RAADSVOORSTEL 10.0147 Rv. nr.: 10.0147 B&W-besluit d.d.: 23-11-2010 B&W-besluit nr.: 10.1236 Naam programma + onderdeel: Programma 6 Stedelijke ontwikkeling / Volkshuisvesting / woonwagens Programma 9 Welzijn en Zorg / Samenlevingsopbouw / Sociaal maatschappelijke ondersteuning TVP. Onderwerp: Vaststelling notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) Trekvaartplein d.d. 17 november 2010 en financiering van de uitvoering van het programma SMO. Aanleiding: Uit de begrotingsbehandeling in de raad op 10 en 11 november jl. is gebleken dat de gemeenteraad graag wil besluiten over het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) Trekvaartplein, gelet op eerdere berichtgeving dat het SMO in de commissie en de raad aan de orde zou komen. Doel: Gevraagd wordt de notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) vast te stellen en te besluiten over de financiering hiervan, zodat dit programma uitgevoerd kan worden. Het programma SMO heeft tot doel maatschappelijke achterstanden bij bewoners van het Trekvaartplein te verkleinen, door een aantal jaar extra sociale en maatschappelijke ondersteuning te bieden en dit zoveel mogelijk onder te brengen bij reguliere sociale en maatschappelijke organisatie. Op die manier wordt gefaseerd afgestapt van categoraal beleid. Het programma SMO maakt deel uit van een integrale aanpak met betrekking tot de herinrichting van het Trekvaartplein, hetgeen ertoe moet bijdragen dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt. Kader: Op 22 december 2006 is door het College van de Gemeente Leiden het principebesluit genomen om te komen tot herstructurering en gedeeltelijke deconcentratie van het Trekvaartplein. Op 25 maart 2008 is de Nota van Uitgangspunten Trekvaartplein e.o. vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de identiteit van het Trekvaartplein die van een volwaardige Leidse woonbuurt met woon-, verblijfs- en gebruikskwaliteit wordt met een eventueel nieuw buurthuis. Op 7 juli 2009 heeft de gemeenteraad het uitvoeringsbesluit herstructurering Trekvaartplein genomen. Op 29 juni 2010 heeft het college de notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein vastgesteld. Op 2 november heeft het college een brief aan de raad vastgesteld waarin de raad wordt geïnformeerd over een aantal zaken die betrekking hebben op het Trekvaartplein. In de brief wordt onder andere aangegeven dat het college voornemens is een tijdelijke voorziening in de vorm van portocabins te plaatsen op het Trekvaartplein en daarmee de motie inzake het buurthuis Trekvaartplein als afgedaan te beschouwen. Ook wordt de raad geïnformeerd over de stand van zaken rond het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein en de afbouw van de subsidie aan de Stichting Woonwagenwerk regio Leiden. Op 11 november heeft de gemeenteraad bij amendement op de begroting duidelijk gemaakt dat de notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning zo spoedig mogelijk aan de raad ter beoordeling en vaststelling dient te worden aangeboden. Vandaar dat het college het reeds eerder genomen besluit over Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning op 23 november heeft ingetrokken en de raad 1 voorstelt om een besluit te nemen over (de financiering van) dit onderwerp. Hierbij wordt opgemerkt dat de voorliggende notitie SMO is geactualiseerd ten opzichte van de notitie die een aantal maanden geleden door het college is vastgesteld, zodat deze recht doet aan de actuele situatie. Overwegingen: In de afgelopen jaren heeft het welzijnswerk in Leiden zich ontwikkeld van een categorale- of doelgroepaanpak naar wijkgericht welzijnswerk. Het is daarom logisch dat deze ontwikkeling wordt voortgezet bij de bewoners van het Trekvaartplein. Vandaar dat het college op 29 juni 2010 heeft besloten de sociaal maatschappelijke ondersteuning van de bewoners van het Trekvaartplein anders in te richten. De subsidie aan de Stichting Woonwagenwerk wordt in een periode van drie jaar afgebouwd. In deze drie jaar wordt voorgesteld het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein uit te voeren. Het besluit is mede ingegeven door de wens om in Leiden sociale functies onder te brengen bij reguliere sociale en maatschappelijke organisaties en af te stappen van categoraal beleid. Bij de bewoners van het Trekvaartplein zijn achterstanden geconstateerd op het gebied van onderwijs en werk en inkomen. Om deze achterstanden aan te pakken is voor een beperkt aantal jaar extra aandacht nodig voor deze personen. Hiervoor is de notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein geschreven. Doel van dit programma is dat alle sociaal maatschappelijke ondersteuning wordt ondergebracht bij de reguliere instanties. Door de ondersteuning te intensiveren wordt een begin gemaakt bij het inlopen van achterstanden op het gebied van onderwijs en werk en inkomen onder de bewoners van het Trekvaartplein. De activiteiten uit dit programma versterken de zelfredzaamheid, ontwikkelingskansen, sociale redzaamheid, emancipatie en participatie van de bewoners van het Trekvaartplein. Het onderbrengen van het werk bij de reguliere organisaties is des te meer noodzakelijk, omdat het college zich genoodzaakt heeft gezien het structurele budget voor maatschappelijke ondersteuning bij de lopende bezuinigingsoperatie in te zetten voor de dekking van het tekort vanaf 2014. Kortom, vanaf 2014 zijn de financiële middelen die tot op heden steeds werden en worden uitgegeven (aan Stichting Woonwagenwerk of aan het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein) in het geheel niet meer beschikbaar. Het is belangrijk dat de sociaal maatschappelijke ondersteuning dan in zijn geheel is ondergebracht bij de reguliere instanties. Het programma SMO is er dus op gericht ‘zichzelf overbodig te maken’ en bewoners van het Trekvaartplein gedurende een bepaalde periode (vooralsnog 3 jaar) te geleiden naar zelfredzaamheid door achterstanden op sociaaleconomisch en maatschappelijk gebied in te lopen. Bij het programma SMO gaat het erom samenwerking en coördinatie te realiseren. Hierdoor worden activiteiten en producten van verschillende instanties op het terrein van werk en inkomen en opleiding (ook die van de Stichting Woonwagenwerk) goed op elkaar afgestemd. Vooralsnog hebben bijvoorbeeld het Regionaal Opleidings Centrum (ROC), een basisschool, de Kamer van Koophandel en woningcorporatie Portaal en Libertas aangegeven hier graag aan mee te willen werken. Voor de specifieke invulling van het programma SMO wordt gekeken welke instanties zullen worden ingezet. Hierbij is ook de inbreng en de expertise van de (medewerkers van de) Stichting Woonwagenwerk gewenst. Met deze partners wordt gekeken hoe het SMO met concrete acties en activiteiten vorm kan worden gegeven. Het programma SMO is in nauwe samenwerking met de bewoners(vertegenwoordiging) van het Trekvaartplein tot stand gekomen. De uitvoering van het programma SMO was inmiddels gestart. In samenspraak met de bewonersvertegenwoordiging Trekvaartplein is afgelopen zomer besloten om met de jongeren te beginnen. Het percentage jongeren zonder startkwalificatie is op het Trekvaartplein aanzienlijk hoger dan in de rest van 2 Leiden en op dit onderwerp is een grote winst te behalen. De concrete aanpak zou binnenkort met desbetreffende jongeren individueel besproken worden. De uitvoering van het programma SMO is echter opgeschort, totdat de raad zich heeft uitgesproken over het plan. Financiën: Het college heeft op 29 juni 2010 besloten dat de subsidie aan Stichting Woonwagenwerk regio Leiden (€ 183.788,- per jaar) in de jaren 2010 tot en met 2012 geleidelijk zal worden afgebouwd. De raad wordt voorgesteld het beschikbaar komende bedrag tot en met 2013 geheel in te zetten voor de uitvoering van het SMO. Voor de jaren 2010 tot en met 2013 gaat het om een totaalbedrag van € 393.788,-. Per jaar komt dit neer op: 2010 € 30.000,-; 2011 € 60.000,-; 2012 € 120.000,2013 € 183.788,Evaluatie: Niet van toepassing. Bijgevoegde informatie: 1. Notitie ‘Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning’ d.d. 17 november 2010. RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 10.0147 van 2010), mede gezien het advies van de commissie BESLUIT: 1. De notitie ‘Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning’ (SMO) d.d. 17 november 2010 vast te stellen, met als belangrijkste constateringen en uitgangspunten: a) Er zijn achterstanden onder de bewoners van het Trekvaartplein op het gebied van opleiding(sniveau), werk en inkomen; b) Vanuit het programma SMO wordt de bewoners tot en met 2013 extra sociale en maatschappelijke ondersteuning geboden, waardoor achterstanden zoveel mogelijk kunnen worden ingelopen; c) De sociaal-maatschappelijke ondersteuning van de bewoners van het Trekvaartplein wordt zoveel mogelijk ondergebracht bij reguliere sociale en maatschappelijke organisaties. Op die manier wordt categoraal beleid gefaseerd beëindigd in aansluiting op het Uitvoeringsplan Wijkgericht Welzijn (B&W 09.1357, d.d. 1 december 2009) dat het uitvoeringsplan is van het beleidsplan WMO 2008-2012 “Participatie Centraal” (RV 08.0007, d.d. 28 januari 2008); d) De uitvoering van het plan richt zich vooral op het goed afstemmen van activiteiten en producten van verschillende instanties, zoals onder meer Libertas, het Regionaal opleidingscentrum en voor zover nog gesubsidieerd en van toepassing Stichting Woonwagenwerk regio Leiden; e) De concrete uitvoering van het plan gebeurt zoveel mogelijk in overleg met de bewoners(vertegenwoordiging). 3 2. De kosten voor de uitvoering van het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein tot en met 2013 te dekken uit de middelen die vrijkomen door de afbouw van de subsidie aan de Stichting Woonwagenwerk regio Leiden, waarbij het gaat om een totaalbedrag van € 393.788,en de meerjarenraming hierop aan te passen. Gedaan in de openbare raadsvergadering van 16 december 2010, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 16 december 2010 ongewijzigd vastgesteld. Voor de behandeling in de raad was het voorstel middels een erratum gewijzigd. 4 TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: Organisatieonderdeel: Telefoon: E-mail: Annemiek Smulders Realisatie 071-516 5866 [email protected] Verantwoordelijk portefeuillehouder: Burgemeester Communicatie: n.v.t. 5 Bijgevoegde informatie: Notitie ‘Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning’ (SMO) d.d. 17 november 2010 ADVIES PRESIDIUM Doel: Behandelingsvoorstel: Opmerkingen/aandachtspunten: 6 B&W.nr. 10.1236, d.d. 23-11-2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein (SMO) BESLUITEN Behoudens advies van de c ommissi e 1. 2. 3. Het besluit d.d. 29 juni 2010 inzake de notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein in te trekken. Het gaat hier om besluitpunten 1C en 2 in B&W nummer 10.0697, waar werd besloten de notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning vast te stellen en te financieren vanuit de middelen die vrijkomen uit de afbouw van de subsidie aan de Stichting Woonwagenwerk regio Leiden in de jaren 2010 tot en met 2013; De gemeenteraad voor te stellen de notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein d.d. 17 november 2010 vast te stellen, waarin wordt beschreven hoe de bewoners van het Trekvaartplein tot 2014 in staat worden gesteld hun achterstand op maatschappelijk gebied in te lopen; De gemeenteraad voor te stellen de kosten voor de uitvoering van het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein tot 2014 te dekken uit de middelen die vrijkomen door de afbouw van de subsidie aan de Stichting Woonwagen regio Leiden. Samenvatting Het college stelt de gemeenteraad voor het eerder door het college vastgestelde programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) Trekvaartplein, vast te stellen. De raad heeft namelijk aangegeven dit plan graag zelf vast te willen stellen. Het programma SMO heeft tot doel maatschappelijke achterstanden bij bewoners van het Trekvaartplein te verkleinen, door een aantal jaar extra sociale en maatschappelijke ondersteuning te bieden en dit zoveel mogelijk onder te brengen bij reguliere sociale en maatschappelijke organisatie. Op die manier wordt gefaseerd afgestapt van categoraal beleid. Het programma SMO maakt deel uit van een integrale aanpak met betrekking tot de herinrichting van het Trekvaartplein, hetgeen ertoe moet bijdragen dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt. 7 Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein Bestuurlijk Opdrachtgever: Henri Lenferink Ambtelijk Opdrachtgever: Jan Schreurs Opgesteld door: Arie Voorburg Overige projectgegevens: Locatienaam: Trekvaartplein Projectnummer: 37 (zie PRIL) Procesmanager Woonwagenzaken: Chris de Mol Projectmanager: Arie Voorburg Datum: 17 november 2010 8 0. Samenvatting ........................................................................................................... 10 0.1. Doelen .................................................................................................................................................. 11 0.2. Acties .................................................................................................................................................... 12 0.3. Middelen ............................................................................................................................................... 12 1. Inleiding.................................................................................................................... 14 1.1 Achtergrond: Voorgeschiedenis & Bestaand Beleid ............................................................................. 14 1.1.1. Knelpuntennota 1997 ........................................................................................................................ 14 1.1.2. Sociale Analyse ................................................................................................................................... 7 1.1.3. Buurthuis 14 1.2. Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning tot heden ............................................................................ 15 1.3. Leeswijzer............................................................................................................................................. 15 2. Analyse & Inventarisatie: De opgave ..................................................................... 16 2.1. Het Trekvaartplein ................................................................................................................................ 16 2.1.1. De gemeenschap .............................................................................................................................. 16 2.1.2. Kinderen & Jongeren ......................................................................................................................... 17 2.1.3. Gezinnen 18 2.1.4. Ouderen en jongere mensen met een functiebeperking ................................................................... 18 2.2. Samenvatting........................................................................................................................................ 19 3. Programma Sociaal Maatschappelijk Ondersteuning .......................................... 20 3.1. Samenwerken & Verbinden .................................................................................................................. 20 3.2. Van Herstel- naar Vooraf-beleid ........................................................................................................... 21 3.3. Algemene uitgangspunten .................................................................................................................... 21 3.4. Het Programma .................................................................................................................................... 22 3.4.1. Kinderen 22 3.4.2. Jongeren 24 3.4.3. Gezinnen 25 3.4.4. Ouderen en jongere mensen met een functiebeperking ................................................................... 27 3.4.5. Doelgroepoverstijgende Maatregelen ............................................................................................... 27 3.4.6. Multiprobleemhuishoudens ............................................................................................................... 28 3.5. Realisme & Risico’s .............................................................................................................................. 29 3.6. Samenvatting........................................................................................................................................ 29 4. Vervolgstappen ....................................................................................................... 31 4.1. Organisatie SMO .................................................................................................................................. 31 4.2. Directe Acties ....................................................................................................................................... 31 4.3. Leren voor het vervolg .......................................................................................................................... 32 4.4. Middelen ............................................................................................................................................... 25 9 0. Samenvatting Op 22 december 2006 is door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden het principebesluit genomen om te komen tot herstructurering en gedeeltelijke deconcentratie van het Trekvaartplein. Het uitvoeringsbesluit herstructurering Trekvaartplein is op 7 juli 2009 genomen. Naast deze fysieke herstructurering is ook vraag naar herstructurering en een plan voor de Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) op het Trekvaartplein. In 2006 is een sociale analyse uitgevoerd waaruit bleek dat de inspanningen voor een deel de positie van bewoners versterkt was ten opzichte van 1997. Met name waar het gaat om de onderwijspositie van kinderen. Ondanks verbetering die al gerealiseerd is, is het percentage bewoners met een WWB uitkering en het percentage bewoners dat ingeschreven staat bij CWI nog steeds beduidend hoger dan het gemiddelde in vergelijkbare woonwijken. Sinds 2006 zijn er al diverse werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van informatie voorziening, het creëren van draagvlak en het voorbereiden van vervolgstappen. Dit heeft geresulteerd in “Sociale analyse Trekvaartplein” (december 2006). Tevens is er een vragenlijst onder bewoners van het Trekvaartplein verspreidt, waarvan de resultaten zijn verwerkt in een memo (Resultaten vragenlijst SMO, oktober 2008). Dit koersdocument geeft aan wat vanuit de positie van de bewoners noodzakelijk ingrepen zijn. Ondanks de vooruitgang die is geboekt, is van een “geïntegreerde aanpak” echter niet- of zeer beperkt sprake. Dit met uitzondering van werk en inkomen, schoolkeuze en deelname van jongeren aan het onderwijs. Soms is zelfs sprake van minder dan de regulier te verwachten aandacht. De factor “onderlinge betrokkenheid, zorg en positieve aandacht voor elkaar” is door de bewoners wel in stand gehouden. In maart 2009 is er door het projectmanagementbureau een Plan van Aanpak opgesteld om inzicht te verkrijgen in de sociaal-maatschappelijk en economische positie van de bewoners en te komen tot een integrale en ketengericht programma Sociaal maatschappelijke Ondersteuning (SMO). Tevens worden de mogelijkheden van een maatschappelijke voorziening op het Trekvaartplein onderzocht. Deze rapportage vormt daarmee input en het fundament voor een verdiepte uitwerking in vervolgstappen. Het programma SMO is tot stand gekomen door actief op mensen af te stappen, het opsporen van ‘stille’ problematiek met een focus op wat bewoners wél kunnen en mensen geen etiket geven. Niet met papier, maar door individuele gesprekken. Door de combinatie van werksessies met bewoners en maatschappelijke partijen met huisbezoeken (1 op 1 gesprekken) wordt aangesloten bij hetgeen mensen geboden moet worden in de vorm van ondersteuning en hulp. Het samenleven op het Trekvaartplein bestaat uit een op zich hechte gemeenschap die zich door de investering in zichzelf en de be- en geleiding vanuit de gemeenste versterkt heeft, ‘maar er nog niet is’. Een gemeenschap die zich de laatste jaren ook steeds meer heeft ontwikkeld van een gesloten en intern georganiseerde gemeenschap naar een meer gerichtheid op de ‘buitenwereld’. Ook dit kan en moet verder versterkt worden wil de gemeenschap zich ontworstelen als specifieke doelgroep (normalisatie). Er bestaat nog een sterke kwetsbaarheid en sociaal-economische afhankelijkheidsrelatie. Mede vanwege de gemiddeld relatief lage scholing en inkomens slagen de bewoners er nog onvoldoende in om de ontwikkeling van hun talenten te waarborgen en een betere maatschappelijke 10 positie te verwerven (loskomen van een ‘afhankelijkheidsrelatie’). Door het veelal ontbreken van kwalificaties en door stigmatisering ervaren veel bewoners het lastig/problematisch om (vast) werk te vinden in de reguliere arbeidsmarkt. Kinderen en jongeren hebben een extra steuntje in de rug nodig om hun maatschappelijke en economische positie in de maatschappij te kunnen bemachtigen. Het gaat zeker niet slecht met de kinderen en jongeren, maar de ‘lastendruk’ is groter dan in het algemeen op kinderen en jongeren wordt gelegd. Overigens is dit niet uniek voor de bewoners van het Trekvaartplein, dit geldt voor veel groepen die zich in kwetsbare posities bevinden. Een deel van de bewoners van het Trekvaartplein bevindt zich in kwetsbare posities en op hen zal het toekomstige beroep op zelfredzaamheid het hardst neerdalen. Het is om die reden dat het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) anticipeert op de veranderende maatschappelijke context. De analyse benadrukt de noodzaak tot een (tijdelijk) krachtig sociaal-maatschappelijk programma. Een maatschappelijk programma waar een individueel traject met bewoners wordt voorgestaan met als doelstelling: ondersteuning is slechts tijdelijk. De activiteiten zijn erop gericht de dat bewoners op de middellange termijn (3 jaar) hun maatschappelijke positie hebben verbeterd en blijvend kunnen verbeteren. Afhankelijkheidsrelaties van instanties zijn teruggebracht en de externe oriëntatie voorzieningen en (sociale) netwerken is versterkt. Het programma SMO kijkt vooruit door interventies en extra inspanningen gericht op veranderingen in de sociale infrastructuur. De focus ligt op samenwerking, afstemming, coördinatie en integrale aanpak van achterstanden. Het gaat in veel gevallen om het verbinden van activiteiten en ‘producten’ van en tussen de verschillende instanties. Het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning is de 'kunst van het verbinden'. De wil en inzet van (bijvoorbeeld) ROC, basisschool, KvK, Portaal is er en activiteiten, programma’s zijn al ‘voorradig’ en/of aanpasbaar te maken voor de bewoners van het Trekvaartplein. Een maatschappelijk programma dat er op gericht is ‘zichzelf overbodig te maken’ en bewoners gedurende een bepaalde periode (vooralsnog 3 jaar) te geleiden naar zelfredzaamheid en los te komen van de noodzaak van aandacht/begeleiding door categorale voorzieningen.. Het programma SMO versterkt de zelfredzaamheid van volwassenen en ondersteunt de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren. 0.1. Doelen De gemeente Leiden streeft ernaar dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt. Daarom wordt naast de plannen voor fysieke herstructurering ook deze kaderstellende notitie voor de Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) opgesteld. Het plan SMO richt zich met name op de terreinen scholing en werk en inkomen. Op deze terreinen is er een achterstand onder de bewoners van het Trekvaartplein ten opzichte van andere Leidse wijken. Deze doelstelling is vertaald in een aantal subdoelstellingen, welke specifiek worden ingevuld voor kinderen, jongeren, gezinnen en senioren: 1. Versterken van de zelfredzaamheid door middel van volwassen en jongeren scholing (startkwalificaties, leer-werktrajecten, beroepskwalificatie, schrijf-, lees- en taalvaardigheid) 11 2. Versterken van de sociale redzaamheid en participatie (door middel van sociale activering, arbeidstoeleiding en/of zorg- en hulpverleningstrajecten); het versterken van de eigen identiteit en competenties. 3. Versterken van de emancipatie, waaronder het versterken van sociale vaardigheden, (sollicitatievaardigheden zijn hiervoor een noodzakelijke voorwaarde), maatschappijoriëntatie, vrouwenemancipatie, versterken eigen toekomstmogelijkheden en wegnemen beperkingen. In onderstaande figuur zijn de doelstellingen en de onderlinge relaties schematisch weergegeven: 0.2. Acties Er dient direct met gerichte uitvoering van het programma te worden gestart: per doelgroep een geactualiseerd onderzoek naar de werkelijke situatie waarin de eventuele achterstand duidelijk zichtbaar is en daarop de acties bepalen die nodig zijn. procesafspraken met partners: sturen op de keten van betrokken instellingen door het maken van procesafspraken. Deze procesafspraken moeten over de gehele ketenaanpak van het programma gaan en niet over aparte projecten. Er moet aansluiting en samenhang zijn tussen de verschillende uitvoeringsorganisaties. Instellingen verbinden zich met elkaar aan de geformuleerde doelstellingen en zij relateren zich aan elkaar door middel van een ketenbenadering. organisatieontwikkeling, het initiëren, organiseren en in stand houden van de daarmee verbonden samenwerking tussen de uitvoerende ketenpartners / actoren, waaronder het onderwijs en de CWI, KvK, school en het Trekvaartplein uitwerking van programma SMO in ‘arrangementen’ (over de volle breedte van de vraagstelling/problematiek op het Trekvaartplein) uitwerken van een tijdelijke voorziening op het Trekvaartplein De activiteiten van het SMO zullen, nadat de Rolleman is afgebroken, in een tijdelijke voorziening plaatsvinden voor zover het nodig is dat deze activiteiten op het Trekvaartplein zelf zijn. Deze tijdelijke voorziening bestaat uit een aantal portocabins. 0.3. Middelen Activiteiten uit het SMO kunnen voor een deel worden gefinancierd uit reguliere middelen en/of bestaande afspraken (ROC, CWI, et cetera). Omdat het vanuit het SMO echter een extra inspanning betreft voor de bewoners van het Trekvaartplein zijn ook extra middelen nodig. Het college heeft op 29 juni 2010 besloten de subsidie aan de Stichting Woonwagenwerk van minimaal €183.000,- in drie jaar af te bouwen (globaal €60.000,- per jaar). Deze middelen kunnen worden ingezet voor activiteiten op het terrein van scholing en werk en inkomen waardoor het 12 participatieniveau van de bewoners van het Trekvaartplein in de toekomst in de richting gaat van dat van andere wijken in Leiden. 13 1. Inleiding Onder de bewoners van het Trekvaartplein zijn achterstanden geconstateerd op gebied van scholing en werk en inkomen. De gemeente Leiden streeft ernaar dat het Trekvaartplein een volwaardige Leidse woonbuurt wordt. Daarom wordt naast de plannen voor fysieke herstructurering ook dit plan van aanpak voor de Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) opgesteld. 1.1 Achtergrond: Voorgeschiedenis & Bestaand Beleid 1.1.1. Knelpuntennota 1997 In de Knelpuntennota uit 1997 is aangegeven dat het buurthuis in een grote behoefte voorziet. Het buurthuis heeft een rol gespeeld bij een project voor het bevorderen van deelnemen aan werk en inkomen. Dit project was gericht op het stimuleren en begeleiden van bewoners die een eigen bedrijf wilden starten of in loondienst wilden gaan werken. In 2000 en 2001 heeft een project gelopen, dat gericht was op het stimuleren en motiveren van ouders en kinderen om een goede studie- en opleidingskeuze te maken. Met dit project zijn aantoonbare resultaten gehaald. 1.1.2. Sociale analyse 2006 In de sociale analyse uit 2006 (vastgesteld op 22 december 2006), wordt aangegeven dat op een aantal punten door de bewoners gedurende de afgelopen jaren vooruitgang is geboekt. Voortgang is met name geboekt op het gebied van onderwijs. Alle kinderen volgen basisonderwijs en vervolg onderwijs. De verzuimcijfers en voortijdig schoolverlaten lijken niet onrustbarend. Ondanks verbetering die al gerealiseerd is, is het percentage bewoners met een WWB uitkering en het percentage bewoners dat ingeschreven staat bij CWI beduidend hoger dan het gemiddelde in vergelijkbare woonwijken. Ter bevordering van de arbeidsdeelname wordt bij Sociale Zaken gedacht aan individuele trajecten, coaching e.d. Dit betekent dat een plek waar dit plaats kan vinden (vertrouwde omgeving) van belang is (voor velen is de stap naar algemene voorzieningen een te grote drempel vanwege angst, schaamte). In de sociale analyse worden diverse activiteiten genoemd die vanuit het buurthuis worden georganiseerd en door bewoners erg worden gewaardeerd. Bewoners geven aan dat dit succes mede te danken is aan het feit dat dit in het eigen buurthuis kon plaatsvinden omdat dit als minder “bedreigend” wordt ervaren. In de Sociale Analyse is gesteld dat ondanks de onzekere en beperkte woon- en leefsituatie op het Trekvaartplein bewoners de eerdere achterstanden zelf (deels) hebben weggewerkt. Zij tonen een sterke motivatie om zich in te zetten voor verdere verbetering van hun maatschappelijke positie. De situatie anno 2006 (Sociale analyse 2006) geeft een (op eigen kracht van de bewoners bereikt), aantoonbaar beter beeld dan in 1997 (Knelpuntennota 1997). 1.1.3. Buurthuis Door het College is op 25 maart 2008 de Nota van Uitgangspunten Trekvaartplein e.o. vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de identiteit van het Trekvaartplein die van een volwaardige Leidse woonbuurt met woon-, verblijfs- en gebruikskwaliteit wordt en met een eventueel nieuw buurthuis. 14 Door de raad is in de raadsvergadering van 8 en 9 juli 2008, bij het nemen van het projectbesluit Herstructurering Trekvaartplein een motie aangenomen (motie 3; RV 08.0053) met de volgende tekst: “Het buurthuis in het uitvoeringsplan op te nemen, en hiertoe in overleg te treden met de bewoners van het Trekvaartplein en de bewoners van Poelgeest”. Daarom zijn, mede gelet op het gestelde in de Nota van Uitgangspunten en de motie (RV 08.0053) van de raad, de mogelijkheden voor een nieuw buurthuis, gericht op functies die voor de toekomst van belang zijn, onderzocht. De burgemeester heeft de raadscommissie Ruimte en Bereikbaarheid op 2 juli 2009 toegezegd dat het huidige buurthuis niet zal worden gesloopt vóór duidelijkheid is over een nieuwe gemeenschappelijke voorziening en dat indien noodzakelijk een tijdelijke voorziening zal worden gerealiseerd. In de begroting voor de herstructurering is geen budget opgenomen voor een permanente voorziening/buurtcentrum. Dit budget is ook nooit aanwezig geweest. 1 De financiële middelen om een permanent buurthuis te bekostigen zijn niet aanwezig. Om te kijken naar invulling en mogelijkheden van gedeelde financiering van een gemeenschappelijke voorziening is overleg geweest met de gemeente Oegstgeest, met woningbouwvereniging Portaal, met het ROC en met Libertas Leiden. Deze besprekingen zijn helaas op niets uitgelopen. In het licht van de financiële situatie is alsnog realiseren niet verantwoord. 1.2. Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning tot heden De Stichting Woonwagenwerk doet veel aan sociaal maatschappelijke ondersteuning op het Trekvaartplein. Ondanks de vooruitgang die is geboekt is van een “geïntegreerde aanpak” op diverse beleidsterreinen nog zeer beperkt sprake. Dit met uitzondering van werk en inkomen, schoolkeuze en deelname van jongeren aan het onderwijs (zie: ‘Project werk en inkomen en scholing 1998 – 2001’ d.d. 05-09-1997). Soms is zelfs sprake van minder dan de regulier te verwachten aandacht. De factor “onderlinge betrokkenheid, zorg en positieve aandacht voor elkaar” is door de bewoners wel in stand gehouden. 1.3. Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de resultaten van de analyses en inventarisaties weergegeven. Dit hoofdstuk bevat de opgave waarin het SMO moet voorzien. Het Programma SMO is uitgewerkt in hoofdstuk 3, waarin per doelgroep de doelen, de maatregelen en de resultaten zijn weergegeven. In hoofdstuk 4 is aangegeven welke stappen er ondernomen dienen te worden om het Programma SMO op te starten en welke beleidskeuzes er gemaakt dienen te worden. Hoofdstuk 5 tot slot bevat een overzicht waarin de te nemen stappen schematisch zijn weergegeven. 1 In de voortgangsbrief over initiatiefnota realisatie buurthuis Trekvaartplein d.d. 25 mei 2009 heeft het college aangegeven dat er geen middelen zijn voor een buurthuis. In de raadsvergadering van 7 juli 2009 wordt hierover gezegd dat een mogelijk tekort op de herinrichting van het Trekvaartplein zal worden gefinancierd uit de vereveningsreserve grondexploitatie. Deze biedt geen ruimte om daarnaast ook nog de stichtingskosten van een buurthuis te dekken. 15 2. Analyse & Inventarisatie: De opgave Het Trekvaartplein ondergaat de komende jaren een omvangrijke transformatie; niet alleen op fysiek, maar ook op sociaal gebied. In de loop van de komende 3 jaar zal de bewonerssamenstelling veranderen doordat mensen doorstromen naar een andere plek. Tevens zullen demografische ontwikkelingen (vergrijzing), veranderende gezinssamenstelling en het steeds meer werken van beide ouders en de behoefte aan scholing en integratie zich aankondigen. Een aantal bewoners heeft het op dit moment niet gemakkelijk en door een intensief sociaal programma kunnen deze mensen kansen op een betere toekomst worden geboden. Ook de bewoners van het Trekvaartplein worden geconfronteerd met een veranderende maatschappelijke en economische setting. De verantwoordelijkheid voor het vormgeven van het eigen leven en het slagen in de samenleving worden in toenemende mate bij het individu zelf gelegd. Zelfred- en zorgzaamheid waaraan men zelf moet werken; door ontplooiing, culturele vorming, sociale contacten en economische zelfredzaamheid. Gezien de nog relatieve kwetsbaarheid van een deel van de bewoners bestaat de kans dat mensen (verder) buiten de boot vallen en vervallen tot sociale uitsluiting op zowel het sociaal-culturele als op het economische domein, langdurige achterstand, en afnemende sociale participatie en normatieve integratie. De voorgegane inspanningen en resultaten kunnen daarmee (deels) te niet worden gedaan. 2.1. Het Trekvaartplein Op basis van uitgevoerde analyses, vastgesteld beleid én de gesprekken en werksessies met partijen en bewoners (inclusief de 1-op-1 gesprekken) is de sociaal-maatschappelijke en economische positie ‘geconstrueerd’. Dit resulteert in een constructie van hetgeen op het Trekvaartplein ‘voorradig’ is aan actieve individuen, hun sociale en economische capaciteiten en ervaren belemmeringen. De uitkomsten worden in relatie gebracht met potentiële aanknopingspunten en activiteiten (aanbod) in het brede scala aan de meer geïnstitutionaliseerde verbanden als scholen, welzijnsvoorzieningen, KvK, CWI, ROC en overheidsdiensten. 2.1.1. De gemeenschap Het Trekvaartplein is een sociaal-culturele gemeenschap waarin bewoners onderling intensieve contacten onderhouden en gemeenschappelijke normen en waarden delen. Toch zien ook de bewoners de veranderingen in de betrokkenheid op hun centra. Ook het Trekvaartplein leeft en verandert. Dit betekent niet alleen een verandering van de omgeving, de circulatie en het bewegen, het wonen, maar ook: migratie van bewoners, minder bewoners, deels andere bewoners, wijzigingen van de sociaaleconomische status en de plaatsgebondenheid. Het Trekvaartplein als ruimtelijk kader verandert, maar ook als leefgemeenschap. De familiebanden zijn erg hecht. Jongeren leven vaak in twee werelden; enerzijds de meer traditionele waarden en geborgenheid binnen de gemeenschap en anderzijds een ‘buitenwereld’ met andere (collectieve) waarden en eisen. Behoud van meer traditionele normen en waarden van het gezin en de aantasting van de solidariteit binnen de familie en binnen de woonwagengemeenschap zijn belangrijk. De zorg van de bewoners voor de kinderen en de binding tussen ouders en kind is zeer groot. Een groot aantal bewoners voelt zich gestigmatiseerd, niet gewaardeerd in hun woon-, werk- en levenswijze en ziet zich deels buitengesloten van het maatschappelijke proces. Van buitenaf een 16 gesloten, op zichzelf gerichte cultuur met geheel eigen normen, waarden en daarop gebaseerde patronen, maar zeker –mede gezien de investeringen van de laatste jaren- een gemeenschap die zich open naar de omgeving en de toekomst opstelt. Communicatie met andere, reguliere maatschappelijke systemen en de relatie met de omliggende wijken en de stad als geheel is verbeterd, maar dient verder te worden versterkt. Hiermee wordt mede verstaan de sociaalmaatschappelijke verschillen bespreekbaar te houden en de (woon)gemeenschap te waarderen. Er leven bij bewoners nog gevoelens van maatschappelijke frustratie met conservatieve houding als gevolg (zij en wij). De bewoners van het Trekvaartplein worden achtervolgd door het negatieve imago die ontwikkeling in de weg staat. Een gevolg is (onder andere) dat potentiële werkgevers weerstand hebben tegen het in dienst nemen van (woonwagen)bewoners. 2.1.2. Kinderen & Jongeren Een deel van de kinderen en jongeren van het Trekvaartplein stroomt op een (te) laag niveau door naar het voortgezet onderwijs en zijn kwetsbaar in de zin van: - een laag niveau van algemene kennis en schoolvaardigheden – vooral geletterdheid – van een deel van de ouders en daaruit voortvloeiend een laag niveau van geletterdheid in het gezin - een cumulatie van stressoren als gevolg van sociaaleconomische achterstand, traditionele opvoedingsstijlen en sociaal isolement (stigmatisering) - ontbreken van ‘rust en ruimte’ om te leren cq beperkte bewegings- en leerruimte in een woonwagen - beperkte mogelijkheden voor onderwijsbegeleiding door (een aantal) ouders - een aantal ouders hebben zelf weinig onderwijservaring. Voor jongeren is het perspectief op een goedbetaalde baan na het behalen van een diploma belangrijk. Dat betekent dat vanuit ‘thuis’ een cultuur –en ruimte- moet bestaan die het (door)leren ondersteunt. Dat betekent een overgang van over het algemeen korte en praktische opleidingen, het liefst gericht op bijvoorbeeld ambulante handel, naar het vooruit plannen en investeren in een plek op de reguliere arbeidsmarkt. Duidelijk is dat de ouders in hun kinderen willen investeren en hopen dat hun kinderen meer bereiken dan zij zelf hebben bereikt. Voor de kinderen en jongeren zullen dan ook de innovaties in het onderwijs benut moeten worden om kinderen in het voortgezet onderwijs van extra hulp en begeleiding te voorzien. Leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs zullen in de toekomst waar moeten maken dat ook deze leerlingen steeds vaker een diploma kunnen behalen of zich door een kwalificatie een plaats op de arbeidsmarkt kunnen verwerven. Opgemerkt dient te worden dat de kinderen door (de kwaliteit van) het geboden basisonderwijs zich niet (negatief) onderscheiden van andere kinderen (afgeleid van de resultaten van CITO-toets). Een deel van de jongeren leert na het voortgezet onderwijs door (HBO/WO), maar tegelijkertijd zijn er nog jongeren die zonder startkwalificatie op de arbeidsmarkt instromen. De ‘lastendruk’ en daarmee de kwetsbaarheid van kinderen en jongeren is echter aanmerkelijk groter (zij moeten heel veel zelf doen, beperkte ondersteuning ‘van huis uit’ bij onderwijs en huiswerkondersteuning, een groot doorzettingsvermogen hebben en een maatschappelijke ‘weerstand’ overbruggen’). Bewoners ervaren dat de toekomst van de kinderen niet in de ‘ambulante handel’ zit, maar in onderwijs en kwalificaties. 17 2.1.3. Gezinnen Over het algemeen kan gesteld worden dat gezinnen zonder of met een beperkte problematiek goed in staat zijn op een acceptabel sociaalmaatschappelijk / economisch niveau te acteren. Zij weten hun weg te vinden naar thuiszorginstanties, naschoolse opvang en/of psychische ondersteuning. De belemmeringen waar zij mee worstelen zijn vaak specifieke (hoe kan mijn bedrijf in aanmerking komen voor microkredieten?) vragen. Daarnaast bevinden zich op het Trekvaartplein een relatief groot aantal ondernemers, variërend van eenmansbedrijven tot bedrijfsactiviteiten met een behoorlijk personeelsbestand. Ongeveer de helft van de gezinnen functioneert goed op sociaal maatschappelijk gebied en heeft geen (directe) ondersteuning nog, of heeft voldoende capaciteiten om de benodigde steun te verwerven. Voor ongeveer 40% van de gezinnen geldt dat zij momenteel kunnen rondkomen, maar als gevolg van beperkte taal- of digitale vaardigheden of een laag opleidingsniveau tot de kwetsbare groepen behoren. Een kleine groep gezinnen (5-10%) ziet zich geconfronteerd met meerdere belemmeringen en/of bedreigingen (Multi-probleemhuishoudens). Veel gezinnen bevinden zich echter in kwetsbare posities. Zolang er geen grote veranderingen optreden is er geen reden tot (grote) zorg. Deze gezinnen zijn wel extra gevoelig voor sociaaleconomische ontwikkelingen met als dreiging werkloosheid, uitsluiting en perspectiefloosheid (combinatie van het ontbreken van kwalificaties, beperkte mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid en –mogelijk- langere arbeidsloosheid (werkervaring). Werkenden en niet-werkenden hebben niet altijd startkwalificaties en hebben daarmee behoefte aan (versterking) van lees- en schrijfvaardigheden. Er bestaat over de gehele breedte een sterk ervaren en uitgesproken behoefte aan educatie en/of scholing. De ouders/gezinssituatie bepalen voor een belangrijk deel de maatschappelijke kansen van hun kinderen. Het welslagen van leerlingen in het (voortgezet) onderwijs is voor een groot gedeelte afhankelijk van het gezin en het milieu waarin kinderen opgroeien. Ouders en kinderen dienen daar waar nodig in de voorwaardenscheppende sfeer ondersteund te worden 2.1.4. Ouderen en jongere mensen met een functiebeperking Bij ouderen en jongere mensen met een functiebeperking bestaat de behoefte om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Gezien de ouder wordende bewoners is aandacht noodzakelijk voor zorg voor ouderen, thuis wonen, gezondheid, gezondheidzorg en eerstelijns zorg (spreekuren huisarts, fysiotherapie, wijkverpleging, psychosociale ondersteuning). Deze groepen weten over het algemeen genomen de weg naar zorginstanties wel te vinden. Toch valt in de toekomst te verwachten dat het aantal noodzakelijke zorghandelingen zal toenemen. Het is waarschijnlijk dat met het stijgen van de zorglast ook het beroep op de welzijnsvoorzieningen toeneemt, omdat de mantelzorgers het niet meer alleen bolwerken. Deze extramuralisering betekent een sterker beroep op de zorg- en welzijnssector, de woonomgeving en de woning. De vraag naar zorg en welzijn en een specifiek beroep op gezondheid aan huis zal groeien. In de komende jaren zal specifieker geïntegreerde zorg en een geleidende overgang binnen 18 het zorgcircuit (zelfzorg, mantelzorg, thuiszorg, specialistische zorg) uitgewerkt moeten worden. Om de gezondheid te verbeteren dient een preventiebeleid (bewegen, gezond eten, et cetera) aan de oudere bewoners te worden aangeboden. 2.2. Samenvatting Het Trekvaartplein is een hechte gemeenschap die zich door de investeringen in zichzelf en de investeringen vanuit de gemeenste versterkt heeft, ‘maar er nog niet is’. Een gemeenschap die zich de laatste jaren ook in toenemende mate heeft ontwikkeld van een gesloten en intern georganiseerde gemeenschap naar één meer gericht op de ‘buitenwereld’. Ook dit kan en moet verder versterkt worden, wil de gemeenschap zich niet langer laten doen gelden als specifieke doelgroep (normalisatie). Er bestaat nog een sterke kwetsbaarheid en sociaaleconomische afhankelijkheidsrelatie. Mede vanwege de gemiddeld relatief lage scholing en inkomens slagen de bewoners er nog onvoldoende in om de ontwikkeling van hun talenten te waarborgen en een betere maatschappelijke positie te verwerven (loskomen van een ‘afhankelijkheidsrelatie’). Door het veelal ontbreken van kwalificaties ervaren veel bewoners het lastig/problematisch om (vast) werk te vinden in de reguliere arbeidsmarkt. Kinderen en jongeren hebben een extra steuntje in de rug nodig om hun maatschappelijke en economische positie in de maatschappij te kunnen bemachtigen. Het gaat zeker niet slecht met de kinderen en jongeren, maar de ‘lastendruk’ is groter dan die in het algemeen op kinderen en jongeren wordt gelegd. Overigens is dit niet uniek voor de bewoners van het Trekvaartplein, dit geldt voor veel groepen die zich in kwetsbare posities bevinden. Er is vanuit de omgeving een positieve doch vage notie over bewoners van het Trekvaartplein, maar toch ervaren de bewoners van het Trekvaartplein nog stigmatisering. Niet goed voor de eigenwaarde en niet goed voor het imago van de gemeenschap van het Trekvaartplein. Voor een nieuwe krachtige wijk met krachtige bewoners is nog (tijdelijk) een krachtig sociaalmaatschappelijk programma noodzakelijk. Een programma waarin bewoners en hun talenten (nu of in de toekomst) adequate ondersteuning krijgen vanuit een professioneel georganiseerd netwerk van sociaalmaatschappelijke en economische sectoren. Waarin de mensen een eigen gezicht en stem hebben en door een breder publiek gezien en gehoord worden. Dat vraagt investeren in het hervinden van de eigen power en talenten. Niet alleen rationeel oplossingen zoeken voor de talrijke problemen maar ook met gevoel, wilskracht en verbeeldingskracht samen de nieuwe wijk vormgeven. Een maatschappelijk programma dat er op gericht is ‘zichzelf overbodig te maken’ en bewoners gedurende een bepaalde periode (vooralsnog 3 jaar) te geleiden naar zelfredzaamheid en los te komen van de noodzaak van specifieke aandacht/begeleiding. 19 3. Programma Sociaal Maatschappelijk Ondersteuning Een deel van de bewoners van het Trekvaartplein bevindt zich in kwetsbare posities en op hen zal het toekomstige beroep op zelfredzaamheid het hardst neerdalen. Het is om die reden dat het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) anticipeert op de veranderende maatschappelijke context. Daarnaast geleid het programma de sociaalmaatschappelijke dynamiek en sluit aan bij en versterkt de aspiraties en ambities (talenten) van bewoners. Het hebben van perspectief (onder andere door onderwijskwalificaties, sociale vaardigheden, integratie en werk) en zelfred- en werkzaamheid zijn bepalende en sturende kaders voor sociaaleconomische mobiliteit en daarmee het programma SMO. Dit bepaalt voor een belangrijk deel de duurzame verankering van investering in het Trekvaartplein. Dit noopt de vraagstukken in hun volledige maatschappelijke context te benaderen. Het programma SMO is tot stand gekomen door actief op mensen af te stappen, het opsporen van ‘stille’ problematiek met een focus op wat bewoners wél kunnen en mensen geen etiket geven. Niet met papier, maar door individuele gesprekken. Door de combinatie van werksessies met bewoners en maatschappelijke partijen met huisbezoeken (1 op 1 gesprekken) wordt aangesloten op hetgeen mensen geboden moet worden in de vorm van ondersteuning en hulp. Er ontstaat een groter zicht op factoren die leiden tot problemen en de mogelijkheden en behoeften om mensen vooruit te helpen. Er ontstaat zicht op de aspiraties en ambities van bewoners waardoor het programma zich in de basis kan richten op een (meer) individuele aanpak. Voorafgaand aan de inhoudelijke aspecten van het programma is het van belang aan te geven dat door partijen (zoals de gemeente, CWI, KvK, ROC en dergelijke) wordt geconcludeerd dat een integrale en ketengerichte SMO direct invloed heeft op de organisatie(structuren) bij en van de verschillende betrokken partijen en instituties. SMO is het ‘over de zuilen heen’ denken, ontwikkelen en samenwerken. Recombinatie; het maken van slimme combinaties, zowel organisatorisch als inhoudelijk tussen instituties die elkaar ondersteunen om succesvol te zijn. Recombinatie is een manier om aan de taakstelling van elk van de partijen te voldoen waardoor (mede) een impuls wordt gegeven aan de doelstellingen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). (De WMO regelt kortweg dat gemeenten moeten zorgen voor een goed samenhangend stelsel van ondersteuning voor inwoners die niet goed in staat zijn in bepaalde situaties zelf, of samen met anderen, oplossingen te realiseren). Deze werkwijze vergt een structurele omvorming van bestaande werkwijzen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Het omvat een verschuiving van mandaat, budget en uitvoeringskracht naar het niveau van het Trekvaartplein. Tegelijkertijd vraagt het een vernieuwende samenwerking tussen partners. 3.1. Samenwerken & Verbinden Het programma SMO is een duidelijke, consistente inzet op lange termijn, vanuit vertrouwen, respect en betrokkenheid. De vraagstukken zijn daarmee intrinsiek beleidssectoren en werkvelden overstijgend. Integraal en ketengericht werken gaat (dus) voornamelijk om samenwerking tussen verschillende instanties, organisaties en bewoners. Partijen en organisaties die met elkaar tot het beste resultaat proberen te komen; vakinhoudelijke disciplines op elkaar af stemmen, het bestrijden van vakjargon, verkokering en tegenstrijdige visies die belemmerend werken. Waar het vooral aan ontbreekt is samenwerking, afstemming, coördinatie en integrale aanpak van de belemmeringen. Aandachtspunt is dat niet alle sectoren financieel even daad- en draagkrachtig zijn. 20 Om de bewoners vooruit te helpen gaat het in veel gevallen om het verbinden van activiteiten en ‘producten’ van en tussen de verschillende instanties. Het programma Maatschappelijke Ondersteuning is de 'kunst van het verbinden'. De wil en inzet van (bijvoorbeeld) ROC, basisschool, KvK, Portaal, CWI is er en activiteiten, programma’s zijn al ‘voorradig’ en/of makkelijk aan te passen voor de bewoners van het Trekvaartplein. 3.2. Van Herstel- naar Vooraf-beleid Omdat in het programma SMO ‘vooruit’ wordt gekeken wordt de meer traditionele benadering gericht op ‘herstelbeleid’ (focus op nu bestaande problemen die vaak voor iedereen zichtbaar zijn en waarvoor men concrete voorzieningen kan treffen) aangevuld met ‘vooraf-beleid’. Het is verleidelijk om vooral tijd en aandacht te investeren in allerlei vormen van ‘herstelbeleid’. De keerzijde is echter dat uit het zicht verdwijnen van beleid waardoor problemen juist kunnen worden voorkomen. Vooraf-beleid, te duiden als sociale investeringen, zijn interventies gericht op veranderingen in de sociale infrastructuur. Het programma SMO is een combinatie van herstel- en vooraf-beleid, waarin achterstanden worden weggewerkt en er wordt geïnvesteerd in het voorkomen van achterstand en verdere normalisatie van de bewoners van het Trekvaartplein. 3.3. Algemene Uitgangspunten Ondersteuning is slechts tijdelijk. De activiteiten zijn erop gericht de dat bewoners op de middellange termijn (3 jaar) hun maatschappelijke positie hebben verbeterd en blijvend kunnen verbeteren, afhankelijkheidsrelatie van instanties hebben teruggebracht en de externe oriëntatie voorzieningen en (sociale) netwerken is versterkt. Het programma is sterk doel- en vraaggericht. Op basis van de inventarisatie en de interviews is er een beeld ontstaan van de vraag, welke zijn vertaald in algemene doelstellingen. Processen en activiteiten zijn echter ook vraaggericht; personen moeten worden verleid om deel te nemen aan activiteiten en te investeren in zichzelf en hun omgeving. Mensen dienen op vrijwillige basis deel te nemen. Aangezien het succes van het programma afhankelijk is van de mate waarin personen hieraan deelnemen, is het essentieel mensen te verleiden en te wijzen om de eenmalige kansen die dit tijdelijk programma hen biedt. De bijeenkomsten in de omgeving van het Trekvaartplein spelen een belangrijke rol in dit proces. Van veel criteria is om dit moment niet exact duidelijk wat de uitgangssituatie / de problematiek is. Statistische gegevens zijn niet wijkspecifiek, onvolledig of worden in enkele gevallen überhaupt binnen de gemeente niet verzameld. Om dit te ondervangen dienen er in een aantal gevallen, voorafgaand aan de start van het programma, aanvullende statistische gegevens te worden verzameld. Het behalen van enkele doelstellingen zijn sterk afhankelijk van de bereidheid tot deelname in specifieke trajecten. Om deze zaken toch meetbaar te maken stellen wij voor het succes te bepalen aan de hand van het aantal deelnemers wat een bepaald traject met succes weet af te ronden. Voorbeeld: Bij een aantal doelgroepen is er sprake van digibetisme (gebrekkige computervaardigheden). Digibetisme wordt, voor zover bekend, niet statistisch onderzocht. Wanneer er zich bij een traject tot ontwikkeling van computervaardigheden twintig personen aanmelden, 21 veronderstellen wij dit als de vraag. Wanneer vijftien personen het traject met succes afronden halen we derhalve een doelstelling van 75%. 3.4. Het Programma Op basis van genoemde doelstellingen is per doelgroep het programma uitgewerkt. Het concrete programma SMO is gebaseerd op: - de persoonlijke (achterstands)situatie en oplossingsbereidheid van bewoners; - het maatschappelijk functioneren en verwachtingen ten aanzien van de toekomst; - de motivatie ten aanzien van leren en werken; - het doorlopen niveau, perspectieven en/of beperkingen van bewoners; - de afstand tot de arbeidsmarkt; - eventuele fysieke en/of psychische beperkingen. 3.4.1. Kinderen Kinderen vanaf 2 jaar kunnen naar een peuterspeelzaal. In Leiden zijn veel speelzalen met een VVEprogramma (voor- en vroegschoolse educatie) zodat eventuele achterstanden al in een vroeg stadium kunnen worden aangepakt en gemonitord. Het onderwijs voor kinderen is effectief te noemen wanneer er sprake is van een longitudinale aanpak (van voorschoolse educatie tot en met het behalen van een startkwalificatie), de thuissituatie (ouderbegeleiding en volwassen educatie) en zonodig zorg en welzijn (ketensamenhang). Niet alleen de leereffecten voor kinderen spelen een rol, maar ook de pedagogische meerwaarde voor de ouders en de omgeving van het kind. Deze benadering stimuleert het dynamische proces van een wederzijdse beïnvloeding van verschillende factoren (cognitief, sociaal, fysiek, pedagogisch) in de wisselwerking tussen kind, ouders en omgeving. Op basis van het versterken van de leermogelijkheden wordt een activiteitenprogramma voor de jeugd opgezet c.q. aangesloten bij de samenwerking tussen peuterspeelzaal, voor- en naschoolse opvang en school. Van belang hierbij zijn: sport, spel, kunst en cultuur, persoonlijke ontwikkeling en gezondheid. Naast het ‘leren’ vervult ook het ‘spelen’ een belangrijke rol: een speelplek, rust, structuur, spelmateriaal dat aansluit bij de ontwikkeling(sbehoefte) van kinderen, veilige mogelijkheden voor het buitenspel, uitbreiden van spelmogelijkheden (peuterspeelzaal). Een goed systeem van voor- en vroegschoolse educatie en/of educatieve opvang, met flankerende activiteiten zoals coaching van ouders, opvoedingsondersteuning en parallelle educatieve gezinsactiviteiten. Goed vervolgonderwijs en een aanbod van stimuleringsprogramma’s in het kader van de verlengde schooldag of de naschoolse opvang en vakantieopvang is op lange(re) termijn economisch zeer rendabel. 22 Doelen Bevorderen van de ontwikkeling van de (jongere) bewoners van het Trekvaartplein op het gebied van onderwijs, onderwijsbegeleiding en buitenschoolse en vakantie activiteiten voor kinderen en jongeren van het Trekvaartplein. Zorgdragen voor de continuïteit in leerprestaties en ontwikkeling, bevorderen van deelname aan buitenschoolse activiteiten Primaire lijn: een preventieve aanpak gericht op hulp en ondersteuning van kinderen Maatregelen stimuleren van een inloopperiode voor 3- en 4-jarigen bij scholen voor primair onderwijs - hulp bij studie van kinderen, wegnemen van belemmeringen/beperkingen, bijvoorbeeld taalproblemen of rekenproblemen, et cetera. ondersteuning en initiatieven (bijvoorbeeld pedagogische infrastructuur, welbevinden, verveling, cursussen vormende met betrekking tot activiteiten gericht op de persoonlijke ontwikkeling en gezondheid) - kinderopvang als verlengstuk van de opvoeding thuis, anderzijds ook als voorbereiding op de start van de schoolloopbaan - ‘leren van spelen’ en het scharnierpunt onderwijs als de kiem voor verandering en plaats waar waarden uitgewisseld kunnen worden, waar contacten met ouders gelegd kunnen worden. - kinderen krijgen op de basisschool en eventueel vanaf groep 8 tot en met klas 4 van het voortgezet onderwijs studiebegeleiding en bijles vanuit de vertouwde omgeving. Resultaat Een goede start: normale schoolresultaten en goede sociale vaardigheden Criteria (33 personen) Kinderen (0 - 12 jaar) - een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn voor kinderen waardoor hun ontwikkelingskansen vergroot worden - stabiliserend, toenemende doorstroom van kinderen naar HAVO/VWO (CITO-toets) - wegnemen van de drempel om deel te nemen aan vroegschools leren - bij de herinrichting van de wijk wordt rekening gehouden met voldoende mogelijkheden om te spelen en te bewegen.Doelstelling Criterium Huidige Score Leids Gemiddelde Overige kentallen Doelstelling 2013 CITO-score n.t.b. Schooladvies > VMBO n.t.b. * 38% van de kinderen krijgt een havo / vwo –advies. 23 536,9 (2007) 535,5 535,5 38% 38% 3.4.2. Jongeren Voor de jongeren van 16 tot circa 23 jaar wordt met het ROC, Kvk, CWI een platform voor jongeren opgezet waarin enerzijds jongeren (weer) naar een opleiding worden geleid (startkwalificaties), aan werk of stageplek worden geholpen en ondersteund worden met vormende activiteiten, gericht op de persoonlijke ontwikkeling ed. Door uitwisseling van ervaringen tussen de verschillende betrokken partijen kan bijgestuurd worden in verschillende niveaus: ouders, kinderen, jeugd, et cetera. Voor de doorgroei van jongeren dient de deelname aan beroepsbegeleidende en beroepsopleidende leerwegen bevordert te worden. Dit betekent een inzet om jongeren en ouders te overtuigen van het nut van schoolbezoek en het behalen van een diploma. Er zal een periode aanbreken (zie de maatschappelijke en economische druk op zelfredzaamheid) waarin de jongeren die zich de inspanning wél getroost hebben en zich een plekje op de reguliere arbeidsmarkt hebben verworven, uiteindelijk een zekerder bestaan hebben. Een meer individuele trajectbegeleiding om de instroom op de arbeidsmarkt te laten toenemen is op dit moment (nog) wenselijk Dit vraagt een continue lijn van scholing en werk. Samenwerking met ROC, opzetten van alternatieve projecten (voorschakelprojecten/veel aandacht voor praktijkgericht leren) en een aansluiting tussen basis- en voortgezet onderwijs, maar ook die tussen het voortgezet onderwijs en werk / CWI intensiveren. Zorgen voor betere aansluiting naar werk vanuit verlaten opleidingen. Doelen Jongeren (schoolverlaters) in hun eigen omgeving te benaderen, te activeren en kansen op werk te bieden. Naast de inzet via ’individuele trajecten/treetje hoger’ (toeleiding) is aanbod van werk (werkervaringsplaatsen, tijdelijk werk) en werkplekken gewenst; incidenteel en waar mogelijk ook structureel. Het terugdringen van het aantal jongeren zonder startkwalificatie. Primaire lijn: Bemoeizorg met de uitvallers, dat wil zeggen intensieve individuele begeleiding van de niet-leerplichtige schoolverlaters zonder startkwalificatie. Maatregelen - scholing en bijscholing, beroepskwalificatietraject, leerwerktrajecten, toeleiding naar werk. afronding/toeleiding naar startkwalificaties, leerwerktrajecten, beroepskwalificatie - ondersteunen jongeren bij het nemen van initiatieven (bijvoorbeeld pedagogische infrastructuur, welbevinden, verveling, cursussen vormende activiteiten gericht op de persoonlijke ontwikkeling en gezondheid). Activiteitenprogramma voor jongeren (verveling, ‘vrienden’, sport, spel, kunst en cultuur) - verwerven en creëren van praktijkleerplaatsen en versterken van de beroepsbegeleidende leerweg - begeleiding naar werk en terugleiding naar het onderwijs en (geïntegreerde) samenwerking met het CWI. 24 Resultaat Het fundament: Opleiding en persoonlijke ontwikkeling (9 personen) Jongeren (13 - 16 jaar) - jongeren in de leeftijd 18-23 jaar zonder startkwalificatie die niet bij een onderwijsinstelling zijn ingeschreven krijgen intensieve individuele begeleiding en zitten eind 2010 op school of zijn aan het werk (de curatieve aanpak). - jongeren tot 23 jaar gaan óf naar school en/ of werken in 2013 Doelstelling Criterium Huidige Score Leids Gemiddelde Overige kentallen Doelstelling 2013 een startkwalificatie als minimumstreefdoel voor iedereen. Voortijdige Schoolverlaters ² n.t.b. 6% (2007) 6% Verzuim / Dossiers bij RBL ² n.t.b. 3,7% (2007) 3,7% Indicator/monitor De aftrap: Gediplomeerd en onafhankelijk aan de bak (44 personen) Jongvolwassenen (17 - 27 jaar) - toename van de uitstroomStartkwalificatie naar middelbaar onderwijs (meting vanaf70% 2009) n.t.b. hoger dan VMBO-niveau70% Jeugdwerkloosheid n.t.b. 11% 11% - instroom en uitstroom bij uitkeringsinstanties * 70% van de kinderen die starten aan een schoolcarrière verlaten uiteindelijk een opleiding met een diploma. 3.4.3. Gezinnen Inzet is om mensen naar vermogen aan de slag te helpen. Het gaat in eerste aanleg om het verbinden van partijen op het gebied van zorg en inkomen, CWI, KvK en groepsgericht, individueel maatwerk te bieden. Extra aandacht gaat hierbij vooral uit naar mensen waarbij de afstand tot de arbeidsmarkt (te) groot is. Samen met de partijen wordt, afhankelijk van de persoon, maatwerk geleverd, variërend van, werken in de private sector, (vrijwilligers)werk met behoud van uitkering, werkervaringsplaatsen, etc. Dit alles aangevuld met op maat gesneden trajecten van competentieontwikkeling. Hierbij gaat het dan zowel om de juiste mix van vakgerichte scholing, taalvaardigheden en sociale vaardigheden. Veel ondernemers op het Trekvaartplein hebben behoefte aan informatie voor wat betreft regelgeving, belastingwetgeving en financiën. De eerder door de Kamer van Koophandel aangeboden cursus was een groot succes en voorzag in een grote behoefte. Deze behoefte is er nog steeds, zowel op basisniveau als voor gevorderden. Cursussen die bijdragen aan stabiele en duurzame ondernemingen en dienen als een kweekvijver voor sociale en economische emancipatie. Niet als laatste staat opvoedingsondersteuning: ouders betrokken maken bij de (spel)ontwikkeling, inzicht geven in het belang van spelen en van (spel)regels en grenzen stellen en samen tips bedenken over hoe zij thuis met hun kind(eren) kunnen omgaan. Hierbij moet voornamelijk worden gedacht aan kind- en gezinsgerichte activiteiten en deelname aan een peuterspeelzaal. Wanneer de basisschool hierop inhaakt met eigen stimuleringsactiviteiten, kunnen deze invloeden een duurzaam effect hebben. Tevens is de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs een grote stap. Op zich genomen hoeft dit, net zoals bij andere leerlingen, geen extra problemen op te leveren. Toch zijn bijvoorbeeld problemen met huiswerk niet altijd te voorkomen en de oorzaken ervan zijn –zoals uit de analyse blijkt- niet ver te zoeken. Daarnaast is de ondersteuning en motivatie van ouders van toenemend belang, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat ouders zelf alleen (geheel of gedeeltelijk) basisonderwijs hebben gevolgd en/of geen afgeronde (beroeps-)opleiding hebben. Doelen 25 - werkzoekenden, uitkeringsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden hebben in 2014 een sterkere positie op de arbeidsmarkt verworven. Hierdoor zijn zij en hun gezinnen daardoor op langere termijn minder kwetsbaar in termen van werk, inkomen en menselijke waardigheid. - de verbetering van de sociaal-maatschappelijke positie van de bewoners ten aanzien van scholing, werk, gezondheid, financiën, opvoeding en deelname aan het maatschappelijke leven. Het doel is de sociaal maatschappelijke gezinspositie te verbeteren. Maatregelen - ondersteuning van de aanwezige ondernemers door middel van cursussen op het gebied van ondernemerschap. De KvK heeft hiervoor een aantal opleidingen in haar pakket. - pré-starters en ondernemers worden ondersteund bij de opzet en professionalisering van hun onderneming - het geleiden naar beroepkwalificaties en competentieontwikkeling - sociale redzaamheid, bevorderen van de gezondheidszorg- en welzijnsondersteuning (sociale vaardigheden, sollicitatie vaardigheden zijn hiervoor een noodzakelijke voorwaarde), maatschappijoriëntatie, vrouwen voor vrouwen (voeding, gezondheid en opvoeden) en ‘eigenwaarde’. - ‘moeders voor moeders’ (voorheen opvoedingsondersteuning) niet alleen de leereffecten voor het kind spelen hierbij een rol, maar ook de pedagogische meerwaarde voor de ouders en de omgeving van het kind is van belang - begeleiding naar werk en terugleiding naar het onderwijs en (geïntegreerde) samenwerking met het CWI. Resultaat - werkende en niet werkende bewoners zonder (start-)kwalificatie hebben een EVC-certificaat. - het terugbrengen van de geregistreerde werkloosheid met 10% dan wel een stabilisatie van de werkloosheid in geval van economische terugval. - bewoners hebben minimaal de basiscompetenties verworven, die de afstand tot scholing en werkervaring overbruggen dan wel verkleinen. Deze basiscompetenties zijn: sollicitatie- en presentatievaardigheden, omgaan met structuur en het kunnen werken onder (be-)geleiding. Zo wordt de afstand tot verdere scholing en werkervaring overbrugd en de afstand tot de arbeidsmarkt gehalveerd (met 50%). - verbetering van de kwaliteit (en eventueel de kwantiteit) van het ondernemerschap. De ondernemersquote blijft minimaal gehandhaafd op het peil 2009 - toename van het aantal starters onder de bewoners Indicator/monitor Perspectief: Rondkomen en toekomst bieden aan de kinderen (122 personen) Volwassenen (27 - 60 jaar) - aantal bewoners in traject (activering werkervaring en scholing) - vermindering aantal werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden - subindicator aantal gestarte integratietrajecten + resultaten - aantal ondernemers en gestarte ondernemers - aantal deelnemers (actiefHuidige en passief) Doelstelling aan de activiteiten Criterium Score Leids Gemiddelde Overige kentallen - waardering van de activiteiten en passief) Werkloosheid door de betrokken 27,2%bewoners (actief 5,0% 4% n.t.b. - percentage bewoners datGecertificeerd aangeeft dat hun maatschappelijke positie verbeterd is 26 Doelstelling 2013 22,5% 75,0% * Het lijkt op het vlak van werk en werkeloosheid niet reëel in 2013 op een “normale” waarde te geraken. Een afname van 5% houdt in dat er ongeveer 10 personen extra aan de slag zouden moeten. ** Certificering gebeurd op basis van vrijwillige deelname aan EVC-trajecten. 3.4.4. Ouderen en jongere mensen met een functiebeperking De sociale verbondenheid is een voorwaarde voor ouderen en jongere mensen met een functiebeperking om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Het sociale netwerk is een stabiel lokaal georiënteerd netwerk. Er is veel contact met hun familieleden, buren, (schoon/klein)kinderen. Het zijn deze ‘hulpbronnen’ die ingeschakeld worden bij gezondheidsproblemen en emotionele, praktische problemen. Doelen Ouderen en jongere mensen met een functiebeperking, in staat stellen om duurzaam op het Trekvaartplein te kunnen (blijven) wonen en waar het verlenen van zorg en (collectieve) diensten mogelijk is. Maatregelen - Het specifiek aanpassen van dienstverlenings- en zorgproducten dan wel het ontwikkelen van specifieke nieuwe diensten/producten. Juiste maatvoering tussen ‘bemoeizorg’, mantelzorg en specialistische zorg. Resultaat - gericht voorzieningen- en dienstverleningsconcept Verzorgd: Gezond en tevreden in en met de maatschappij (39 personen) Senioren (61 > jaar) Monitor/indicator Doelstelling Criterium Tevredenheid Huidige Score Leids Gemiddelde n.t.b. * 93% " Overige kentallen Doelstelling 2013 93% - tevredenheid van bewoners met, de (collectieve) dienstverlening * In leefbaarheids- en tevredenheidsbarometers wordt het Trekvaartplein tot op heden niet als wijk meegenomen. 3.4.5. Doelgroepoverstijgende Maatregelen Voorgaande maatregelen zijn kort gezegd bedoeld om de positie van bewoners te versterken en zij zich bij problemen (baanverlies, opleidingsniveau tekortschiet of formele reacties richting (overheids)instanties ingenomen moeten worden) beter kunnen redden. Op een aantal vlakken dient naast de voorgaande maatregelen aanvullende ondersteuning te worden geboden. 27 Lees- en schrijfvaardigheden Het verbeteren van lees- en schrijfvaardigheid; de behoefte ligt voornamelijk op het gebied van communicatie met (overheids)instanties. Het ROC heeft hiervoor een aantal opleidingen in haar pakket. - methodisch leren lezen en schrijven beter lezen schrijven van alle dag - vervolg op basis lezen en schrijven: functioneel Nederlands op het gebied van lezen en schrijven Toegang tot de informatiemaatschappij Gebruik van computers / gebruik van het internet; de toenemende digitalisering van de samenleving en de bijbehorende communicatie vormt een steeds groter wordende barrière voor een aantal bewoners op het Trekvaartplein. Het ROC heeft hiervoor een aantal opleidingen in haar pakket. - computervaardigheden - functionele methoden op de computer voor mensen die al kunnen lezen en schrijven De genoemde programma’s dienen ondersteund te worden door een tijdelijke plek op het Trekvaartplein. Zo is er behoefte aan vernieuwing / uitbreiding van de ICT hulpmiddelen. Perspectief: Rondkomen en toekomst bieden aan de kinderen Algemeen - invulling van randvoorwaarden voor het geven van opleiding voor gebruik van computers / gebruik van het internetDoelstelling Criterium Huidige Score Leids Gemiddelde Overige kentallen Doelstelling 2013 -de aanschaf en aanleg van een (tijdelijke) Functioneel Analfabetisme ICT-infrastructuur n.t.b. 0,079 50% 75% - het verlenen van toegangComputervaardigheid tot digitale informatie enn.t.b. het leggen van digitale verbindingen. * 7,9% van de Nederlanders kan worden aangemerkt als functioneel analfabeet. 3.4.6. Multiprobleemhuishoudens Op het Trekvaartplein bevindt zich een aantal gezinnen die te maken hebben met meerdere belemmeringen en/of bedreigingen (Multi-probleemhuishoudens). Dit betreft gezinnen waarbij sociale, financiële en gezondheidsproblemen bij elkaar komen en die zich derhalve in een zeer kwetsbare positie bevinden. Het gaat om een relatief hoog aantal gezinnen. Deze huishoudens dienen op gezinsbasis (case management) integraal ondersteund te worden. Dit vraagt een gezamenlijke aanpak van dienstverleners. Deze gezamenlijke aanpak dient strak gecoördineerd en geregisseerd te worden. Eén organisatie of persoon dient als “spin-in-het-web” aangesteld te worden. Het verdient de aanbeveling deze persoon (in ieder geval tijdelijk) een vaste plek op het Trekvaartplein te geven (bijvoorbeeld in de tijdelijke voorziening). Vertrouwen en een duurzame relatie zijn essentieel voor de aanpak en verbeteringen van het perspectief van deze gezinnen. Bij de keuze / selectie van de organisatie / contactpersoon dient grote zorg te worden besteedt aan dit aspect. 28 Doelen - Afname van multiprobleemsituaties dan wel de hanteer- en beheersbaarheid daarvan vergroot - Casuïstiek overleg van hulpverleningsinstellingen - Realisatie van effectief en rechtstreeks hulpverleningsaanbod voor probleemsituaties 3.5. Realisme & Risico’s Het ‘realisme’ van het programma is gebaseerd op: - eenduidigheid; de programma’s zijn verbonden aan een duidelijke probleemstelling en urgentie herkenbaarheid; de programma’s zijn herkenbaar bij organisaties en bewoners en kunnen als richtsnoer voor de ambtelijke organisatie gebruikt worden, past binnen het eigen werkproces en is financieel ingekaderd - meetbaarheid; er zijn zowel processen als ook doelen, prestaties/maatregelen, indicatoren en effecten benoemd flexibiliteit; de benoemde indicatoren geven inzicht in de meetbaarheid van de te leveren prestaties en het realiseren van effecten en bieden de mogelijkheid om activiteiten te versterken, veranderen, aan te passen om de effecten te genereren. Voor wat betreft de doelgroep moet in het oog worden gehouden dat een relatief aandeel moeilijker bemiddelbaar is en dat in eerste aanleg ‘gewerkt’ moet worden aan de versterking van de ‘bemiddelbaarheid’. Aannemelijk is dat de meest bemiddelbare mensen, het makkelijkst (en dus het eerst) in een traject een plaats vinden. Daarnaast speelt dat het geen ‘historisch’ zicht bestaat op de doelrealisatie en inspanningsrelatie uit het verleden. Het SMO is met name een aanbodgericht programma; doelrealisatie is daarmee voor een groot deel afhankelijk van de deelname van bewoners. Het versterken van de zelfredzaamheid richt zich minder op de meest ‘kansrijke’ maar op het versterken van de kansen door het wegnemen van belemmeringen, bijvoorbeeld om sociaal isolement te voorkomen en het geleiden naar opleiding en diploma’s. Het gaat dan niet in de eerste plaats om de vraag of doelstellingen realistisch zijn en hoe realistisch deze zijn. Veeleer is van belang of doelstellingen of de voortgang van de realisatie goed gecontroleerd wordt. Controle op de voortgang is noodzakelijk, zodat eventuele risico’s die deze voortgang bedreigen tijdig in beeld worden gebracht. Op tijd bijsturen en ingrijpen is immers alleen mogelijk als er voldoende zicht is op de realisatie van doelstellingen en activiteiten. 3.6. Samenvatting Het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) anticipeert op de veranderende maatschappelijke context, geleid de sociale maatschappelijke dynamiek en sluit aan bij en versterkt de aspiraties en ambities van huidige en toekomstige bewoners. Het programma heeft tot doel het versterken van de zelfredzaamheid van volwassen en jongeren, ondersteunen van de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren, het versterken van de sociale redzaamheid, 29 participatie, van de eigen identiteit en competenties en het versterken van de emancipatie, waaronder het versterken van sociale vaardigheden. Per doelgroep (kinderen, jongeren, gezinnen en ouderen en jongere mensen met een functiebeperking) is het programma uitgewerkt. Het gaat voor wat betreft kinderen en de (jongere) bewoners van het Trekvaartplein om het versterken van op het doorstromen naar een hoger niveau middelbaar onderwijs, het geleiden naar startkwalificaties voor een veranderende arbeidmarkt en het toeleiden naar werk en inkomen. Hiervoor zijn activiteiten voorgesteld op het gebied van onderwijs, onderwijsbegeleiding en buitenschoolse en vakantie activiteiten voor kinderen en jongeren van het Trekvaartplein. Zorgdragen voor de continuïteit in leerprestaties en ontwikkeling, bevorderen van deelname aan buitenschoolse activiteiten is hiervoor cruciaal. Om te voorkomen dat bewoners in de problemen komen als zij hun baan verliezen, hun opleidingsniveau tekortschiet of formele reacties richting (overheids)instanties ingenomen moeten worden, dient op een aantal vlakken aanvullende ondersteuning te worden gerealiseerd. De activiteiten zijn erop gericht de dat bewoners op de middellange termijn (3 jaar) hun maatschappelijke positie hebben verbeterd en blijvend kunnen verbeteren, dat de afhankelijkheidsrelatie van instanties hebben teruggebracht en de externe oriëntatie voorzieningen en (sociale) netwerken is versterkt. Het programma SMO is duidelijke, consistente inzet op lange termijn, vanuit vertrouwen, respect en betrokkenheid. De vraagstukken zijn daarmee intrinsiek beleidssectoren en werkvelden overstijgend. Integraal werken gaat voornamelijk om samenwerking tussen verschillende instanties, organisaties en bewoners. Partijen en organisaties die met elkaar tot het beste resultaat proberen te komen. Waar het vooral aan ontbreekt is samenwerking, afstemming, coördinatie en integrale aanpak van de belemmeringen. Om de bewoners vooruit te helpen gaat het in veel gevallen om het verbinden van activiteiten en ‘producten’ van en tussen de verschillende instanties. Het programma Maatschappelijke Ondersteuning is de 'kunst van het verbinden'. De wil en inzet van (bijvoorbeeld) ROC, basisschool, KvK, Portaal, CWI is er en activiteiten, programma’s zijn al ‘voorradig’ en/of makkelijk aan te passen voor de bewoners van het Trekvaartplein. 30 4. Vervolgstappen 4.1. Organisatie SMO De voorgaande analyse en het programma wordt ondersteund door de diverse partners met de wil tot samenwerken. Netwerken is hierbij essentieel, zowel op beleidsniveau, op niveau van de hulp- en dienstverleners als op bewonersniveau. Samenwerking en afstemming is primair voor een samenhangend, integraal en ketengericht aanbod. Het zorgen voor continuïteit en inbedding van het structurele netwerk van SMO, zodat de tijdelijke situatie geleidelijk over kan gaan in een structurele situatie (normalisatie). 4.2. Directe Acties Op dit moment is een aanvang genomen met de werkzaamheden op het Trekvaartplein. Dit betekent dat met zwaar materiaal over het terrein gereden en gemanoeuvreerd gaat worden. Om de veiligheid van de kinderen op het Trekvaartplein gedurende deze werkzaamheden te vergroten stellen we voor om direct te starten met het uitvoeren van activiteiten voor peuters, kinderen en jongeren in Pippeloentje (‘de kinderen van straat houden’). De activiteiten die ontplooid moeten worden liggen in overeenstemming met en in aansluiting op de doelstelling van het programma SMO. Dit betekent dat een activiteitenprogramma moet worden uitgewerkt op het gebied van peuter-, kinder- en jeugdwerk en tot uitvoering moet worden gebracht. Daarnaast dient als start voor de gerichte uitvoering van het programma te worden gestart met: per doelgroep een geactualiseerd onderzoek naar de werkelijke situatie waarin de eventuele achterstand duidelijk zichtbaar is en daarop de acties bepalen die nodig zijn. procesafspraken met partners: sturen op de keten van betrokken instellingen door het maken van procesafspraken. Deze procesafspraken moeten over de gehele ketenaanpak van het programma gaan en niet over aparte projecten. Er moet aansluiting en samenhang zijn tussen de verschillende uitvoeringsorganisaties. Instellingen verbinden zich met elkaar aan de geformuleerde doelstellingen en zij relateren zich aan elkaar door middel van een ketenbenadering. organisatieontwikkeling, het initiëren, organiseren en in stand houden van de daarmee verbonden samenwerking tussen de uitvoerende ketenpartners / actoren, waaronder het onderwijs en de CWI, KvK, school en het Trekvaartplein uitwerking van programma SMO in ‘arrangementen’ (over de volle breedte van de vraagstelling/problematiek op het Trekvaartplein) uitwerken van een tijdelijke voorziening op het Trekvaartplein Voor de uitvoering van de voorgaande acties moet een uitvoerend coördinator SMO worden aangesteld. Het is belangrijk te beseffen dat het voorliggende programma niet uitsluitend door één instelling uitgevoerd kan worden. De coördinator heeft de belangrijke taak het voorliggende programma, dat gericht is op doelrealisatie en ketenaanpak, gezamenlijk met uitvoerende organisaties (Libertas, CWI, ROC, KvK en mensen van de Stichting Woonwagenwerk) te concretiseren, af te stemmen en nader vorm te geven. Afstemming met en gebruikmaking van de kennis, ervaring en personen van de verschillende organisaties (waaronder Stichting Woonwagenwerk) zijn hierbij onontbeerlijk. Vandaar de belangrijke rol van de 'spin in het web' (de coördinator). 31 4.3. Leren voor het vervolg Het streven is dat er na 3 jaar geen uitzonderingspositie meer is voor bewoners van het Trekvaartplein, maar dat zij in de bestaande of nog te realiseren stedelijke voorzieningen mee kunnen draaien. Gedurende deze drie jaar dient de voortgang van het programma SMO en de behoeftevraag van bewoners te worden gemonitord. De doelstelling is dat er over 3 jaar geen behoefte meer bestaat aan extra SMO op het Trekvaartplein, waarbij de functie van een tijdelijke voorziening niet meer noodzakelijk is. Gedacht kan worden een ‘leerkring’ op te zetten: dit kan zowel virtueel (problemen, knelpunten, ed. worden via mail of specifieke website uitgewisseld en geadviseerd) als fysiek (een keer per bv. zes weken komen de deelnemers –of afvaardiging- bij elkaar om ervaringen uit te wisselen). Input wordt geput uit de tussentijdse evaluaties. Tevens wordt door deze ‘leerkring’ de voortgang gemonitord, bijgestuurd op basis van de ontwikkeling en de benoemde indicatoren. Gedurende het proces worden –korte- evaluaties gericht op leerervaringen uitgevoerd. Deze leerpunten worden per stap en/of bouwsteen bondig beschreven: “wat ging goed, wat ging fout, hoe kwam dat, wat is er aan gedaan en hoe kan het voorkomen worden, valkuilen, tips en trucs”. De ‘leerkring’ kan ook als peer-review gebruikt worden. 4.4. Middelen Activiteiten uit het SMO kunnen voor een deel worden gefinancierd uit reguliere middelen en/of bestaande afspraken (ROC, CWI, et cetera). Omdat het vanuit het SMO echter een extra inspanning betreft voor de bewoners van het Trekvaartplein zijn ook extra middelen nodig. Het college heeft op 29 juni 2010 besloten de subsidie aan de Stichting Woonwagenwerk van minimaal €183.000,- in drie jaar af te bouwen (globaal €60.000,- per jaar). Deze middelen kunnen worden ingezet voor activiteiten op het terrein van scholing en werk en inkomen waardoor het participatieniveau van de bewoners van het Trekvaartplein in de toekomst in de richting gaat van dat van andere wijken in Leiden. Een degelijker onderbouwde financiële begroting voor het inhoudelijke programma SMO is op dit moment (nog) niet te maken, omdat een aantal bepalende factoren onbekend zijn. Daarnaast speelt het feit dat de activiteiten uit het programma SMO een aanbod bieden waarvan bewoners gebruik kunnen maken. Ondanks het feit dat zij ook zelf hebben uitgesproken behoefte te hebben aan het programma bepaalt men zelf of men er gebruik van maakt. Het kan niet opgelegd worden. 32 RV 10.0113 Vaststelling programmabegroting 2011 Amendement: A100113/ Onderwerp: SMO Trekvaartplein De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 10 november 2010, constaterende dat: ­ het college bij het vaststellen van de nota van uitgangspunten Trekvaartplein heeft aangegeven de raad middels een notitie te informeren. (Notulen raad 8+9 juli 2008: “Het college van B&W wil graag een buurthuisfunctie realiseren. Eind 2008 volgt een nadere notitie waarin wordt aangegeven op welke wijze de ontmoetingsplek voor de bewoners van het Trekvaartplein kan worden vormgegeven. Bij het uitvoeringsbesluit volgt een volledig financieel plaatje”); ­ het college de raad per brief (25 mei 2009, onderwerp: Eventuele gemeenschappelijke voorziening Trekvaartplein) heeft laten weten een initiatiefnota te presenteren (programma Sociaal Maatschappelijk Ondersteuning) waarin alle aspecten van het SMO, inclusief maatschappelijke voorziening, zou worden meegenomen. Deze initiatiefnota zou omstreeks oktober 2009 aan de raad gepresenteerd worden; ­ het college middels de “Nieuwsbrief Trekvaartplein” tot twee maal toe aan de inwoners van het Trekvaartplein gecommuniceerd heeft dat de initiatiefnota ten aanzien van de SMO aangeboden zal worden ter besluitvorming aan de gemeenteraad van Leiden. (Nieuwsbrief 19, juni 2009: “Dit wordt samengevat in een initiatiefnota. Dit document moet leiden tot een advies aan B&W en de gemeenteraad over de financiële en functionele haalbaarheid van een eventuele maatschappelijke voorziening.”) (Nieuwsbrief 21, december 2009: “Zoals eerder gesteld zal het een en ander ter besluitvorming worden voorgelegd aan B&W en de raad.”); ­ het college abusievelijk in de begroting heeft laten opnemen dat in juni 2010 de raad het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning heeft vastgesteld. (blz. 115 begroting 2011); ­ de notitie programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning nooit aan de raad is aangeboden en er geen raadsbesluit over is genomen; overwegende dat: ­ Stichting woonwagenwerk bij de commissie beroep en bezwaar, bezwaar aangetekend hebben tegen het besluit van het college om de subsidie per 2014 stop te zetten; ­ de woonwagenbewoners per brief kenbaar hebben gemaakt dat er volgens hun over de SMO nog verder gesproken moet worden; ­ een afspraak met de raad en de bewoners van het Trekvaartplein, om de notitie SMO aan de raad aan te bieden door het college moet worden nagekomen; ­ het de taak is van de raad er op toe te zien dat ieder voorstel via de juiste procedure moet worden behandelt. En dat daarbij ook inspraak e.d. moet worden verleend; ­ burgers recht hebben op een juiste procedure en besluitvorming; BESLUIT: ­ De tekst in de begroting 2011 op pagina 115: 33 “De uitvoering van het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning, in juni door de raad vastgesteld, zal binnen drie jaar worden afgerond respectievelijk eind 2013.” te wijzigen in: “De uitvoering van het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning zal zo spoedig mogelijk aan de raad ter beoordeling en ter vaststelling worden aangeboden.” Antoine Theeuwen (SP) 34 B&W.nr. 10.0697, d.d. 29 juni 2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Afbouw subsidie Stichting Woonwagenwerk regio Leiden inclusief peuterspeelzaal Pippeloentje en vaststellen programma Sociale Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) Trekvaartplein. BESLUITEN Behoudens advies van de c ommissi e 1. De subsidie aan Stichting Woonwagenwerk regio Leiden af te bouwen teneinde het categoraal beleid te beëindigen. De subsidieafbouw zal als volgt plaatsvinden: A. Pippeloentje: I. met ingang van 1 augustus 2010 de subsidie die de Stichting Woonwagenwerk regio Leiden besteedt aan peuterspeelzaal Pippeloentje te beëindigen. Voor het jaar 2010 betekent dat een korting van € 30.000,- op de totale subsidie ad € 183.788,- en vanaf het jaar 2011 betekent dit een korting van € 63.794,50. II. ten behoeve van de ouders die als gevolg van de aanstaande sluiting van peuterspeelzaal Pippeloentje besluiten hun kinderen in te schrijven bij een peuterspeelzaal van de Stichting Peuterspeelzalen Leiden en daardoor een hogere bijdrage moeten gaan betalen, een compensatiebudget vrij te maken van in totaal maximaal € 30.000,- Deze kosten worden gedekt uit een eenmalige onderuitputting op het budget Kinderopvang, product 650.01; III. dat de compensatie voor deze ouders geldt voor een periode van maximaal 2 jaar, waarbij geldt dat de compensatie alleen bedoeld is voor de ouders van de kinderen die op de datum van dit besluit peuterspeelzaal Pippeloentje daadwerkelijk bezoeken; IV. extra begeleiding in te zetten voor doelgroepkinderen vroeg- en voorschoolse educatie die uitvallen of wegblijven, indien blijkt dat dit noodzakelijk is; V. voor de leidsters van peuterspeelzaal Pippeloentje een passende oplossing te vinden die wordt gedekt uit een eenmalig onderuitputting op het budget Kinderopvang, product 650.01. Hierbij wordt uitgegaan van een drietal oplossingsrichtingen, namelijk: i. een soortgelijke functie bij een andere organisatie, bij voorkeur de Stichting Peuterspeelzalen Leiden; ii. een outplacementtraject om ander passend werk te vinden; iii. het overeenkomen van een afkoopsom. VI. de brief d.d. 29 juni 2010 aan de Stichting Woonwagenwerk regio Leiden met als onderwerp ‘besluit subsidie t.b.v. Pippeloentje’ vast te stellen en de stichting in kennis te stellen van de genomen besluiten. B. Afbouw overige subsidie Stichting Woonwagenwerk regio Leiden, bovenop de subsidiekorting die plaatsvindt in verband met Pippeloentje (zie besluit 1A): I. per 1 januari 2013 de subsidie aan Stichting Woonwagenwerk regio Leiden te beëindigen, of zoveel eerder als redelijkerwijze mogelijk is met inachtneming 35 van de mogelijkheden voor Stichting Woonwagenwerk regio Leiden voor het vinden van een passende oplossing voor het nu nog in dienst zijnde personeel. II. de subsidie als volgt gefaseerd af te bouwen: i. In 2010 ontvangt de Stichting Woonwagenwerk € 153.788,-. Dit is het op de gemeentebegroting beschikbare bedrag min een korting van € 30.000 voor peuterspeelzaal Pippeloentje (zie besluit 1AI). ii. In 2011 ontvangt de Stichting Woonwagenwerk € 119.993,50. Dit is het op de gemeentebegroting beschikbare bedrag min de totale korting voor peuterspeelzaal Pippeloentje (zie besluit 1AI). iii. In 2012 ontvangt de Stichting Woonwagenwerk nog € 59.996,75. Dit bedrag is 50% van het bedrag dat de Stichting Woonwagenwerk in 2011 ontvangt; III. de brief d.d. 29 juni 2010 aan de Stichting Woonwagenwerk regio Leiden met als onderwerp ‘afbouw subsidie stichting Woonwagenwerk regio Leiden’ vast te stellen en de stichting in kennis te stellen van de genomen besluiten. C. De financiële middelen die vrijkomen vanwege de afbouw van de subsidie aan Stichting Woonwagenwerk regio Leiden (zie besluit 1A en 1B), in te zetten voor het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein. 2. De notitie Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein d.d. 5 maart 2010 vast te stellen, waar in staat beschreven op welke wijze de bewoners van het Trekvaartplein (TVP) in staat worden gesteld hun achterstand op maatschappelijk gebied in te lopen. 3. Alle lasten voor sociaal maatschappelijke ondersteuning met ingang van 2011 te verantwoorden onder product 630.01 samenlevingsopbouw en deze wijziging mee te laten nemen bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2011-2014. Het gaat hierbij om de overgebleven subsidie aan Stichting Woonwagenwerk regio Leiden tot 2013 plus de middelen voor het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning Trekvaartplein. Samenvatting Het is wenselijk om in Leiden sociale functies onder te brengen bij reguliere sociale en maatschappelijke organisaties en af te stappen van categoraal beleid. De Stichting Woonwagenwerk regio Leiden ontvangt tot op heden subsidie voor exploitatie van peuterspeelzaal Pippeloentje en uitvoering van maatschappelijke ondersteuning van de bewoners van het Trekvaartplein. Dit is een nog bestaande vorm van categoraal beleid die, in het kader van de normalisatie gefaseerd wordt afgebouwd. Tevens is er een programma opgesteld met als doel de sociale en maatschappelijke ondersteuning van de bewoners van het Trekvaartplein. Het programma Sociaal Maatschappelijke Ondersteuning (SMO) maakt deel van uit van de integrale aanpak met betrekking tot de herinrichting Trekvaartplein in het kader van verbetering van leefomstandigheden en normalisatie. Aan de hand van dit programma stelt de gemeente in samenspraak met de bewoners van het Trekvaartplein prioriteiten en worden activiteiten uitgezet bij de reguliere sociale en maatschappelijke organisaties. 36