NOTE D`INFORMATION

advertisement
TOELAGE VOOR SCHOOLGAANDE
KINDEREN
(artikel 67 van het Statuut en artikel 3 van bijlage VII)
INFORMATIENOTA
1. WIE HEEFT RECHT OP EEN SCHOOLTOELAGE?
Schooltoelage "A" (kleuteronderwijs):
Deze schooltoelage wordt toegekend ten behoeve van ten laste komende kinderen die
nog geen vijf jaar oud zijn of nog niet regelmatig volledig dagonderwijs volgen op
een lagere school (uiterlijk tot het einde van de maand waarin het kind acht jaar
wordt).
Schooltoelage "B":
a) de niet-forfaitaire schooltoelage (code "ISN" op uw pensioenoverzicht)
wordt toegekend ten behoeve van ten laste komende kinderen die ten minste
vijf jaar oud zijn en regelmatig volledig dagonderwijs volgen op een school
voor lager of middelbaar onderwijs waarvoor betaald moet worden
(inschrijvingskosten);
b) de forfaitaire schooltoelage (code "ISF" op uw pensioenoverzicht) wordt
toegekend voor kinderen die hoger of universitair onderwijs volgen.
Het recht op schooltoelage B vervalt aan het einde van de maand waarin niet
meer wordt voldaan aan de voorwaarden die recht geven op deze toelage en ten
laatste aan het einde van de maand waarin het kind de leeftijd van 26 jaar
bereikt, tenzij de schooltoelage vanwege het vervullen van militaire dienstplicht
werd onderbroken. In dat geval vindt verlenging plaats voor de tijd van de
militaire dienst.
1
2. BEREKENING VAN DE TOELAGE
Toelage A (forfaitair): 91,75 euro per maand.
Toelage B (niet-forfaitair):
Voor elk kind dat een instelling voor lager of middelbaar onderwijs bezoekt, komt u in
aanmerking voor een vergoeding van de inschrijvings- en vervoerskosten tot ten
hoogste 254,83 euro per maand. Dit maandelijkse maximum wordt verdubbeld indien
u meer dan 50 km van een Europese School woont.
De maandelijkse vergoeding bedraagt één twaalfde van de totale jaarlijkse kosten.
Alle kosten moeten worden gestaafd met gekwiteerde facturen of andere bewijzen
van betaling met vermelding van de naam en de voornaam van het kind, het
schooljaar of de periode waarop zij betrekking hebben en de aard van de
betaalde kosten.
Vermeld in de jaarlijkse aanvraag van welke vorm van vervoer het kind gebruik maakt
(bus van de Europese School, particulier, openbaar, of door de school geregeld
vervoer).
• Wanneer gebruik wordt gemaakt van openbaar of door de school geregeld
vervoer, moet hetzij een kopie van het jaarabonnement van het openbaar vervoer
worden verstrekt, hetzij een betalingsbewijs van de organisatie die het
schoolvervoer beheert.
• De kosten van particulier vervoer worden vergoed op basis van de prijs van een
jaarabonnement van het openbaar vervoer.
• De kosten van een bus van de Europese school worden rechtstreeks aan de
scholen of aan de oudervereniging betaald, mits u recht heeft op een
schooltoelage.
Toelage B (forfaitair):
Voor elk kind dat een instelling voor hoger onderwijs bezoekt, heeft u recht op een
forfaitaire toelage van 254,83 euro per maand (het maximumbedrag van de
schooltoelage).
Indien het kind een instelling voor hoger onderwijs bezoekt op ten minste 50 km van
uw woonplaats, komt u in aanmerking voor een verdubbeling van het
maximumbedrag, d.w.z. voor een schooltoelage van 509,66 euro per maand.
2
Opmerkingen
• Het volgen van cursussen op tijdelijke basis wordt niet gezien als het regelmatig
volledig volgen van dagonderwijs bij een onderwijsinstelling (ten minste 16 uur
per week gedurende ten minste drie achtereenvolgende maanden).
• Aanvragen in verband met onderwijs op afstand worden grondig onderzocht door
onze diensten.
• De forfaitaire toelage B kan worden toegekend voor kinderen die tegen betaling
buiten het gezin gehuisvest zijn (internaat, gastgezin), met uitzondering van
kinderen die bij familie en/of in een eigendom van de gepensioneerde wonen. Er
moeten bewijsstukken worden overgelegd waaruit de reële aard van de kosten
blijkt.
3. UITKERING VAN DE SCHOOLTOELAGE AAN EEN DERDE PERSOON
Wanneer het gezag over het kind waarvoor recht op de schooltoelage bestaat, op grond
van wettelijke bepalingen dan wel een uitspraak van de rechter of van de bevoegde
administratieve autoriteit, aan een andere persoon is toevertrouwd, kan de
schooltoelage voor uw rekening en namens u aan deze persoon worden uitgekeerd.
U moet de naam en het adres van deze derde persoon vermelden, evenals de bedragen
die deze persoon ontvangt in het kader van de gezinstoelagen (artikel 2 van de
uitvoeringsvoorschriften, Besluit 52-2004 van de Commissie).
Als de gezinstoelagen rechtstreeks aan deze persoon worden uitgekeerd, gelden voor
deze persoon de gebruikelijke verplichtingen wat betreft kennisgeving aan de
administratie, dat wil zeggen dat deze derde persoon alle gegevens moet doorgeven die
van invloed zouden kunnen zijn op de financiële rechten.
De afstand van 50 km tot de school op basis waarvan het maximumbedrag per maand
wordt verdubbeld, wordt berekend op basis van de woonplaats van de persoon die het
gezag heeft over het kind. Dit geldt voor kinderen die hoger onderwijs volgen, maar
eveneens voor kinderen die ver weg lager of middelbaar onderwijs volgen omwille van
dringende didactische redenen.
3
4. STUDIEBEURZEN EN UIT ANDERE BRON ONTVANGEN TOELAGEN
DIE VERGELIJKBAAR ZIJN MET DE SCHOOLTOELAGE
U bent verplicht opgave te doen van studiebeurzen en soortgelijke toelagen die u uit
andere bron ontvangt ("Allocations d'études", "Basisbeurs", "Student grants", "State
education grants", "Allocation de rentrée scolaire", "Beca de estudios", enz.).
Overeenkomstig artikel 67, lid 2, van het Statuut, worden deze toelagen in mindering
gebracht op de door de Europese instelling uitgekeerde toelagen.
Als u recht heeft op gezinstoelagen van andere instanties dan de EU-instellingen, moet
u op eigen initiatief een aanvraag indienen bij deze andere instanties.
LET OP
Onderstaande informatie is met name van belang als u in het Groothertogdom
Luxemburg of in Denemarken woont en uw kinderen ouder zijn dan 18 jaar en een
instelling voor hoger onderwijs bezoeken.
Nationale uitkeringen of beurzen gaan vóór de toelagen van de EU.
Daarom moet u bij het CEDIES (Luxemburg) of de SU (Denemarken)
een dossier indienen om een dergelijke beurs aan te vragen.
Aangezien deze nationale beurzen gelijkgesteld worden met de
schooltoelage krachtens het Statuut, worden deze tot het forfaitaire
bedrag afgetrokken van de schooltoelage.
Als u geen document indient waaruit blijkt dat deze beurs wel of niet
is toegekend, wordt geen enkele forfaitaire schooltoelage uitgekeerd.
5. BELASTINGVERLAGING
Een verlaging van de belasting met een bedrag dat gelijk is aan het bedrag voor een
kind ten laste kan op verzoek op de volgende voorwaarden worden toegekend:
•
Indien het kind jonger is dan 26 jaar, zijn studies heeft beëindigd, geen inkomen
heeft en als werkzoekende staat ingeschreven bij een arbeidsbureau, kunt u voor
6 maanden in aanmerking komen voor belastingverlaging, met mogelijkheid
van een éénmalige verlenging. Daartoe moet u een attest indienen waaruit de
status van werkzoekende blijkt, plus een document waaruit blijkt dat er geen
recht bestaat op een werkloosheidsuitkering.
• Indien het kind 26 jaar of ouder is en een op de gebruikelijke leeftijd begonnen
studie voortzet, kunt u, op overlegging van een attest van de
onderwijsinstelling, in aanmerking komen voor belastingverlaging tot het einde
van de maand waarin het kind de leeftijd van 30 jaar bereikt.
4
6. INDIENING VAN DE AANVRAGEN
a) Procedure
U hoeft de schooltoelage maar één keer aan te vragen; de daaropvolgende jaren
hoeft de aanvraag niet opnieuw te worden ingediend zolang aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
- het kind is jonger dan 18 jaar en volgt volledig dagonderwijs zonder leercontract
of beroepsopleiding;
- het kind woont bij de ouder(s);
- er wordt geen niet-forfaitaire vergoeding aangevraagd.
Als u niet aan deze drie voorwaarden voldoet, moet u elk jaar een aanvraag indienen.
De aanvraag moet vergezeld gaan van alle vereiste bewijsstukken, zoals:
•
verklaringen (origineel) in verband met het schoolbezoek (met de handtekening
van de directeur en het stempel van de school); hierop moeten begin- en
einddatum van het schooljaar en het aantal lesuren per week zijn vermeld;
• verklaring van de nationale instantie voor gezinstoelagen (kinderbijslag)
waarop het per kind ontvangen bedrag wordt vermeld, dan wel het besluit
waaruit blijkt dat u dergelijke toelagen niet ontvangt;
• gekwiteerde facturen, fotokopieën van abonnementen of andere bewijzen van
betaling, zoals bedoeld in punt 2.
U bent verplicht de bevoegde dienst in kennis te stellen van iedere wijziging die van
invloed kan zijn op het recht op gezinstoelagen, in het bijzonder wanneer uw kind zijn
studies stopzet.
Op grond van de bepalingen van bijlage VII van het Statuut kan het vervallen van het
recht op de schooltoelage voor een meerderjarig kind ertoe leiden dat ook andere
gezinstoelagen en voordelen vervallen, met name de kindertoelage, de
belastingverlaging, de kostwinnerstoelage, de verzekering bij het gemeenschappelijk
stelsel van ziektekostenverzekering en het wezenpensioen.
Wanneer het recht op schooltoelage met terugwerkende kracht vervalt omdat de
gegevens te laat aan de Commissie zijn medegedeeld, kunnen de onverschuldigd
betaalde bedragen worden teruggevorderd.
5
b) Termijn
Dien uw aanvraag uiterlijk op 31 oktober van ieder academiejaar in bij de dienst
"Pensioenen" (het poststempel geldt als bewijs). Als de aanvraag niet binnen de
gestelde termijn is ontvangen, wordt ervan uitgegaan dat het recht op de toelage is
vervallen. De toelage wordt dan stopgezet met terugwerkende kracht vanaf het einde
van het vorige schooljaar en de onverschuldigd betaalde bedragen worden in
overeenstemming met artikel 85 van het Statuut teruggevorderd.
De toelage voor ontvangers van een wezenpensioen die ouder zijn dan 18 jaar, wordt
stopgezet vanaf 1 juli van ieder academiejaar. De toelage wordt opnieuw toegekend
zodra de vereiste bewijsstukken zijn ontvangen; deze aanvragen worden behandeld in
volgorde van binnenkomst. Als u meer dan één kind heeft, gelieve dan de dossiers
voor alle kinderen samen in te dienen. Als een kind zijn studies niet voortzet, deel dat
dan mede op het moment dat u de bewijsstukken voor de andere kinderen indient.
c) Adres
EUROPESE COMMISSIE
Bureau beheer en afwikkeling van individuele rechten
PMO 4 – Eenheid pensioenen
AN88-04/30 - 1049 Brussel
7. AANWIJZINGEN
• Vermeld altijd uw pensioennummer in uw correspondentie met de diensten van de
Commissie.
• Zorg ervoor dat de aanvraag met alle bewijsstukken binnen de termijn wordt
ingediend.
•
Als het moeilijk is een inschrijvingsbewijs voor uw kinderen te verkrijgen, vraag
het dan ruim op voorhand. Wacht niet tot u het formulier heeft ontvangen.
•
Stuur geen aparte documenten in. Verzamel alle bewijsstukken en dien ze
tegelijkertijd in. Zorg ervoor dat alle gegevens tijdig worden verstrekt; anders
kunnen onverschuldigd betaalde bedragen worden teruggevorderd.
•
Om voor de niet-forfaitaire vergoeding in aanmerking te komen, moeten
gekwiteerde facturen of andere bewijzen van betaling worden overgelegd. Op deze
regel wordt geen uitzondering gemaakt.
• Heeft uw kind zijn studie onderbroken of voltooid? Is uw kind van universiteit
veranderd of krijgt hij dit jaar een studiebeurs? Loopt uw kind tijdens zijn studie
stage en krijgt hij daarvoor een stagevergoeding? Vervult uw kind zijn militaire
dienstplicht? Breng de eenheid "Pensioenen" onmiddellijk schriftelijk op de hoogte
van elke verandering die een wijziging van uw rechten inzake gezinstoelagen tot
gevolg kan hebben.
6
Download