DE EVOLUTIE VAN DE `NONNENZIEKTE`

advertisement
 WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL
SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST
DE EVOLUTIE VAN DE 'NONNENZIEKTE'
WAD? Weekbladpers Artikelen Digitaal
Datum: 11-05-2013
Pagina: 026_1
Rubriek:
Auteur: QUAEGEBEUR, E. (ELS)
De evolutie van de ‘nonnenziekte’
Hoe emancipatie ons borstkanker bracht
door Els Quaegebeur foto Eddo Hartmann
Niet of pas op late leeftijd zwanger worden blijkt een risicofactor voor
borstkanker. Daar gáán de verworvenheden van het feminisme.
Een van de bekendste nummers uit het monumentale repertoire van Kinderen
voor Kinderen is het ‘tietenlied’ uit 1998. Het gaat over een meisje dat schrikt
van haar borstontwikkeling. Het refrein gaat, ietwat ingekort, zo: ‘Ik zat in bad,
gewoon in bad, een beetje met het sop te klieren. Voel ik ineens twee kleine
bobbels waar volgens mij eerst nog niks zat. En dat hoort niet, ik hoor plat. Dus
sinds een uur ben ik niet meer te genieten. Help, help, help! Ik krijg tieten…’
Honderdduizenden Nederlandse meisjes in de beginnende puberleeftijd
luisterden destijds naar het liedje en herkenden zichzelf in de Gooise
geluksvogel die het live mocht zingen op televisie. De pubers van toen zijn
inmiddels jonge vrouwen van tussen de vijfentwintig en de dertig. Velen van
hen komen net van de universiteit of hogeschool. Zijn druk bezig hun carrière
van de grond te krijgen. Moeten nog niet dénken aan het stichten van een gezin.
En laten daar nou die borsten weer in beeld komen. Want, zo wijzen steeds meer
onderzoeken uit, de moderne, individualistische levensstijl van deze generatie
jonge vrouwen speelt een belangrijke rol bij de kans op borstkanker. Niet of pas
op late leeftijd voor het eerst zwanger worden is een van de risicofactoren waar
artsen en wetenschappers steeds nadrukkelijker op wijzen. Twee weken geleden
nog presenteerden Zwitserse onderzoekers in het tijdschrift Breast Cancer
Research bevindingen die dat inzicht onderstreepten.
Fabels
In Nederland krijgen ruim dertienduizend vrouwen per jaar de diagnose
borstkanker en het getal beweegt zich haastig opwaarts. Zo snel dat
wetenschappers op het gebied van epidemieën zich buigen over de
ontwikkeling. Binnen Europa staat Nederland op de vierde plaats als het gaat om
de frequentie van de ziekte, na België, Frankrijk en Denemarken.
2/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST Volgens Matti Rookus, epidemioloog in het Nederlands Kanker Instituut Antoni van Leeuwenhoek, heeft de grootste trend in de ontwikkeling van
borstkanker in de afgelopen eeuw te maken met onze reproductie. Wanneer
beginnen we aan kinderen? Hoeveel krijgen we er? Geven we borstvoeding en
als we het doen: hoelang?
Overigens heeft vrijwel iedere vrouw tegenwoordig haar eigen data paraat,
afkomstig van Dokter Internet, uit damesbladen of opgedaan in met witte wijn
overgoten gesprekken aan de keukentafel. Een op de zes Nederlandse vrouwen
zou borstkanker krijgen, dan weer een op de acht of een op de tien. Het
bewustzijn over de ziekte onder de bevolking is enorm toegenomen de laatste
jaren, dankzij campagnes van organisaties als Pink Ribbon en bekende
Nederlanders met borstkanker die er over spraken in de media. Dat heeft
enerzijds de kennis over het onderwerp vergroot en daarmee de kans op
tijdelijke ontdekking van kwaadaardige tumoren. Maar de massale aandacht is
ook een voedingsbodem voor angst en onjuiste of onvolledige informatie.
Bijvoor­beeld over het verband tussen ivf en borstkanker, waar geen
wetenschappelijk bewijs voor bestaat. Ook het gebruik van deodorant, het
dragen van een beugelbeha of linkshandig zijn verhoogt de kans niet; drie van
de fabels die hardnekkig de ronde doen.
Rookus houdt de kans om borstkanker te krijgen op twaalf procent, dus één op
de acht. ‘En de kans het voor je vijfenzeventigste te krijgen, is één op de tien.
Dit cijfer is ook van belang omdat het merendeel van de vijfenzeventigplussers
die het krijgt er niet aan zal overlijden. Maar ook zo bekeken is de kans op
borstkanker nog enorm hoog. Wel is het zo dat we borstkanker eerder zijn gaan
vinden sinds we in de jaren negentig in westerse landen zijn begonnen met
screenen. Hierdoor is de overleving toegenomen.’
Beschermende factor
Begin vorige eeuw werd borstkanker ‘nonnenziekte’ genoemd. Vooral
kinderloze vrouwen kregen ermee te maken. Inmiddels weten kankerspecialisten
veel meer over de achtergrond hiervan. Rookus, van huis uit bioloog, richt zich
in haar onderzoek naar borstkanker en leefstijl op primaire preventie. Dat wil
zeggen: het in de toekomst voorkomen van tumoren door het achterhalen van
oorzaken. (Secun­daire preventie is de screening, in Nederland bij vrouwen
vanaf vijftig jaar.) ‘De borst is een van de weinige organen die we nog niet
hebben als we worden geboren,’ zegt Rookus. ‘Borsten ontwikkelen zich
gedurende het leven. Als ze van buiten zijn afgewerkt, aan het einde van de
puberteit, zijn ze binnenin nog prematuur omdat ze nog niet zijn gebruikt voor
de lactatie, het melk geven. De voorbereiding op de lactatiefunctie treedt pas op
3/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST tijdens de eerste zwangerschap. Dan worden de borstcellen eigenlijk pas
rijp. Wat we nu weten, is dat de nog onrijpe cellen gevoeliger zijn voor
oncogene invloeden: genetische afwijkingen die leiden tot het ontwikkelen van
borstkanker. Na het doormaken van een eerste zwangerschap zijn de cellen
uitontwikkeld en dat blijkt een belangrijke beschermende factor te zijn.’
Maar daarmee zijn we er nog niet. De verlaging van het risico werkt alleen als
vrouwen bijtijds voor de eerste keer een volledige zwangerschap doormaken: het
liefst als ze in de twintig zijn, maar in elk geval voor hun tweeëndertigste
levensjaar, aldus Rookus. Het is zelfs zo, blijkt uit een Noorse studie, dat als
vrouwen op late leeftijd voor het eerst bevallen de beschermende werking
helemaal niet meer optreedt. Zij lopen dan juist een groter risico dan hun
kinderloze seksegenoten. Het geven van borstvoeding kan dit verbeteren, mits
het lang genoeg gebeurt. Langer dan wij in Nederland gewend zijn met een
gemiddelde van drie maanden.
Het zijn geen opwekkende feiten voor een land waar nog maar eenderde van de
vrouwen jonger is dan dertig bij de geboorte van de eerste baby, volgens de
meest recente cijfers van het CBS. Rookus zet de mogelijke gevolgen hiervan in
perspectief: ‘De kans om hierdoor borstkanker te ontwikkelen, blijft laag. Het
verband is niet zo sterk als bijvoorbeeld bij roken en longkanker. Maar het valt
niet te ontkennen: als we een vrouw die op haar zesendertigste voor het eerst een
kind krijgt en kort borstvoeding geeft, vergelijken met een vijfentwintigjarige
moeder die haar baby acht maanden zelf voedt, zit je bijna op een verdubbeling
van het weliswaar lage risico.’
Jong beginnen
Emiel Rutgers, sinds vijfentwintig jaar als borstkankerchirurg verbonden aan het
Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, windt er geen doekjes om. Hij gelooft dat
als vrouwen weer jong aan kinderen beginnen, het borstkankercijfer over twintig
jaar bijna gehalveerd zal zijn. Rutgers: ‘Borstkanker hangt voor een groot deel
samen met de densiteit van het klierweefsel en het aantal keren dat de borsten
door de ovulatoire cyclus heen gaan. Elke maand dat een vrouw ovuleert en
menstrueert, wordt door de werking van de vrouwelijke hormonen oestrogeen en
progesteron een appèl gedaan op de celdeling in de melkklieren. En hoe vaker
cellen zich delen, hoe meer kans op foutjes. Als je de binnenkant van een borst
bekijkt rond de ovulatie, zie je een verwilderd beeld van delende cellen. Het is
eigenlijk heel begrijpelijk dat er geregeld iets misgaat en dat de kans daarop
groeit met het aantal cycli dat een vrouw gedurende haar leven heeft.’
4/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST Om die reden is het ook zo verontrustend dat Nederlandse meisjes steeds
jonger ongesteld worden, zeggen zowel Rookus en Rutgers als Elsken van
der Wall, hoogleraar en internist-oncoloog van het Universitair Medisch
Centrum Utrecht. Het is niet meer ongebruikelijk dat meisjes op de basisschool
al beginnen met menstrueren, als ze een jaar of tien, elf zijn. Onder TurksNederlandse meisjes gebeurt dit zelfs bij eenderde, blijkt uit vorige maand
gepubliceerd onderzoek van (onder meer) het VUmc. Ter vergelijking: tachtig
jaar geleden was de gemiddelde leeftijd voor de eerste menstruatie vijftien à
zestien.
De stijging heeft vooral te maken met voeding en gebrek aan lichaamsbeweging,
is de heersende gedachte. En dan gaat het niet per se, of in elk geval niet alleen,
om kinderen met ernstig overgewicht, grootgebracht op een dieet van frisdrank,
Happy Meals en Haribo. Je zou het misschien niet zeggen als je om je heen kijkt
in de Kalverstraat, maar de westerse bevolking is massaal gezonder en
veelzijdiger gaan eten sinds de Tweede Wereldoorlog. Onze weerstand is sterk
verbeterd. Doordat ons lichaam weinig tegenslag meer ontmoet in de zin van
ernstige infectieziekten of onder­voeding tijdens de jeugd, kan het dus optimaal
gebruikmaken van de vruchtbaarheid. Evolu­tionair zijn er geen obstakels om,
bij meisjes, de eierstokken al rond het elfde levensjaar aan het werk te zetten en
ze pas zo’n veertig jaar later met pensioen te laten gaan.
Zoals Rutgers zegt: ‘Vergelijk het meisje van voor de oorlog dat begon te
menstrueren op haar zestiende, op haar tweeëntwintigste beviel van haar
eerstgeborene, nog drie kinderen baarde en op vijfenveertigjarige leeftijd in de
overgang ging, met het meisje van nu, dat op haar elfde voor het eerst
menstrueert, op haar tweeëndertigste de eerste van haar twee kinderen krijgt en
als tweënvijftigjarige nog ongesteld is. Er gaat een veelvoud van cycli door die
borsten heen.’
De ontwikkeling in het westerse voedingspatroon heeft uiteraard niet alleen
maar negatieve gevolgen. Integendeel. De afgelopen zeventig jaar is onze
levensverwachting met vijftien jaar toegenomen. Dat is de belangrijkste oorzaak
van de ‘explosie aan borstkanker’, zoals Van der Wall het uitdrukt. Het
borstkankercijfer is in alle leeftijdscategorieën omhooggeschoten, maar er wordt
vooral een toename gezien bij vrouwen boven de vijfenzestig. De gemiddelde
leeftijd waarop borstkanker wordt ontdekt, is tweeënvijftig. Zowel Van der Wall
als Rutgers zijn echter gedurende hun carrière steeds vaker jonge
borstkankerpatiënten gaan behandelen. Waarbij moet worden aange­tekend dat
zij beiden werken bij gespecialiseerde centra waar veel ingewikkelde gevallen
terechtkomen voor een second opinion.
5/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST Borstkankerplaatje
Zo’n patiënt was Blandine de Kreuk, een tweeënveertigjarige vrouw uit
Bilthoven. Moeder van drie kinderen van zeven, vijf en vier. In juni 2008 belden
binnen veertien dagen twee vriendinnen op om te vertellen dat ze borstkanker
hadden. De Kreuk ging op de bank zitten en dacht: laat ik ook maar eens voelen.
Ze ontdekte een knobbeltje in haar borst. Het bleek kanker te zijn. Drie dagen na
de diagnose ontdekte De Kreuk dat ze zwanger was van haar derde kind. Daarna
ging het snel, omdat ze op tijd de eventuele keuze moest kunnen maken voor
een abortus, indien nodig. Bij het tweede gesprek moest ze kiezen voor
amputatie of een borstbesparende operatie. Ze koos voor volledige verwijdering,
dan was geen bestraling nodig, wat haar beter leek voor de baby. Een bevriende
kunstenares maakte nog snel een afdruk van haar onaangetaste boezem. Die
staat nog altijd op de schoorsteenmantel. Tien dagen na de operatie kreeg ze de
uitslagen die bepalend waren voor haar toekomst. Het was een langzaam
groeiende tumor, niet uitgezaaid. Als ze een paar jaar hormonen zou slikken,
had ze 97 procent op overleven.
De Kreuk en haar gezin zijn nu vijf jaar verder. De hormoonbehandeling is
achter de rug. Ze voelt zich gezond en doet het wat kalmer aan. Ze werkt
tijdelijk niet. Een van de twee vriendinnen met borstkanker is vorig jaar
overleden. Eigenlijk heeft ze geluk gehad, vindt De Kreuk. Na die ene keer
slecht nieuws is het alleen maar bergopwaarts gegaan. Ze heeft er nooit aan
getwijfeld dat ze de ziekte zou overleven. Pas vier jaar na dato huilde ze voor
het eerst om het besef dat ze dood had kunnen gaan, een week na de begrafenis
van haar vriendin. ‘Ik stond de was op te hangen en ineens dacht ik: dat had mij
ook kunnen gebeuren. Natuurlijk is de naïviteit over het leven wel een beetje
weg. Als ik ergens een pijntje heb, ben ik meteen alert. Zo was ik voor mijn
borstkanker helemaal niet.’
Blandine de Kreuk heeft er nooit bij stilgestaan dat het ontstaan van haar kanker
iets te maken zou kunnen hebben met de timing van haar voortplanting: ze kreeg
haar eerste kind toen ze vijfendertig was. ‘De omstandigheden waren zo dat het
niet eerder langskwam. Toen ik economie studeerde in Groningen was ik met
andere dingen bezig. Ik heb altijd geweten: ik kom één vent tegen en dat is ’m.
Zo is het gegaan. Op mijn dertigste. Toen ik vierendertig was, zijn Winfred en ik
getrouwd en een paar maanden later raakte ik in verwachting. Ik sportte veel, at
gezond, er kwam nauwelijks kanker voor in mijn familie. Ik leefde juist altijd in
de veronderstelling dat ik niet in een borstkankerplaatje paste.’
Welvaartsziekte
6/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST Als je de feiten op een rijtje zet, lijkt het er steeds meer op dat zo’n beetje
iedere westerse vrouw in een borstkankerplaatje past. En ook niet-westerse
landen zijn aan een opmars bezig. In Azië, bijvoorbeeld, kwam altijd heel
weinig borstkanker voor. Dat heeft niets te maken met de beperkte
melkproductie van Aziatische vrouwen of hun doorgaans kleine borsten, zoals
vaak wordt beweerd. Voor het eerste is geen wetenschappelijk bewijs gevonden
en de omvang van de borst maakt niet uit; in kleine borsten zit evenveel
klierweefsel als in grote. De oorzaak van het feit dat het cijfer in een aantal
Aziatische landen – Indonesië, Zuid-Korea, Japan, China – nu omhoog vliegt,
ligt in het massaal overnemen van westerse leefgewoonten: te dik worden, laat
en minder kinderen krijgen en vrijwel geen borstvoeding geven.
Elsken van der Wall haalt een quote aan van Cancer Research UK in GrootBrittannië: ‘Breast cancer is one of the few cancers where incidence rates are
lower for more deprived women.’ Vrij vertaald: borstkanker komt het minste
voor onder vrouwen in de armste landen ter wereld. Deels omdat ze minder oud
worden, maar ook door maatschappelijke omstandigheden en cultuur: ze hebben
geen luxe koel- en vriescombinatie volgepropt met calorierijk voedsel en zitten
vanaf jonge leeftijd een paar keer een zwangerschap uit, of ze dat nou leuk
vinden of niet. Van der Wall: ‘Alle borstkankers ontstaan, naast veel andere
factoren, onder invloed van de vrouwelijke hormonen. Geen enkele borstkanker
is dezelfde. Dat maakt het ontrafelen van de verschillende oorzaken ongelooflijk
lastig. Omgevings­factoren spelen een significante rol bij veel vormen, dat
weten we door al het epidemiologisch onderzoek van Matti en haar collega’s
inmiddels wel. Overgewicht speelt een rol. Te weinig beweging en te veel
alcohol drinken ook. Ik geloof zeker dat vrouwen op een aantal vlakken zelf iets
kunnen bijdragen aan het terugdraaien van het risico.’
Met andere woorden: zoals veel aandoeningen van tegenwoordig is ook
borstkanker een ­welvaartsziekte die deels samenhangt met overdaad maar,
cynisch genoeg, ook met zelf­beschikking, met een levensstijl en
verworvenheden waar westerse vrouwen sinds de eerste en de tweede
feministische golf hard voor hebben gestreden. Carrière maken, financiële
onafhankelijkheid, de pil slikken, bewust niet of pas op latere leeftijd moeder
worden.
Dat wringt. Twintigers van nu, die nog voor de keuze staan, zitten daarmee in
een lastig parket. Je eerste baby baren is het beste als je jong bent, niet alleen
met het oog op borstkanker, maar ook om allerlei andere redenen: minder kans
op miskramen, zwangerschapscomplicaties, afwijkingen. Meer kinderen baren
op jonge leeftijd is nog beter, liefst elke keer gevolgd door een paar jaar
7/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST borstvoeding. Maar ja, wat kunnen of willen de jongere generaties hiermee
in 2013?
Stimuleringspremie
Rookus onderkent dit dilemma. ‘Wat het gunstigste is voor het vrouwelijk
lichaam staat ver af van hoe wij ons leven tegenwoordig organiseren. Men zou
zich er meer bewust van moeten zijn dat het in het belang is van de gezondheid
van vrouwen – en daarmee van iedereen – dat ze weer eerder aan kinderen
beginnen, áls ze kinderen willen natuurlijk, en ze ze kunnen krijgen. Het
probleem is dat, ondanks de enorme aandacht voor borstkanker, de meeste
mensen niet geïnteresseerd zijn in een bepaalde ziekte zolang zij en hun
dierbaren gezond rondlopen. Tenzij ze in een hoog-risicogroep zitten, zoals
vrouwen die ernstig erfelijk belast zijn. Maar dat is voor zover we nu weten
maar bij hooguit tien procent van de borstkankerpatiënten het geval.’
Emiel Rutgers is van mening dat er concrete plannen moeten komen vanuit de
overheid om vrouwen met een kinderwens in staat te stellen deze op de optimale
leeftijd te vervullen zonder dat ze daarmee hun carrièrekansen vergooien of in
de ijskast moeten zetten. Hij heeft het over een ‘stimuleringspremie’. ‘De
borstkankerepidemie vindt zijn belangrijkste oorzaak in de
voortplantingscultuur. Dat is een maatschappelijke ontwikkeling die niet in steen
gehouwen is. Het kan ook anders.’
Dat is maar zeer de vraag. Als er al iets van een financiële stimulering zou
komen, wat in het huidige politieke en economische klimaat een volstrekte
utopie is, zitten jonge vrouwen daar dan wel op te wachten? En niet te vergeten:
mannen, toch ook niet geheel weg te denken in het voortplantingsproces? Sla de
vrouwenbladen er maar op na. Steeds minder twintigers maken aanstalten voor
hun dertigste aan kinderen te beginnen. Een baby komt aan het eind van een
lange rij dromen en verlangens. Jonge vrouwen van nu zijn individualistisch: ze
willen na hun studie eerst een tijdje freewheelen, dan een goede baan regelen en
zichzelf stevig neerzetten op de maatschappelijke ladder.
De economische crisis helpt ook niet. Vaste contracten liggen niet voor het
oprapen en het werkloosheidscijfer blijft stijgen. Volgens de laatste cijfers van
het CBS van 18 april dit jaar kwamen er in de leeftijdscategorie vijfentwintig tot
vijfenveertig het afgelopen kwartaal gemiddeld elfduizend werklozen per maand
bij. Onder invloed van de aanhoudende malaise zijn er de afgelopen jaren
minder kinderen geboren, zei CBS-demograaf Jan Latten een paar maanden
terug in NRC Handelsblad. Aspirant-ouders zijn onzeker over hun baan of
krijgen hun te kleine huis niet verkocht. Als de economie weer aantrekt, komt er
8/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST mogelijk een verlate geboortegolf. Met een heleboel vaders en moeders van
ver in de dertig.
Sociale duurzaamheid
Het ontstaan van borstkanker is te complex en te veelzijdig om te zeggen dat
jonge, carrièrebewuste vrouwen de nonnen van de eenentwintigste eeuw dreigen
te worden, maar de vraag dringt zich wel op of borstkanker meer voorkomt bij
hoger opgeleiden. Rookus zegt van wel, maar niet significant. Lager opgeleiden
beginnen gemiddeld iets eerder aan het krijgen van kinderen. Het verschil wordt
echter gelijkgetrokken doordat vrouwen in lagere sociale klassen weer meer
kampen met overgewicht en minder bewegen. Intensief sporten verlaagt het
risico door de werking van insuline en stimulering van de borstspieren.
Ida Sabelis, organisatie-antropoloog aan de VU en hoofdredacteur van het
wetenschappelijke tijdschrift Gender, Work & Organization, hoort het medische
verhaal aan. ‘Als de oplossing vanuit de huidige arbeidscultuur moet komen, zie
ik vooralsnog geen bemoedigende trend. Bij werkgevers ligt de nadruk op jong
en zo hoog mogelijk opgeleid. Voor ons veertigste moet de loopbaan een eind
op weg zijn. Dat wetende duik je als vijfentwintigjarige niet meteen de
kraamkamer in na je afstuderen.’
Volgens Sabelis is er op werkgebied een ‘individualisering van hier tot Tokio’
aan de gang: een wildgroei van flexibele contracten en een immer groeiend leger
aan zzp’ers. Vroeg kinderen krijgen past daar niet bij, zeker niet met de huidige
bezuinigingen op de kinderopvang. ‘Het is ook nog eens zo dat jonge vrouwen
in verhouding tot hun mannelijke collega’s later verantwoordelijkheid krijgen.
Terwijl het ze ook weer eerder wordt afgenomen met ouder worden. Er bestaan
nog steeds enorme genderverschillen binnen organisaties. Dat zet ook een rem
op het in vervulling brengen van een kinderwens. Ik denk wel eens: als vrouw
met ambities moet je tegenwoordig bijna moedig zijn om te besluiten daar boven
te staan en baby’s te gaan maken.’
Om de maatschappelijke ontwikkeling weer enigszins op één lijn te krijgen met
wat de biologie bedacht heeft, moet ‘sociale duurzaamheid’ op de agenda
komen, aldus Sabelis. De weg vrij maken voor de gezondst mogelijke
voortplanting hoort daarbij. Ze is van mening dat het hebben van (kleine)
kinderen vanuit arbeids-organisatorisch oogpunt te veel als een probleem wordt
gezien. En dat straalt dan natuurlijk vooral af op vrouwen tussen de
vijfentwintig en de vijfenveertig. ‘We moeten ophouden jonge moeders neer te
zetten als onbetrouwbare werknemers. Wie weet heeft dat op termijn dan een
positieve weerslag op de leeftijd waarop vrouwen aan kinderen beginnen.’
9/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST Chemische oplossing
Kunnen vrouwen in de tussentijd hun borsten dan niet aanpassen aan deze tijd,
met ingrijpen van de dokter? Dat is geen sciencefiction, al staat het onderzoek
nog in de kinderschoenen. De hormoonspiraal en de pil bieden in elk geval geen
uitkomst helaas, die stimuleren nog steeds de cellen in de borst door de toevoer
van hormonen, ook al leggen ze de ovulatie plat. De pil verhoogt het risico zelfs
iets gedurende de jaren dat vrouwen hem slikken. Dat effect verdwijnt weer als
ze stoppen. Maar bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht wordt gewerkt
aan een via de tepel in te spuiten middel dat de maandelijkse celdeling
tegengaat. Ook een vaccin of specifieke hormoonbehandelingen behoren in de
niet zo verre toekomst wellicht tot de mogelijkheden. Daar kleven uiteraard ook
nadelen aan, in de zin van bijwerkingen, legt Emiel Rutgers uit. ‘Bij interventie
ter preventie moeten de kosten duidelijk opwegen tegen de baten. Zover zijn we
nog niet. Ik vind het lastig. Wat we ook bedenken, het blijft een chemische
oplossing voor een probleem dat grotendeels op een natuurlijke manier
verholpen kan worden, mits er politiek en maatschappelijk flink wat verandert.
Dat vereist kennis en bewustzijn. Niet alleen bij de vrouwen die mogelijkerwijs
de gevolgen ondervinden van hun late zwangerschap, maar in de gehele
samenleving.’
Bladwijzer / Online bron
Pauw & Witteman; Vooruitgang
Borstkanker is bij uitstek een ziekte waarbij de laatste jaren veel vooruitgang is
geboekt in de behandeling en genezing. Het Koningin Wilhelmina Fonds
Kankerbestrijding werkt met de graadmeter: wie is er nog in leven vijf jaar na de
diagnose? Bij borstkanker is dat ruim tachtig procent. Nog maar vijf jaar
geleden was het zeventig procent. Elsken van der Wall sprak eind vorig jaar
over deze ontwikkeling bij Pauw & Witteman in het kader van de actie ‘Sta op
tegen kanker’.
Ga naar vn.nl/borstkanker
Info
De epidemie hangt samen met grotere zelfbeschikking
Daar heb je dan zo hard voor gestreden
Risico beperken? Jong meer kinderen baren, liefst met elke keer een paar jaar
borstvoeding
Credits
10/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST Bettmann/CORBIS/HH
EDDO HARTMANN
Marcel van den Bergh/ HH
t Sticht/Spaarnestad Photo/HH
Copyright © 2013 Weekbladpers Tijdschriften (Ja)
11/11  ELS QUAEGEBEUR WWW.ELSQUAEGEBEUR.NL SCHRIJVER, JOURNALIST & COLUMNIST 
Download