DE VOET Bouw en functie van de gewrichten van de voet Menu van bekken en heupgewricht Bewegingen van de voet Gewrichten van de voet, overzicht Bovenste spronggewricht Onderste spronggewricht Transversale voetgewrichten Ligamenten Bewegingsomvang Voetbogen Via deze button kun je telkens terug naar dit menu MENU Bewegingen van de voet als geheel De voor de bewegingen van de voet belangrijkste deelnemende gewrichten, bevinden zich in het rood omcirkelde gedeelte dorsaalflexie eversie of pronatie inversie of supinatie neutrale positie plantairflexie de calcaneus is onder de talus uit naar opzij getrokken MENU Voetgewrichten distale ... interfalangeale gewrichten proximale ... artt. metatarsophalangeales artt. tarsometatarsales art. calcaneocuboidea amputatielijn van Lisfranc transversale voetgewrichten voorste onderste spronggewricht achterste amputatielijn of gewricht van Chopart gewrichtsvlak talus voor bovenste spronggewricht MENU Gewrichten van de voet metatarsofalangeale gewrichten De voet is opgebouwd uit vele botten, die alle partner zijn in meerdere gewrichten tarsometatarsale gewrichten straf = weinig beweeglijk Benoem de na muisklik aan te geven, (belangrijkste) gewrichten: tarsale gewrichten dwarse (transversale) gewrichten art. talocalcaneonavicularis (voorste onderste spronggewricht) art. calcaneocuboidea art. talocruralis (bovenste spronggewricht) art. subtalaris of art. talocalcanearis (achterste onderste spronggewricht) MENU Voetskelet met verloop van gewrichtsassen van bovenste en onderste spronggewricht Benoem de assen en de erbij horende bewegingen: as onderste spronggewricht BEWEGINGEN: as bovenste spronggewricht plantairflexie / dorsaalflexie eversie / inversie MENU Voetgewrichtsassen ook de pezen van de onderbeenspieren zijn aangegeven rotaties als aanpassing aan ongelijke onderlaag as onderste spronggewricht BEWEGINGEN: as bovenste spronggewricht as transversale voetgewrichten: vnl. art. calcaneocuboidea plantairflexie / dorsaalflexie eversie / inversie MENU De volgende gewrichten worden in de aangegeven volgorde besproken: Bovenste spronggewricht (art. talocruralis) – bewegingen: plantairflexie / dorsaalflexie Onderste spronggewrichten (art. subtalaris en art. talocalcaneonavicularis) – bewegingen: inversie / eversie Transversale voetgewrichten (art. talocalcaneonav. en art. calcaneocuboidea) – bewegingen: rotaties om de voetlengteas MENU Bovenste spronggewricht bovenaanzicht syndesmosis tibiofibularis anterior en posterior malleolus lateralis malleolus medialis let op het aantal gewrichtsvlakken: • Lateraal: tussen fibula en talus • Centraal: tussen tibia en talus • Mediaal: tussen tibia (malleolus) en talus lig. deltoideum de talus is “wigvormig” in voor-achterwaartse en in proximo-distale richting MENU Frontaalaanzicht frontale (= coronale) doorsnede door calcaneus en talus bovenste spronggewricht tibia Let op de diverse gewrichtsvlakken en het taps toelopen van de talus in proximo-distale richting (= van boven naar beneden) talus fibula achterste onderste spronggewricht Duidelijk zijn de witte kraakbeengewrichtsoppervlakken en de banden als witte strengen tussen fibula en calcaneus en tussen fibula en talus te zien. De donkere ovale structuren buiten het bot, zijn pezen. calcaneus MENU Bewegingen in het bovenste spronggewricht Benoem de bewegingen in de volgorde van 1 tot en met 4: onderbeen punctum fixum plantairflexie dorsaalflexie 4 3 dorsaalflexie 2 voet punctum fixum 1 plantairflexie MENU Vooraanzicht preparaat: Bovenste spronggewricht in plantairflexie. In dorsaalflexie zou de talusrol (trochlea tali) niet te zien zijn. Let op de ligamenten die vanuit de beide malleoli naar de talus lopen. Door de vorm van de vork van de cruris (onderbeen) en de in die vork gelegen trochlea tali, is uitsluitend een voorwaarts / achterwaartse beweging van het onderbeen mogelijk : resp. dorsaalflexie / plantairflexie. Door de bredere voorkant van de trochlea tali (wigvorm), loopt de crurale vork klem bij dorsaalflexie. MENU Onderste spronggewricht bovenaanzicht tarsus bovenaanzicht talus onderaanzicht talus talus is weggeklapt en wordt teruggeplaatst voorste onderste spronggewricht (sinus tarsi) sulcus tarsi achterste onderste spronggewricht Afzonderlijk bewegen van voorste of achterste deel is NIETmogelijk! MENU As onderste spronggewrichten I tarsus, bovenaanzicht eversie / inversie as de eversie/inversie as wordt uit didactische overwegingen beschouwd als te zijn opgebouwd uit component assen. klik om deze te zien bol hol talus, onderaanzicht plantairflexie / dorsaalflexie adductie / abductie hol bol pronatie / supinatie MENU As onderste spronggewrichten II Benoem de bewegingen: mediale voetrand omhoog: inversie of supinatie laterale voetrand omhoog: eversie of pronatie laterale voetrand omhoog MENU Variatie in verloop van de as van de onderste spronggewrichten Daar bewegingsassen niet bij iedereen op dezelfde manier verlopen, is ook een variatie in bewegingsuitslagen te verklaren. MENU Transversale voetgewrichten bovenaanzicht deel van onderste spronggewricht : deel van onderste spronggewricht : gewrichtsvlak art. calcaneonavicularis gewrichtsvlak art. calcaneonavicularis bewegingsassen N gewrichtsvlak art. calcaneocuboidea Cu gewrichtsvlak art. calcaneocuboidea ventraal aanzicht de bewegingen in deze gewrichten hebben tot doel : aanpassing van de voet aan de ondergrond dit zijn: lichte translaties en rotaties om de voetlengteas MENU Benoem nogmaals alle voetbewegingen dorsaalflexie 1 2 eversie = pronatie 3 inversie = supinatie neutrale positie 4 plantairflexie MENU Mediaalaanzicht Geef de naam van het gehele ligament en benoem daarna de delen, tracht ook aan te geven welke bewegingen door welk ligament wordt geremd: lig. deltoideum: pars tibiocalcaneare eversie pars tibiotalare anterior eversie en plantairflexie pars tibionaviculare plantairflexie en eversie pars tibiotalare posterior eversie en dorsaalflexie sustentaculum tali MENU Lateraalaanzicht Benoem de ligamenten en de bewegingen die erdoor geremd worden lig. tibiofibulare anterius (syndesmosis) lig. talofibulare anterius plantairflexie en inversie lig. bifurcatum plantairflexie en inversie lig. calcaneofibulare inversie MENU Dorsaalaanzicht Benoem de ligamenten en de bewegingen die erdoor geremd cq voorkomen worden malleolus medialis lig. deltoideum pars tibiocalcaneare eversie lig. talofibulare posterius naar dorsaal schuiven voet malleolus lateralis lig. calcaneofibulare inversie achilles pees MENU Beantwoord de vragen, klik daarna voor het goede antwoord De voet staat in welke stand of heeft welke beweging gemaakt? inversie of supinatie Deze stand of beweging wordt meestal met welke andere voetbeweging gecombineerd? plantairflexie Bij de gecombineerde beweging wordt (worden) welke band(en) aangespannen? lig. talofibulare anterius en lig. calcaneofibulare; meestal ook nog het lig. bifurcatum, deze banden remmen de beweging (eerste 2) of scheuren bij een geforceerde beweging (voet verstuiken). neutrale positie MENU Beantwoord de vragen, klik daarna voor het goede antwoord Deze beweging (stand) is: eversie of pronatie en wordt meestal gecombineerd met: dorsaalflexie Ligamenten die deze beweging remmen zijn: lig. deltoideum, vnl. pars tibiocalcaneare en de tibiotalare delen Komt deze beweging - als geforceerde beweging waarbij scheuring van ligamenten optreed - in het dagelijkse en sportbewegingen wel of niet veelvuldig voor? komt NIET vaak voor ! een verstuiking in deze richting wordt opgevangen door het andere been, bovendien is het lig. deltoideum zeer sterk! neutrale positie MENU Beantwoord de vragen, klik daarna voor het goede antwoord Deze beweging (stand) is: dorsaalflexie en wordt geremd door: als eerste de wigvorm van de talus, die klem loopt in de crurale vork, daarnaast ook enigszins door het pars tibiotalare posterior en het lig. talofibulare posterius neutrale positie Deze beweging (stand) is: plantairflexie en wordt geremd door: lig. talofibulare anterius en het lig. deltoideum pars tibiotalare anterior en pars tibionaviculare MENU Bewegingsomvang van de voet dorsaalflexie BSG + OSG BSG OSG eversie inversie BSG + OSG + transversale gewrichten plantairflexie MENU Uitslag van voetgewrichten en leeftijd dorsaalflexie Met de toename van de leeftijd, neemt de beweeglijkheid van de voetgewrichten af eversie inversie neonatus 2 jarige 6 jarige 40 jarige 70jarige plantairflexie MENU Spiergroepen en voetbewegingen • ventrale onderbeenspieren • dorsaalflexie / eversie • oppervlakkige dorsale onderbeenspieren • plantairflexie / inversie • diepe dorsale onderbeenspieren • plantairflexie / inversie • laterale onderbeenspieren • plantairflexie / eversie MENU Peesverloop en voetgewrichtsassen Let op de ligging van de pezen ten opzichte van de bewegingsassen, dat is bepalend voor de functie. as onderste spronggewricht ventrale onderbeenspieren as bovenste spronggewricht laterale onderbeenspieren diepe dorsale onderbeenspieren oppervlakkige dorsale onderbeenspieren MENU De volgende bewegingen van de voet worden gemaakt door welke spiergroepen? • eversie: • ventrale en laterale onderbeenspieren • dorsaalflexie: • ventrale onderbeenspieren • inversie: • alle dorsale onderbeenspieren • plantairflexie: • alle dorsale onderbeenspieren MENU Voetbogen De voet heeft meerdere gewelven: • mediaal lengtegewelf – deze is het meest uitgesproken • lateraal lengtegewelf • dwarsgewelf – bij de kopjes van de metatarsalia is deze als de voet reeds licht belast is, niet aanwezig MENU Vorm en ontwikkeling van de lengtebogen bij de pasgeborene is de holte onder de voet gevuld met reservevet (voedselvoorraad), hierdoor lijkt de pasgeborene een platvoet te hebben, als het kind gaat lopen verdwijnt het reservevet en blijft er steunvet over. MENU Bij de cuneiformia is deze het hoogst, bij de kopjes van de metatarsalia verstreken MENU De gewelfvorm wordt gehandhaafd door: 1 wigvorm van de tarsale botten 2 ligamenten (o.a. aponeurosis plantaris) 3 spieren van de voet MENU Gewelfvorm en spieren van de voet m. tibialis posterior m. flexor hallucis longus m. tibialis anterior m. triceps surae m. peroneus longus mm. plantares breves MENU Platvoeten (b) en holvoeten (c) zijn aan de vorm van de achillespees te herkennen mediaal lateraal normaal platvoet holvoet MENU Voetboog en functie • boogvorm is het meest geschikt om statische krachten op te vangen • een hogere boog geeft de voet meer stabiliteit (stevigheid) • een hogere boog geeft de voet minder beweeglijkheid • dorsaalflexie van de tenen versterkt (verhoogt) de lengteboog MENU Door op de tenen te gaan staan, wordt de voetboog holler De boogvorm is bij uitstek geschikt om belasting te dragen. Een hollere voet is steviger, dus meer bestand tegen statische belasting MENU Vooraanzicht transversale gewrichtsvlakken deel van voorste onderste spronggewricht : N gewrichtsvlak art. calcaneocuboidea situatie bij normale tot afgeplatte voetbogen Cu N gewrichtsvlak art. calcaneonavicularis Cu situatie bij holle voetbogen Naarmate de voetbogen holler zijn, worden voeten stugger = minder beweeglijk. Doordat de assen van de transversale gewrichten niet meer parallel lopen, ontstaat er wringing in de voet. MENU RELATIE VOETBOOG EN KLACHTEN • platvoeten kunnen klachten ontwikkelen in statische situaties : – strainklachten (surmenage) door overbelasting – irritaties op drukpunten • holvoeten kunnen klachten ontwikkelen in dynamische situaties : – strainklachten door wringing • NB: of er wel of geen klachten komen hangt ook af van vele andere factoren !! MENU EINDE Voet