BEGELEIDING BIJ COMMUNICATIE Een omschrijving Een beperking in verbale en non-verbale communicatie wordt beschouwd als één van de kernsymptomen in de diagnose van autismespectrumstoornis (American Psychiatric Association, 2000). Er is een enorme heterogeniteit in de kenmerken van spraak, taal en communicatie bij kinderen met een ASS (Lord & Paul, 1997). De beperkingen in taal variëren van het totaal ontbreken van enige functionele spraak tot de ontwikkeling van functioneel, maar idiosyncratisch gebruik van spontane spraak en taal. Ongeveer de helft van de kinderen en volwassenen met een ASS slagen er niet in functionele taal te verwerven. In onderzoek van het laatste decennium identificeert men twee basisbeperkingen op vlak van communicatie bij kinderen met autisme: joint attention (het delen en coördineren van aandacht tussen personen en voorwerpen) en symbol use (het gebruik van conventionele symbolen en gebaren, van doe-alsof spel of van imitatie) (National Research Council, 2001). Heel wat kinderen met autisme ontwikkelen echolalie (het imiteren van de spraak van anderen) of andere, onaangepaste vormen van communicatie zoals zelfverwondend gedrag, agressie of woedeaanvallen. In de beginstudies, waarbij men kinderen met autisme spraak en taal aanleerde door het stimuleren van de ontwikkeling van woordenschat en eenvoudige zinnen, maakt men gebruik van de discrete trial methods (cfr Lovaas, 1977). Het discrete trial teaching (DTT) is een gedragsgerichte benadering, waarin men uitgaat van de veronderstelling dat alle gedrag aangeleerd gedrag is (Simpson et al., 2005). DTT wordt gebruikt voor het aanleren van nieuwe gedragingen, taalvaardigheden, motorische vaardigheden, imitatie en spelvaardigheden, sociale interacties en emotionele uitdrukkingen. (Voor meer info, zie onder gedragstherapie > discrete trial teaching). Momenteel is er ruime empirische evidentie voor een aantal meer natuurlijke benaderingen, die effectief gebleken zijn voor het aanleren van zowel spraak en taal, als ook communicatie (National Research Council, 2001; Schreibman, 1997). Enkele van deze benaderingen zijn: - natural language paradigm of pivotal response training (voor meer info, zie onder gedragstherapie > natural language paradigm of pivotal response training) incidental teaching (voor meer info, zie onder gedragstherapie > incidental teaching) time delay en milieu intervention (Hwang and Hughes, 2000) Deze ‘natuurlijke’ benaderingen delen een aantal gemeenschappelijke kenmerken: - Het kind krijgt de kans om (educatieve) interacties te initiëren en sturen. - De training is ingebed in een natuurlijke en gevarieerde omgeving. - Men gebruikt er spontaan voorkomende en directe bekrachtigers. Uit vergelijkend onderzoek blijkt verder dat de generaliseerbaarheid van taalvaardigheden verworven via deze natuurlijke benaderingen groter is dan bij de traditionele discrete trial teaching (Koegel, Camarata, Koegel, Ben-Tall, & Smith, 1998). Afhankelijk van het doel van de interventie onderscheidt men drie grote categorieën van interventies: 1) Functionele communicatie ter vervanging van opstandig gedrag. Hierbij onderzoekt men eerst welke functie een bepaald opstandig gedrag heeft voor een kind. Vervolgens leert men het kind een aangepaste communicatieve vaardigheid aan die qua efficiëntie en effectiviteit equivalent is aan het onaangepaste gedrag. 2) Stimulatie van de initiatie van verbale en non-verbale communicatie door het kind met autisme. Men gaat ervan uit dat hoe vaker een kind communicatie initieert, hoe vaker het een reactie van anderen zal krijgen, wat op zich een stimulans is voor het verbeteren van de communicatie- en taalvaardigheden. 3) Stimuleren van de kern-communicatievaardigheden. Natuurlijke gedrags- of gestructureerde ontwikkelingsbenaderingen blijken effectief voor het behandelen van de communicatiebeperkingen in autisme. REFERENTIES American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (Fourth edition revised). Washington, DC: Author. Hwang, B., & Hughes, C. (2000). The effects of social interactive training on early social communicative skills of children with autism. Journal of Autism and Developmental Disorders, 30, 331-343. Koegel, R.L., Camarata, S., Koegel, L.K., Ben-Tall, A., & Smith, A.E. (1998). Increasing speech intelligibility in children with autism. Journal of Autism and Developmental Disorders, 28, 241-251. Lord, C. & Paul, R. (1997). Language and communication in Autism. In D. Cohen & F. Volkmar (Eds.), Handbook of Autism and Pervasive Developmental Disorders (pp. 195-225). New York: John Wiley and Sons. Lovaas, O.I. (1977). The autistic child: Language development rhrough behavior modification. New York: Irvington Press. National Research Council (2001). Educating Children with Autism. Committee on Educational Interventions for Children with Autism, Catherine Lord & James P. McGee, eds. Division of Behavioral and Social Sciences and Education, Washington, DC: National Academy Press. Schreibman, L. (1997). Theoretical perspectives on behavioral intervention for individuals with autism. In D.J. Cohen & F.R. Volkmar (Eds.), Handbook of autism and pervasive developmental disorders (2nd ed., pp. 920-933). New York: John Wiley & Sons. Simpson, R.L., de Boer-Ott, S.R., Griswold, D.E., Myles, B.S., Byrd, S.E., Ganz, J.B, et al. (2005). Autism spectrum disorders: Interventions and treatments for children and youth . Thousands Oaks, CA: Corwin Press.