S.O Biologie Havo 1 Thema 1: §1 t/m 3, 5, 7 en 10 BOEK: ‘’Biologie Voor Jou’’ DOCENTEN: Deze toets bestaat uit 5 opgaven en er zijn maximaal 20 punten te behalen, de tijdsduur is (45 minuten). Bij deze toets is een rekenmachine toegestaan (geen GR). Lees de vragen goed door en beantwoord de vragen op de juiste manier. Succes!! Opgave 1 Biologie is een vak wat onderdeel is van de natuurwetenschappen. Dit is de wetenschap die zich bezig houd met verschillende natuurverschijnselen en de wetten van de natuur. Biologie is te omschrijven als de leer van het leven. (2p) a) Er bestaan vier belangrijke natuurwetenschappen. Maak een tekening waarin deze natuurwetenschappen bij elkaar komen te staan. De combinatie van natuurwetenschappen hoef je niet te benoemen. (3p) b) In de onderstaande tekening is een leefgebied weergegeven. met daarin verschillende organismen en andere voorwerpen. Geef bij de nummers aan om welke belangrijke vorm van het bestaan op aarde het hier gaat. Opgave 2 Bij planten zijn de levensverschijnselen minder goed te zien. Toch hebben planten ook alle levensverschijnselen. Doordat planten alle levensverschijnselen vertonen behoren planten tot de organismen. (1p) a) Noem twee levensverschijnselen bij planten die te maken hebben met het krijgen van nakomelingen. (2p) b) In de onderstaande tekening is een akker weergeven die zonnebloemen kweekt. Leg uit welke twee levenskenmerken er voor zorgen dat de zonnebloemen met de zon mee draaien. Opgave 3 Bij veel planten kunnen de zaden pas na een rustperiode ontkiemen. De ontkieming is afhankelijk van een aantal omstandigheden, zoals een gunstige temperatuur en de aanwezigheid van water. (2p) a) In de onderstaande tekening is een zaad weergeven van een maisplant. En daarnaast de levenscyclus van deze plant. Benoem de onderdelen van de zaad. (2p) b) In de onderstaande tekening is ook nog een gedeelte van de levenscyclus van de maisplant weergegeven. leg uit of er hier sprake is van groeien en ontwikkelen. Opgave 4 Ook bij dieren vinden groei en ontwikkeling plaats. bij sommige dieren vind er eerst een metamorfose plaats. ook bij kikkers komt metamorfose voor waarin er verschillende fases zijn die we kunnen onderscheiden. (2p) a) In de onderstaande tekening is een levenscyclus van een bruine kikker weergegeven. Leg uit of de kikker een volkomen of onvolkomen metamorfose heeft. En kun je dit herkennen aan de verschillende fases van de bruine kikker? (4p) b) In de levenscyclus staan acht nummers gegeven. Leg bij elk nummer uit wat er gebeurd in deze levenscyclus van de bruine kikker. Opgave 5 (2p) Bij vlinders komt ook een metamorfose voor. In de levenscyclus van een vlinder kunnen we vier stadia onderscheiden. Deze stadia noemen we samen dus de levenscyclus van de vlinder. Een koolwitje legt haar eieren op koolbladeren. Daaruit komen kleine rupsen, deze rupsen eten veel en bij vervellingen groeit hij hard. Leg uit hoe vaak de onderstaande rups is verveld tot dat het een vlinder is geworden.