Internationaal Monetair Fonds Wat is het IMF Het Internationaal Monetair fonds is een gespecialiseerde organisatie voor monetaire zaken van de Verenigde Naties bestaande uit 187 landen. Historiek Het IMF werd samen met de Wereldbank in 1944 met de overeenkomst van Bretton Woods opgericht in het kader van het wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Het werd in december 1945 voor het eerst officieel in werking gesteld door 29 nationale regeringen. Een jaar later begon het fonds aan zijn financiële operaties en in 1947 werd Frankrijk het eerste land dat geld leende van het IMF. In de late jaren 1950 en tijdens de jaren 1960 begon het IMF zich goed uit te breiden. Dit kwam doordat er veel Afrikaanse landen onafhankelijk werden verklaard. Langs de andere kant was de Koude Oorlog een beperking op het lidmaatschap. De meeste landen in de Sovjet invloedssfeer kregen geen lidmaatschap. Nu is het IMF uitgegroeid tot een organisatie met 187 landen onder haar vleugels. Wat doet het IMF Met het lidmaatschap van 187 landen, heeft het IMF een unieke positie om de aangesloten regeringen te helpen om te kunnen profiteren van de globalisering en economische ontwikkeling in het algemeen. Het IMF bestudeert wereldwijde economische trends en prestaties en waarschuwt haar lidstaten wanneer er problemen dreigen te komen. Het IMF geeft beleidsadvies en doet de financiering van de leden met economische moeilijkheden. Zo werkt het ook met ontwikkelingslanden om de armoede tegen te gaan en macro-economische stabiliteit na te streven. De wereldwijde crisis heeft nogmaals aangeduid hoe sterk de landen met elkaar verbonden zijn in de huidige wereldeconomie. De belangrijkste taken van het IMF. Het IMF helpt haar leden door middel van: Beleidsadviezen aan overheden en centrale banken op basis van analyse van de economische trends en de cross-country ervaringen. Onderzoeken, statistieken, prognoses en de analyse op basis van het volgen van de mondiale,regionale en individuele economieën en markten. Leningen aangaan met landen om hun economische problemen te overwinnen. Concessionale leningen ter bestrijding van de armoede in de ontwikkelingslanden. Technische bijstand en opleidingen zodat de leden hun economieën beter kunnen beheren. Doel Het doel van het fonds is een evenwichtige groei en hoge tewerkstelling te stimuleren en landen die tijdelijke betalingsbalansproblemen hebben financieel bij te staan. Binnen dit gebied zorgt het IMF voor: Stimulering van de internationale monetaire samenwerking De wisselkoersstabiliteit Duidelijke wisselkoers-mechanismen Het IMF wil haar doelstellingen verwezenlijken door het geven van beleidsadvies, financiële steun en technische bijstand. Lidmaatschap Momenteel heeft het fonds een lidmaatschap van 187 landen. Om lid te worden moet een land geaccepteerd worden door de meerderheid van de bestaande leden. Bij de toetreding krijgt elk lid een quotum van het IMF. Deze quotum is grotendeels gebaseerd op de relatieve grootte in de wereldeconomie. De quotum heeft een aantal fundamentele aspecten van de financiële en organisatorische relatie met het IMF als gevolg: Abonnement: het bepaalt het maximumbedrag van de financiële middelen die de leden moeten betalen aan het fonds. De bedragen moeten volledig betaalt worden bij toetreding tot het IMF. 25 procent van het bedrag moet betaald worden in de eigen valuta van het IMF, de zogenaamde Special Drawing Rights of de algemeen aanvaarde valuta’s ( zoals de dollar, euro, yen en pond), terwijl de rest wordt betaald in de eigen valuta van het lid. Stemrecht: Ieder lid van het fonds heeft 250 basis stemmen plus een extra stem voor elke 100000 SDR van de quota. Toegang tot financiering: het bepaalt de hoogte van financiering van het lid. Er bestaan een aantal afwijkende overeenkomsten waarbij het lid tot maximaal 200 procent meer kan lenen dan de quota. Dit gebeurt enkel in uitzonderlijke omstadigheden. SDR toewijzingen: elk lid van het aandeel van de algemene trekkingsrechten worden vastgesteld in verhouding tot haar quotum. Leningen Voorwaarden om te lenen De voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor een lening liegen er niet om. Het komt er in feite op neer dat een nationale overheid haar directe zeggenschap over haar economisch beleid en daarmee indirect ook over bijvoorbeeld sociaal, cultureel en milieubeleid uit handen geeft. Een regering zal moeten voldoen aan de door het IMF opgelegde voorwaarden anders komt er geen IMF-cent vrij. De voorwaarden laten zich onderverdelen in korte termijn 'Stabilisation Policies' en de 'Structural Adjustment Programs (SAP) voor middellange termijn. In het algemeen zijn IMF programma's dus gericht op de korte termijn problemen zoals het opvangen van macro-economische schommelingen, wegwerken van tekorten op begrotingen en het bestrijden van de inflatie. Korte termijn stabiliseringsprogramma's moeten de binnenlandse uitgaven en vraag beperken, en de uitgaven en inkomsten van een land in korte tijd weer in balans brengen zodat de inflatie omlaag gaat. Een verder punt van het stabiliseringsprogramma is het verhogen van de belastingen op elementaire consumptiegoederen zoals voedsel en nutsvoorzieningen. Dit betekent dat ieder hoofd van de bevolking evenredig moet opdraaien voor de IMF maatregelen. Dit terwijl bijvoorbeeld een verhoging van de inkomstenbelasting de lasten veel gelijkwaardiger zou verdelen. De Structurele Aanpassingsprogramma's (SAP) beogen op middellange termijn economische groei te bereiken door te investeren in de private sector en de rol van de staat in de economie terug te dringen. Als eerste worden staatscontrole en subsidies op prijzen afgeschaft en staatsbedrijven gesloten of tegen zachte prijzen verkocht (niet zelden aan westerse bedrijven). Tevens wordt protectionistisch overheidsbeleid afgeschaft. Zoals eerder gezegd is het belangrijkste streven van het IMF het bewaren van stabiliteit op de kapitalistische wereldmarkt. Daarnaast is ze erop gericht door middel van macroeconomische maatregelen meer landen te integreren in deze markt. De maatregelen die gepaard gaan met de door haar verstrekt leningen, hebben het doel de staatsinvloed op de economie te verkleinen ten gunste van de private sector. Dit beleid heeft desastreuze gevolgen voor de wereldbevolking De gevolgen van het IMF Voor diegenen die nog steeds vertrouwen hebben in de succesformule van de kapitalistische vrije markt zal veel van het bovenstaande nobel en mooi in de oren klinken. Het vervelende is dat sinds het bestaan van de instellingen de verhoudingen tussen het rijke noorden en het arme zuiden alleen maar meer uit het lood zijn geraakt. Je kunt eigenlijk niet anders concluderen dan dat het IMF, de Wereldbank, en alle andere door het vrijemarktfundamentalisme gedreven instellingen, als het gaat om welvaartsen welzijnsnivellering hopeloos gefaald hebben. De gevolgen van de aan landen opgelegde economische maatregelen zijn voor bevolkingen keer op keer rampzalig. Terwijl het IMF voortdurend blijft goochelen met glanzende macro-economische modellen, blijven de levensomstandigheden van werknemers en kleine zelfstandigen in de ontwikkelingslanden verder dalen. Bezuinigingen op onderwijs, sociale voorzieningen, gezondheidszorg, massaontslagen, verlagingen van de lonen, prijsverhoging van de eerste levensbehoeftes, gedwongen volksverhuizingen door Wereldbankprojecten, faillissement voor plaatselijke producenten nadat de markt wordt overspoeld met goedkoop gemaakte importproducten, het zijn keer op keer gevolgen van het beleid van het IMF en de Wereldbank. Macro-economische succesverhalen betekenen dus veelal verzwegen micro-economische ellende. Het is dan ook niet vreemd dat overal ter wereld mensen zich verzetten tegen het IMF en de Wereldbank. Zo braken er vorig jaar in Tunesië rellen uit toen het IMF de regering verbood nog langer eerste levensmiddelen zoals brood en suiker te subsidiëren. Hetzelfde jaar brak in Indonesië een opstand uit tegen soortgelijke door het IMF opgelegde bezuinigingen. De lijst van door het beleid van IMF en Wereldbank veroorzaakte drama's is lang en spreekt voor zich. Vandaar ook dat het verzet tegen het IMF en de Wereldbank breed wordt gedragen. Wanneer er echter een antwoord geformuleerd moet worden, lopen de meningen echter uiteen van hervormen tot afschaffen. Bestuur Management Het management houdt toezicht op het werk van het personeel en het onderhoudt de contacten op hoog niveau met de nationale regeringen, de media,.. directrice : Christine Lagarde Vice – directeur: John Lipsky Adjunct-directeur Naoyuki Shinohara Adjunct-directeur Nemat Shafik Adviseur Min Zhu Adviseur David Lipton Raad van gouverneurs Deze raad neemt alle belangrijke beslissingen inzake het algemene beleid. Elk lid van het IMF heeft een vertegenwoordiger in deze raad. Het Internationaal Monetair en financieel Comité (IMFC) Dit is het politieke beleidsorgaan. Het comité telt 24 leden die 1 of meerdere lidstaten van het IMF vertegenwoordigen. België en het fonds Financiële positie in het fonds België is sinds 27 december 1945 lid van het IMF. Dit betekend dat het één van de stichtende leden is. Het heeft een quota (Belgische aandeel van kapitaal in het fonds) van 4605,20 miljoen speciale trekkingsrechten (SDR). Dit is de rekeneenheid van het IMF. Het aandeel van België is 2,16% van het totaal. België wordt in de raad van gouverneurs vertegenwoordigd door de gouverneur van de Nationale Bank. De minister van Financiën vertegenwoordigt de Belgische kiesgroep in het IMFC. België heeft ook een vertegenwoordiger in het Directiecomité. Deze vertegenwoordigt naast België ook nog Luxemburg, Oostenrijk, Tsjechië, Slovakije, Slovenië, Hongarije, Turkije, Wit-Rusland en Kazachstan. Deze landen vormen samen met België de Belgische kiesgroep. Bronnen http://www.ravagedigitaal.org/archief2000/0011a4.htm http://www.imf.org/external/about.htm http://www.iefa.fgov.be/nl/Topics_Participation_IMF.htm