Het Baskisch: een ergatieve taal

advertisement
Het Baskisch: een ergatieve taal
Het Baskisch is, samen met een aantal Kaukasische talen, een van de weinige Europese talen
met een ergatief naamvalssysteem. De ergatief is een speciale vorm voor het onderwerp van
een overgankelijk werkwoord:
OVERGANKELIJK
ONOVERGANKELIJK
Ni-k neska ikusten dut.
Ik-ERG meisje zien HULPW
Ik zie het meisje
Ni etorri naiz
Ik komen HULPW
Ik ben gekomen
Het onderwerp van het overgankelijke werkwoord van de eerste zin, ni ‘ik’, krijgt het
achtervoegsel -k ter aanduiding van de ergatief; het lijdend voorwerp neska ‘meisje’ blijft
ongemarkeerd, net als ni, het onderwerp van het onovergankelijke werkwoord in de tweede
zin. Dit is precies omgekeerd aan het accusatiefsysteem in Indo-Europese talen zoals het
Latijn, het Russisch en het Duits, waarin het lijdend voorwerp van een overgankelijk
werkwoord gemarkeerd wordt met een aparte naamval (‘meisje’ staat in de accusatief), en het
onderwerp in zowel de overgankelijke als de onovergankelijke zin (‘ik’) ongemarkeerd blijft
in de nominatief. Hoewel ergatieve talen minder vaak voorkomen dan talen van het
accusatieve type, zijn ze wijd verbreid over de hele wereld: in de Kaukasus, het Verre Oosten,
Zuid-Azië, Amerika, Australië en het gebied van de Stille Oceaan.
Download