bouwbedrijf heijmans en provincie noord holland

advertisement
ZWARTE PIETEN TUSSEN BOUWBEDRIJF HEIJMANS EN
PROVINCIE NOORD HOLLAND LEIDT TOT CHAOS
Jan van Ossenbruggen december 2016
Om te voorkomen dat Westfriesland geïsoleerd zou raken besloot de Provincie Noord Holland
tot aanleg van de Westfrisiaweg. De politieke wil was aanwezig, maar het ontbrak aan
voldoende financiële middelen. Toch was GS bereid 100 miljoen euro bij te dragen aan dit
project. Heel veel geld in een tijd dat er structureel bezuinigd moest worden.
Ook de Westfriese gemeenten steunden de provincie en droegen een substantieel bedrag bij
voor aanleg van deze belangrijke oost-westverbinding. Ondanks deze coproductie waren de
financiële middelen onvoldoende en bleven de risico’s groot. Zelfs een waarschuwing van het
wegenbouwkundigbureau Movaris dat de Westfriesebodem moerassig was, kon de provincie
niet weerhouden. Onder het motto: “One risk a day” werd de voordracht tot aanleg van de
Westfrisiaweg toch aangenomen. Het project zou medio 2017 klaar moeten zijn.
Na het glad strijken van enige onduidelijkheden rond de gunning van het project, kon het
contract tussen de provincie Noord Holland en bouwonderneming Heijmans in 2014 worden
getekend. Politieke moed kon de provincie niet ontzegd worden.
Onder regie van gedeputeerde Post werden de werkzaamheden gestart. De Westfriese
gemeenten haalden opgelicht adem, hun financiële inspanning werd beloond met de aanleg
van het belangrijke 42 kilometer lange traject. Hiermee zou niet alleen een belangrijke
levensader voor Westfriesland een feit worden, maar ook de ontsluiting tussen Koggenland,
Hoorn en Enkhuizen gerealiseerd worden. Niets stond de ontsluiting van Westfriesland meer
in de weg. Totdat Heijmans werd geconfronteerd met forse tegenvallers. De Westfriese
bodem bleek ongeschikt voor aanleg van de Westfrisiaweg. Extra maatregelen moesten
worden genomen om de drassige grond bouwrijp te maken. Om dit proces te versnellen
werden lange rijen hoog opgestapelde bigbags met zand neergelegd. Daardoor werden vrijwel
alle andere werkzaamheden stilgelegd en als klap op de vuurpijl werd op 10 november jl. de
stekker uit het gehele project getrokken. Er gebeurde helemaal niets meer.
De bouwonderneming beschuldigt de provincie Noord-Holland foutieve informatie te hebben
verstrekt over de gesteldheid van de bodem. Maar de provincie bestrijdt dat en is van mening
dat de opdrachtnemer zelf verantwoordelijk is om mogelijke risico’s te onderzoeken.
Heijmans is niet bereid het meerwerk, dat op 40 miljoen euro wordt geschat, voor te
financieren en de provincie is niet bereid de aannemer hierin tegemoet te komen.
De gevolgen zijn desastreus. Het conflict is voorgelegd aan de Raad voor Arbitrage voor de
Bouw. De eerste zitting van dit College kan pas in de zomer van 2017 worden gehouden en de
uitspraak volgt twee tot drie maanden later. Het is duidelijk, de oplevering van de
Westfrisiaweg zal niet meer gehaald worden. Zelfs wanneer het werk direct wordt hervat, zal
het één - tot anderhalf jaar later worden.
Gedeputeerde Elisabeth Post zegt “te balen” van de extra overlast voor omwonenden en
onveilige situaties voor de weggebruikers, maar rept geen woord over een handreiking of
oplossing van het conflict. Ze zegt zich te beraden op verdere stappen, maar zet ondertussen
de hakken strak in de Westfriese bodem en is niet bereid naar oplossingen te zoeken.
Ook sluit ze de ogen voor de forse kritiek van de zeven Westfriese gemeenten, riskeert een
faillissement van de firma Heijmans en laat de Westfriese burgers en de regionale economie
in de kou staan. Wat is er nog over van de Provinciale voortvarendheid en politieke moed die
bij aanvang van het project zo duidelijk aanwezig was? Is het arrogantie, onwil of onmacht?
Wie zal het zeggen.
Het zou de provincie sieren om te stoppen met het Zwarte Pieten en verantwoordelijkheid te
nemen. In het licht van de komende verkiezingen zou dit een groot winstpunt zijn en het
geloof in de politiek van de burgers ten goede komen.
Download