Risk, control & compliance Arthur van der Wal, directeur Pensioen Nationale-Nederlanden: “Werkgevers staan voor keuze over pensioenambitie” Tekst Edwin van Sas | Fotografie NN O ns internationaal geroemde pensioenstelsel is in beweging. De economische omstandigheden, de lage rente en flexibilisering van de arbeidsmarkt met een toegenomen aantal ZZP’ers, vragen een nieuw toekomstmodel. Werknemers krijgen meer zeggenschap over hun inkomen voor later, kunnen beter inspelen op persoonlijke behoeften, maar dat brengt wel verantwoordelijkheden met zich mee - óók voor werkgevers en pensioenverzekeraars. “Ik zou bijna zeggen: ‘Wat verandert er momenteel niet in het pensioenlandschap’”, begint Arthur van der Wal, directeur Nationale-Nederlanden Pensioen, zijn verhaal in het bekende NN-gebouw naast het Centraal Station van Rotterdam. Waar pensioenen decennialang zekere potjes met geld waren, is dat voor veel Nederlanders niet meer zo. De gegarandeerde uitkomsten bij DB-regelingen (Defined Benefit), zijn veel moeilijker haalbaar voor pensioenfondsen. “Bij een dergelijke regeling is de premie een afgeleide van de toezegging. Je kunt je voorstellen dat als de rente drastisch daalt, de premies omhoog moeten om die toezeggingen te halen”, schetst Van der Wal de situatie. “In tegenstelling tot pensioenfondsen korten wij nooit, maar uiteindelijk worden de kosten van een garantie ook voor werkgevers hoger, het komt wel uit hun P&L. En ook de werknemer draagt bij. De manier waarop we als sector pensioenlasten financieren is daardoor dringend aan verandering toe.” De uitdagingen in het huidige pensioenstelsel spitsen zich 48 • CFO MAGAZINE • 2 2016 toe op die toenemende lasten. De solidariteit tussen jonge en oudere generaties staat onder druk en het is de vraag of de huidige regelingen voldoende toekomstbestendig zijn. Een alternatief zijn de zogeheten DC-regelingen (Defined Contribution), een beschikbare premieregeling. Die is geënt op een voorspelbare pensioenpremie, waardoor je maandelijks weet waar je aan toe bent. Dat betekent wel dat de uiteindelijke pensioenopbrengst voor de deelnemer niet zeker is. “Dat pensioenfondsen de pensioenuitkomst niet kunnen garanderen en tot korting moesten overgaan heeft veel druk op de pensioendiscussie gelegd. Werden er beloftes gedaan die niet gegarandeerd konden worden? Was deze onzekerheid wel duidelijk voor de deelnemers?”, benoemt Van der Wal de pijnpunten. “Je ziet in ieder geval dat de vraag naar DC-regelingen significant is toegenomen.” Het goede nieuws is dat je zulke, meer op het individu afgestemde regelingen, wel degelijk collectief kunt onderbrengen bij een PPI of pensioenverzekeraar. Van der Wal: “Wat ik zie is dat solidariteit tussen generaties misschien onder druk staat, maar dat deelnemers wel de voordelen van collectiviteit, zien. Er zijn nu veel meer keuzes in het pensioendomein en dat is een groot goed. Denk naast de PPI ook aan de recent geïntroduceerde APF, Algemeen Pensioen Fonds. Meer mogelijkheden, die beter aansluiten bij jou als werkgever of bij de eisen en pensioenbehoeften van je werknemers. Die toegenomen concurrentie betekent bovendien dat de prijs-kwaliteitverhouding omhoog gaat, dus meer pensioen voor je geld. Dat juich ik toe.” Bovendien ziet Van der Wal de trend om pensioen in een Risk, control & compliance breder perspectief te plaatsen. “Je ziet een duidelijke beweging dat individuele deelnemers niet alleen bezig zijn met pensioen, maar met het totale plaatje voor de toekomst; inkomen voor later. Ook andere inkomstenbronnen, zoals de overwaarde van een huis en spaargelden worden daarin meegenomen”. Dat is onder meer het gevolg van wetgeving, zoals de verlaging van de opbouwpercentages en de maatregel waardoor het pensioen niet meer boven de 100.000 euro gefiscaliseerd kan worden opgebouwd. “De klassieke drie pijlers (pensioen via AOW (1e), via werkgever (2e) privé pensioenregelingen als lijfrente (3e), red.) die inmiddels zijn uitgebreid met eigen vermogen en flexibel doorwerken, vermengen zich steeds meer. Als je nog pensioen wil opbouwen boven de 100.000 euro kan dat bijvoorbeeld in de derde pijler, en als werkgever kun je dat faciliteren.” Want die vraag moeten werkgevers zich in toenemende mate stellen, constateert Van der Wal. Door het veranderende stelsel is het deels onontgonnen gebied en moeten werkgevers zich de vraag stellen welke ambitie ze hebben. “De pensioenvraag ligt nu bij bedrijven op tafel. Hoe belangrijk vind je pensioen als arbeidsvoorwaarde? Welke verantwoordelijkheid neem je richting je werknemers en hoeveel geld wil je hier voor vrijmaken? En, heel belangrijk, hoe betrek je je werknemers hierbij? Met DC-regelingen verschuift – ten opzichte van DB-regelingen – het risico en de verantwoordelijkheid van de werkgever naar de werknemer, denk bijvoorbeeld aan het beleggingsrisico.” Alleen lijkt die werknemer er vaak nog niet goed op voorbereid. Voor veel mensen is pensioen nog altijd een ver-van-mijn-bed show, wat Van der Wal de nodige zorgen baart, zeker nu de eigen verantwoordelijkheid toeneemt. “We zien dat de pensioenbetrokkenheid van Nederlanders nog steeds laag is en als dat niet significant verandert, hebben we een slechte job gedaan. Het is belangrijk dat je als individu inzicht krijgt in het totaalplaatje van je inkomen voor later. Dan kun je zo nodig nog maatregelen nemen.” Om die betrokkenheid handen en voeten te geven heeft NN bijvoorbeeld een app ontwikkeld, die ook te gebruiken is als je geen Nationale Nederlanden-deelnemer bent. Hiermee krijg je snel en makkelijk inzicht in je pensioen en de mogelijkheden om hier iets aan te doen. Ook organiseert de pensioenverzekeraar voorlichtingsevents C F O M AG AZ I N E • 2 2 0 1 6 • 4 9 Risk, control & compliance voor allerhande doelgroepen: ZZP’ers worden bediend in het NN DE Café, er zijn debatsessies met studenten, er wordt samengewerkt met weekblad VIVA en NationaleNederlanden-werknemers trekken jaarlijks het land in om op basisscholen voorlichting te geven. “Voor mij is het een persoonlijke missie om hier iets in te bewerkstelligen. We werken veel met pilots om te kijken wat werkt en wat niet. Het is een kwestie van een lange adem en blijven volhouden. Als NN hebben we een maatschappelijke verantwoordelijkheid”, aldus Van der Wal resoluut. In de praktijk blijkt dat de meest krachtige manier om werknemers actief te laten nadenken over hun pensioen is wanneer verschillende partijen samenwerken. Waar werkgever, adviseur en pensioenuitvoerder gezamenlijk optrekken in het voorlichten van de werknemers worden de grootste succes geboekt. Nu kiest 95 procent van de pensioendeelnemers in DC-regelingen voor de ‘default optie’, het standaardpakket. Van der Wal ziet dat dit verandert wanneer werknemers geactiveerd worden om met hun pensioen bezig te gaan. “We organiseren samen met de werkgever voorlichtingsbijeenkomsten (zie kader) en dan zie je dat mensen daarna meer gebruik maken van onze portals en er meer bewuste keuzes gemaakt worden. Ook bieden we met ‘Pensioen in de mix’ specifiek voor HR ondersteuning om hen in staat te stellen werknemers beter te helpen. Uiteindelijk gaat het om denken én doen.” Tot zijn genoegen ziet Van der Wal dat veel bedrijven de handschoen oppakken en een ruime invulling geven aan hun wettelijke zorgplicht. “Het is deels onontgonnen gebied, omdat de pensioenwereld zo snel verandert. Je moet durf, lef en moed hebben en nieuwe manieren zoeken om daar op de juiste manier op in te spelen. Ook wij leren continu bij over hoe we de werknemer het beste tot dienst kunnen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat als we hier over vijf jaar weer zitten de pensioenwereld fors veranderd is. Dat we terugkijken en vaststellen: dat is heel snel gegaan. Maar we hebben actief richting gegeven aan die veranderingen.” • Praktijkcase: samenwerking pensioenverzekeraar en werkgever Hoe ziet zo’n samenwerking tussen adviseur, werkgever, OR en pensioenverzekeraar er in de praktijk uit? Bij een bedrijf van 1000 medewerkers zijn in totaal 16 presentaties gegeven (zowel Nederlands als Engels) die, na een uitgebreid en zorgvuldig uitnodigingstraject, door ongeveer 80 procent van de werknemers werd bezocht. De rolverdeling binnen de sessies was dat de werkgever opende en de achtergrond schetste van de nieuwe pensioenregeling, waarna de OR vanuit hun perspectief toelichting gaf op het besluitvormingsproces en hun rol daarin. Vervolgens gaf NN Pensioencommunicatie uitleg over de regeling van de werkgever, maar ook uitdrukkelijk hoe medewerkers op een laagdrempelige manier inzicht kunnen krijgen wat de pensioenregeling voor henzelf betekent. Na afloop van de presentaties zijn in samenwerking met de adviseur en NN persoonlijke gesprekken gevoerd met medewerkers voor het geven van toelichting op persoonlijke vragen. Ook die werden goed bezocht en hoog gewaardeerd door de deelnemers. Ook in de fase erna blijft via een klantmanager nauw contact tussen de betrokken partijen bij de werkgever en NN. 50 • CFO MAGAZINE • 2 2016