opdrachten om het spel in een klassituatie te spelen.

advertisement
OPDRACHTEN OM HET SPEL IN EEN
KLASSITUATIE TE SPELEN.
1. Speel een rondje ‘Ik ga naar de markt en koop ...’ en zorg ervoor
dat je als een van de laatste twee spelers overblijft. (Zoals ‘ik ga
op reis en neem mee ...’). Materiaal: /
17. Schrijf tien woorden op die ook achterstevoren een goed
woord zijn. Materiaal: pen en papier.
18. Niet van toepassing
2. Je krijgt zo meteen een lijst met verschillende voorwerpen. Je
krijgt één minuut de tijd om er minstens vijftien te onthouden.
Materiaal: lijst met verschillende voorwerpen.
3. Niet van toepassing
4. Een echte marktkramer kan zijn producten als geen ander
aanprijzen. Praat gedurende één minuut lang over een
aardappel. Materiaal: /
19. Scheur uit een blad papier tien vierkanten, tien driehoeken en
tien cirkels. Materiaal: blad papier.
20. Speel een rondje pictionary met als centrale thema ‘dingen
die je in de supermarkt koopt’. Zodra de anderen drie dingen
geraden hebben die jij tekende, is de opdracht geslaagd.
Materiaal: pen en papier.
21. Niet van toepassing
5. Zeg het alfabet binnen de twee minuten achterstevoren op.
Materiaal: /
22. Niet van toepassing
23. Noem in één minuut minstens tien fietsonderdelen. Materiaal:
pen en papier.
6. Niet van toepassing
7. Maak in één minuut minstens vijf verschillende woorden met
de letters van het woord ‘slachthuis’. Je hoeft niet in elk woord
alle letters te gebruiken. Materiaal: pen en papier.
8. Neem een krant en zoek zo snel mogelijk tien woorden waarin
het woordje ‘os’ voorkomt. Materiaal: krant en pen.
9. Je krijgt zo meteen een krant/blad papier. Scheur de vorm van
een kip uit. Materiaal: krant/papier.
10. Je krijgt zo meteen een krant/blad papier. Scheur de vorm van
een koe uit. Materiaal: krant/papier.
24. Geef minstens drie tips aan je medeleerlingen om hun zakgeld
goed te besteden. Materiaal: /
25. Niet van toepassing
26. Maak een woordenketting van minstens 25 woorden in het
thema ‘groenten en gewassen’. Materiaal: pen en papier.
27. Verzin minstens tien woorden die eindigen op ‘os’. Materiaal:
pen en papier.
28. Schrijf een elfje over het thema ‘de kip of het ei’. Een elfje is
een soort gedicht – zie nl.wikipedia.org/wiki/Elfje_(gedicht).
Materiaal: pen en papier.
11. Niet van toepassing
12. Niet van toepassing
29. Schrijf zo snel mogelijk vijf planten op die beginnen met de
letter P. Dat mag met groenten of fruit te maken hebben.
Materiaal: pen en papier.
13. Niet van toepassing
14. Beeld een platte fietsband uit. Als de anderen binnen de twee
minuten raden wat je uitbeeldt, ben je in de opdracht geslaagd.
Materiaal: /
15. Maak een woordenketting van minstens 25 woorden in het
thema ‘winkelnamen’. Materiaal: pen en papier.
16. Teken een huis in één lijn (dus zonder je pen op te tillen).
Materiaal: pen en papier
30. Iemand van het groepje zegt heel snel het alfabet op. Een
ander zegt stop. Bedenk met de letter die als laatste genoemd
is vijf verschillende dieren. Materiaal: /
31. Leg in vijf zinnen uit wat er het eerste kwam en waarom: de kip
of het ei. Materiaal: pen en papier
an-
Deze opdrachten horen bij het jongerenspel ‘Youcanda’
van Spoor ZeS. Ze werden speciaal opgesteld om in een
klassituatie te kunnen gebruiken. Meer info over het spel
vind je op spoorzesindeklas.be.
Download