvaardig zijn. Voor de inwoners van Baarn is het noodzakelijk dat men bij één loket terecht kan voor alle vragen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. De coalitie zal zich sterk blijven maken voor het tenminste behouden van het huidige zorgniveau. De coalitie wil onderzoeken of binnen het budget van het welzijnswerk de functie van een consultatiebureau voor ouderen kan worden vorm gegeven. Op het terrein van de Huishoudelijke Zorg zal de komende jaren continuering van het huidige niveau voorop staan. Nota Beter voor Elkaar 2008-2012 In december 2007 is de eerste gecombineerde nota wmo/ lokaal gezondheidsbeleid “Beter voor Elkaar” vastgesteld. Hierin staat de volgende visie centraal: Mensen die deelnemen aan de maatschappij voelen zich gezonder. Andersom beïnvloedt het gezond voelen deelname aan de maatschappij positief. In deze nota zijn op een aantal thema’s beleidsdoelen en actiepunten geformuleerd. Deze thema’s zijn: - Samen leven in wijk en buurt - Opgroeien - Mantelzorg en vrijwilligers - Meedoen makkelijker maken - Preventie en zorg In bijlage 4 is een overzicht van de realisatie van het actieprogramma uit de nota Beter voor Elkaar opgenomen. Samen verder werken voor de jeugd Centraal in deze kadernota lokaal onderwijs- en jeugdbeleid staat het samen met instellingen, scholen, ouders en jeugdigen werken aan een goede toekomst van de jeugd. Om deze visie te realiseren is de participatie van de bewoners van Baarn een basisvoorwaarde, waarbij er een beroep gedaan wordt op de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid, het benutten van de sociale omgeving, het versterken van het sociale netwerk (familie, vrienden, buurtbewoners, vrijwilligers) en het versterken van de zelfredzaamheid en het zelfregelend vermogen van burgers. De nota samen verder werken voor de jeugd 2012-2015 wordt in december voorgelegd aan de raad. Nota cohesie door sport Eén van de doelstellingen in deze nota is het bevorderen van sportdeelname voor gezondheid en sociale cohesie. Het bevorderen van sportdeelname heeft een preventieve functie bijvoorbeeld ten aanzien van het tegengaan van overgewicht en hart- en vaatziekten bij 50 plussers. Ook zal een hogere sportdeelname van met name de jeugd ertoe leiden dat hun sociaal gedrag zal verbeteren. Ten slotte zal voor zowel jeugd, volwassenen, allochtonen als ouderen een hogere sportdeelname leiden tot een hogere maatschappelijke participatie. Niet alleen zal het daarbij gaan om het sporten en bewegen zelf, maar ook om het bevorderen van vrijwilligerswerk in de sport. Deze vormen van participatie zullen zeker leiden tot een betere wederzijdse acceptatie en meer integratie. Visie wonen, welzijn, zorg In de visie “Wonen, welzijn en zorg in Baarn” (oktober 2004) worden de beleidsmatige ontwikkelingen ten aanzien van wonen, welzijn en zorg geschetst, waarbij vermaatschappelijking en extramuralisering de kernbegrippen zijn. Als doelgroep wordt mensen met lichamelijke, verstandelijke en/of langdurige psychische beperkingen benoemd. 35 Voor de ontwikkeling van de visie is het concept "gemeenschapszin" leidend geweest: “de mens staat centraal en niet diens beperkingen of de voorzieningen, ofwel: doe zo gewoon mogelijk, tref alleen specifieke voorzieningen als het niet anders kan”. In de visie “Wonen, welzijn en zorg” zijn voor de komende jaren de volgende speerpunten geformuleerd: het realiseren van een meer divers aanbod aan woon-/zorgarrangementen; het realiseren van steunpunten, met als uitgangspunt daarvoor zo veel mogelijk van bestaande accommodaties gebruik te maken; het stimuleren van sociale netwerken, met als belangrijke pijlers het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorg en het creëren van mogelijkheden voor kinderen om dicht bij hun ouders te komen wonen. Visie wonen De afstemming tussen wonen, welzijn en zorg heeft extra aandacht binnen de Visie Wonen (februari 2007). Zo wordt sterk ingezet op het verbeteren en verbreden van de woonvoorzieningen voor mensen met een beperking. Toch zal het niet mogelijk zijn om geheel in de verwachte behoefte te voorzien. Er blijft sprake van een tekort aan levensloopbestendige huurwoningen en verzorgde woonvormen. Als zich nieuwe bouwmogelijkheden voordoen, zal beoordeeld worden of die een bijdrage kunnen leveren in het verminderen van de nu nog voorziene tekorten. Dan kan ook beoordeeld worden of die veronderstelde behoefte nog manifest is. In de eerste helft van 2012 wordt de nieuwe visie wonen aan de raad voorgelegd. Integraal Veiligheidsplan 2011-2014 In het integraal veiligheidsplan is beleid opgesteld om de veiligheid in Baarn op verschillende punten te verbeteren. Veel taken richten zich op de veiligheid in relatie tot de politie. De politie is immers een belangrijke partner in veiligheid. Maar ook van de gemeente en anderen wordt het nodige verwacht. In het plan en het veiligheidsprogramma is dit uitgewerkt. Een aantal actiepunten hebben een relatie met het beleid dat wordt beschreven in de nota wmo/ lokaal gezondheidsbeleid. Zo zijn er actiepunten opgenomen op het gebied van: overlast jeugd; veilig uitgaan; crisisbeheersing (rampenplan); gezondheid en veiligheid; sociale veiligheid; burengeschillen en huiselijk geweld. 36 Bijlage 4: realisatie actieprogramma Nota Beter voor Elkaar 2008-2012 PROGRAMMA BETER VOOR ELKAAR 2008 tot 2012 Actiepunten Beleidsuitgangspunt 4 1. Onderzoek waaruit de staat van de maatschappelijke ondersteuning in de gemeente Baarn duidelijk wordt. Gerealiseerd Ja Toelichting Staat van Baarn Voortgang wijk- en buurtgericht werken. ja Bestaand beleid Wijkbudget (voor 10 wijken) ter stimulering van participatie van bewoners Ja Opzetten van één wijksteunpunt in Baarn Oost. Nee Dit wordt beheerd door de coördinator wijk-en buurtgericht werken. Er is beperkt gebruik van gemaakt. In afwachting van de realisatie van het Parkgebouw Thema 1: Samen leven in wijk en buurt 2. 3. Thema 2: Opgroeien 4. Centrum voor Jeugd en Gezin Ja 5. Preventie overgewicht bij schoolgaande jeugd Ja 6. Stimuleren van sociale vaardigheden/ weerbaarheid Ja 7. Opzetten integraal jeugdbeleid Ja Zowel fysiek: aan de Koningsweg, als digitaal: www.cjgbaarn.nl Door inzet van het project B.Slim: samenwerking SWB, GGD, Beweging 3.0 en gemeente. Door Beweging 3.0 en Stichitng Welzijn Baarn De beleidsnota jeugd en onderwijs wordt ook dit jaar vernieuwd. Thema 3: Mantelzorg en vrijwilligers 8. Instellen vrijwilligersfonds Ja In 2010 geëvalueerd en regels bijgesteld. 9. Kwaliteitskenmerken vrijwilligersorganisaties Nee 10. Gemeentelijke onderscheiding voor vrijwilligers Ja Erespeld 11. Mantelzorgsteunpunt Ja Is structureel beleid in samenwerking met SWB. Ja In het loket wonen, zorg en welzijn. Ja Stichting Welzijn Baarn is sinds 2010 een feit. Nu wordt verder gewerkt aan het ontwikkelen van een Thema 4: Meedoen makkelijker maken 12. 13. Het op één punt geven van integrale informatie en advies op het terrein van maatschappelijke ondersteuning Eén welzijnsinstelling die belast wordt met de uitvoering van het integrale welzijnsbeleid 37 gezamenlijke visie (welzijn nieuwe stijl) en de uiwerking daarvan op de subsidierelatie. Evaluatie is gereed. 14. Uitvoering geven aan de nota Integraal Gehandicaptenbeleid Ja 15. Opzetten subsidieregeling met als doel participatie in de samenleving Ja Is opgezet, maar geen gebruik van gemaakt. 16. Terugdringen administratieve last aanvraag voorzieningen. Ja Service Bureau Gemeenten zit in het loket wzw en de indicatiestelling is herzien. Er is geen gebruik gemaakt van het budget wat hiervoor beschikbaar is. Er is een project van het RIAGG ingezet. Eind van dit jaar wordt dit geëvalueerd. Inmiddels bestaand beleid, waarbij in de regio samengewerkt wordt op het gebied van het adviesen steunpunt, het casusoverleg, de wet tijdelijk huisverbod en de aanpak van kindermishandeling. Thema 5 Preventie en zorg 17. Gezondheidsbevordering specifieke doelgroepen Ja 18. Eenzaamheid onder ouderen Ja 19. Continueren aanpak huiselijk geweld Ja 38 Bijlage 5: Staat van Baarn Staat van Baarn 2011 Epidemiologische stand van zaken volksgezondheid en zorg in Baarn GGD Midden-Nederland (Esther Gijsen, GBE) In opdracht van gemeente Baarn (Carolien Neefjes, Leonore van Kesteren) 39 Inleiding/ Leeswijzer Deze rapportage is opgesteld door GGD Midden-Nederland op verzoek van de gemeente Baarn. Het geeft een beeld van de bevolking van Baarn op het terrein van volksgezondheid en zorg binnen de kaders van het gemeentelijk beleid. Hierbij is gebruik gemaakt van een breed scala aan bronnen. Per onderwerp wordt kort de achtergrond, prevalenties en risicogroepen beschreven. Voor meer uitgebreide of specifiekere informatie kunnen de bronnen, de tabellen of anders de GGD Midden Nederland (epidemiologie) benaderd worden. 40 Bevolkingsontwikkeling 1.1 Levensverwachting De levensverwachting is de laatste jaren (landelijk) sterk gestegen. De levensverwachting van een inwoner van Baarn bij geboorte is gemiddeld ruim 79 jaar (de landelijke levensverwachting is ruim 80 jaar). Het CBS verwacht op basis van een analyse van de trends in de sterfte in het verleden dat de (landelijke) levensverwachting verder zal toenemen tot 81,5 jaar voor mannen en tot 84,2 jaar voor vrouwen in 2050. 1.2 Groene en grijze druk Kijkend naar de groene en grijze druk, is Baarn vergeleken met de regio MiddenNederland een gemeente met relatief veel senioren (65plussers). Wat ook opvalt is dat het aandeel jeugd lager is dan het aandeel senioren; in de regio is dit juist andersom. Het aandeel senioren zal in de toekomst verder toenemen van 19% naar 26% in 2040. In absolute aantallen betekent dit een toename van ongeveer 4500 65-plussers in 2010 naar ongeveer 7000 in 2040. Ook het aantal 80-plussers zal zich bijna verdubbelen. Deze ontwikkelingen hebben grote invloed op o.a. de zorgbehoefte in de toekomst. 41 Gezondheid 1.3 Verstandelijke handicaps 1.4 Chronische aandoeningen Het percentage volwassenen (19-65 jr) in Baarn wat een chronische aandoening3 rapporteert, is van ruim 60% in 2004 afgenomen naar 44% in 2008 (regionaal liggen in beide periodes de percentages rond de 50%). Dit is vooral het gevolg van minder frequente rapportage van migraine en gewrichtsklachten. Toch zijn migraine, gewrichtsklachten en ook hoge bloeddruk in 2008 de meest genoemde aandoeningen. Ook 65-plussers rapporteren vaak gewrichtsslijtage en hoge bloeddruk. Van hen geeft 78% aan een chronische aandoening te hebben. Eén derde van de 65-plussers heeft een lichamelijke beperking. 1.5 Dementie 1.1 Verstandelijke handicaps Er wordt onderscheid gemaakt tussen een lichte verstandelijke handicap (IQ 50-70) en een zware verstandelijke handicap (IQ < 50). Van de eerste categorie zal het grootste deel waarschijnlijk extramuraal wonen. Maas et al. (1988) melden een prevalentie van licht verstandelijk gehandicapten in Nederland van circa 3,3 promille, nu dus ruim 50.000 in heel Nederland. Mogelijk zijn dit er zelfs tienduizenden meer. Schattingen van het aantal mensen met een lichte verstandelijke handicap lopen ver uiteen. Ten eerste zijn licht verstandelijk gehandicapten moeilijker op te sporen omdat ze vaker geen zorg gebruiken. Voor hen is aangepast werk soms al genoeg om mee te kunnen komen. Ook is de kans groter dat familieleden afdoende hulp kunnen bieden. Daarnaast lijkt het erop dat ook verschillen in sociaaleconomische omstandigheden een rol spelen: betere omstandigheden verlagen de prevalentie. Uitgaande van een schatting van 3,3 promille, zouden in Baarn ongeveer 80 licht verstandelijk gehandicapten moeten wonen. Schattingen van ernstig verstandelijk gehandicapten zijn van ongeveer dezelfde orde, dus in totaal ongeveer 160 verstandelijk gehandicapten. Schattingen van de provincie Utrecht liggen hierbij in de buurt: +/- 140 verstandelijk gehandicapten in Baarn. Bij beide berekeningen is geen rekening gehouden met de intramurale voorzieningen voor verstandelijk gehandicapten in Baarn. Met de vergrijzing zal het aantal mensen met dementie toenemen en daarmee ook de kosten van zorg en de druk op mantelzorgers. Stichting Alzheimer Nederland geeft aan dat op dit moment 10% van de 65plussers dementie heeft. Ongeveer 70% van de mensen met dementie woont thuis en wordt verzorgd door mantelzorgers. TNO heeft in 2007 een schatting gedaan naar de In het huidige Nederlandse beleid hebben niet alleen incidentie en prevalentie cijfers van dementie in Baarn: Jaar Alleenstaande dementerenden 2010 73 457 228 2015 77 485 249 2030 106 676 349 *) Aantal nieuwe diagnoses dementie per jaar **) Aantal dementerenden in het betreffende jaar 1.6 Incidentie* Prevalentie** verstandelijk gehandicapten recht op AWBZ-zorg, maar ook personen met een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafden) met Behoefte aanproblematiek. Inschattingen in de literatuur bijkomende verblijfplaatsen geven alleen globale en onzekere cijfers van het aantal 137 zwakbegaafden met bijkomende problemen. 146 203 Depressiviteit en angststoornissen De ziektelast van depressiviteit en angststoornissen, voor de betrokkenen en zijn/haar omgeving, is groot. Zij voelen zich minder goed, waardoor ze vaker problemen ervaren op emotioneel terrein en bij het omgaan met anderen. Daarnaast hebben ze meer lichamelijke klachten. Bijna één op de drie volwassenen in Baarn heeft een verhoogd risico op angststoornissen en depressieve klachten. Vooral personen in de leeftijdscategorie 19-35 jaar en vrouwen lopen een verhoogd risico. Van de senioren heeft één op de tien angstklachten en één op de vijf depressieve klachten. Ook hier zijn vrouwen een risicogroep en vooral ook senioren met een laag opleidingsniveau en senioren die moeite hebben met rondkomen. Preventie van psychosociale problemen op jonge leeftijd is van belang, omdat emotionele en gedragsproblemen in de jeugd een verhoogd risico geven op psychische problemen in de volwassenheid. Uit de gegevens van de jeugdgezondheidszorg blijkt dat in Baarn bij 3 Van een opsomming van aandoeningen (18 stuks + optie ‘andere’) kon men aangeven of hij/zij deze aandoening heeft of in de afgelopen 12 maanden heeft gehad. Hierbij kon men aangeven of de aandoening door een arts is vastgesteld of niet. Bij de berekening van het percentage zijn deze opties samen genomen. 42 ongeveer 1 op de 15 kinderen uit het basisonderwijs sprake is van een verhoogd risico op psychosociale problemen. Determinanten van gezondheid Roken, te veel alcohol, drugs en onveilige seks brengen risico’s met zich mee voor de gezondheid. Van vooral roken en overmatig alcoholgebruik is bekend dat dit ook grote maatschappelijke kosten met zich meebrengt. Wat betreft het (wel eens) roken, binge drinken4 en hasj/wietgebruik onder jongeren in Baarn, valt nog veel winst te behalen. Vergeleken met de regio zijn de cijfers van dit risicogedrag aan de hoge kant. Het zijn vaker jongens, jongeren uit de hogere klassen van het voortgezet onderwijs en van lager onderwijsniveau. Verder valt het bij alle doelgroepen op dat de risicogedragingen vaak hand in hand gaan. Bij volwassenen zien we, net als bij jongeren, dat mannen vaker roken en te veel drinken. Bij onveilige seks zijn het juist de vrouwen die meer risico’s nemen. Ongeveer één op de drie seksueel actieve personen met losse contacten gebruikten geen condoom (gemiddeld genomen bij zowel jongeren als volwassenen). Bij volwassenen zien we dat dit percentage hoger wordt, naarmate de leeftijd toeneemt. 1.7 Beweging Voldoende beweging kan een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid: Regelmatig voldoende beweging verlaagt direct het risico op deze ziekten: Regelmatig voldoende beweging heeft een gunstig effect op deze persoonsgebonden factoren, zodat indirect het risico op ziekten wordt verlaagd: - - lichaamsgewicht - bloeddruk coronaire hartziekten diabetes mellitus type 2 beroerte osteoporose dikkedarmkanker borstkanker valincidenten bij ouderen depressie - vetpercentage botdichtheid triglyceridengehalte ratio HDL/LDL-cholesterol - glucose-intolerantie (zie ook - insulinegevoeligheid diabetes mellitus) In Baarn voldoet ruim 10% van de 12-19 jarigen en ongeveer 40% van de volwassenen en senioren niet aan de voor hun leeftijd vastgestelde beweegnorm. Bij de jongeren en senioren, zijn het vooral de vrouwen en laag opgeleiden die te weinig bewegen. Bij de 19-65 jarigen gaat het juist om de mannen, werkende en hoger opgeleide personen. Overgewicht en met name ernstig overgewicht (obesitas) hangen samen met tal van chronische aandoeningen, vooral diabetes mellitus type 2, maar ook hart- en 4 Bingedrinken is het drinken van vijf of meer drankjes met alcohol bij één gelegenheid 43 vaatziekten, een aantal soorten kanker en aandoeningen aan galblaas, bewegingsapparaat en ademhalingsorganen. De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van overgewicht is een verkeerde balans tussen eten en bewegen. In Baarn heeft ongeveer 10% van de jeugd, 40% van de volwassenen en bijna de helft van de senioren overgewicht of obesitas. Vergeleken met landelijke cijfers, komt (ernstig) overgewicht in Baarn minder vaak voor. Maar op zichzelf blijven het – gezien de gevolgen - (te) hoge percentages. Mensen met een laag opleidingsniveau en mensen van allochtone afkomst hebben vaker overgewicht. Kinderen van obese ouders hebben een verhoogd risico op obesitas wanneer zij volwassen zijn. Het hebben van overgewicht, ongezonde voedingsgewoonten (te weinig groente en fruit, niet regelmatig ontbijten) en te weinig beweging blijken bij alle doelgroepen vaak hand in hand te gaan. Sociale omgeving De sociale omgeving is een vrij breed begrip met verschillende aspecten waarvan bekend is dat ze van invloed zijn op de gezondheid. Zonder volledig te willen zijn op al deze aspecten, wordt een toelichting gegeven op eenzaamheid en vrijwilligerswerk in Baarn. Eenzaamheid kan worden beschouwd als een ervaren tekort aan sociale steun. Dit is een factor die van grote invloed is op iemands psychisch welbevinden. Ongeveer een derde van de volwassenen en ruim 40% van de senioren in Baarn geeft aan eenzaam te zijn. Meestal gaat het om sociale eenzaamheid5; dit is niet afhankelijk van de leeftijd. Bij 65plussers is het aandeel emotioneel eenzamen wat groter dan bij volwassenen. Eenzaamheid komt over het algemeen vaker voor bij alleenstaanden, laag opgeleiden en mannen. Vrijwilligerswerk is van groot belang; het vergroot de sociale kwaliteit van de (lokale) samenleving. Sinds 1995 is landelijk een dalende trend te zien in het aandeel vrijwilligers (van 44% naar 32%) en de tijd per week die men aan vrijwilligerswerk besteedt. Vooral de 20-49 jarigen, mensen met een gezin en werkende zijn minder vrijwilligerswerk gaan doen. Gemiddeld genomen doet ongeveer één derde van de 19-80 jarige inwoners van Baarn vrijwilligerswerk. Hierin lijken geen grote verschillen te bestaan tussen leeftijdsgroepen. De belangrijkste reden om geen vrijwilligerswerk te doen is het ontbreken van tijd. Vrijwilligerswerk in de vorm van kortlopende projecten i.p.v. langdurige trajecten is hiervoor mogelijk een oplossing. Wonen, zorg en welzijn Mantelzorg6 is onmisbaar om zorgkosten betaalbaar te houden en zal met het oog op de vergrijzing alleen maar belangrijker gaan worden. Mantelzorg staat echter onder druk, omdat er steeds meer tweeverdieners zijn die weinig tijd hebben. De vergrijzing biedt echter ook kansen, aangezien de senioren van nu zich steeds langer gezond voelen en 5 Bij sociale eenzaamheid is sprake van het ervaren van een tekort aan sociale integratie; het ontbreken van contacten met mensen waarmee men bijvoorbeeld gemeenschappelijke kenmerken deelt zoals vrienden en vriendinnen. Emotionele eenzaamheid treedt op als iemand een hechte, intieme band mist met één ander persoon, in de meeste gevallen een levenspartner. Het voorkomen of verminderen van sociale eenzaamheid vereist daarom een andere aanpak dan de hulpverlening bij emotionele eenzaamheid. 6 Mantelzorg is zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen in hun familie, huishouden of sociale netwerk; het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. 44 daarmee langer een productieve bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. In landelijke trends is ook al te zien dat het aandeel oudere mantelzorgers toe neemt. 6% van de scholieren en ruim 10% van de volwassenen en senioren in Baarn geven aan mantelzorg te verlenen. Deze percentages kunnen in werkelijkheid heel goed hoger zijn omdat zorg voor een naaste vaak als vanzelfsprekend wordt beschouwd en daarom niet altijd wordt gerapporteerd als mantelzorg. Uit de monitors van de GGD blijkt dat het zorgen voor naasten vaak een zware belasting vormt voor de mantelzorger. Landelijke trends laten zien dat het aantal ernstig belaste mantelzorgers toe neemt. De grootste groep ontvangers van mantelzorg is 65 jaar of ouder. Ongeveer één op de tien senioren in Baarn geeft aan mantelzorg te ontvangen. Dit neemt met het toenemen van de leeftijd toe tot één derde. Meestal wordt deze zorg door de kinderen geleverd. Ontvangers van mantelzorg krijgen vaker dan andere senioren geïndiceerde verzorging en verpleging, maar juist minder vaak geïndiceerde huishoudelijke hulp. Naast een hoge leeftijd, kenmerken ontvangers van mantelzorg zich ook door een laag opleidingsniveau en hebben ze vaker moeite met rondkomen. 1.8 Hulp en zorg thuis Als de zelfredzaamheid afneemt, kan men een beroep doen op hulp en zorg thuis. Geïndiceerde huishoudelijke hulp en hulpmiddelen en voorzieningen worden gefinancierd vanuit de Wmo. Voor huishoudelijke hulp geldt een (wettelijke) eigen bijdrage. Voor hulpmiddelen en voorzieningen hoeft in Baarn geen eigen bijdrage te worden betaald. Natuurlijk kan men zorg of hulp ook zelf betalen, zoals bij particuliere huishoudelijke hulp het geval is. In 2009 kregen in totaal 645 personen in Baarn hulp bij de huishouding vanuit de WMO (bron: Wmo-monitor CAK). Dat aantal is sinds 2007 licht gedaald. Wel is het aantal zorguren per klant toegenomen, met name bij 20 tot 50 jarigen (zie figuur). Aantal zorguren huishoudelijke hulp/ klant 150 140 130 120 110 2007 2008 2009 100 90 80 70 60 50 20 t/m 49 jarigen 50 t/m 64 jarigen 65 t/m 74 jarigen 75 t/m 84 jarigen 85 jaar en ouder Totaal In de tabel hieronder is het aantal klanten en het aantal uren per klant, uitgesplitst naar het soort huishoudelijke zorg. HH1 is hulp in de huishouding bij niet complexe situaties, als er alleen iemand nodig is die komt schoonmaken, de boodschappen doet en de was weg werkt. HH2 wordt geïndiceerd bij complexere situaties. Als iemand niet meer in staat is het eigen huishouden te sturen en te overzien. 45 Klanten HH1 Klanten HH2 uren per klant HH1 uren per klant HH2 2007 180 536 69 117 2008 302 466 77 113 2009 359 350 92 136 Van alle senioren krijgt ongeveer 12% hulp bij het huishouden vanuit de WMO. Dit gaat dan om 545 Baarnse inwoners van 65 jaar en ouder in 2009. Uit de seniorenmonitor van de GGD (2007) blijkt dat 27% van de senioren in Baarn die geïndiceerde huishoudelijke hulp ontvangen ook particuliere huishoudelijke hulp hebben (regionaal is dit 18%). Ook is toen nagegaan hoeveel mensen enige vorm van hulp bij het huishouden krijgen (van mantelzorg, geïndiceerde hulp of particuliere hulp). Dit blijkt voor 35% van de senioren het geval te zijn. Ongeveer de helft van de senioren geeft aan hulpmiddelen te gebruiken bij het lopen, vervoer en/of dagelijkse verrichtingen (vooral: hulpmiddelen bij horen, aangepast bed, rollator en elleboogkruk/ stok). 1.9 Tevredenheid voorzieningen Uit het SGBO onderzoek van 2008 naar tevredenheid van WMO ondersteuning vanuit de gemeente Baarn (voorzieningen, huishoudelijke hulp), blijkt dat de cliënten over het algemeen positief zijn over deze ondersteuning. Sinds 2010 zijn er andere zorgaanbieders in Baarn, waardoor de resultaten van 2008 over de zorgaanbieders verouderd zijn. Over de gemeente zelf werd het volgende gezegd: Men is over het algemeen heel tevreden over het collectief vervoer (ov-taxi, regiotaxi) in Baarn. Belangrijkste reden om een beroep op de gemeente te doen is omdat men problemen ondervindt bij het voeren van het huishouden. Maar ook problemen met verplaatsen in en om huis en het plaatselijk vervoer scoren relatief hoog. Naast WMO voorzieningen, bestaan er ook diverse welzijnsvoorzieningen. Sinds de invoering van de WMO worden welzijnsvoorzieningen steeds vaker gezien als een preventieve voorziening. De welzijnsvoorzieningen in Baarn zijn goed bekend en lijken over het algemeen vooral benut te worden als aanvullende vrijetijdsvoorziening en in mindere mate als preventieve voorziening ter bevordering van zelfredzaamheid en ter voorkoming van eenzaamheid. 1.10 Behoefte aan zorg- en welzijnsvoorzieningen in de toekomst Met het toenemen van het aantal ouderen zal ook de behoefte aan zorg- en welzijnsvoorzieningen in de toekomst toenemen. Dit geldt ook voor Baarn, al zal het aantal ouderen verhoudingsgewijs iets minder sterk toenemen dan landelijk het geval is aangezien Baarn al aardig vergrijsd is. Naast vergrijzing, zijn ook andere factoren van invloed: Levensverwachting en aantal jaren in goed ervaren gezondheid nemen toe, maar jaren zonder chronische aandoening daalt. Men zal dus eerder en langduriger gebruik maken van medische (preventieve) zorg, maar bijvoorbeeld langer mantelzorg kunnen verlenen/ vrijwilligerswerk kunnen doen; Koopkracht; een toename of afname heeft invloed op de vraag naar diensten; Extramuralisering; mensen blijven langer zelfstandig wonen maar zullen daardoor vaker gebruik maken van WMO of welzijnsvoorzieningen. Volgens berekeningen van VAAM (2008-2013) zal een groei van ongeveer 5% plaats vinden van het aantal benodigde uren huishoudelijke hulp en uren verzorging en verpleging. De zorg t.a.v. chronische ziekten zal stijgen (diabetes 8%, hypertensie 6% en astma en COPD 4%). 46 Woon- zorgvoorzieningen voor verstandelijk en/ of lichamelijk beperkten: als het gaat om kwantitatief aanbod, lijkt dit voor de nabije toekomst (2015) afdoende te zijn. Echter, het kleinschalige ‘op maat’ woonzorgaanbod voor mensen met een verstandelijke/lichamelijke beperking of autistische stoornis blijft punt van aandacht. Vooral de wachtlijsten voor lichtverstandelijk gehandicapte jeugdigen met bijkomende problematiek groeien. Ook wordt verwacht dat mensen met een autistische stoornis steeds vaker in beeld gaan komen en hierbij op zoek gaan naar invulling voor hun behoefte aan woon- zorgvoorzieningen. OGGZ/ kwetsbare groepen 1.11 Financiële problemen Het hebben van financiële problemen is meestal een onderdeel van meerdere problemen waar personen of gezinnen mee te maken hebben en gaan vaak gepaard met psychische en lichamelijke gezondheidsklachten. Grote financiële problemen kunnen leiden tot schulden en uiteindelijk zelfs huisuitzettingen of gedwongen verkoop van de woning. Van de 19-65 jarigen in Baarn geeft ongeveer één op de vijf aan financiële problemen te hebben. Ruim één op de tien heeft zelfs risicovolle tot problematische schulden. Huisuitzettingen worden meestal gedaan naar aanleiding van huurachterstand en een enkele keer vanwege overlast of strafbare feiten (onrechtmatig verhuur, wietplantages). Meestal is er naast betalingsachterstanden ook sprake van medische of sociale problematiek (zoals verslavingen) die een belangrijke rol spelen in het wel of niet daadwerkelijk tot uitzetting komen. Dit zou een argument zijn om huisuitzettingen minder als een sociaaleconomisch probleem te zien en meer als een probleem van de publieke gezondheid. In de periode 2006-2009 is in Baarn gemiddeld jaarlijks 17 keer een exploot van kennisgeving (wettelijke toestemming om tot uitzetting over te gaan) afgegeven door de kantonrechter. In 2009 waren dat er 15 waarvan 8 huishoudens ook daadwerkelijk zijn uitgezet. Waar deze personen naar toe zijn gegaan, is niet bekend; er is niemand die dit bijhoudt of registreert. Huiselijk geweld komt voor in alle sociaal economische klassen en binnen alle culturen in de Nederlandse samenleving. Doorberekende cijfers uit de gezondheidsmonitor van de GGD (zelfrapportage) geven schattingen van jaarlijks 200 slachtoffers van 19 jaar en ouder in Baarn (140 19-65 jarigen, 60 65-plussers). Hier is de politie vaak niet bij betrokken. Over de periode 2004-2009 zijn door de politie in Baarn per jaar gemiddeld 75 incidenten van huiselijk geweld geregistreerd. De meeste incidenten doen zich voor in Noorderbuurt en Hei & Eemdal. Bij een kleine 30% is aangifte gedaan. Dit blijkt ook uit cijfers op basis van zelfrapportage (gezondheidsmonitor GGD). Hieruit blijkt ook dat slachtoffers over het huiselijk geweld praten met vrienden, familie of kennissen, met de huisarts en/ of het Advies en Steunpunt Huiselijk geweld. Vaak wordt er echter helemaal niet over gesproken. Een zeer kwetsbare groep bij huiselijk geweld betreft kinderen en jongeren. Huiselijk geweld tegen of met betrokkenheid van kinderen noemen we kindermishandeling. Bij verdenking van kindermishandeling kan melding worden gedaan bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Voor de gemeente Baarn zijn daar in de periode 2005-2008 ongeveer 22 meldingen per jaar binnengekomen. 5% van de jongeren (12-19 jaar) geeft aan ooit huiselijk geweld te hebben meegemaakt. Voor de aanpak van huiselijk geweld (en kindermishandeling) is een voorzieningenniveau nodig dat voorziet in tijdige onderkenning, scherpe risicotaxatie, doeltreffende interventies, hulp voor slachtoffers en corrigerende hulp voor plegers. Gemeenten 47 hebben hierbij de regierol. De gemeente Baarn maakt deel uit van het Convenant aanpak huiselijk geweld Eemland Noord, waarbinnen onder andere casusoverleg plaats vindt met diverse partijen. 48 Bronnen Bureau AMK Utrecht CBS bevolkingsstatistiek Cijfers huiselijk geweld 2008 (politie Eemland noord en Eemland zuid, het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld, de casusoverleggen Eemland noord en zuid en het Openbaar Ministerie). De toekomstige huisvestingsvraag van mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Provincie Utrecht, programma Wel Thuis! i.s.m. met MEE Utrecht Gooi &Vecht. Okt 2009 Frequentie-onderzoek geestelijk gehandicapten 1986. Maas et al. (1988): Maas JMAG, Serail S, Janssen AJM. Tilburg: IVA, 1988 Jeugdgezondheidszorg Informatie Systeem, GGD Midden-Nederland Managementinformatiesysteem GIDS van Politie regio Utrecht Monitor senioren (2007), GGD Midden-Nederland Monitor volwassenen (2004, 2008), GGD Midden-Nederland Preventing evictions as a potential public health intervention: Characteristics and social medical risk factors of households at risk in Amsterdam. IR van Laere, MA de Wit, NS Klazinga. Scand J Public Health 2009, 37:697. Rapport behoefte- en tevredenheidsonderzoek Baarn, BMC, 2010 Rapport tevredenheid cliënten Wmo. SGBO, 2008 Rapportage monitor vrijwilligerswerk Baarn 2005, Schakels Rapportage preventieve huisbezoeken, Stichting Welzijn Baarn, 2010 Regioplan: ketenzorg dementie Baarn-Soest, 2010 Schoolkracht, GGD Midden-Nederland SGBO: behoefte en tevredenheid welzijnsvoorzieningen 2010. Sociaal en Cultureel Planbureau (vrijwilligerswerk) Wmo-monitor CAK 49 Tabellen BEVOLKINGSONTWIKKELING Gemeente Baarn % 65-plussers [%] Aantal 65-plussers [personen] % 80-plussers [%] Aantal 80-plussers [personen] GGD MiddenNederland 2010 19 15 2040 26 25 2010 4.582 132.765 2040 6.976 250.128 2010 5 4 2040 9 8 2010 1.338 34.372 2040 2.312 81.854 Gemeente Baarn GGD Midden-Nederland Groene druk (0 t/m 14 als % 15 t/m 64 jaar) (2009) [%] 26,8 29,4 Grijze druk (65 en ouder als % 15 t/m 64 jaar) (2009) [%] 29,4 21,5 Levensverwachting bij geboorte, totaal (vierjaarsgemiddelde 2005-2008) (2008) [jaar] 79,1 81,0 GEZONDHEID Baarn Chronische aandoening tenminste één, volwassenen (2008) 44 Chronische ziekten tenminste één, senioren (2007) 78 Lichamelijke beperkingen horen, senioren (2007) 8 Lichamelijke beperkingen zien, senioren (2007) 7 Lichamelijke beperking mobiliteit, senioren (2007) 27 Lichamelijke beperking ADL activiteiten, senioren (2007) 14 Gemeente Baarn Matig/hoog risico angst/depressieve klachten, volwassenen (2008) GGD Midden-Nederland 31 36 18 18 9 10 7 5 Zelf gerapporteerd gebruik slaap/kalmerende middelen, senioren (2007) 22 22 Psychosociale problemen, 5-6 jarigen (2009) 9 ? Psychosociale problemen, 9-11 jarigen (2009) 5 7 15 12 25 17 8 7 Roken, volwassenen (2008) [%] 23 22 Roken senioren (2007) [%] 17 14 Depressieve klachten, senioren (2007) Angststoornissen, senioren (2007) Gebruikt slaap- en kalmerende middelen, volwassenen (2008) Psychosociale problematiek, 12-19 jarigen (2008) RISICOGEDRAG Rokers, 12-19 jarigen (2008) [%] Roken dagelijks, 12-19 jarigen (2008) [%] 50 Bingedrinken (% totale populatie), 12-19 jarigen (2008) [%] 35 29 Onverantwoord alcoholgebruik, volwassenen (2008) [%] 14 11 Onverantwoord alcoholgebruik, senioren (2007) [personen] 10 10 Hasj- of wietgebruik afgelopen 4 weken, 12-19 jarigen (2008) [%] 12 6 4 3 33 30 Harddrugs gebruik ooit, 12-19 jarigen (2008) [%] Geen condoom de laatste keer van degenen met ervaring geslachtsgemeenschap, 12-19 jarigen (2008) [%] OVERGEWICHT EN BEWEGEN Gemeente Baarn GGD Midden-Nederland Overgewicht (incl. ernstig), 5-6 jarigen (2009) 10 12 Overgewicht (incl. ernstig), 9-11 jarigen (2009) 12 15 Overgewicht (incl. ernstig), 13-14 jarigen (2009) 11 13 40 42 49 56 4 ? Voldoet niet aan beweegnorm, 12-19 jarigen (2008) 12 15 Voldoet niet aan beweegnorm, volwassenen (2008) 40 38 Voldoet niet aan beweegnorm, senioren (2007) 37 37 Overgewicht, volwassenen (2008) Overgewicht, senioren (2007) Voldoet niet aan beweegnorm, 9-12 jarigen (2008) SOCIALE OMGEVING EN MANTELZORG Gemeente Baarn GGD Midden-Nederland Eenzaamheid, volwassenen (2008) 28 35 Eenzaamheid, senioren (2007) 43 43 Vrijwilligerswerk, volwassenen (2008) 32 32 Vrijwilligerswerk, 75-80 jarigen (rapportage preventieve huisbezoeken 2010) 27 - Mantelzorg geven, volwassenen (2008) 12 13 Mantelzorg geven, senioren (2007) 11 10 Mantelzorg geven, 75-80 jarigen (rapportage preventieve huisbezoeken 2010) 13 - Mantelzorg geven, 12-19 jarigen (2008) 6 HUISHOUDELIJKE HULP Productie Hulp bij Huishouden (HbH) 2009 per wijk Uren HbH Klanten HbH Aantal uren per klant 3741 Noord/Eemland 36908 286 129 3742 Zuid/Eemdal 28715 232 124 3743 Centrum 3744 Lage Vuursche buitengebied 3749 Lage Vuursche 13912 117 119 289 4 72 796 6 133 Totaal 80621 645 125 Productie Hulp bij Huishouden (HbH) 2007-2009 Aantal uren HbH 2007 2008 2009 75.248 76.025 80.621 51 Aantal klanten HbH 668 657 645 Aantal uren per klant 113 116 125 FINANCIELE PROBLEMEN Gemeente Baarn GGD Midden-Nederland Gegevens over schuldhulpverlening worden opgevraagd Enige tot grote moeite met rondkomen, volwassenen (2008) [%] 16 16 Problemen financiën, volwassenen (2008) [%] 18 16 Risicovolle tot problematische schulden, volwassenen (2008) [%] 11 8 8 9 Problemen met geld bij ouders meegemaakt, 12-19 jarigen (2008) [%] HUISELIJK GEWELD Gemeente Baarn Huiselijk geweld meegemaakt, 12-19 jarigen (geweld tussen ouders of zelf mishandeld door ouder(s)) (2008) [%] Aantal meldingen kindermishandeling (2008) [/10.000 kinderen] Ooit slachtoffer huiselijk geweld, volwassenen (2008) [%] Ooit slachtoffer huiselijk geweld, senioren (2007) [%] Aantal incidenten huiselijk geweld (2009) [/10.000 inwoners] Aantal aangiftes huiselijke geweld (2009) [aantal] GGD Midden-Nederland 5 5 32 41 8 7 4 23,0 (absoluut aantal Baarn: 56) 3 24,9 16 - 52