Samenvatting expertmeeting PGB dd. 13 februari 2012. Vraagstelling/doelstelling Realisatie eigen regie: hoe kunnen we de ZIN zodanig flexibiliseren, dat eigen regie centraal staat? Tegen welke belemmeringen lopen we daarbij aan? Waar gaat dat juist al langer goed? Hoe ligt de relatie met (een eventueel onderaannemerschap van) ZZP-ers? Opening met een plenair deel Bij de inleiding (nog vóór de twee groepsgesprekken begonnen) kwam vanuit de leden al duidelijk naar voren dat ZIN en PGB twee ongelijke grootheden zijn die we ook niet gelijk moeten wíllen schakelen. PGB is van oorsprong ook anders bedoeld dan ZIN: zorg in huis, zoals het gezin het zelf wil, met de gezinsleden zelf ‘aan de knoppen’ om te sturen. De kern van PGB-zorg is immers het opdrachtgeverschap van de cliënt. Dat is per definitie in een instelling onmogelijk. Een ZIN-instelling heeft een heel apparaat nodig, met regels omtrent CAO, ATW en IGZ, met een verantwoordings- en registratieplicht, met overhead én met onze eigen professionele standaarden. Daar zijn de huidige tarieven ook op gebaseerd. Bij de huidige PGB-maatregelen van het Kabinet zie je twee lijnen ontstaan: PGB gaat ZIN-kenmerken krijgen: slechts toegankelijk met een verblijfsindicatie, er moet een zorgplan komen, het zorgkantoor moet gaan toetsen terwijl men daar weinig inhoudelijke kennis over zorg heeft; ZIN moet steeds meer op PGB gaan lijken. Onze leden geven aan: het is óf – óf, maar ga het niet vermengen. Een enkele deelnemer geeft aan: als de overheid in dat dilemma voor PGB kiest, mag dat ten koste van ZIN gaan. Tegelijkertijd geldt: in beide systemen moet en kan de zorg cliëntgericht geleverd worden. Rapportage uit groep 1 De leden drongen aan op echte persoonsvolgende bekostiging (PVB), nl. ZIN-geld aan de klant koppelen, zodat hij of zij ‘met de voeten kan stemmen’, zoals hij dat ook doet bij PGB (als ik niet tevreden ben, dan neem ik een andere hulpverlener), zonder tussenkomst van de verzekeraar met de klem van de contracteerruimte. Er kwam een suggestie van de mogelijkheid om als reguliere aanbieder een aparte BV voor PGB-zorgverlening op te richten (dus vanuit een ZIN-instelling): apart personeel, betaald uit PGB-gelden, zorg leverend aan slechts PGB-klanten. Voordeel: geen CAO, geen ATW, geen IGZ. Rapportage uit groep 2 De PGB-maatregelen hebben juist de doelgroep voor wie het ooit bedoeld was (en die er het meest bij gebaat is) hard geraakt. Ook zit de toename in PGB-kosten niet bij deze groep. Sterker nog, juist die cliënten waar men voorheen de zorg draaiende hield door 1 slimme combinaties van PGB-gelden in een op maat gesneden combinatie van zorg thuis met dagopvang en met logeren, komen door het vervallen van de extramurale PGBgelden en door de nieuwe criteria in de problemen. Het zal tot duurdere en (minder zelfsturende) intramurale opvang leiden. Voorbeeld: een instelling heeft relatief dure KDC’s opgeheven doordat veel kinderen met PGB of ZIN in het reguliere onderwijs terecht konden. Nu ziet men daar, door de gestapelde bezuinigingen binnen het onderwijs en de AWBZ momenteel weer een toename van KDC vragen. Het beeld dat zorgorganisaties inflexibel zijn is onjuist en sluit niet aan bij de praktijk. Eén deelnemer geeft aan: het PGB heeft zich binnen de AWBZ-aanbieders mede dankzij de expertise in de ZIN kunnen ontwikkelen tot wat het nu geworden is. ZIN is wél meer gebonden aan allerlei wettelijke eisen en maatregelen. Zie de inleiding bij het plenaire deel. Door onze overhead kunnen we voor hetzelfde tarief minder uren ZIN leveren dan PGB. Hier spreken we van de noodzaak van een level playing field: zonder eisen als ATW, kwalificatiestructuur, CAO, IGZ etc. bied je gemakkelijk goedkopere zorg, maar die zorg ontbeert de kwaliteitsborging. Wat willen we als samenleving en als sector? Plenaire discussie na de pauze VWS stelt: PGB is in de loop der jaren geëxplodeerd, o.a. naar mensen die de zorg niet of nauwelijks nodig hebben. Tegelijkertijd heeft PGB ook innovaties gebracht (ouderinitiatieven, Thomashuizen). VWS wil nu de groei afremmen (nog wel een beetje groei, maar niet zoveel meer als tot nu toe) en vraagt aan de huidige ZIN-aanbieders: nemen jullie dan die innovaties over. Twee vliegen in één klap: bezuinigen en toch kwaliteit/innovatie leveren à la PGB. VWS vraagt aan ons: waarom lukt dat bovenstaande niet of onvoldoende? Wat is daarin de belemmering? VWS staat nu open voor opmerkingen en suggesties vanuit de instellingen. Daar willen we zeker op inspelen. Primair worden de al eerder genoemde punten genoemd die inherent zijn aan ZIN: regels in de CAO, ATW; kwaliteitstoetsing (IGZ); verantwoordings- en registratieplicht; de macht van de verzekeraar (contracteerruimte, bemoeienis met de inhoud). Vanuit de zaal wordt dat aangevuld met een aantal punten: In het systeem wordt aan de ‘voorkant’ onafhankelijk geïndiceerd, maar die ruimte spoort niet met de financiële ruimte aan de achterkant. Er gaat dus in het systeem een aanpassing plaatsvinden. De poort wordt als het ware een trechter. Deze discrepantie leidt tot overheidsmaatregelen (korting op het tarief of op het pakket). Dat leidt er toe dat keuzevrijheid en Zorg op Maat (ZOM) in het gedrang komen, zoals ook het Platform-VG aangeeft. Desondanks worden er wel degelijk initiatieven in ZIN-instellingen geïntroduceerd (van Boeijen met wooninitiatieven). Het is niet zo zwart-wit, alsof bij de ZIN niks kan. 2 Mogelijk zegt een deel van de leden dat het PGB-systeem mag toenemen ten koste van het ZIN-systeem. Er zijn echter ook leden die juist aangeven: ZIN met wettelijke borging van kwaliteit, professionaliteit en CAO moet juist blijven bestaan als tegenhanger van het ‘vrijere’ PGB (graag wel wat regelarmer). Juist dat is keuzevrijheid: wil de cliënt een wettelijk geborgde zorg of een ‘vrije PGB-zorg’? Overigens 1: we willen vanuit het bureau aangeven dat het hier een nuttige bijeenkomst was, maar dat het inventariserend en brainstormend van karakter was, ook met de externe partijen. Het betreft nadrukkelijk nog geen VGN-standpunten. Overigens 2: wel met veel dank aan allen die deze inbreng mogelijk maakten. Het helpt de discussie verder. Februari 2012, Utrecht, VGN Namens de VGN medewerkers, Frits Mul Deelnemers expertmeeting PGB dd. 13 februari 2012 VGN Dhr. Dik van Bruggen Dhr. André Leferink Mw. Patty van Belle Mw. Hanneke Vrielink Mw. Els Heldeweg Dhr. Roelof Zwier Mw. Marjolein Bolt Dhr. Henk Stoel Mw. Aukina de Bruin Mw. Ilse Hendriks Dhr. Willem de Gooyer Dhr. Ad Romme Dhr. Jos Hiel Dhr. Dick Overdevest Dhr. Jaap van der Pol Esdegee-Reigersdael Twentse Zorgcentra Stichting Arduin Cordaan Zozijn Schreuderhuizen Kentalis Philadelphia Philadelphia Hartekamp Groep Steinmetzdecompaan Steinmetzdecompaan Gemiva Gemiva NOV Dhr. Anno Pomp Dhr. Leo Beekmans Dhr. Frans van der Pas Mw. Dorien Kloosterman VWS VWS Per Saldo PlatformVG Dhr. Martijn Koot Dhr. Frits Mul Dhr. Hans Cosijnse Dhr. Gerwin van der Lei Mw. Alice Dallinga VGN (dagvoorzitter) VGN VGN VGN VGN 3