Burgerschap onder een glazen stolp Burgerforum Kiesstelsel ‘exit’-interviews: onderzoek naar de effectiviteit van de door de Projectgroep Burgerforum Kiesstelsel gehanteerde communicatiestrategie en naar de onderliggende ideeën over burgerschap onder diegenen die door deze strategie zijn bereikt maar verkozen aan de oproep van de projectgroep geen gehoor te geven. Lectoraat Publieke Meningsvorming Dr. Joke Hermes en drs. Robert Adolfsson Amsterdam, februari 2007 Lectoraat Publieke Meningsvorming, Hogeschool INHOLLAND Postbus 261 1110AG DIEMEN BEZOEKADRES Hogeschool INHOLLAND Wildenborch 6 1112 XB AMSTERDAM / DIEMEN Secretariaat Publieke Meningsvorming: Brigitte Weernink, bereikbaar via telefoonnummer: 020 - 4951815 Website Lectoraat Publieke Meningsvorming: http://www.inholland.nl/publiekemeningsvorming Lectoraat Publieke Meningsvorming Dr. Joke Hermes en drs. Robert Adolfsson Amsterdam, februari 2007 Burgerschap onder een glazen stolp Burgerforum Kiesstelsel ‘exit’-interviews: onderzoek naar de effectiviteit van de door de Projectgroep Burgerforum Kiesstelsel gehanteerde communicatiestrategie en naar de onderliggende ideeën over burgerschap onder diegenen die door deze strategie zijn bereikt maar verkozen aan de oproep van de projectgroep geen gehoor te geven. Vooraf: Terwijl wij burgers benaderden met de vraag ons te vertellen waarom zij niet geïnteresseerd waren in deelname aan het burgerforum Kiesstelsel, verliet de partij van de initiërende minister het kabinet. Nog voordat het forum zijn aanbevelingen kon doen, was het kabinet gevallen en werden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Het lag daarmee in de lijn der verwachting dat we van informanten te horen zouden krijgen dat ‘het toch niks uitmaakt wat gewone mensen willen en vinden’. Dat cynisme de toon van de antwoorden zou bepalen. Zoveel cynisme was er echter in de antwoorden niet te bespeuren. Diegenen die tijd wilden maken voor een telefonisch interview vonden over het algemeen burgerschap een belangrijk onderwerp. De diepte-interviews bevestigen dit. Voor velen was er echter weinig link tussen burgerschap en politiek. Burgerschap gaat over goede omgangsvormen, over klaar staan voor anderen, over in de pas lopen. Het gaat niet over plezier of enthousiasme, het is niet verbonden met (politieke) deugden. Het gaat nauwelijks over verbonden zijn met anderen, anders dan als iemand die het beter heeft en anderen moet helpen. Het gaat niet over het best mogelijke leven voor zoveel mogelijk mensen, het gaat niet over zeggenschap. Het is op zijn best een plicht. De beperkte invloed van burgers op politiek en bestuur komt uit het hieronder beschreven onderzoeksmateriaal niet naar voren als het belangrijkste probleem voor de kloof tussen burger en politiek. Informanten noemen vooral het gebrek aan ervaringskennis in Den Haag. Overheid en politiek hebben geen notie van wat er ‘op straat’ gebeurt. Burgerschap, hoe belangrijk ze het ook vinden, bevindt zich in een andere dimensie dan de politiek. Goed burgerschap jegens de overheid is daarmee in wezen verspilde moeite, naar andere burgers toe is het ofwel braafheid ofwel vrijwilligerswerk. Waarbij dat laatste wordt gekenschetst als een luxe die lang niet iedereen zich kan veroorloven. Burgerschap eindigt als gevolg van deze strategieën van definiëren onder een glazen stolp. 2 Samenvatting en conclusies Dit rapport is gebaseerd op de uitkomsten van kwalitatief onderzoek onder 60 burgers die niet geïnteresseerd waren in deelname aan het Burgerforum Kiesstelsel. De helft van hen haakte af na het bijwonen van een voorlichtingsbijeenkomst. Aan allen is gevraagd waarom ze niet geïnteresseerd waren in deelname of afhaakten. Daarnaast is geïnformeerd naar hoe zij de gevolgde procedure en de wijze van communiceren van de Projectgroep Burgerforum hebben ervaren. Tenslotte is onderzocht wat deze twee groepen zich voorstellen bij ‘burgerschap’ en ‘politiek’. Namen en adressen van respondenten zijn verkregen uit het bronbestand van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Er zijn net zolang respondenten benaderd, totdat 60 telefonische interviews waren gerealiseerd. Met 9 personen werden vervolginterviews bij hen thuis gehouden. Met 96 mensen was persoonlijk contact. Respondenten werden tot drie keer toe gebeld om contact te leggen. 60 van deze 96 personen stemden toe in een telefonisch interview. 562 namen uit het bronbestand konden niet worden gekoppeld aan een telefoonnummer. Het abonnement stond niet op hun naam; ze hadden een geheim of een niet geregistreerd mobiel nummer. 18 personen werden niet bereikt met drie keer bellen. Al met al is voor 676 namen getracht een telefoonnummer te vinden, en zijn er bij deze namen 114 telefoonnummers gevonden. De respons viel niet tegen: 60 interviews werden gerealiseerd uit 96 contacten. Het valt op dat bij de door ons geïnterviewde burgers weinig is blijven hangen van mediaberichtgeving over het Burgerforum Kiesstelsel. Diegenen die wel iets is opgevallen, zijn over het algemeen degenen die naar de informatiebijeenkomst zijn geweest en die zich hebben aangemeld voor een mailinglist staan en dus ook nog informatie van het burgerforum zelf krijgen. Onder allen was consensus dat een persoonlijke brief de beste manier is om burgers te benaderen. De uitnodiging, en ook de verzorging van de informatiebijeenkomsten waren voor niemand een reden om af te haken. Het volume van berichtgeving over het Burgerforum en van publiciteit door de Projectgroep zelf werd als zeer gering gekenschetst. In antwoorden op de vraag of het Burgerforum Kiesstelselhervorming een goed initiatief is, wordt geput uit drie repertoires (onderwerpsgebonden manieren van spreken). Ten eerste is er de bekende stelling dat de overheid bestaat uit heel slimme mensen die niet veel weet hebben van de dagelijkse werkelijkheid van ‘de mensen’, en zich ook niet heel erg veel aan hen gelegen laat liggen. Dat leidt tot de verwachting dat de uitkomsten van het forumproject in de la zullen terechtkomen. Burgers zijn de facto eigenlijk niet politiek handelingsbekwaam. Dit repertoire is een echo van twijfels die bij de lancering in de pers werden geuit. Het werd gaande het verzamelen van data versterkt door de ongelukkige omstandigheid dat duidelijk werd dat aan de uitkomsten van het forumproject, ongeacht wat die zouden zijn, door politieke omstandigheden waarschijnlijk weinig gehoor zou worden gegeven. Goed burgerschap jegens de overheid leek daarmee tijdsverspilling. Tegelijkertijd was er sprake van een tweede, tegenstrijdig, repertoire. Onze interviewers benadrukten dat zij namens het ministerie geïnteresseerd waren in de mening van burgers. 3 Dat werd zeer gewaardeerd. Tegenover een zekere pragmatische afstandelijkheid waarin niet zozeer teleurstelling doorklinkt alswel besef van de complexiteit van landspolitieken bestuur, was er een romantische notie dat de overheid, en met name de regering, deze keer wèl in de mening van burgers geïnteresseerd zou zijn. Degenen die wij spraken waren weliswaar niet of nauwelijks geïnteresseerd in (hervorming van) het kiesstelsel, zij wilden wel graag ‘gehoord’ worden. Goed burgerschap is braaf burgerschap. In het alledaagse leven gaat het om fatsoen en respect naar anderen toe, waarbij het belangrijkste criterium is dat je geen overlast veroorzaakt. Politiek gaat het om stemrecht, en dat je daar ook echt gebruik van moet maken. Word je serieus gevraagd om jouw mening, dan wil je die natuurlijk wel geven. Onder diegenen die afhaakten na het bijwonen van een informatiebijeenkomst toonde zich een derde repertoire, waarbij tijdgebrek en persoonlijke omstandigheden werden aangevoerd als reden om niet aan te bieden om mee te denken. Burgerschap als ver-vanmijn-bed-show. Het beste burgerschap heeft de vorm van vrijwilligerswerk, maar lang niet iedereen kan zich die luxe verloven om de gemeenschap te dienen. Middels dit repertoire is het moeilijk overtuigen. Gebruik ervan doet de spreker snel hypocriet klinken. Oprecht geuite redenen om niet deel te nemen, klinken vaak als slappe excuses omdat ze door de spreker zelf worden afgezet tot burgerschap als morele plicht om (ook hier) je steentje bij te dragen. In geen van de repertoires die we vinden heeft burgerschap een haalbare en positieve connotatie die het raamwerk van braaf in de pas lopen te buiten gaat. Bescheidenheid, perplexiteit om de onnavolgbare wegen van de overheid en onzekerheid lijken daarbij sterker aanwezig dan cynisme of de overtuiging dat burgerschap en politiek moeten gaan over zeggenschap. Enthousiasme over politiek, plezier in debatteren en delibereren, of interesse in staatsrecht, allemaal elementen die terug zijn te vinden in het advies van het Burgerforum (Met een stem meer keus, december 2006) en het daarbij ingesloten procesen beeldverslag zijn geheel en al afwezig. 4 Inhoudsopgave Vooraf Samenvatting en conclusies Het onderzoek 1. Aanleiding en opzet van het onderzoek 2. Over kwalitatief onderzoek 3. Fasen in het project: vaststellen mogelijke onderzoeksgroepen 4. Dataverzameling 5. Beschrijving van de interviews 6. Analyse van het materiaal: 3 repertoires 6.1 De handelingsonbekwame burger 6.2 Braaf burgerschap 6.3 Burgerschap als ver-van-mijn-bed show 7. Verschillen tussen de onderzoeksgroepen 8. Antwoorden op de centrale vragen 9. Conclusies en aanbevelingen 10. Literatuur 11. Bijlage A: belscript telefooninterviews 12. Bijlage B: lijst met informanten Amsterdam, februari 2007 5 Burgerschap onder een glazen stolp Burgerforum Kiesstelsel ‘exit’-interviews: onderzoek naar de effectiviteit van de door de Projectgroep Burgerforum gehanteerde communicatiestrategie en naar de onderliggende ideeën over burgerschap onder diegenen die door deze strategie zijn bereikt maar verkozen aan de oproep van de projectgroep geen gehoor te geven. dr. Joke Hermes drs. Robert Adolfsson Met medewerking van: drs. Elise Spruijt; Nathalie Chakawri; Mussi Negash; Cleopatra Pavlovic en Anushka Ramlochan Tewarie Dit onderzoek is verricht op verzoek van de Projectgroep Burgerforum na door haar georganiseerd overleg met externe onderzoekers op 9 maart 2006. Het lectoraat Publieke Meningsvorming heeft ‘exit-interviews’ voor haar rekening genomen. Ons onderzoek heeft zich gericht op burgers die niet geïnteresseerd waren in deelname (13 mannen, 17 vrouwen) en op diegenen die zich aanvankelijk wel geïnteresseerd toonden maar die afhaakten na het bijwonen van een informatiebijeenkomst (15 mannen en 12 vrouwen). Daarnaast is met drie burgers gesproken die werden uitgeloot voor het forum (1 man, 2 vrouwen). In alle gevallen is, ten eerste, onderzocht hoe deze burgers het verzoek om deel te nemen hebben ervaren en of de publicitaire activiteiten van de projectgroep hen waren opgevallen. Ten tweede is inhoudelijk onderzocht hoe voor deze groepen ‘burgerschap’ en ‘politiek’ betekenis hebben. Uitkomsten van de analyse zijn vergeleken met het advies van het Burgerforum Kiesstelsel (Met één stem meer keus, advies van het Burgerforum Kiesstelsel, december 2006). 6 1. Aanleiding en opzet van het onderzoek Op de uitnodiging om deel te nemen aan het Burgerforum Kiesstelsel is enthousiaster gereageerd dan verwacht. Een positieve uitnodiging om als burger te reflecteren op de belangrijkste link tussen burger en politiek (het kiesstelsel), is door circa 4.000 van de 50.000 aangeschreven Nederlanders op waarde geschat (Trouw, 27 februari 2006). Uit deze 3000 aanmeldingen zijn uiteindelijk 140 mensen geselecteerd die in het najaar van 2006 een advies hebben geformuleerd over een nieuw op te zetten kiesstelsel. Het is van belang voor ondersteuning van de uitkomsten van hun deliberatieproces en aanbevelingen, ook inzicht te krijgen in de motieven en meningen van diegenen die niet reageerden, en in het bijzonder ook van diegenen die geïnteresseerd waren maar na de informatiebijeenkomsten bedankten. Zij vormen een belangrijke bron van procedurele en inhoudelijke informatie. Het initiatief om te komen tot een burgerforum komt mede voort uit de wens om een positief burgerschapsideaal te vestigen. Dat vereist juist ook aandacht voor de gronden waarop mensen niet willen meedoen of afhaken. Op het snijvlak van interesse en betrokkenheid enerzijds en bezwaren en afhaken anderzijds tonen zich de mogelijkheden om burgerschap nieuw elan te geven. Door te herkennen welke hindernissen genomen moeten worden, kan dieper inzicht worden verkregen in de vraag hoe burgerschap leeft onder Nederlanders en hoe processen van in- en uitsluiting in het democratische proces een rol spelen. Om meer inzicht te krijgen in mening- en beeldvorming over burgerschap en politiek is daarom aan de niet-geïnteresseerden en de afhakers gevraagd waarom het project hen niet aansprak, of wat hen aanvankelijk wel in het project aansprak en waarom ze niet verder mee willen of kunnen doen. Dit is des te belangrijker omdat het voorbeeld voor het Burgerforum Kiesstelsel een succesvol Canadees project was. Het implementeren van een sterk gesteunde deliberatieve democratie in Nederland zal naar alle waarschijnlijkheid anders verlopen. Aanpassingen aan de Nederlandse context zullen nodig zijn. ‘Exit’ interviews waren daarmee om uiteenlopende redenen belangrijk voor het project: - positieve afronding voor diegenen die geïnteresseerd waren maar afhaakten (hoge kwaliteit omgangsvormen) - evaluatie eigen procedures en kwaliteit van eigen communicatie van de Projectgroep - evaluatie inhoudelijke aspecten (inhoud te moeilijk, te weinig aansprekend; blijkt het domein van politiek en bestuur ondoorgrondelijk voor niet zaakdeskundigen?) - evalueren en wegen van communicatieve, inhoudelijke, praktische en ideologische bezwaren Ze zijn vooral van belang voor de legitimiteit en de legitimatie van het project: - tonen van procedurele en inhoudelijke zorgvuldigheid (kwaliteitscontrole; feedback op gevolgen gebruikte selectiecriteria; aanspreekvormen; trainingsmethode) - tonen van zorg over en inzicht in uitsluitingsprocessen Van belang voor het welslagen van het project Burgerforum was het realiseren van achterliggende doelen. Berichtgeving over het project benadrukt juist sterk de functie van het project om de kloof tussen burger en politiek te dichten en om nader inzicht te krijgen in de precieze aard van de onvrede in den lande en het gebrek aan betrokkenheid van de kant van burgers. Exit interviews kunnen: - impliciete idealen over burgerschap helpen verhelderen - democratiseringsideaal van het project helpen versterken 7 - - (d.m.v. diepte-interviews met afhakers) helpen inzichten die middels de aanbevelingen van het forum worden verkregen te verdiepen door juist ook te laten zien waar kritische grenzen liggen als het gaat om het realiseren van goed burgerschap de potentieel ‘vergeten burger’ een gezicht geven een zinvolle bijdrage leveren aan de evaluatie van het project. Het project komt voort uit de wens om burgerschap te stimuleren maar daarin schuilt ook een eerste zwakte. Het hanteren van burgerschap als term sluit nog altijd groepen uit (die wel formeel Nederlands staatsburgerschap hebben) en spreekt andere groepen juist sterk aan. Niet alleen gepensioneerde leraren geschiedenis maar bijvoorbeeld juist ook groepen die zich lokaal hebben verenigd in leefbaarheidpartijen, zullen zich wellicht in grotere mate melden. De selectierondes versterken deze in- en uitsluitingseffecten. Immers gaande de rit kunnen geen extra forumleden meer worden geworven, maar zullen er alleen maar afvallers zijn. De sterkst zelf-geselecteerde groepen zullen sterk aanwezig blijven. De uitgeslotenen raken helemaal uit beeld. Om die reden is bij het werven van respondenten voor dit evaluatieonderzoek sterk de nadruk gelegd op een goede verdeling tussen autochtone en allochtone Nederlanders, tussen mannen en vrouwen, en naar leeftijdsgroep. Aan alle respondenten is gevraagd op welke politieke partij ze stemmen, zonder dat druk werd uitgeoefend om op deze vraag antwoord te geven. Kritische berichten over het project maakten, ten tweede, duidelijk dat in de keuze voor concrete aanbevelingen over vernieuwing van het kiesstelsel (een abstracte kwestie) ook een beeldvorminggevaar schuilt. Immers, de indruk wordt gewekt dat deelnemende burgerleden worden omgevormd van burgers naar semi-ambtenaren of BZK ambassadeurs (NRC, 31-1-2006). Een derde valkuil voor het project schuilt in het verlengde daarvan in het gewicht dat aan de aanbevelingen van het forum zal worden gegeven. Immers, als deze aanbevelingen politieke gevolgen hebben, zal kritisch worden gekeken naar de inrichting van het project. Daarin wordt voorbijgegaan aan gekozen representatieve organen zoals het parlement, zonder dat in het project zelf sprake is van representativiteit (Plasterk, Volkskrant 20-1-2006). Hoewel de eerste 50.000 adressen een aselecte steekproef zijn, is daarna sprake van zelf-selectie en van het samenstellen van een gewogen groep. Als afhakers en niet-geïnteresseerden eenzelfde vertoog over burgerschap delen, kan dit bezwaar worden weerlegd. 8 2. Over kwalitatief onderzoek De kracht van kwalitatief onderzoek is tweeërlei. Het biedt in de eerste plaats meer dan andere onderzoeksmethoden de mogelijkheid om een veld of domein in kaart te brengen (Miles en Huberman, 1984) bijvoorbeeld middels een serie van case studies (Yin, 2002). Ten tweede staat kwalitatief onderzoek verklarende vormen van interpreteren toe die direct kunnen worden geïllustreerd aan ‘levend’ materiaal (zoals interviewcitaten en discussieverslagen) (Strauss and Corbin, 1994). De structuur van beeld en meningsvorming is zo’n domein (Hermes, 2005b). Kwalitatief onderzoek legt de culturele bronnen bloot die worden gebruikt bij de vorming van beelden en ideeën over burgerschap en de eigen verantwoordelijkheden die mensen daarin menen te hebben. Die bronnen noemen we vertogen of repertoires (Wetherell and Potter, 1988). Nationale gemeenschappen bestaan niet alleen bij gratie van formele banden, maar juist ook door het delen van culturele en sociale interpretatiekaders (Turner, 1994). Repertoires of vertogen verwijzen niet naar groepen mensen maar naar cultureel gedeelde kennis. Ze kunnen worden afgeleid uit interviewmateriaal waar ze verschijnen als verwijzing. In het kader van het project Burgerforum kunnen ze helpen bij het verdiepen van inzicht in de kloof tussen burger en politiek door bijvoorbeeld nader te kijken naar waarom mensen aanvankelijk willen meedoen met dit burgerschapsproject (hun dromen, idealen, wensen) en waarom ze afhaken Passen idealen misschien niet heel goed op de praktijk, zijn ze ouderwets of juist te voorlijk? 9 3. Fasen in het project: vaststellen van mogelijke onderzoeksgroepen Op grond van de inrichting van het project Burgerforum Kiesstelsel onderscheiden wij een aantal fasen waarin kandidaten zullen afvallen door selectie of uit eigen beweging. - uitnodigingsfase: 50.000 mensen ontvangen een brief met de vraag deel te nemen; de grote meerderheid reageert niet of niet positief; 4000 mensen reageren wel positief - voorlichtingsfase: 6 regionale bijeenkomsten: voorlichting en selectie: 3000 burgers komen, 1000 hebben zich aangemeld maar komen niet - Van diegenen die de voorlichtingsbijeenkomst bezoeken, melden zich 1500 mensen aan voor de loting, 1500 mensen bedanken - formatie van forum door loting: 1360 mensen worden uitgeloot - Scholingsfase, consultatiefase, deliberatiefase van de 140 forumleden zouden er nog kunnen afvallen. In Canada gebeurde dit overigens niet. Wie namen geen deel: Op basis van onze probleemanalyse en onderzoeksvisie zouden idealiter afvallers uit elke fase bij het onderzoek betrokken moeten worden. Voor de legitimiteit van de uitkomst van het Burgerforum is het van belang burgerschapsopvattingen van niet-deelnemers helder te kunnen presenteren. Kwalitatief onderzoek biedt de beste garantie voor een inhoudelijke verslaglegging. Echter, gegeven het belang van het onderbouwen van de legitimiteit van de uitkomsten, is het van groot nut om ook een representatieve steekproef te trekken uit de groep van 46.000 niet-aanmelders. Dit deel van het onderzoek ligt bij dr. Henk van der Kolk (Universiteit Twente) die het deliberatieproces van het forum zal volgen, in navolging van het oorspronkelijke begeleidende onderzoek zoals dat ook in British Columbia (Canada) heeft plaatsgevonden. Het lectoraat heeft zich uitsluitend gericht op het kwalitatieve deel van het onderzoek waarbij 30 niet-geïnteresseerden (46.000 mensen reageerden niet en toonden zich daarmee niet geïnteresseerd), 27 bedankers (1.500 mensen stopten hun naam in de ‘ik doe niet mee’bus) en 3 uitgelote burgers (1.360 mensen lootten mee) waren betrokken.1 Met burgers die tot de niet-geïnteresseerden en tot de bedankers behoren, zijn telefonische en diepte-interviews gehouden. Bij toeval (omdat het bronbestand van de Projectgroep kleine onzuiverheden bevatte) zijn ook 3 uitgelote informanten in het onderzoek betrokken. Daarnaast zijn gedocumenteerde uitspraken van het burgerforum geanalyseerd als vierde bron van beelden van ‘goed burgerschap’. De interviews hadden twee doelen. Ze toetsen heel direct het door de Projectgroep gevoerde communicatiebeleid. Waren doel en opzet van bijeenkomsten en van het forum duidelijk? Voelen burgers zich passend benaderd en behandeld? Daarnaast dienden de interviews om de betekenissen die burgerschap en politiek hebben in kaart te brengen. Op grond van eerder 1 Voor het benaderen van respondenten is gebruik gemaakt van het bronbestand Burgerforum Kiesstelsel. Hierin zijn alle 50.000 namen en adressen van aangeschreven burgers opgenomen. In dit bestand was aangegeven welke respondenten ook door de Universiteit Twente waren benaderd op grond van een aselecte steekproef. Zij vielen af. Het was niet altijd duidelijk of respondenten al dan niet op voorlichtings bijeenkomsten waren geweest en of zij vervolgens waren afgehaakt of uitgeloot. Met enig doorzetten is een evenredige verdeling verkregen. Omdat het bestand geen telefoonnummers bevatte was het bereiken van informanten zeer lastig en tijdrovend. Op grond van achternamen hebben wij de stellige indruk dat juist nieuwe Nederlanders geen vaste telefoonaansluiting of geheime nummers hebben. Op grond van geboortedata is duidelijk dat jongeren ook minder vaste telefoonnummers hebben. Om die reden is extra energie gestoken in het werven van deze groepen respondenten. We moeten echter vaststellen dat het materiaal hierin mogelijkerwijs een vertekening zal vertonen. Diegenen die niet door onbekende derden willen worden benaderd, hebben mogelijkerwijs ook specifieke ideeën over burgerschap. 10 onderzoek kan verwacht worden dat er, in het algemeen, ondersteuning is voor ‘goed burgerschap’ als algemene en morele plicht. Tegelijkertijd kan ook op grond van eerder onderzoek van het lectoraat worden verwacht dat het concretiseren van goed burgerschap, dus het opnemen van de burgerplicht veel gevoeliger ligt (zie bijvoorbeeld Moll, 2006 en Hermes, 2005c).. De vraag hierbij is welke rol ‘de politiek’ hierin wordt toegekend en welke betekenissen in brede zin aan ‘de politiek’ worden gehecht. Het doel van het onderzoek is zowel het in kaart brengen van vigerende betekenissen van burgerschap en politiek als het legitimeren van de uitkomsten van het burgerforum. Analyse van het interviewmateriaal zal daarom, ten eerste, worden gecontrasteerd, middels inhoudsanalyse, met uitspraken en voorstellen van het burgerforum. Ten tweede zal aandacht worden besteed aan de procesmatige betekenissen van de relatie tussen burger en politiek. Wat kunnen partijen van elkaar verwachten? Hoe kunnen burgers zich politiek nuttig maken? Hoe kan de politiek iets voor burgers betekenen? Welke obstakels (van praktische en van ideologische aard) worden daarbij door informanten en in de verslaglegging van de activiteiten van het burgerforum gesignaleerd met name wat betreft ons kiesstelsel en hoe zijn die obstakels ingebed in de bredere betekenisgeving aan burgerschap in relatie tot de politiek. Mocht per deelgroep bij het voorgestelde aantal interviews geen verzadiging zijn opgetreden, dan waren extra interviews gehouden. Dat dit nodig zou zijn, was uiterst onwaarschijnlijk. Met theoretische verzadiging wordt het proces bedoeld waarbij de onderzoeker gaande de interviews vaststelt dat door informanten geen nieuwe argumenten of invalshoeken meer worden aangedragen (Glaser en Strauss, 1967). Dit gebeurt in de regel al na enkele interviews. Daarna fungeren de overige interviews als check op de eerste interviews (Miles en Huberman, 1984). Het interviewmateriaal wordt niet geanalyseerd om een representatief beeld te schetsen van hoe Nederlanders over burgerschap en politiek denken, maar om in kaart te brengen welke repertoires of gedeelde culturele kennis Nederlanders tot hun beschikking hebben om aan burgerschap en politiek betekenis te geven (Wetherell en Potter, 1988). De inhoudsanalyse is gericht op het vinden van aanvullende en contrasterende repertoires van burgerschap onder de ge(proto)professionaliseerde groep burgers die deelnamen in het forum. 11 4. Dataverzameling Onderzoeksdata zijn verzameld middels telefonische interviews, die zijn aangevuld met vervolginterviews. De vervolginterviews hadden de vorm van diepte-interviews. Voor het selecteren van informanten is gebruik gemaakt van het bronbestand van de Projectgroep Burgerforumhervorming. Dit bestand bevat 50.000 namen en adressen. Deze zijn aselect getrokken uit het Nederlands kiesregister, evenredig verdeeld naar provincie en naar sekse. Aan de namen en adressen is in beperkte mate informatie toegevoegd. Zo is in het bestand geregistreerd of betrokkenen zich hebben aangemeld voor informatiebijeenkomsten en of ze die ook hebben bezocht. Tevens is vermeld of ze zich na de bijeenkomst hebben aangemeld voor de loting voor de 140 plaatsen die in het forum beschikbaar waren. Tenslotte is vermeld of de betreffende naam is gebruikt in onderzoek van de Universiteit Twente, waaraan hierboven al is gerefereerd.2 Voor de ‘exit’ interviews zochten we twee groepen respondenten: een groep die zich niet heeft aangemeld voor de informatiebijeenkomsten (die we ‘de niet-geïnteresseerden’ hebben genoemd) en een groep die zich na de informatiebijeenkomst niet heeft aangemeld voor de loting (die we ‘de bedankers’ hebben genoemd). Om oververtegenwoordiging van namen aan het begin van het alfabet te voorkomen is op verschillende punten in het bestand gestart. Bovendien is telkens na een geslaagd contact met een vrouw, vervolgens gezocht naar een mannelijke respondent en andersom. Bovendien is er veel energie gestoken in het benaderen van die informanten die geen traditioneel Nederlandse namen hebben. Dit hebben we opgevat als een aanduiding van niet-witte etniciteit. Etniciteit is niet op een andere manier in het bestand als informatie opgenomen. Informanten zelf wilden op de vraag naar hun etnisch-culturele achtergrond vaak geen antwoord geven. Als houders van Nederlandse paspoorten, wensten ze ook als Nederlander geregistreerd te worden. Aan deze wens is uiteraard gehoor gegeven. Tenslotte is gelet op spreiding naar leeftijd. Politieke voorkeur is ook bijgehouden Al met al is een dergelijke gewogen dataverzameling voor kwalitatieve interviews tijdrovend. Zij werd bovendien gecompliceerd door het feit dat juist nieuwe Nederlanders veel moeilijker bereikbaar waren dan diegenen met traditioneel Nederlandse namen. Persoonlijke ervaring van het etnisch diverse interviewerteam (Creools-Surinaams, Bosnisch, Eritrees, Hindoestaans en Noord-Europees) suggereert dat nieuwe Nederlanders in veel mindere mate vaste telefoonaansluitingen hebben en gebruik maken van mobiele telefoons. Voor zover zij vaste telefoonaansluitingen hebben, zijn die niet geregistreerd in het telefoonboek, maar zijn telefoonnummers geheim. Weging naar leeftijd was ook van belang. Oudere informanten waren overwegend meer thuis dan jongere. Tenslotte was er de afspraak dat niet een willekeurig persoon uit het huishouden van de aangeschreven burger zou worden geïnterviewd, maar de aangeschreven burger zelf. Echtgenotes fungeerden hierbij verbazingwekkend vaak als gatekeeper voor hun echtgenoot: ‘Nee, ik denk niet dat mijn man daarin geïnteresseerd is.’ 2 Bronbestand: alle personen die schriftelijk benaderd zijn door het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor deelname aan het Burgerforum Kiesstelsel. Het bestand is verdeeld over een aantal categorieën, te weten: personen die vanaf het begin geen interesse hadden in deelname en niet op de brief hebben gereageerd; personen die op de antwoordkaart hebben ingevuld geen interesse te hebben; personen die op de antwoordkaart hebben ingevuld helemaal niet meer benaderd te willen worden; personen die zich hebben aangemeld voor een informatiebijeenkomst; personen die na het bijwonen van een informatiebijeenkomst afzagen van deelname; personen die na de bijeenkomst wel wilden deelnemen en personen die benaderd worden door onderzoekers van de Universiteit Twente, die tevens onderzoek doen naar het Burgerforum Kiesstelsel en werken vanuit hetzelfde bronbestand. 12 Hierbij wreekte zich misschien dat 3 jonge vrouwen en 1 jongeman de telefonisch interviews hebben gehouden. Totaal benaderd: - 562 personen konden niet worden gekoppeld aan een telefoonnummer - 18 personen werden niet bereikt na drie keer bellen (drie keer geen gehoor) - 36 personen werden wel bereikt maar wilden geen tijd maken voor een telefonisch interview - 60 personen maakten tijd voor een telefonisch interview - 9 personen werden bereid gevonden voor een vervolginterview bij hen thuis De volgende verdeling in het informantenbestand voor de exit interviews is gerealiseerd. Tabel 1.: Verdeling van mannen en vrouwen naar respondentengroepen (nietgeinteresseerd, afgehaakt na informatiebijeenkomst (‘bedankers’) en uitgeloot) 18 16 14 12 10 man vrouw 8 6 4 2 0 geen interesse bedankers uitgeloot 13 Tabel 2.: Verdeling van respondenten naar traditioneel Nederlandse en nieuwNederlandse namen en naar sekse. 30 25 20 man vrouw 15 10 5 0 trad nl naam nieuw nl naam Tabel 3. Verdeling van respondenten naar leeftijd en sekse 12 10 8 man vrouw 6 4 2 0 19-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-81 14 Tabel 4.: Verdeling van respondenten naar politieke voorkeur 18 16 14 12 10 8 6 4 2 en ge er ev en d st zw em w ijz SP G l A/ G l A Pv d Pv d CU A CD VD D 66 /V VD A/ V VV D CD SG P 0 Tabel 5*.: Overzicht diepte-interviews M/V Achternaam Politieke voorkeur Leeftijd Bijeenkomst bijgewoond Man Bruijn zwevend 24 Wel bijgewoond Mevrouw Mevrouw Mevrouw Beuzekom Rougoor Heijden CDA CDA D66/VVD 29 34 53 Niet bijgewoond Wel bijgewoond Niet bijgewoond Man Man Man Man Man Postma Geus Ginneken Berg Aart VVD VVD CDA/VVD VVD zwevend 54 63 67 70 71 Wel Wel Wel Wel Wel bijgewoond bijgewoond bijgewoond bijgewoond bijgewoond *Opmerking bij tabel 5: al deze namen zijn geregistreerd als traditioneel Nederlandse namen. 15 5. Beschrijving interviews (uit de verslagen van het interviewteam) In het onderzoek is gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek in de vorm van telefonische- en diepte-interviews. Diepte-interviews -ook wel intensieve of vrije interviews - zijn één op één interviews, waarin de geïnterviewde niet gestuurd wordt door gedachten en meningen van anderen (Wimmer & Dominick, 2000). Het interviewteam had de bedoeling burgers zo goed mogelijk aan het praten te krijgen, waardoor onderwerpen spontaan ontstaan. Er werd gewerkt met een topiclijst: een lijst met onderwerpen en zogenaamde probes (gerichte vragen). Dit helpt de interviewer om een zo duidelijk en volledig mogelijk interview af te nemen. Bijvoorbeeld door te vragen naar voorbeelden of uitleg als de respondent een onderwerp in het interview aan de orde heeft gesteld (Wimmer & Dominick, 2000). De topiclijst voor de telefonische interviews is vormgegeven als belscript (zij bijlage A). Het belscript had de vorm van een half gestructureerde vragenlijst waarin een viertal topics zijn opgenomen, namelijk communicatie, overheid, burgerschap en maatschappelijke betrokkenheid, naast een aantal voorbeeldprobes. Zo konden respondenten aan het woord worden gelaten, zonder al te veel sturing van de interviewer. De ervaringen van de interviewers worden hieronder in een drietal excerpten geïllustreerd. Van start met de interviews… Toen we eenmaal de belscripts afhadden en hadden getest op familie en vrienden waren we klaar om te bellen. OK, zit iedereen klaar? Opnameapparatuur? Check! Belscript bij de hand? Check! Telefoon op luidspreker…waar is het telefoonnummer????? Paniek want de nummers ontbreken in ons bestand. De nummers moesten we opzoeken met de telefoongids online. Nummer voor nummer, pagina’s achter elkaar. Toen we een klein lijstje hadden begonnen we. De mensen wilden niet echt meewerken. Van de tien personen die we opbelden deden er voor ons gevoel misschien 2 tot 3 mee. Soms kwam het voor dat je ze terug moest bellen. Dat deden we dan ook, sommige moesten we meerdere malen terugbellen. Als we ze eenmaal aan de praat hadden waren sommigen erg op hun hoede. Ze dachten waarschijnlijk dat we alles wat ze vertelden zouden publiceren. We deelden dan ook iedere keer mee dat het anoniem was en niet aan derden getoond zou worden. Er waren ook respondenten die zeiden heel veel voor burgerschap over te hebben, maar bij onze vragen voor de achtergrondvariabelen schoten zij zo uit hun slof, dat je ze haast niet herkende. ‘Dat gaat je niks aan!’, ‘Waarom wil je dat weten, dat gaat je geen moer aan!’ Gelukkig waren er ook mensen die wel mee wilden werken. Zij gaven ons veel informatie en lichtten dit ook goed toe. Tien daarvan wilden ook meedoen aan een diepte interview. Een woonde te ver weg. Dat interview hebben we niet kunnen afnemen. 16 Multicultureel interviewen Ik belde niet met mijn eigen naam (Cleopatra Pavlovic), maar met Saskia de Wit. Dit heb ik gedaan om vragen te voorkomen over mijn achternaam en mijn afkomst. Ik merkte dat Anushka Ramlochan Tewarie, die wel met haar eigen naam belde, vaak te horen kreeg: ‘Ik versta u niet! Wat wilt u! Wat zeg je nou! Wat is dat voor naam! Waar komt dat vandaan?’ Ze had echter ook een keer dat een Hindoestaanse vrouw spontaan Hindi tegen haar sprak, door herkenning van haar achternaam. Ik wil niet als allochtoon worden gezien. Dat heeft zo’n slechte klank. Ik ben hier geboren en getogen. Ik ben een wereldburger! En ook een Nederlander. Vreemde vogel Het tweede diepte interview verliep ook goed. De respondent was hoogleraar vogelkunde of iets dergelijks. Zijn hele woning stond vol met boeken over vogels en hij liet ze graag zien. Ook had hij opgezette vogels in huis. In de tuin had hij grote kooien met allerlei vogels en eenden, Japanse. De respondent hing een beetje achterover in zijn luie stoel. En lachte steeds naar mij. Hij was zeer geïnteresseerd in onze afkomst. ‘En waar kom jij vandaan? Nederland! Nee, ik bedoel je hebt een tropisch kleurtje, ben je Antilliaanse?’Ik heb toen uitgelegd hoe ik precies in elkaar zat. Hij vertelde dat zijn vrouw hem had verlaten nadat ze geld had gewonnen in de staatsloterij (geen miljoenen hoor). Tijdens het interview keek hij steeds naar mij en knipoogde. Vreemde vogel! Negers op de stoep Het derde interview was bij een echtpaar in Etten-Leur. We werden gastvrij ontvangen. We spraken behalve over het onderzoek ook veel over hun dochter die huis en baan op heeft gezegd om naar Australië te gaan. Mensen met een moderne, vrije geest. Eerlijk gezegd zag Mussi er tegen op. ‘Staat toch vreemd twee donkere mensen aan de deur in een witte stad, die mensen schrikken zich wild en bellen straks de politie.’ Bij aankomst keek de vrouw door het raam om te kijken wie er was. ‘Ze zegt zeker aan haar man: Er zijn negers aan de deur schat,’zei Mussi voor de grap. Ik merkte dat hij zich niet op zijn gemak voelde. Ik heb daar geen last van, maar ik heb mij ook nooit gediscrimineerd gevoeld met een zwarte vader en een witte moeder. Interviewervaringen verschilden van respondentengroep tot respondentengroep. Diegenen die afhaakten na een informatiebijeenkomst (de ‘bedankers’) waren bijvoorbeeld meer geneigd om mee te werken dan diegenen die niet reageerden op de brief van de Projectgroep Burgerforum (de ‘niet-geïnteresseerden’). De ‘bedankers’ waardeerden het om aangesproken te worden op hun betrokkenheid bij het project. Het viel ook op dat mannen makkelijker meededen dan vrouwen. Als werd gebeld voor een mannelijke respondent, was het vaak zo dat een vrouw de telefoon opnam. Zij wilde dan weten waarvoor er werd gebeld en zei vaak bij voorbaat al dat haar man geen interesse had. Als we op een andere dag terugbelden, dan deed diezelfde man wel mee met het interview. Telkens als er weer een serie gesprekken was gerealiseerd, is gecheckt of een bepaalde groep meer voorkwam dan een andere. Al vrij snel is meer moeite gedaan om vrouwen te werven, en 17 om respondenten van buitenlandse afkomst te vinden. Achternaam is hiervoor als indicator gebruikt. Helaas waren er niet veel respondenten van buitenlandse afkomst te vinden in de telefoongids. Daardoor zijn er veel potentiële respondenten weggevallen. Een laatste opvallende ervaring tijdens de interviews was, dat respondenten uit de groep ‘niet geïnteresseerden’ weinig tot geen interesse hadden in een interview. Als ze echter eenmaal meededen, duurden juist die interviews langer dan verwacht. Ze hadden toch veel te vertellen en stonden hier zelf versteld van. 18 6. Drie repertoires De telefonische interviews zijn genotuleerd, de diepte interviews opgenomen en uitgeschreven. De transcripten zijn gecodeerd op trefwoord. De trefwoorden zijn samengebracht in thema’s die weer zijn gegroepeerd als repertoires (thematisch verbonden stijlen van praten over een onderwerpsgebied) over politiek en burgerschap. Drie repertoires werden gevonden. Ze kunnen het best gelezen worden als dimensies of kompasrichtingen in de interviews, die de informanten gebruiken in het bepalen van een koers als ze praten over het burgerforum, over politiek en over burgerschap. De repertoires die hier worden gepresenteerd, liggen naast elkaar en sluiten elkaar uit. Informanten gebruiken ze, zoals gewoon in alledaags taalgebruik, betrekkelijk slordig, en verwijzen in citaten rustig naar argumenten die onder twee verschillende repertoires thuishoren. Repertoires zijn verbonden met een onderwerpsgebied. Dat onderwerpsgebied kan binnen datzelfde repertoire zowel positief als negatief (dus met gebruik van dezelfde termen en inzichten) worden benaderd. Zo kan het dat met gebruik van het repertoire van de handelingsonbekwame burger waardering voor ‘Den Haag’ wordt uitgedrukt: zij regelen de zaken toch maar voor ons, gewone mensen. Kritiek kan echter met behulp van hetzelfde repertoire worden verwoord: ‘Zij denken daar de waarheid in pacht te hebben, maar of ze altijd de waarheid spreken, dat weet ik niet’. Met dit repertoire kan je niet burgers als politieke actoren aanmerken: dat valt buiten de grenzen van dit thematische verband, dat immers gaat over de ongelijke verhouding tussen bestuurders en bestuurden, waaraan verschillende evaluaties kunnen worden gekoppeld. Het repertoire van de handelingsonbekwame burger is het eerste repertoire dat we in het materiaal vonden. In Den Haag zitten knappe koppen die natuurlijk beter weten hoe het land moet worden bestuurd dan de burgers, die maar gewone mensen zijn. Dat betekent ondermeer dat het niet heel veel zin heeft om je als burger met politiek bezig te houden, want watvoor bijdrage kan je leveren als je eigenlijk helemaal geen verstand van politiek en bestuur hebt? Het tweede repertoire is dat van de brave burger. Burgerschap gaat niet in eerste instantie over politiek, over rechten of over plichten, volgens dit repertoire, maar over je netjes gedragen tegenover anderen. Correcte omgangsvormen en in de pas lopen zijn kernelementen. Binnen dit repertoire is het letterlijk een grote eer als de overheid je komt vragen om jouw visie. Zoals een respondent zegt over de brief waarin ze wordt uitgenodigd voor het Burgerforum: ‘Ik vond het wel een hele eer dat ik gevraagd werd. Toch wel bijzonder’. Het interviewteam kapitaliseerde op ditzelfde repertoire door diegenen die ze wilden spreken ervan te verzekeren ‘dat de minister heel geïnteresseerd is in uw visie.’ ‘Toch wel goed, zeiden respondenten dan, dat Den Haag, het oor in het land te luister legt. Het derde repertoire gaat over burgerschap als een ‘ver-van-mijn-bed’ show en ziet de ideale burger als vrijwilligerswerker. Het is in zekere zin een uitvergroting van het tweede repertoire. Vrijwilligerswerk is burgerschap op zijn best. Het is niet alleen je correct gedragen tegenover anderen, het is ook echt iets voor ze doen. Tegelijkertijd is dat ook wel wat veel gevraagd. Wie heeft daar nu de mogelijkheid toe? Het repertoire werd in de interviews dan ook opvallend vaak gebruikt als excuses werden gemaakt voor het feit dat de spreker niet wilde deelnemen aan het forum. Dat gold natuurlijk voor de overgrote meerderheid van onze respondenten. Slechts drie van hen hadden meegeloot, de rest toonde zich niet geïnteresseerd of bedankte. 19 Als vrijwilligerswerk het ideaal is, dan is goed burgerschap daarmee vrijwel gelijk onhaalbaar voor de meesten. Hoewel de excuses die de interviewers optekenden ongetwijfeld welgemeend waren, deden ze door het contrast tussen hoog ideaal en weerspannige praktijk soms wat hypocriet aan. ‘Ja, ik moet ook aan mezelf denken’. Of: ‘Ik houd er niet van om in de stad auto te rijden, ja, dan houdt het op.’ Of: ‘Ik heb huisdieren, dus ik kan niet een heel weekend weg’. Als burgerschap bijna een onmogelijke luxe is vanwege andere verplichtingen, dan kan je er ook niet aan gehouden worden om een ‘super’burger te zijn. Hieronder volgen voorbeelduitspraken bij de drie repertoires. 6.1 Het heeft niet zoveel zin: de handelingsonbekwame burger Dit repertoire is gebaseerd op thema’s als: ‘politiek op een voetstuk’; ‘politiek als vertoning’ maar ook op het thema ‘politiek en kloof’. Politiek wordt zeker onder het ‘voetstuk’ thema als heel belangrijk gezien, en politici als ‘wijze mannen’. Beschrijvingen van politiek echoën vooral afstand. Vaak wordt de politiek daarbij het nodige respect betuigd, soms is er sprake van kritiek en cynisme. Heel vaak kwam cynisme echter niet voor. Voorbeelden: De mannen in Den Haag die het allemaal regelen en doen De mensen die proberen iets van het land te maken Politiek is bestuur op hoogste niveau. De maatschappij in goede banen leiden. Ik ben er altijd een beetje benauwd voor ‘wat het ervan volk vindt’, zeg maar. Ik vind dat ze ingewikkelde vragen en projecten gewoon moeten overlaten aan echte bestuurders. (35) Politiek heeft het best met ons voor Politiek is: de maatschappij in goede banen leiden Zo goed mogelijk besturen van het land, dorp en regio. Op een vrije manier zodat mensen hun mening durven te geven in de politiek. Ik was verrast over die brief. Ik dacht wat heb ik nu weer gedaan! Maar ik had ook: dat gaat wel boven mijn pet. (26). De politiek moet rekening houden met de kloof tussen het rijk en de burgers, dat dit niet groter wordt. (37). Het hele respectvolle praten zoals in de voorbeelden hierboven, is wat minder sterk onder het ‘politiek als vertoning’ thema. Zo hoorden we respondenten vertellen dat ze wel in politiek geïnteresseerd waren. Dat betekende echter niet dat ze ook het gevoel hadden dat ze erin konden of zouden willen deelnemen. Deze citaten tonen een grensvlak tussen de burger als (naar eigen idee) handelingsonbekwaam en als niet handelingsbereid. De druk wordt wel gevoeld om politiek betrokken te zijn. Dat verwijst naar het tweede repertoire, dat van de brave burger. Wel politiek geïnteresseerd, maar niet betrokken Ik ben niet zo politiek geïnteresseerd (49) Ik vind het best zoals het nu gaat Niet de indruk dat ik er verandering in kan brengen Ik heb de overheid niet nodig. Met vlagen ben ik politiek betrokken. Ik ben zelf Marokkaans, allochtoon. Of je het nou wil of niet, je wordt altijd betrokken. Ik volg het heel veel maar niet altijd even actief, want soms heb ik het gevoel dat het niet evenveel zin heeft. Je kan in je eentje niet alles veranderen. Hoe kwalijk het ook is, maar dat gevoel heb je. (54) 20 Cynisme troffen we alleen aan als de kloof tussen politiek en bestuur, en gewone mensen in kritische zin benadrukt werkt. De politiek doet uiteindelijk toch wat zij denken. Politiek loopt eigenlijk de hele tijd reclame te maken voor zichzelf. Er wordt een hoop gepraat en weinig gedaan, het is een hoop propaganda. Allemaal gasten die over hun tijd zijn en op centen uit zijn. (47) Als er vernieuwing zou kunnen komen dan ben ik daar ook voorstander van. Moet nog maar zien of er wat van komt (van het Project Burgerforum). Zij beslissen het uiteindelijk en je bent er toch afhankelijk van. Ik heb wel de indruk dat die stoelen in de Tweede Kamer heel lekker zitten. Want weggaan dat doen ze niet zo snel. De mensen in Den Haag die de hele dag vergaderen en maar heel weinig dingen veranderen Politiek is één pot nat, maakt niks uit, alleen maar macht. (58) Die partijen en zo, ze beloven van alles en er komt niks van uit Die regering die we nu hebben, daar is al zoveel in voorgekomen…. Er zitten daar zoveel ondeskundige mensen in. Die schieten bok bij bok. (7) 6.2 Braaf burgerschap: burgerschap gaat niet in eerste instantie over politiek maar over correcte omgangsvormen Dit repertoire is opgebouwd uit antwoorden die kwamen op de vraag wat respondenten associeerden bij burgerschap. Enorme nadruk werd gelegd op netjes met elkaar omgaan, respect hebben voor anderen, maar ook op het recht om respectvol behandeld te worden. Je netjes aan de regels houden, is het motto, en dat geldt voor iedereen. Dat het hier echt gaat om een ideaal voor burgerschap blijkt wel uit antwoorden op de vraag of respondenten dan nooit de regels overtraden? Natuurlijk reden ze wel eens te hard, of hadden een rood stoplicht genegeerd. Dat deed echter niet af aan het ideaal, dat een enkele keer wat nationalistische trekjes kreeg. Voorbeelden: Er zijn voor elkaar Eerlijkheid, medeleven, respect. Respect en fatsoen (30) Je moet inspringen en helpen waar nodig is. (26) Normen zijn dat je ten aanzien van mensen altijd beleefd blijf. Anderen behandelt zoals je zelf behandeld wil worden Je moet je wel in hoge mate aanpassen in het land waar je woont Met elkaar in vrede samenleven, er is al zoveel ellende in de wereld Elkaar netjes behandelen Vriendelijk zijn, er zijn voor een ander. Gewoon goed met elkaar proberen om te gaan. Te luisteren. (45) Elkaar de ruimte geven Een goede maatschappij met elkaar creëren (24) Mensen moeten bepaalde vrijheden hebben en niet beperkt worden in hun doen en laten en de fatsoensregels moeten in acht worden genomen. Er moeten gedragsregels komen voor onder andere het verkeer, honden en muziek (5). Elkaar respecteren en zo een veilige en leuke werk en leefomgeving creëren We moeten met z’n allen gewoon met elkaar kunnen opschieten (ongeacht kleur) (34) Respect voor anderen. Niet alleen je eigenbelang nastreven. Het algemeen belang dienen 21 Braaf burgerschap komt ook terug in de thema’s ‘stemrecht’ en ‘verkleinen van de kloof tussen burger en politiek’. Stemrecht kwam aan de orde omdat in het belscript werd gevraagd of respondenten stemden, en zo ja, op welke partij. Regelmatig werd onderstreept door respondenten dat ze altijd gingen stemmen en dat ze dat ook heel belangrijk vonden, anders ging ‘hun stem verloren’. We hebben een democratisch stelsel in Nederland, daar moeten we ons altijd van bewust blijven want het kan ook anders. Uitzonderlijk is een gedesillusioneerde mevrouw die zegt: ‘Ik denk dan: waarom zou ik moeten stemmen. Maar ja, als alle 15 miljoen mensen dat denken, dan schiet het nog niet op’(56). Het telt mee, het is een van de stemmen Het is iets wat de toekomst bepaalt Klein druppeltje op de grote plaat Iedereen behoort eigenlijk te stemmen Nog steeds genoeg mensen die niet kiezen Ik stem bij alle verkiezingen. Omdat het mijn plicht is en anders gaat mijn stem naar de winnende partij. (60) Als ik niet stem gaat mijn stem verloren (15) Als je niet meestemt heb je sowieso geen invloed en alle stemmen tellen dus ehm…. (57) Vanuit de stelling dat burgerschap gaat over je iets gelegen laten liggen aan de gemeenschap en dankbaarheid voor ons politieke systeem, is het ook voor de hand liggend dat een uitnodiging van de overheid om mee te denken over het kiesstelsel positief wordt gewaardeerd. Binnen dit repertoire passen dan ook een hele reeks aan positieve evaluaties van de uitnodiging en van de voorlichtingsbijeenkomst, ook van de kant van respondenten die zeiden in geheel niet in politiek geïnteresseerd te zijn. Goed idee, dat burgers meedenken en meedoen in de politiek. Ja, als het je gevraagd wordt, dan moet je niet achterover gaan zitten (29). Kiesstelsel toegankelijker maken voor mensen en openheid creëren Er mag af en toe gewoon wel meer geluisterd worden Participatie is belangrijk, zodat burger en overheid dichter bij elkaar komen Ideeën van verschillende achtergronden Ik stelde de brief op prijs omdat er gelegenheid werd geboden om mee te praten. Dat vind ik een prettig idee. (33) Het is toch van belang dat mensen over (bestuurlijke hervorming) meepraten en veel vinden het belangrijk dat hun mening wordt gehoord (44). Ik vond het wel een eer dat ik daar geweest was (1) en (3) Dit was echt een brief afkomstig van het ministerie. Dat maakte het speciaal. (14) 6.3 Burgerschap als ver-van-mijn-bed-show: op z’n best is burgerschap vrijwilligerswerk, je inzetten voor de gemeenschap; maar wie heeft daar nu tijd voor…. In plaats van repertoire over de noodzaak tot politiek handelen door burgers en over politieke zeggenschap, was juist dit vertoog in veel interviews van groot belang. Het versterkt de notie dat burgerschap gaat over netjes met elkaar omgaan en blaast dat op tot een ideaal dat je niet hoeft te bereiken maar waar je anderen, op afstand, om kan bewonderen. Vrijwilligerswerk is de ideale vorm van burgerschap geworden. Niet alleen omdat goede omgangsvormen aangescherpt worden tot een zelfloos dienen van de gemeenschap als vrijwilliger, maar ook omdat veel mensen goede redenen zien waarom vrijwilligerswerk niet van hen verlangd kan worden. Ze hebben kinderen, 22 ze hebben een drukke baan of ze hebben andere verplichtingen. Het is daarom vaak niet nodig om uit te spreken dat burgerschap noch politiek termen zijn die erg aanspreken, en al helemaal niet in hun communautaire variant. Impliciet wordt naar het idee van de respondenten al duidelijk genoeg dat meedoen met het Burgerforum niks voor hen is. Sommige respondenten waren wel heel expliciet. Zoals degene die zei: ‘Ik discussieer liever met vrienden over politiek’. Of: ‘Lijkt me niks met 140 leden discussiëren’. Zodra burgerschap en politiek op afstand zijn gebracht (door burgerschap a-politiek te definiëren als vrijwilligerswerk), werd het ook mogelijk om tegenzin in politiek en politieke initiatieven te verwoorden. Burgerschap en politiek worden gedefinieerd als een ver-van-mijn-bed show. Voorbeelden waren: Ik kan niet spreken voor iedereen, maar voor velen is het vaag Moet nog blijken wat ervan terecht komt Er is in mijn omgeving niet veel interesse voor politiek (25). In de redenen die mensen opgaven om toch af te haken, klinkt ook het ver-van-mijn-bed argument door, maar dan vaak wat meer praktisch: werk, de huiselijke verplichtingen, ze wegen makkelijk wat zwaarder want dan weet je immers ook waar je aan toe bent. De informatiebijeenkomst van het Burgerforum Kiesstelsel was in die context een interessant uitje, maar echte commitment is niet zomaar opgebracht tegenover de bekende lasten van het leven van alledag. Heel interessant. Maar ik heb net een nieuwe baan. Ik vond het moeilijk te combineren. Qua tijd en vanwege het inwerkttraject bij mijn nieuwe baan. Als ik me daarnaast nog 1 of 2 keer per maand bezig zou moeten houden met het Burgerforum dan zou mijn privé-leven eronder lijden. Ik heb het te druk Ik vond het wel een eer dat ik daar geweest was. Maar de meeste vergaderingen vielen in de vakantie. En mijn vrouw is zwanger. (3) Ik had me graag willen inschrijven. Maar mijn vrouw moest in die periode bevallen. En met twee kleintjes, ja dan blijf je liever thuis. Ik heb er niet voldoende tijd voor. … ik ben nu met pensioen maar ik adviseer mijn dochter. Je komt nooit los van je eigen zaak. Als je iets doet moet je het goed doen. (5) Het kost toch veel tijd. Dat staat ook op de website. En Jacobine Geel zei het ook. Ik ben net met mijn eigen praktijk begonnen. … Ik dacht: ik moet voor mezelf kiezen, ik kan niet alles tegelijk. …. Dan werd het voor mij een beetje teveel van het goede Ik kom nooit die kant op en ik heb een hekel aan het rijden in de stad met eigen vervoer enzo. En met de trein…. Nee…. (7). Ik studeer nog, en ik houd dan te weinig tijd over om serieus deel te nemen Ik ben zelfstandig ondernemer. Ik ben veel aan het werk, van 7.00 tot 23.00. Ik heb er geen tijd voor (maar was wel naar de informatie bijeenkomst). De tijdbesteding was niet te plooien met mijn werk. Ik moet in de loop van het komend half jaar nog geopereerd worden, dus dat was te lastig. (22) Ik ben druk met veranderingen op school. Ik ben docent lichamelijke oefening. (23) Vanwege gezondheidsredenen ben ik afgehaakt, maar als ik tien jaar jonger was…. (24) De informatiebijeenkomst was prima verzorgd maar het onderwerp sprak me niet aan. Mijn man werkt al heel veel en ik heb jonge kinderen. Ik heb kleine kinderen Ik moet geopereerd worden aan mijn meniscus. Anders had ik het graag gedaan. 23 Ik had andere dingen te doen. Ik dacht, ik moet voor mezelf kiezen. Ik kan niet alles doen. (6) Deze drie repertoires beslaan alle argumenten en voorbeelden die er over burgerschap, politiek en het Burgerforum Kiesstelsel in de exit interviews werden gegeven. Ze beschrijven geen profielen of groepen respondenten. Ze vertegenwoordigen letterlijk de aanwezige gedeelde culturele hulpbronnen die respondenten tot hun beschikking hadden om antwoord op onze vragen te geven. Het op deze manier in kaart brengen van culturele kennis kan duidelijk maken dat de maatschappelijk gedeelde inhoud van centrale begrippen onmerkbaar verschoven is. Zo zijn we ons bewust van een steeds grotere kloof tussen burger en politiek. Die wordt hier letterlijk geïllustreerd door het ontbreken van manieren van praten over burgerschap en politiek waarin burgerschap ook inderdaad positief politiek betekenis kan krijgen. 24 7. Verschillen tussen de onderzoeksgroepen Omdat in dit evaluatie-onderzoek met een, naar maatstaven van kwalitatief onderzoek, relatief grote steekproef is gewerkt, die bovendien zo gewogen is dat maatschappelijke verschillen maximaal tot uitdrukking kunnen komen, is het mogelijk te kijken of specifieke groepen juist het brave burgerschapsrepertoire, de ver-van-mijn-bed show of het repertoire van de handelingsonbekwame burger gebruiken, of dat ze in andere opzichten van elkaar verschillen of juist overeenkomen. De bedankers versus de niet-geïnteresseerden De bedankers gebruiken vooral het eerste (de handelingsonbekwame burger) en het tweede (braaf burgerschap) repertoire, en doen dat ten opzichte van de hele groep meer in termen van kritiek en afstand. Zij hebben de moeite genomen om naar een informatiebijeenkomst te gaan, en de transcripten laten zich dan ook lezen alsof de groep van de bedankers het gevoel heeft dat ze zich het recht hebben verworven om wat kritischer te zijn. Het derde repertoire wordt ook, zij het minder dan elders, gebruikt. Daarmee verschijnen alle drie de repertoires voor zowel de bedankers als voor de niet-geïnteresseerden over hun volle breedte. Ten opzichte van de hele onderzoekspopulatie ligt de nadruk voor de bedankers echter meer op eigen bekwaamheid dan onbekwaamheid, en op fatsoen dan op braaf. Het gaat hier om een verschil in intensiteit en niet om een absoluut verschil tussen de groepen. Afstand voelen de bedankers als een slechte zaak. Op zijn scherpst is er kritiek op hoe politieke mores, ‘Den Haag’, burgers op afstand houdt en reduceert tot handelingsonbekwame randfiguren terwijl ze dat niet zijn. Ook als het gaat om braaf burgerschap, is hun braafheid niet a-politiek. Het Burgerforum Kiesstelselproject beantwoordde aan hun impliciete idee dat burgers best om hulp gevraagd mag worden door politiek en overheid. Zij voelden de uitnodiging meer dan de niet-geinteresseerden als eer en als erkenning. Ik vond het een goed project en de burger wordt er goed bij betrokken. Het is een minder ver van je bed show. (1) Ik vond het een goed project. Je betrekt de burger bij de ‘bedrijfscultuur’. (2) Een eer dat ik daar geweest ben (3) Je wordt geprikkeld om erover na te denken (1) Kritiek is er onder beide groepen, en wordt net iets scherper geformuleerd, juist door de meer betrokken ‘bedankers’. Uit hun kritiek blijkt interesse. Ze voelen zich ook op de hoogte van waar politiek en bestuur over gaan. Ik heb het gevoel dat wij als volk achter de hoge heren aanhobbelen (1) Ze bekokstoven maar en je merkt er weinig van. Politiek? Langdurige en taaie stof. Voor veel normale Nederlanders is het soms niet te begrijpen. (4) Ik was daar met een oud-wethoudster, die was wel geschikt geweest (voor het burgerforum) (5). 25 Politiek interesseert me wel iets maar zoals het nou gaat op het moment… Eerst het land op z’n kop zetten en dan weglopen, dan zeg ik nee nee. Het interesseert me niet veel meer (7). Ze willen de burger meer zeggenschap geven, dat zou verbeterd kunnen worden. Ik geloof het niet. Wij hebben niets te zeggen. De groten maken de dienst uit en daar moeten we maar mee meedraaien. (7) Ondeskundige regering nu: bok bij bok (7) Ik zeg niet dat de burger altijd gelijk heeft, maar er mag wel wat meer geluisterd worden (10) De mensen hebben het gevoel dat ze zeggenschap hebben. Je hebt echter heel weinig invloed (12) Ik ben tamelijk ongelukkig met het kiesstelsel (13) Beetje oubollig systeem met die twee kamers zoals we dat nu hebben (16) Onder de bedankers vonden we meer expliciet voorbeelden van exemplarisch burgerschap, maar niet meer of minder dan in de groep van de niet-geïnteresseerden. In beide groepen ging het om een paar informanten. Respect voor elkaar, je dienstbaar opstellen, werken voor de gemeenschap. Ik werk ook als vrijwilliger. (2) Ik probeer een voorbeeldfunctie te vervullen. Ik heb wel eens een protestactie meehelpen organiseren en meegedaan aan een demonstratie in Utrecht. Dat was de enige keer dat ik gedemonstreerd heb. (19) Goed burgerschap is voorbeeldgedrag vertonen (21). Al met al waren de interviews met bedankers over de gehele linie duidelijk langer, ze zijn duidelijk meer politiek betrokken, ze voelen zich meer handelingsbekwaam, hun braafheid is meer dan alleen vriendelijk en aardig zijn naar anderen. Er is een enkele verwijzing naar debat en confrontatie aangaan, zoals in het voorbeeld van de eenmalige demonstrant. De nietgeïnteresseerden vonden het over het geheel genomen allemaal wel best. De volgende citaten komen uit interviews met de niet-geïnteresseerden. De overheid moet zorgen voor een goed bestuur en daar ben ik op dit moment wel tevreden over. (32) Politiek? Het reilen en zeilen– het gaat wel goed (39) Die mensen die proberen iets van het land te maken. …. Ik heb wel het idee dat Den Haag ver van het volk afstaat, (40) All normen en waarden van fatsoen, in de stad, dorp, verkeer. Je moet tegenwoordig oppassen want veel mensen hebben een kort lontje (32) Mannen versus vrouwen Mannen die naar een bijeenkomst zijn geweest zijn, zijn over het geheel genomen kritischer over het Burgerforum project dan de vrouwen die zijn geweest. Mannen hebben daarentegen duidelijk meer vertrouwen in de politiek. Individuele mannen en vrouwen wijken af van de algemene tendens. Traditioneel Nederlandse versus nieuwe namen Het belangrijkste verschil onder die respondenten die geen traditioneel Nederlandse achternaam hebben, en diegenen die dat wel hebben, is dat ze in hun definitie van burgerschap wel aandacht geven aan de formele rechten en plichten waartoe burgerschap toegang geeft. Zo merken ze op 26 dat burgerschap betekent dat ze ‘een Nederlands paspoort hebben’. Of dat ze na hun vlucht uit bijvoorbeeld Soedan, democratie nog elke dag als het grootste goed voor mensen beschouwen. Een Marokkaans-Nederlandse respondente merkt op dat behoren tot een etnische minderheidsgroep maakt dat je je nooit aan de politiek kan onttrekken, ook al zou je dat soms willen. Het zoekt je op, omdat je door je etnische afkomst door anderen gedefinieerd wordt. Wat betreft stellingname over het Burgerforum project was er geen eenduidig verschil tussen nieuw-Nederlandse en traditioneel-Nederlandse namen. Zowel wat betreft deelname aan voorlichtingsbijeenkomsten, als naar partijvoorkeur was er sprake van maximale spreiding. Alleen telefonisch geïnterviewd of bereid tot vervolginterview thuis Het was moeilijk mensen over te halen om tijd vrij te maken voor een vervolginterview. De negen gerealiseerde vervolginterviews zijn dan ook met een groep die beduidend ouder is dan het gemiddelde, die bovendien overwegend meer rechts stemt en de dan zittende regering steunt, en waarin bovendien twee keer zoveel mannen als vrouwen zitten. De overgrote meerderheid van de deelnemers aan de vervolginterviews had een informatiebijeenkomst bezocht. Ook dat laat zien dat het hier gaat om een groep die makkelijker toegang heeft tot een klassiek burgerschapsrepertoire en die zich politiek prettig in hun vel voelen. Politiek kan gaan over debat en discussie, en uiteindelijk om zeggenschap. Hier lijkt het echter vooral te gaan om een regerings- en gezagsgetrouwe groep. Voor zover zij zich van cynisme bedienen is dat eerder op een zelf-reflexieve wijze (het ligt aan hen), dan dat de schuld voor de kloof tussen burger en overheid bij de overheid ligt. Voorzichtig kunnen we concluderen dat cynisme hier juist wijst op betrokkenheid, op houden van politiek, of op houden van kennisnemen van politieke kwesties ook als je er niet speciaal in geïnteresseerd bent. Overzicht informanten vervolginterviews M/V Achternaam Politieke voorkeur Leeftijd Bijeenkomst bijgewoond Man Bruijn zwevend 24 Wel bijgewoond Mevrouw Mevrouw Mevrouw Beuzekom Rougoor Heijden CDA CDA D66/VVD 29 34 53 Niet bijgewoond Wel bijgewoond Niet bijgewoond Man Man Man Man Man Postma Geus Ginneken Berg Aart VVD VVD CDA/VVD VVD zwevend 54 63 67 70 71 Wel Wel Wel Wel Wel bijgewoond bijgewoond bijgewoond bijgewoond bijgewoond Voorbeelden uit de vervolginterviews, naar repertoire geordend. Handelingsonbekwame burger: Ik denk dat die mensen in die de Tweede Kamer zitten en die minister zijn, hele andere mensen zijn dan de gemiddelde burger. Dus dat ze ook aan andere dingen gaan denken en zich moeilijk kunnen inleven in de gemiddelde burger. (11) Je hebt natuurlijk iemand nodig in Nederland die de grote organen in stand houdt. … Ja, ik weet natuurlijk niet of ze de waarheid spreken. (14) Mijn ervaring is eigenlijk, ja, ik ben alleen maar een toeschouwer. (11) 27 Die mannen in Den Haag die heel veel wijsheid denken te hebben en heel veel denken voor ons te beslissen (16) Politiek is niks mis mee, maar we moeten ze meer waarderen. Er zijn zoveel plannen, ze kunnen niet alles waarmaken. (5) Met mooie woorden iets zeggen waar dan niks mee gebeurt (9) Politici moeten een opleiding krijgen. Ik weet niet hoe dat werkt in de politiek maar ze moeten vakstudies doen. (5) Ik vond het heel bijzonder dat ik daar was (14) Ik denk toch dat je een beetje tegen hun (in Den Haag) opkijkt (14) Zulke dingen dat je de mensen erbij betrekt, zodat je ze het gevoel geeft dat ze iets mogen doen en dat je je mening mag geven en dat er iets mee gedaan wordt. Nu kun je je mening wel geven maar ik denk dat er bijna niks mee gebeurd en ik weet niet wat je ertegen kan doen (14) Braaf burgerschap: Ik ben wel geïnteresseerd in de politiek; het onderwerp (kiesstelsel) was niet zo interessant maar het idee van het forum wel erg leuk. Het is toch een beetje je burgerplicht, net als stemmen (11) Als je niet stemt, moet je niet zeuren. Dan verlies je bij mij recht van spreken. (9) Stemmen: Maar niet gaan stemmen, dan is het een verloren stem. We krijgen hier in Nederland dan nog de kans (16) Burgerschap begint bij opvoeden en corrigeren hoort daar ook bij. (10) Burgerschap als ver-van-mijn-bed show Respondent 16 is zowel cynisch en zelf-reflexief. Politiek irriteert deze respondent maximaal. ‘Het is wel een ver van m’n bed show, maar je hebt er ook dagelijks mee te maken’.Deze respondent zoekt de afstand bij zichzelf: ‘misschien creëer ik ook die afstand tussen de politiek en mijzelf’. Burgerschapsideaal: ‘Toch wel vrijwilligerswerk, andere mensen helpen, ook als het niet hoeft.’(11) Ik doe vrijwilligerswerk nu ik gepensioneerd ben (10). Cynisme wordt door deze zelfde groep respondenten ook geuit. Daarvoor worden de eerste twee repertoires gebruikt. Zo kan met het repertoire van de handelingsonbekwame burger worden aangegeven dat burgers ongetwijfeld te dom zijn om te begrijpen wat ze in Den Haag doen, maar dat ze in Den Haag ook niet al te goed weten hoe het alledaagse leven van gewone mensen eruit ziet. Het ‘brave burgerschapsrepertoire’ kan ook cynisch worden gebruikt, hoewel dat minder vaak. Cynisme staat hier niet tegenover betrokkenheid. Het is veeleer een uiting van frustratie van een groep die meent dat er middelen moeten zijn om de zo vaak genoemde kloof tussen burger en overheid te verkleinen. Burgerschap en democratie zijn voor hen belangrijk. De uitgelootte respondenten versus de anderen. De drie uitgelootte respondenten die zich bij toeval in onze dataverzameling bevinden (hun status was niet aangetekend in het bronbestand), verschillen vooral van de andere respondenten in hun nog stelliger geloof in democratie en vormen van burgerschap die bijdragen aan openbaar bestuur. Zo noemen ze het belang van de invloed van mensen op het bestuur (16); en wordt betreurd dat er zoveel mensen niet stemmen (15). Politiek zou wat hen betreft echt volksvertegenwoordiging moeten zijn (20). 28 8. Antwoorden op de verschillende vragen Een goed aantal vragen zijn in de loop van dit verslag opgeworpen. Daarop kan nu een antwoord worden gegeven. Zo waren er de redenen waarom ‘exit’ interviews van belang waren voor het project Burgerforum Kiesstelsel: - Evaluatie communicatie: interviews als positieve afronding voor diegenen die waren benaderd, waarvan acte. Diegenen die zich lieten verleiden tot een telefonisch interview vonden het prettig hun gedachten alsnog op een rij te zetten (de niet-geïnteresseerden); of vonden het prettig nog een keer te onderstrepen dat ze de uitnodiging per brief hadden gewaardeerd en dat ze de bijeenkomst goed en prettig georganiseerd vonden. Slechts een enkeling was kritisch over de kosten die het project met zich mee had gebracht. Het volume aan berichtgeving en aan publiciteit was te laag om echt opgemerkt te worden. Alleen diegenen die naar een bijeenkomst waren geweest en die zich hadden aangemeld voor een nieuwsbrief was opgevallen dat er wel degelijk een voorlichtingscampagne liep. - Evaluatie inhoud: het domein van politiek en bestuur was ongetwijfeld voor een goed aantal deelnemers een reden om niet mee te willen doen. Slechts een enkele keer wordt het als argument genoemd. De bijeenkomst was helder in zijn informatie, dat maakte de materie er toegankelijker op. - Weging communicatieve, inhoudelijke, praktische en ideologische bezwaren: Uit de antwoorden wordt duidelijk dat praktische bezwaren ideologische bezwaren verhullen. De excuses die diegenen die afhaakten na de informatiebijeenkomsten maakten zijn in veel gevallen het afwegen van wat de kosten en baten zijn van civiele betrokkenheid (civic commitment). Ze vallen in het geval van de ‘bedankers’ uit in het nadeel van betrokkenheid. Tegelijkertijd wordt ideaal burgerschap zo voorgesteld dat het vrijwel onhaalbaar wordt om betrokken te zijn als je werk of gezinsverplichtingen hebt. Goed burgerschap wordt gedefinieerd als vrijwilligerswerk, waardoor civiele betrokkenheid als een politieke vorm voor niet-politici geen inhoud kan en hoeft te krijgen. Een volgende set van vragen gaat over - verhelderen van impliciete idealen van burgerschap: het is duidelijk geworden dat vrijwilligerswerk het burgerschapsideaal is, waardoor goed burgerschap apolitiek wordt.gedefinieerd. - Democratie verschijnt duidelijk als ideaal, maar als beperkt ideaal. Bijdragen aan de democratie doe je door te stemmen. Dat is dan wel gelijk een heilige plicht. - Aanbevelingen voor het forum: hoe laten de uitkomsten van het Burgerforum zich verdiepen door de uitkomsten van deze evaluatie? Greep op de politiek wordt door onze respondenten niet gevoeld, of in ieder geval niet in woorden gevat. Eerder is de handelingsonbekwame burger het boegbeeld voor discussie over politiek en burgerschap. De aanbevelingen die in december 2006 zijn gedaan, zijn politiek ook tussen wal en schip terechtgekomen, waardoor er niet veel kans lijkt om aan het project nog veel gewicht te geven in het publieke debat over de kloof tussen burger en politiek. Tegelijkertijd ligt daar een belangrijke noodzaak vanuit het Ministerie. Ten onrechte is het politiek afgedaan als een D’66 pet project, terwijl het ook minstens zo sterk leeft onder aanhangers van andere politieke partijen. Het laten verdwijnen van het project, is precies waarmaken waar geïnterviewde burgers zich in hun meest cynische momenten op voorbereiden. Het is nog een keer onderstrepen dat burgers niet hoeven denken dat ze politiek handelingsbekwaam, of een interessante gesprekspartner zijn. 29 - De ‘vergeten burger’ heeft een gezicht, maar toont dat niet graag en verschuilt zich liever achter het (praktisch onhaalbare) ideaal van de burger-als-vrijwilliger. Het valt op dat onder diegenen die vrijwilligerswerk doen (overwegend gepensioneerden), ook een politiek burgerschapsideaal wordt gevonden. Terwijl onder diegenen die het als ideaal naar voren schuiven, zich geen vrijwilligers bevonden en ook geen expliciet politieke betrokkenheid. Methodologisch lag er de vraag voor of zelfselectie in ernstige mate de resultaten van het forum zal of kan hebben beïnvloed - er is een enorm verschil in toon en discussieniveau tussen de interviews en de aanbevelingen van het Burgerforum. Eenzelfde soort niveauverschil is overigens ook zichtbaar tussen de aanbevelingen van de Nationale Conventie en het Project Burgerforum. In het geval van onze respondenten en het Burgerforum speelt in de eerste plaats protoprofessionalisering. De deelnemers aan het Burgerforum zijn getraind en hebben geleerd om in staatsrechtelijke termen te denken en te discussiëren. Tegelijkertijd geven de verschillen tussen de verschillende subgroepen in ons informantenbestand ook aanleiding te denken dat in het Burgerforum (net als in onze vervolginterviews) van zelfselectie sprake is. Juist diegenen die het meest overtuigd zijn van het belang van democratie en democratische instellingen zullen zich hebben aangemeld. In het geval van onze vervolginterviews was het ondoenlijk om binnen afzienbare termijn juist vrouwen en allochtonen over te halen voor een vervolginterview. Juist allochtonen stemmen, als we onze selectie bezien eerder ter linker dan ter rechterzijde van het politieke spectrum. Dat lijkt ook te corresponderen met niet zozeer cynisme maar met bitterheid jegens de politiek (vooral onder de SP stemmers in onze groep). Diegenen die wel bereid werden gevonden voor een vervolginterview steunden de zittende regering, waren overwegend ouder, en overwegend man., Ze deelden bovendien een veel groter gevoel van zelfvertrouwen ten aanzien van hun recht om over de politiek te praten en te oordelen. Op grond van deze ervaring, lijkt ons dat we niet kunnen uitsluiten dat ook in het Burgerforum een groep is samengekomen die met meer zelfvertrouwen over politiek praat. Het beeldverslag bij het advies toont ons een diverse groep, waarbij opvalt dat veel moeite is gedaan om juist de niet-witte deelnemers in beeld te brengen. Ze waren er, net zoals ze er in onze selectie waren. Dit sluit helaas vertekening door zelf-selectie niet uit. - We lieten tenslotte zien dat zelfselectie op grond van grotere betrokkenheid een zekere mate van cynisme en zelfreflectie niet uitsluit. Diegenen die niet geïnteresseerd waren en vooral de afhakers voelen veel minder de noodzaak de democratie te verdedigen. Ze voelen zich bovendien duidelijk minder handelingsbekwaam of in staat om door het Haagse expertise-schild heen te breken. - Zelfselectie van onze telefonische interviews naar de vervolginterviews doet minimaal vermoeden dat hoe ouder, en hoe politiek-conservatiever men is, hoe meer men geneigd is tot het klassieke soort debat over de politiek waar de discussie binnen het project Burgerforum Kiesstelsel leek te teren. - Het is duidelijk dat afhakers en niet-geïnteresseerden wel vertogen over burgerschap delen. Dit ondersteunt de stelling dat er geen onoverbrugbare verschillen zijn tussen de burgerforumleden en diegenen die uiteindelijk niet meededen of diegenen die niet geïnteresseerd waren. Onderzoek van anderen onder de burgerforumleden zelf kan alleen maar uitsluitsel geven over de vraag of de burgerforumleden ook al voorafgaand aan hun deelname toegang hadden tot een politiek handelingsrepertoire. Concluderend is er dan de vraag naar het verschil tussen de uitkomsten en advies van het Burgerforum en de geïnterviewden in dit evaluatieproject. Ten tweede is er de vraag naar de procesmatige betekenissen van de relatie tussen burger en politiek. Wat kunnen partijen van 30 elkaar verwachten en vooral, hoe kunnen burgers zich politiek nuttig voelen en maken. Welke obstakels van politieke en van ideologische aard moeten daarbij geslecht worden, en hoe zijn die obstakels ingebed in bredere betekenisgeving aan burgerschap in relatie tot de politiek. In antwoord op de eerste vraag kan alleen maar worden geantwoord dat er een wereld van verschil is tussen het advies van het Burgerforum en de geïnterviewde niet-geïnteresseerden en bedankers. Juist specifiek inzicht in de precieze staatskundige inrichting van het Nederlands Kiesstelsel en de mogelijke consequenties die die inrichting heeft, ontbreken totaal. Belangrijker is dat ook de notie ontbrak dat van de kant van burgers initiatieven kunnen worden genomen of ondersteund die het politieke of het staatkundig bestel veranderen. In antwoord op de tweede vraag is duidelijk geworden dat de procesmatige betekenis van de relatie tussen burger en politiek een hiërarchische is. Burgers kiezen ervoor te vertrouwen op de powers-that-be. De complexiteit van veel bestuurlijke problemen nodigt wat hen betreft niet uit tot meedenken of mee-oordelen. Verbijstering en boosheid kunnen wel geuit worden over de uitkomsten van politieke deliberatie. Die worden dan overigens vooral toegeschreven aan Haagse onbekendheid met het leven van alledag. Slechts van één enkele respondent hoorden we de opmerking dat ze in Den Haag wel wat meer vakkennis konden gebruiken. Er was vooral waardering voor het horen van burgers. Die waardering werd niet omgezet in een eis dat dit vaker of met enige regelmaat zou gebeuren. 31 9. Conclusies en aanbevelingen In kwalitatief onderzoek onder 60 personen, waarvan de helft niet heeft gereageerd op een uitnodiging om kennis te komen nemen van het project Burgerforum Kiesstelsel op informatiebijeenkomsten, en de andere helft wel, vonden we drie repertoires over burgerschap en politiek. Repertoires zijn samenhangende stelsels van uitspraken op een onderwerpsgebied. De drie repertoires zijn benoemd als: het repertoire van de handelingsonbekwame burger; het repertoire van braaf burgerschap en het burgerschap als ver-van-mijn-bed-show repertoire. Informanten gebruiken verwijzingen naar al deze drie repertoires om duidelijk te maken - dat het goed is dat burgers om advies wordt gevraagd. De knappe koppen in Den Haag kun je wel complexe beleidsvragen toevertrouwen maar wat er precies in het leven van gewone mensen gebeurd en de consequenties die beleid heeft, daar weten ze minder van - dat goed burgerschap wat hen betreft niet gaat over politieke inspraak of zeggenschap en het veranderen van de maatschappij of de wereld maar om op een prettige manier met elkaar gaan. Voor zover je als burger een politieke plicht hebt, dan is het om bij verkiezingen je stem uit te brengen. - dat het beste burgerschap apolitiek gedefinieerd is als vrijwilligerswerk: je eigen tijd investeren in anderen als dat niet perse hoeft. Daarmee is dan gelijk duidelijk gemaakt dat het beste burgerschap maar voor enkelen is weggelegd. De meeste mensen hebben immers zorg- en werkverplichtingen die dat onmogelijk maken. De opbouw in argumenten voor een burgerschap waarbij burgers zichzelf helemaal wegredeneren uit het politieke domein, zijn ook te vinden in ander onderzoek waar open gesproken is over burgerschap. Ook daarin komt naar voren dat politieke oriëntatie op derden uit overtuiging of idealisme, uitsluitend voorbehouden is aan een kleine groep. Wie persoonlijk wordt aangesproken, probeert zich te excuseren. Als dat niet lukt via het argument dat het echt allemaal teveel is, dan is er uiteindelijk een reeks aan excuses beschikbaar waarbij actief burgerschap zelfs kan verdwijnen achter een slachtofferidentiteit: ik kan dat niet, ik heb daar slechte ervaringen mee (Moll, 2006). Of, in een Europaproject weerden veel aangesprokenen verdere vragen af met: “De EU, daar weet ik niks van” (’t Lam, 2006). De geïnterviewden in ons project kozen net iets andere routes in het verdedigen van een apolitieke vorm invulling van burgerschap. Naar structuur komen de in deze projecten gevonden manieren van praten over burgerschap duidelijk overeen. Ook internationaal onderzoek laat zien dat burgers proberen te ‘ontsnappen’ aan het gewicht van de burgerplicht (Gamson, 1992). Bestaande vertogen over (goed) burgerschap inspireren niet, ze schrikken af. Burgers voelen zich simpelweg niet geëquipeerd om politiek actief te zijn (Eliasoph, 1998, Theiss-Morse and.Hibbing, 2005). Er moet worden gezocht naar aanknopingspunten voor nieuwe beelden van burgerschap (Dahlgren, 2006; Lewis, 2006). Sterke en inspirerende discussie over burgerschap zal moeten aangrijpen op de ondergeschikte positie die burgers zichzelf toekennen in gesprekken over politiek en burgerschap. Wie zich niet kan voorstellen een bijdrage te kunnen leveren, komt immers ook niet tot een handelingsperspectief. Zelfselectiemechanismen zijn hierin van belang. Op grond van het hier verzamelde materiaal kan worden vermoed dat ze een rol spelen in de Burgerforum selectie net zoals ze ondanks al onze inspanningen in dit evaluatieonderzoek een rol hebben gespeeld. Het blijkt vrijwel onmogelijk, ook als je je daar speciaal je toelegt om een voldoende grote groep vrouwen en allochtonen in je 32 selectie op te nemen, om zo een groep ‘stille’burgers aan de praat te krijgen over burgerschap en politiek. Daarvoor is het kennelijk nodig om heel andere middelen in te zetten. Onderzoekservaring in andere projecten suggereert dat je bij de eigen identiteit (en kracht) van die groepen zelf zal moeten beginnen en vanuit gemeenschappen van start moet gaan. Methodologisch zijn allerlei vormen van actie-onderzoek (of civic research, Hermes, 2006b) daarvoor geschikt. Inhoudelijk is het ook het overwegen waard om te kiezen voor onderwerpen die sterkere gevoelens oproepen, of zelfs onderwerpen die gevoelig liggen. Dat was niet het geval met het Nederlands kiesstelsel. Politiek gesproken is het van het allergrootste belang dat discussie over het advies van het Burgerforum weer wordt opgenomen nu een nieuwe regering is geïnstalleerd. Ten onrechte is het project Burgerforum weggezet als hobbyisme van een politiek partij. In zijn concrete uitwerking is het project zelf niet politiek van kleur geweest, noch naar onderwerp, noch naar deelnemers. Burgerschap is van alle partijen. De politiek moet herkennen dat hier een relatief brede stem kan worden gehoord. Doorpraten over het advies is een unieke kans om letterlijk de kloof tussen burger en politiek te dichten. Niet doorpraten is bevestigen dat voor een gewone burger de hogere wetmatigheden van de Haagse politiek niet te volgen zijn. Burgerschap blijft dan weggesloten onder een glazen stolp. Mooi om zo nu en dan eens naar te kijken, in de praktijk van alledag van geen enkel praktisch belang. 33 10. Geraadpleegde bronnen . 140 Nederlandse burgers gaan kabinet adviseren over kiesstelsel (2006). Opgehaald 9 december, 2006, van http://www.nederlandpraatmee.nl/nieuws.php?page=7&idNode=12 Asen, Robert (2004). A discourse theory of citizenship. Quarterly Journal of Speech, 90(2), 189211. Barnes, R. Auburn, T. & Lea, S. (2004). Citizenship in practice. British Journal of Social Psychology, 43, 187-206. Beck, U. (1986). Risikogesellschaft. Auf dem Weg in eine andere Moderne. Frankfurt am Main: Suhrkamp Brief aan de Tweede Kamer over de organisatie en werkwijze Burgerforum (2006). Opgehaald 26 augustus, 2006, van http://www.minbzk.nl/contents/pages/54840/burgerforum.pdf Camps, Hugo (2005a). Ad Verbrugge: De gezelligheid is zoek, iedereen doet zijn ding. Elsevier, 61(24), 34-36. Camps, Hugo (2005b). Gabriel van den Brink: Cultuursocioloog: ‘Het politieke bedrijf is weinig moedig’. Elsevier, 61(41), 44-46. Commissie Toekomst Overheidscommunicatie (2001). In Dienst van de Democratie. Den Haag: SDU Uitgevers. Dahlgren, Peter (2006) ‘Doing citizenship: The cultural origins of civic agency in the public sphere’ in ‘Citizenship’ themed issue, Peter Dahlgren and Joke Hermes (eds), European Journal of Cultural Studies, 9(3), 267-286 Doedens, Anne (2006) ‘Ontheemd en verweesd’ in Gemeente en kwaliteit, april Ejlsted, J. (1995). ‘Publiek debat in Denemarken hoog gewaardeerd’. In Jaarverslag 1994. Het Rathenau Instituut en het debat. Den Haag: Rathenau Instituut. Eliasoph, N. (1998) Avoiding politics. How Americans produce apathy in everyday life. Cambridge: Cambridge University Press Gamson, W. (1992) Talking politics. Cambridge: Cambridge University Press Glaser, B. and A. Strauss (1967) The discovery of grounded theory. Chicago: Aldine Glastra, F.J. & Schedler, P.E. (2004). The language of newcomers: developments in Dutch citizenship education’, Intercultural Education, 15(1), 45-59. Hajer, M.A. (2002). Naar een samengesteld begrip van democratie: of hoe aan representatie nieuwe inhoud kan worden gegeven. In G.M.A. van der Heijden & J.F. Schrijver (red.), Representatief en Participatief; dubbele democratie (pp. 71-88). Delft: Eburon. Hanssen, L., Dijkstra, A. & Stappers, J. (2002). Wetenschapsvoorlichting een lastige boodschap; een confrontatie tussen communicatietheorie en voorlichtingspraktijk, Tijdschrift voor Wetenschap, Technologie en Samenleving, 10(3), 95-101. Hermes, Joke (2005a) ‘Burgers spreken niet als kip zonder kop’in NRC Handelsblad, 22 september 2005 Hermes, J. (2005b) Rereading popular culture. Oxford: Blackwell Hermes (2005c) Verborgen debatten, onzichtbare burgers. Pleidooi voor kwalitatief onderzoek naar publieke meningsvorming. Lectorale rede, Hogeschool INHOLLAND, Amsterdam/Diemen Hermes. Joke (2006a) ‘Citizenship in the age of internet’ in European Journal of Communication 25(3), 295-309. Hermes, Joke (2006b) Hidden Debates: Rethinking the Relationship between Popular Culture and the Public Sphere, in Javnost-The Public ( 13 (4), 27-44 34 Lam, Peter ‘t (2006) “De EU, daar weet ik niks van”, onderzoeksrapport voor PES delegatie ‘Brussel ligt niet in Drenthe’, Hogeschool Inholland, Amsterdam/Diemen Lewis, Justin (2006) ‘News and the Empowerment of Citizens’ in ‘Citizenship’ themed issue, Peter Dahlgren and Joke Hermes (eds), European Journal of Cultural Studies, 9(3), 301-320 Miles, M. and A.M. Huberman, (1984) Qualitative data analysis. Beverly Hills: Sage Moll, Trees (2006) ‘Onoverbrugbare tegenstelling? Vrijheidsdrang en gemeenschapszin’ in C, magazine voor communicatie, 1(2), maart 2006, pp. 6-9 Raad voor Openbaar Bestuur (2004). Burgers betrokken, betrokken burgers. Den Haag: ROB. Rathenau Instituut (z.d). Opgehaald 9 december, 2006, van http://www.minocw.nl/documenten/brief2k-2001-47424a.pdf Strauss A and Corbin J. (1994) "Grounded Theory Methodology - An Overview," in N. K. Denzin and Y. S. Lincoln (Eds.), Handbook of Qualitative Research, Thousand Oaks: Sage , pp. 273-285. Theiss-Morse, E. and J.P.Hibbing (2005) ‘Citizenship and civic engagement’in: Annual review of political science 2005, 8 (1), p. 227-249. Turner, B.S. (1994) ‘Post-modern culture/modern citizens’ in B. van Steenbergen (ed) The condition of citizenship, London: Sage, pp. 153-168 Universiteit van Amsterdam (2002). Practicum Mondelinge en schriftelijke vaardigheden; onderzoeks ‘toets’. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam Waarom een ander kiesstelsel (2006). Opgehaald 9 december, 2006, van http://www.burgerforumkiesstelsel.nl/hetburger.php?idNode=32 Vries, A. de (2004). Immigratieland; ‘toch niet pessimistisch’. Elsevier, 60(46), 29-30. Whetherell, M and J. Potter (1988) Discourse analysis and the identification of interpretive repertoires, in C. Antaki (ed) Analysing Everyday Explanation, London: Sage, pp. 168-83 Wimmer, R.D. & Dominick, J.R. (2000). Mass Media Research: An introduction (6th ed.). Belmont, CA: Wadsworth. Yin, R.K. (2002) Case Study Research, Design and Methods, 3rd ed. Newbury Park: Sage Zoonen, L. van (1999). Media, cultuur & burgerschap; een inleiding. Amsterdam: Het Spinhuis. 35 11. Bijlage: belscript telefonische interviews Zwart = topics/ vragen Rood = verantwoording topics Blauw = Mogelijke vragen van de respondenten . Introductie Goede(…), u spreekt met (naam interviewer). Spreek ik met dhr/mevr ... Ik bel u in opdracht van het Burgerforum Kiesstelsel. Voor dit onderzoek is toestemming gegeven door de minister van Binnenlandse Zaken om een eenmalige steekproef te houden uit de Gemeentelijke Basisadministratie. Uw gegevens zijn dus willekeurig geselecteerd. Enige tijd geleden heeft u een brief ontvangen met betrekking tot het Burgerforum Kiesstelsel. Zou ik u hier enkele vragen over mogen stellen? (als ernaar wordt gevraagd: het duurt ongeveer 10 minuten, wij bedoelen 20 minuten) Dit gesprek zal overigens niet worden opgenomen, u blijft geheel anoniem in het onderzoek. Vaak willen mensen meedoen, maar anoniem blijven. In opdracht van wie belt u? Het Burgerforum Kiesstelsel. Hoe komt u aan mijn gegevens? U bent willekeurig geselecteerd via de overheid. Waarom belt u? In het kader van het onderzoek naar het Burgerforum Kiesstelsel. Wat voor baat heeft u bij dit gesprek? De gegevens worden gebruikt om te kijken hoe de samenleving op het Burgerforum reageert, zodat er een goede evaluatie komt van het Burgerforum Kiesstelsel (voor het kabinet). - Hoe lang duurt dit interview? Het zal zo’n 10 à 15 minuten in beslag nemen, afhankelijk van het gesprek. TOPICS Het interview zal aan de hand van topics worden afgenomen. Echter staat het meeste wel in vraagvorm geformuleerd, dit dient als hulpmiddel voor de interviewer. De interviewer is niet gebonden aan deze vragen, maar zal aan de hand van het gesprek inspelen op reacties van de respondent. Er is gekozen om te beginnen met de topic communicatie om de respondent in te leiden en te herinneren aan het project Burgerforumkiesstelsel. Communicatie: - Enige tijd geleden heeft men een brief ontvangen met betrekking tot het Burgerforum Kiesstelsel. Kan de respondent aan de hand daarvan vertellen waar het Burgerforum Kiesstelsel toe dient? - Kan de respondent toelichten waarom hij/zij niet wilde deelnemen aan het Burgerforum Kiesstelsel? 36 - Wat was de reactie toen men de brief kreeg? (Hoe ervaarde de respondent het toen hij/zij de brief kreeg?) Vraag naar de brief. Wat is hun mening erover? (Te formeel, onduidelijk, te lange zinnen etc.) Wat was er positief aan de brief? Zijn er eventueel nog verbeterpunten? Zouden ze liever op een andere manier benaderd willen worden? Zo ja op welke manier? Heeft men overwogen om op de antwoordkaart in te vullen geen info/reactie te willen? De respondent is herinnerd aan het project. Nu wordt er inhoudelijk ingegaan op het project. Overheid: - Wat vindt de respondent van het project Burgerforum Kiesstelsel? - Is er behoefte aan een dergelijk project? - Denkt de respondent dat de Nederlandse bevolking hier behoefte aan heeft? - Wat denkt de respondent dat de overheid voor hem/haar kan betekenen? Er wordt nu ingegaan op het burgerschap om na te gaan wat het burgerschap voor hen inhoud. Burgerschap: - Welke betekenis kent de respondent toe aan het begrip Burgerschap? - Op welk moment is de respondent het meest bezig met Burgerschap? - Kan de respondent toelichten welke normen, waarden en gevoelens gepaard gaan met Burgerschap? Iedereen is bewust of onbewust maatschappelijk betrokken. Waarom maakt men deze keuze? Maatschappelijke betrokkenheid: - Wat verstaat de respondent onder politiek? - Is de respondent politiek betrokken? Zo ja, hoe en waarom? Zo nee, waarom niet? - Stemt de respondent? Zo ja, doet hij/zij dit dan bij landelijke, provinciale en gemeentelijke verkiezingen? - Als er op dit moment 2e kamer verkiezingen zouden plaatsvinden op welke politieke partij zou de respondent dan zijn/haar stem uitbrengen? - Is de respondent van mening dat uw stem invloed heeft op de politiek? Zo ja op welke manier? Zo nee, waarom niet? - Hoe belangrijk is het voor de respondent om op de hoogte te blijven van de politieke ontwikkelingen in Nederland? - Heeft de respondent vertrouwen in de politiek? Waarom wel/niet? - Waaruit blijkt dat de respondent maatschappelijk betrokken is?(vraag naar voorbeelden: betrokken bij een vereniging, stichting of club, voorleesmoeder, vrijwilligerswerk) Statistiek: - Geslacht respondent m/v (niet naar vragen) - Wat is uw leeftijd? - Wat is uw burgerlijke staat? - Hoe groot is uw huishouden? - Bent u Nederlands staatsburger? - Wat is uw hoogst genoten opleiding? - Bent u werkzaam? Zo ja, welk beroep oefent u uit? - Is uw gezinsinkomen ongeveer modaal, onder of boven modaal? (modaal is 27.500 euro bruto per jaar) - Hoeveel uur per week kijkt u televisie? - Naar wat voor soort programma’s gaat uw voorkeur uit? (informatief, educatief, amusement etc.) - Leest u wel eens een krant? 37 - Welke krant(en) leest u regelmatig? Maakt u gebruik van het Internet? Zo ja, hoeveel keer per week maakt u daar gebruik van? Welke sites bezoekt u zowel? Wat gebeurt er met de resultaten van dit onderzoek? zie vorige vraag. Blijven mijn gegevens anoniem of wordt dit aan derden verspreid? Uw gegevens en het gesprek blijven geheel anoniem. Als iemand iets niet snapt leg het uit aan de hand van een casus. Doorvragen op gevoel. Probeer ze na een "goed" gesprek te laten opscheppen over hun antiburgerschap. Iedere onderzoeker heeft zijn eigen stijl maak daar gebruik van. Mensen praten namelijk graag over ervaring en gevoel. Neem Checklist door met de respondent. Zou ik u tot slot nog mogen vragen of u interesse heeft om mee te werken aan een mondeling diepte-interview. Twee van onze interviewers zullen dan bij u thuis komen om het interview af te nemen. - Waarom is het nodig om een persoonlijk diepte-interview te houden, kan dit niet telefonisch? Het is nodig omdat er meer diepgang gegeven kan worden aan het onderzoek; zo kan onder meer een beter beeld worden gevormd van de geïnterviewde; we hebben niet de faciliteiten om 200 respondenten face-to-face te interviewen, vandaar dat we het moeten opdelen in een telefonisch deel en face-to-face interviews. Dan wil ik u hartelijk bedanken voor uw medewerking en u nog een prettige dag wensen. 38 12. Bijlage B. Lijst van respondenten Num mer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 M/V V M M M M V M M M M M M. V V V M M M V V M M M V V V V V V V V M M V M V M M M V Trad Nl of nieuwNl naam Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Leeftijd* Partijvoorkeur Afgehaakt/Geen Interesse /Uitgeloot 37 70 69 35 70 51 59 81 63 67 24 51 76 34 24 71 22 49 70 39 57 64 58 71 42 38 52 54 54 57 27 71 44 58 50 19 46 64 33 58 Stemwijzer CDA geen zwevend VVD geen PvdA CDA VVD CDA/VVD geen SGP PvdA geen geen geen PvdA PvdA zwevend geen VVD CDA geen PvdA zwevend CDA SP PvdA SP PvdA PvdA/GL CDA geen VVD CU VVD Groen Links geen geen geen AA (afgehaakt na bijeenkomst) AA AA AA AA AA AA AA AA AA AA AA AA AA Uitgeloot Uitgeloot AA AA AA Uitgeloot AA AA AA AA AA AA AA AA AA AA Geen Interesse GI GI GI GI GI GI GI GI GI 39 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 V V V M V M M V V V M M V V V V V M V M Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw 39 53 21 24 51 46 32 23 29 52 79 38 37 22 21 38 42 52 44 26 PvdA D66/VVD Stemwijzer PvdA CDA PvdA SP geen CDA geen CDA VVD geen CDA geen SP CDA/VVD SP PvdA geen GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI GI * leeftijd ten tijde van interview Contactpersonen Dr. Joke Hermes, Lector [email protected] Drs. Robert Adolfsson, Associate lector [email protected] 40