Schoolproject Brazilië

advertisement
SCHOOLPROJECT
WERELDMISSIEDAG VAN DE KINDEREN 2006
brazilië
Este mundo é colorido
De branco, preto e amarelo
Se nele vive o amor
Tudo se torna mais belo.
Deze wereld is gekleurd
Met blank, zwart en geel
Als daarin de liefde woont
Keert alles ten beste.
(Braziliaans kinderliedje)
SCHOOLPROJECT
WERELDMISSIEDAG VAN DE KINDEREN 2006
Dit schoolproject bestaat uit twee gedeelten.
Het eerste gedeelte is bestemd voor de
kinderen van de onderbouw (groep 1 t/m 4),
het tweede gedeelte voor de middenbouw en
bovenbouw (groep 5 t/m 8).
Het onderbouwproject begint met twee
verhalen van kinderen in noordoost Brazilië:
een verhaal dat zich afspeelt op het platteland
en een verhaal in een krottenwijk van de
stad. Naar gelang de groep kan de leerkracht
het verhaal voorlezen of kopiëren en samen
met de kinderen lezen. De werkbladen zijn
bedoeld om gekopieerd te worden, waarna
de kinderen het blad kunnen kleuren of de
opdracht kunnen maken.
Het midden- en bovenbouwproject bevat
achtergrondinformatie, werkbladen en
lessuggesties. De achtergrondinformatie
kan door de leerkracht verteld worden of
gekopieerd, waarna de tekst samen met de
kinderen gelezen kan worden. De werkbladen
zijn bedoeld om te kopiëren.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
INHOUDSOPGAVE
Onderbouw
Verhaal 1: Op de boerderij Verhaal 2: Kerk in de school
Werkbladen
Lied
pagina
3
4
5-9
33
Midden- en bovenbouw
I. Algemene informatie
Werkbladen
10
12-13
II. Geschiedenis
Werkbladen
14
15-16
III. Straatkinderen
Werkbladen
17
18-19
IV. Godsdienst
Werkbladen
20
22-27
V Sport en ontspanning
Werkbladen
Liedjes
28
29-32
33-35
VERANTWOORDING
Voor U ligt een klein schoolproject over
Brazilië. Het is bedoeld om in een korte
periode rond Wereldmissiedag van de
Kinderen in oktober op school te behandelen.
Het project beoogt informatief te zijn,
aangevuld met catechetische elementen.
Het project wil de kinderen informeren over
het leven van de kinderen en hun ouders
in het noordoosten van Brazilië. Behalve
algemene aspecten van het land en de
bevolking wordt ruim aandacht besteed aan
het geloofsleven, dat in dat land zo sterk
verbonden is met het leven van alledag.
ongebruikelijke combinatie van uiterlijke
kenmerken. We vinden er indianen,
Europeanen (o.a. Portugezen, Duitsers,
Nederlanders), Afrikanen en creolen.
Er is menging niet alleen van verschillende
rassen, maar ook van cultuur, voedsel,
muziek en religies.
Brazilië heeft een goede naam waar het om
rassendemocratie gaat. Dat wil niet zeggen
dat er geen ongelijkheid is. Maar dan gaat
het vooral om sociale en economische
verschillen. Met name zwarte en donkere
mensen hebben vaak een grote achterstand,
die nog stamt vanuit de slavenperiode.
Voor kinderen van de onderbouw laten we
op heel eenvoudige wijze zien waar het op
Wereldmissiedag van de Kinderen om gaat.
Kinderen over de hele wereld zijn gelijk en
moeten met elkaar samenleven: arm of rijk,
welke huidskleur ze ook hebben, hoe ze er
ook uitzien.
In de midden- en bovenbouw laten we zien
hoe die Braziliaanse smeltkroes er precies
uitziet en hoe die is ontstaan.
In de middenbouw ligt het accent op het
dagelijks leven: de sociale omstandigheden,
het geloofsleven en de vrijetijdsbesteding.
In de bovenbouw is er meer aandacht voor
het ontstaan en de geschiedenis van het land.
MISSIO wenst U en de kinderen veel succes
en plezier bij het werken met dit project.
‘BEKEN KLEUR...DEEL’.
Dat is het motto van de Wereldmissiemaandcampagne. Brazilië is een kleurrijke
samenleving. Mensen met allerlei
kleurschakeringen gaan ongecompliceerd
met elkaar om. In de samenleving ziet men
het hele kleurenpaneel van Brazilianen door
elkaar heen krioelen. De bevolking is een
menging van alle rassen. Dit is het resultaat
van de geschiedenis van Brazilië. Allerlei
varianten komen voor. Japanse ogen, blond
haar en een zwarte huidskleur is een niet
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
ONDERBOUW
Hij heeft één wit oor.
En één bruin oor.
Ik heet Laura.
De geitjes geven melk.
Ik woon in een ver land. Wij gaan met de melk naar de stad.
Een land waar het heel
Daar kopen mensen de melk.
warm is.
We hebben ook koeien.
Ik woon op een
Die zijn niet zo dik als bij jullie.
boerderij.
Dat komt omdat er niet veel gras is.
Het land was van een
meneer.
Die was heel rijk.
Hij jaagde je weg
als je arm was.
Mijn oma zei toen:
Wij mogen hier ook wonen.
Kom, we bouwen een huis.
Ze jagen ons hier niet weg.
Verhaal 1: Op de boerderij
Ik ben Rafael.
Ik speel vaak bij Laura.
Dan speel ik met Caco.
Caco is een aapje.
Pas maar op.
Hij bijt in je broek.
En hij trekt aan je haar.
Er groeien bij ons niet veel planten.
En er is heel veel zand.
Het is ook heel droog.
Het regent niet zo vaak.
Wij zijn blij als het regent.
Dat is goed voor de maïs en de bonen.
Er is een plant met stekels
die je bij ons veel ziet.
Het is een cactus.
Er groeit een bloem op de cactus.
Het sap uit de bloem kun je drinken.
Dat smaakt heel lekker.
Mama hakt de cactus in stukken.
Het is eten voor de dieren.
Mijn vriendjes lusten dat wel.
Daar heb je de geitjes.
Hun oren zijn lang.
We spelen met Cabra.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
Verhaal 2: Kerk in de school
Hoi meisjes en jongens,
ik heet Gabriel,
ik ben vijf jaar.
Ik woon boven op een berg.
Onder de berg ligt de stad.
Daar wonen veel mensen.
Er staan mooie huizen.
Die zijn van steen.
Ons huis is van leem en takken.
Er is maar een kamer.
Daar wonen we en slapen we ook.
Ik ga al naar school.
Ik zit in groep 1.
De school is vroeg.
Voor het heet is.
Ik maak een mooie tekening.
Die is voor padre Mauritio.
De padre is van de kerk.
Ik teken over Jezus.
In ons land is veel bos.
Vogels net als Ara
vliegen daar vrij.
Ze hebben hele mooie kleuren.
Ik ken nog meer dieren
die mijn vriendje zijn.
Zoals Chico.
Chico is een ezel.
Maar hij is niet dom.
Hij is heel lief.
Hij trekt de kar.
Wat wij kopen in de stad
gaat op de kar.
Soms heeft hij geen zin.
Dan moeten wij hem trekken.
De padre vertelt vaak over Jezus.
Jezus is goed voor de mensen.
Hij helpt als je ziek bent.
Hij troost als je verdriet hebt.
Hij deelt met je als je arm bent.
Jezus woont nu in de hemel.
Nu moeten wij helpen.
Nu moeten wij troosten.
Nu moeten wij delen met elkaar.
Dat vertelt de padre.
Op zondag gaan wij naar de kerk.
In de stad is een grote kerk.
Maar die hebben wij niet.
Wij doen de kerk in onze school.
Daar bidden we.
En we zingen liedjes.
Ik ga vaak bij de padre op bezoek.
Dan zie ik Ara weer.
Dat is net een papagaai.
Die praat na wat je zegt.
Hij zingt ook liedjes van de kerk.
Ara woont nu in een kooi.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
WERKBLAD 1 onderbouw
Op de boerderij
Hier zie je Laura en Rafael. Zie je ook hun
vriendjes? Hoe heten ze? Wijs ze maar aan.
Kleur de plaat maar.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
Voor de leerkracht:
Laat de kinderen ook andere dingen uit het
verhaal aanwijzen: huis, cactus, stad.
WERKBLAD 2 onderbouw
Kerk in de school
Hier zie je Gabriel en zijn dierenvriendjes.
Weet je nog hoe ze heten?
Je mag de plaat kleuren.
Voor de leerkracht:
Laat de kinderen vertellen wat ze zien:
kinderen die zingen, de pastor, tekeningen.
Gaan de kinderen ook wel eens naar de kerk?
Hoe ziet die kerk eruit?
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
Voor de leerkracht:
In een klassegesprek bespreek je de
Zet een kring om de dingen die je elke dag
overeenkomsten en verschillen. Wat hebben
gebruikt. Welke dingen hebben straatkinderen straatkinderen in Brazilië niet? Ook kun je
in Brazilië niet? Zet daar een kruisje bij.
vertellen over de hulp die door de kerk en
anderen gegeven wordt.
WERKBLAD 3 onderbouw
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
WERKBLAD 4 onderbouw
In Brazilië wonen veel mensen die uit andere
landen komen. Net als bij ons. Kleur ze en
knip ze uit. Plak al die kinderen in een grote
kring. Kun je iets vertellen over die kinderen
en hun land? Wat is daar anders als bij ons?
Wat is er hetzelfde?
Voor de leerkracht:
Ieder kind kan de opdracht apart doen.
Je kunt er ook in groepjes of met alle
kinderen samen één collage van maken. In
het nagesprek kan verteld worden dat de
kinderen een extra plaatsje hebben in het
hart van Jezus (Marcus 10, 13-16). In het
katern ‘kindernevendienst en gezinsviering’,
pagina 3, staat dit verhaal.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
WERKBLAD 5 onderbouw
Doop in Brazilië
Lees de brief van Teresa. Zij schrijft over
dopen in de kerk in Brazilië.
Olá, ik ben Teresa.
Ik was vandaag in de kerk.
Mijn neefje Fernando werd gedoopt.
Er waren heel veel mensen in de kerk.
Er waren niet genoeg stoelen.
Gelukkig stonden er stoelen op het terras
naast de kerk.
Die mochten we gebruiken.
De pastoor zei dat we welkom waren.
En wij zeiden: ‘Goedenavond meneer
pastoor.’
Toen begon de muziek te spelen.
En het koor begon te zingen.
Wij zongen mee.
En we dansten mee.
Het was een groot feest in de kerk.
We wensten elkaar vrede.
Met een kus en een knuffel.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
De pastoor goot uit een kan water over
het hoofd van Fernando.
Hij doopte hem ‘no nome do Pai e do Filho
e do Espírito Santo’.
En toen hoorde Fernando er ook bij!
Adeus!
Teresa
Ben jij ook gedoopt? Of heb je wel eens
gezien dat een kind gedoopt werd? Hoe was
dat?
Wat zei de pastoor? En hoe zag jij/het kindje
eruit? Maak er een mooie tekening van!
En stuur deze op naar Missio,
Postbus 93140, 2509 AC Den Haag
MIDDEN- EN BOVENBOUW
1. ALGEMENE INFORMATIE
Brazilië is Ronaldinho, salsa-muziek en carnaval. Favela’s
Maar er is nog veel meer...
Veel mensen verhuizen van het platteland naar
de stad. Als boer kunnen zij niet genoeg geld
Het land
meer ver­die­nen. Soms zijn ze weggejaagd
Op de lijst van grote landen staat Brazilië op
door de rege­ring, die hun stukje land verkoopt
de vijfde plaats. Ook in het land zelf is alles
aan een groot bedrijf. Of omdat er een grote
eigenlijk groot en veel. Zo wonen er in Brazilië
autoweg moet worden aangelegd. Die mensen
180 miljoen mensen, tien keer zoveel als in
hopen in de stad een baantje te vinden. Maar
Nederland. En het grootste voetbalsta­dion
het leven in de stad is duur. Geld om een mooi
ter wereld staat in... natuurlijk: Brazilië. In dit
huis te kopen hebben ze niet. Daarom wonen
land ligt ook het grootste oerwoud van de
nu miljoenen mensen, die vroeger boer waren,
wereld: de Amazone, een enorm tropisch bos. in krotten­wijken bij elkaar. “Favela´s” noemen
Omdat het hout in de bossen goed verkocht
ze die daar.
kan worden aan andere landen, worden veel
tropische bomen gekapt. Op dit moment is al
De vlag
een gebied gekapt zo groot als Frankrijk! Hout
Brazilië is een mengelmoesje van
is dus erg belangrijk voor Brazilië. De naam
allemaal verschillende mensen: indianen,
Brazilië komt dan ook van een houtsoort die
Afrikanen, Europeanen. Mensen met allerlei
“brasil” heet.
verschillende huidskleuren. Een veelkleurig
land. Dat zien we aan de vlag. In het midden
Het klimaat
staat een wereldbol. De kleuren ervan, blauw
De seizoenen zijn in Brazilië omgekeerd aan
en wit, zijn de kleuren van Portugal, het land
die in Nederland. Als bij ons de lente begint,
dat er eeuwen­lang de baas is geweest. In de
dan begint daar de herfst. Brazilië heeft een
we­reldbol staan een boel ster­ren. Die staan
tropisch klimaat. Dat betekent dat het er
voor de sterren­beel­den die boven de stad Rio
heel heet kan zijn. Toch verschilt het klimaat
de Janeiro staan. Om de wereldbol heen zijn er
van streek tot streek. In het zuiden kan het
de kleuren geel en groen. Het geel staat voor
bijvoorbeeld vriezen in de winter. In het
het goud, wat je in Brazilië kunt vin­den. Omdat
tropisch regenwoud blijft de temperatuur het
er zoveel bossen en velden zijn, is de rest van
hele jaar door tussen de 22 en 26 graden. In
de vlag groen.
het noordoosten kan de temperatuur oplopen
tot 38 graden.
Middelen van bestaan
Brazilië hoort tot de grootste tien landen van
Noordoosten
de wereld met het maken van auto’s, staal,
Het noordoosten van Brazilië is een droog
het winnen van ijzererts en het opwekken
gebied van cactussen en doornige struiken.
van electriciteit. Met evenveel koeien als
Landbouw is er nauwelijks mogelijk, alleen
mensen is Brazilië een van de grootste vleesveeteelt. Langs de kust is het gebied
en melkproducenten ter wereld. De oudste
vruchtbaarder. Daar zijn de beroemde witte
en belangrijkste landbouwproducten zijn
stranden. We vinden er de oudste stad van het suikerriet, cacao, koffie en soja. Soja is na rijst,
land: Salvador de Bahia. Tot 1763 was deze
tarwe en maïs het meest geteelde gewas ter
stad de hoofdstad van Brazilië. We vinden
wereld. Soja zit in heel veel producten die in
hier de meeste Afrikaanse cultuur. Een andere onze supermarkt liggen, maar de meeste soja
grote stad hier is Recife, waar vroeger een
wordt voor veevoer gebruikt. Brazilië is één
Nederlandse kolonie is geweest.
van de grootste exporteurs en Nederland één
10
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
van de grootste importeurs. Voor de sojateelt
worden bossen gekapt en raken kleine boeren
hun land kwijt.
Leven in de Amazone
In het Amazonegebied komen meer plantenen diersoorten voor dan waar ook ter wereld.
De koning van het Amazone-oerwoud is
de jaguar. Hij is iets kleiner dan een leeuw
of tijger, maar zwaarder en leniger dan een
luipaard. De indianen vereren hem als een
goddelijk dier. Ze geloven dat hij een speciale
band heeft met de geestenwereld.
In het oerwoud komen tapirs voor. Zij lijken
op een kleine neushoorn, maar in plaats van
een hoorn hebben ze een klein snuitje. Het zijn
schuwe, angstige dieren die in de buurt van
water blijven en het liefste waterplanten eten.
In het Amazone-gebied leven meer
dan 4000 vogelsoorten. De meeste zijn
prachtig gekleurd, zoals de ara. Eén van
de vogelsoorten is de kolibrie, het kleinste
vogeltje op aarde.
Venijnig kunnen de slangen zijn. Een beet
van een klein slangetje kan dodelijk zijn. De
grootste slang van het Amazone-gebied, de
anaconda, is echter niet giftig. Anaconda’s
kunnen wel negen meter lang worden.
Indianen
Er zijn niet zo veel indianen over in
Brazilië. Waarschijnlijk zijn er 3 miljoen
indianen geweest, nu zijn er nog maar zo’n
honderdduizend over. Voor hun voedsel zijn
ze afhankelijk van het oerwoud. Ze jagen en
vissen, maar verbouwen ook maniok, een
cassavewortel, waar ze koeken, soep, pap en
zelfs bier van maken. Ze kweken ook maïs,
tabak en katoen. Elke keer branden ze een
stukje oerwoud plat voor hun akkers.
De indianen wonen op een open stuk in het
bos. Ze hebben een paar gemeenschappelijke
hutten, de maloca. Die worden gemaakt van
palmvezels en droge bladeren. Elk gezin heeft
een eigen plaats, waar de hangmatten hangen
en een paar bezittingen, zoals een kookpot en
wapens staan.
Langzaam zal de indiaanse cultuur verdwijnen.
Indiaanse families trekken naar de stad of
worden verdreven door de aanleg van een weg
of het vinden van waardevolle grondstoffen.
De indianen vereerden moeder aarde als een
god.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË11
WERKBLAD 7 midden- en bovenbouw
Zoek bij de plaatjes op de volgende pagina de
goede tekst. Zet de nummers van die tekst in
de juiste hokjes.
1. Behalve met geweren en pijl en boog
jagen de Amazone-indianen ook met een
blaaspijp met giftige pijltjes.
2. Het voornaamste voedsel van de indianen
is maniok. Dat is een knol van zetmeel.
Soms zit er gif in de knol. Dat wordt eruit
geperst in een tipiti.
3. De Amazone-indianen wonen in
verschillende soorten huizen. De
meest opvallende is de maloca, een
gemeenschapshuis waar meerdere
families in wonen.
4. Indianen waren hele goede pottenbakkers.
Aan de monding van de Amazone-rivier is
veelkleurig aardewerk gevonden.
5. De Machiguenga-indianen zeggen dat ze,
wanneer ze sterven, van de aarde naar
een onderwereld reizen waar hun zielen
verder leven. Ze kunnen er verder gaan
met jagen en vissen.
6. De jaguar heeft op zijn huid ringvlekken
met een donkere punt erin. Het is een
prima zwemmer en de beste visser onder
de zoogdieren: hij lokt vissen met zijn
staart.
7. Door hun dikke huid kunnen tapirs
makkelijk vluchten in het dichte
kreupelhout als de jaguar op hen jaagt.
8. Eén van de 4000 vogelsoorten is de
toekan. Hij is bekend om zijn mooie felgele
snavel.
12
9. Kolibries zuigen met hun lange tong
honing uit de bloesem waar ze trillend
voor hangen. Ze hebben prachtige
kleuren, die glanzen als goud en zilver.
10. In de Amazone-rivier leven piranha’s. Dat
zijn gevaarlijke roofvisjes met vlijmscherpe
dolkachtige tanden. Ze vallen alles aan
wat in hun buurt komt. Menig visser of
badgast is door een piranha een vinger of
teen kwijtgeraakt.
11. Anaconda’s komen vaak voor in donkere
poelen en moerassen. Ze glijden doodstil
dichterbij en kronkelen dan als een
bliksemstraal rond het lichaam van hun
prooi. Het gevangen dier wordt gewurgd
en in zijn geheel ingeslikt.
12. Vanaf 1960 is Brasilia de hoofdstad van
Brazilië. De kathedraal, een grote kerk, in
die stad heeft wel een heel speciale vorm.
13. De stad Rio de Janeiro kun je al van ver
kennen aan dit reusachtige Christusbeeld.
14. Brazilië heeft van noord naar zuid 7000 km
strand. Copacabana is een heel beroemd
strand waar veel toeristen komen, maar
ook veel Brazilianen zelf. Van de bevolking
wonen 100 miljoen in en om de steden
langs de kust.
15. De berimbau is een eensnarig
muziekinstrument. Onderaan de boog
hangt een kalebas, die voor de klanken
zorgt.
16. In de vorige eeuw werd er veel rubber
getapt in Brazilië voor de opkomende
auto-industrie.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
SCHOOLPROJECT BRAZILIË13
II GESCHIEDENIS
De ontdekking
De oudste en eerste bewoners van Brazilië
zijn de india­nen. 500 jaar gele­den kwamen uit
Portugal ontdek­kingreizigers aan bij de kust
van Brazilië. In 1498 was Vasco da Gama de
eerste die om Afrika heen Indië bereikte. In het
jaar 1500 ontdekte de Portugese zeevaarder
Pedro Alvares Cabral op die route rond Afrika
per toeval Brazilië. Om een gunstige wind te
hebben week hij uit naar het westen en landde
toen op de Braziliaanse kust.
Slavernij
In het begin hadden de Portugezen niet zoveel
belangstelling voor het nieuw ontdekte land.
De koloniën in Azië leverden veel meer op.
Maar toen de winsten daar minder werden,
ging Portugal zich meer op Brazilië richten.
Er werden suikerrietplantages aangelegd. De
Indianen moesten voor hen gaan werken. Maar
die wilden dat niet. Ze trokken zich terug, diep
in de oerwouden van Brazilië. Dus besloten
de Portu­gezen andere mensen naar Brazi­lië te
brengen. Die haalden ze hele­maal uit Afrika. Zo
hebben zij miljoenen slaven met sche­pen naar
Brazilië gebracht. Pas in de vorige eeuw werd
deze handel verbo­den. Maar de achter-, achter­
klein­kinde­ren van de slaven gingen niet terug
naar Afrika. Zij waren Brazilianen geworden.
Wel hielden zij hun eigen gewoonten, hun eigen
cultuur.
Nederland
Inmid­delswarenerookanderemensenuit Europa
en Azië naar dit nieuwe grote land gekomen.
Ook Nederlanders deden aan de slavenhandel
mee. Een aantal Hollandse kooplieden heeft in
1621 de West Indische Compagnie opgericht.
De zeevaarder Piet Hein verovert vestingen in
Brazilië. Van 1630 tot 1656 is noordoost Brazilië
bezit van de WIC. Prins Johan Maurits van
Nassau wordt gouverneur van de kolonie. Hij
deed veel voor de ontwikkeling van het land.
Veel mooie vormen van kunst zijn afkomstig
uit deze tijd. Het was een bloeiperiode in de
geschiedenis waar de Brazilianen graag aan
worden herinnerd. Met de aandacht voor het
welzijn van de bevolking is de leiding van de
WIC het echter niet zo eens. Zij willen winst en
roepen Johan Maurits terug. Ze laten de kolonie
aan zijn lot over. In 1656 worden de Hollanders
verdreven.
Goud
In de zeventiende eeuw vinden bandeirantes,
gewapende bendes, goud in het binnenland.
Al gauw wordt het goud belangrijker voor de
ontwikkeling van Brazilië dan het suikerriet.
Rio de Janeiro, de haven waarvan de uitvoer
plaatsvindt, wordt de nieuwe hoofdstad. Daar
is ook de eerste opstand om van Brazilië een
zelfstandig land te maken. Als de zoon van
de Portugese koning, die het land bestuurt,
ziet dat dat onvermijdelijk is, verklaart hij zelf
de onafhankelijkheid en roept zichzelf uit tot
keizer.
Dictatuur
In 1888 wordt er een staatsgreep gepleegd
en wordt de keizer afgezet. Regeringen van
burgers en militairen wisselen elkaar af. In
1957 wordt er een nieuwe hoofdstad gebouwd
in het binnenland. Deze nieuwe stad krijgt de
naam Brasilia. In de vorige eeuw waren er
strenge dictaturen in Brazilië. Lange tijd had
het leger alle macht in handen. In 1982 waren
er voor het eerst weer vrije verkiezingen. De
president van Brazilië heet nu Lula da Silva.
14
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
WERKBLAD 8 bovenbouw
Je ziet hier een aantal belangrijke personen uit
de geschiedenis van Brazilië. Van elke persoon
wordt hier kort iets verteld. Zet nu de goede
naam bij de juiste tekening.
Pedro Alvares Cabral ontdekt in 1500 bij toeval
Brazilië. Hij noemde het land Terra da Santa Cruz (Land
van het Heilige Kruis). Niet lang daarna wordt het
Brazilië genoemd. Brasil is een houtsoort met een rode
kleur.
Slaven werden uit Afrika gehaald om op de plantages
in Amerika te werken vanaf 1501. Nederland verovert
een Portugese plaats aan de Goudkust in Afrika om een
haven te hebben voor doorvoer van de slaven.
Onze graaf Johan Maurits van Nassau krijgt in
Brazilië de leiding over de grote landbouwbedrijven in
1636 namens de West Indische Compagnie. Hij wordt
heel populair. Hij leeft als een vorst.
Van 1534-1597 leefde de grote apostel José de
Anchieta. Hij stichtte de stad Sao Paulo (Heilige
Paulus)
Mauritshuis: Graaf Johan Maurits houdt van kunst
en wetenschap. Hij laat tekeningen maken van de
inheemse bevolking, dieren en vruchten in Brazilië. Voor
zijn kunstverzameling laat hij het Mauritshuis bouwen in
Den Haag na zijn terugkomst uit Brazilië.
Paus Alexander VI verdeelt in 1494 de wereld. Eén
deel voor Spanje en een deel voor Portugal. Portugal
krijgt Brazilië.
In 1549 komt de eerste missionaris in Brazilië.
Bahia wordt in 1551 het eerste bisdom.
Indianen hebben zich ongeveer 15.000 jaar geleden
vanuit Noord-Amerika als eerste bewoners bij de
Amazone gevestigd.
Keizer Pedro II. In 1807 verovert Napoleon Portugal.
De koninklijke familie vlucht naar Brazilië. In 1822 wordt
een zoon van de koninklijke familie keizer in Brazilië.
In 1888 wordt Brazilië een republiek. Het leger krijgt veel
invloed. Er komen dictators. Nu is er een democratie en
is Lula da Silva de president.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË15
Je ziet hier op de wereldkaart Nederland en
Brazilië duidelijk liggen. In allebei die landen
wonen veel mensen die uit een ander land
komen of die afstammen van mensen uit een
ander land. Uit welke andere landen stammen
de mensen in Brazilië? Trek een rode lijn van
Brazilië naar die landen.
Doe daarna hetzelfde met Nederland.
Uit welke landen stammen veel families
die nu in Nederland wonen? Trek van
Nederland uit een blauwe lijn naar die
landen. Let op: soms kun je een rode én
een blauwe lijn trekken!
WERKBLAD 9 bovenbouw
16
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
III STRAATKINDEREN
In Brazilië zijn grote tegenstellingen tussen
arme en rijke mensen. Een klein aantal rijke
mensen bezit het grootste deel van het
land. Er is geen land ter wereld waar zo veel
landbouwgrond in handen is van zo weinigen.
De arme mensen bezitten niets en moeten elke
dag proberen te overleven. Terwijl Brazilië één
van de grootste exporteurs is van voedsel,
lijden veel mensen in het land zelf honger.
Favela
Boeren die het niet konden bolwerken tegen
de grootgrondbezitters trokken naar de steden.
Als ze geluk hebben kunnen ze als goedkope
arbeiders werken in de fabrieken. Een huis
kunnen ze niet betalen, dus komen ze vaak in
de favela terecht. Dat is een grote krottenwijk.
Een favela ontstaat als mensen, die niets
hebben, ergens een stuk grond bezetten en
daar hun hutje bouwen.
Voor kinderen uit arme gezinnen is het bijna
niet te betalen om naar school te gaan. Het
onderwijs is gratis, maar schriften en pennen
moeten wel zelf betaald worden. In de arme
wijken is veel schoolverzuim.
Zwerven
Er zijn in Brazilië zes miljoen straatkinderen.
Een aantal van hen heeft helemaal geen thuis.
Anderen zwerven overdag rond, maar hebben
‘s avonds wel een thuis. Ze wonen bij familie
of in opvanghuizen. De kinderen moeten
wel op allerlei manieren geld verdienen om
in leven te blijven. Ze komen aan geld door
de handel in allerlei kleine spulletjes of door
de verkoop van lootjes. Lukt dat niet dan
proberen ze aan geld te komen door diefstal,
bijvoorbeeld door zakkenrollen.
Drugs
Ook worden ze ingeschakeld om drugs te
bezorgen bij mensen. Meisjes komen vaak
in de prostitutie terecht. In Brazilië werken
een half miljoen minderjarige meisjes als
prostituée.
Als het helemaal niet lukt om aan geld en eten
te komen gaan de kinderen lijm snuiven. Dan
word je een beetje bedwelmd en vergeet je
je problemen. De zwerfkinderen lopen ook
het gevaar neergeschoten te worden door de
politie. In Brazilië is de politie niet altijd je beste
vriend!
Meer info over straatkinderen
in de brochure
Mijn huis is de straat
verkrijgbaar bij Missio
Werkblad 10 volgende bladzijde
Kort gele­den is in de hoofd­stad Brasilia een
grote groep van die st­raat­kinderen bij elkaar
gekomen voor een vergade­ring. Daar hebben ze
samen besproken wat hun groot­ste proble­men
zijn en wat er aan moet gebeuren. Dat weten
die kinderen namelijk zelf het beste. Robeson
en Elane - twee deelnemers - vertellen wat de
verga­dering heeft beslo­ten.
Neem dit congres van straatkinderen als
uitgangspunt. Organiseer met de kinderen
een dergelijk congres. Wat willen de kinderen
aan de orde stellen? Laat ze het eerst
opschrijven en maak vervolgens een agenda.
Wie is voorzitter/gespreksleider?
SCHOOLPROJECT BRAZILIË17
WERKBLAD 10 midden- en bovenbouw
WIJ PROTESTEREN!
Robeson, een jongen van dertien: “Onze
vaders hebben geen van alle werk. Daardoor
hebben ze geen geld en ze weten ook niet
wat ze met hun tijd moeten doen. Ze hangen
maar een beetje rond, soms stelen ze. Als ze
een beetje geld hebben gaan ze bier drin­ken.
In plaats van eten kopen voor hun gezin.
Ik zelf moest vanaf mijn achtste de kost gaan
verdie­nen, met aller­lei klus­jes. Ik ben vanaf
toen bijna niet meer naar school gegaan.
Mijn echte vader en mijn eerste stief­vader
zijn allang wegge­lopen. Nu heb ik weer een
nieuwe stiefva­der. Mijn moe­der heeft nu
kinde­ren van drie ver­schil­lende mannen.
Thuis wordt er veel ruzie gemaakt. Mijn
stief­vader slaat mij, mijn zusje en mijn half­
broer­tje. Ook mijn moeder krijgt soms harde
klappen van hem. Dat is heel akelig. Dan wil
je wel weglopen. Alles is beter dan dat. Nu
moet ik werken en soms stelen om iets te
eten te hebben. Mannen die ik nog ken uit
mijn wijk hebben mij ge­vraagd om drugs te
gaan verkopen. Daarmee kan ik meer geld
verdienen. Maar ik ben bang om in de gevan­
genis te komen. Zoals voor mij, is het voor
bijna alle jongens hier. We hebben het aan
elkaar kunnen ver­tellen.”
“Ik ben altijd bang”
En Elane, net veertien, vertelt: “Als meisjes
zijn we helemaal onvei­lig. M­ijn stief­vader en
mijn drie jaar oudere halfbroer hebben me
gedwongen tot seks. Ik vond het vreselijk. Ik
kon de mis­han­deling niet langer verdragen. Ik
ben toen vorig jaar van huis weggelo­pen. Het
is heel moeilijk om in leven te blijven. Ik ga
niet meer naar school. Ik verkoop potloden
en pennen op straat. Sommige mensen
geven me af en toe wat ex­tra’s. Ik weet dat
ik met seks genoeg geld kan verdie­nen bij
buiten­landse toeris­ten en oudere mannen.
Die willen graag jonge meis­jes hebben. Maar
ik wil dat niet. Ik ben bang om ziek te worden.
Ik wil later gewoon een geluk­kig ge­zin. ­ Op
straat is het overdag en ‘s nachts onveilig. Ik
18
ben altijd bang dat me iets gebeurt. De poli­tie
doet er niets aan. De poli­tie doet nergens iets
aan. Ze zijn vaak zelf de ergste misda­digers.
Bijna alle meisjes die hier op de vergade­ring
waren hebben de dingen meege­maakt die ik
ver­tel.”
Volwassenen moeten luisteren
Wat zien Elane en Robeson zelf als oplossing
van hun proble­men ? Elane: “Het zijn niet alleen
onze proble­men. Het zijn ook de problemen
van volwassenen. Zij moeten veran­de­ren. Zij
moeten stoppen met kinde­ren te ge­brui­ken
voor hun plezier. Wij zijn niet een weggooiartikel, zoals een paar kapotte schoe­nen die
je weggooien kan. Vol­was­se­nen moeten zelf
onder­wijs gaan volgen. Ze moeten gewoon
terug naar school om te weten wat belangrijk
is. En de politie moet gaan werken niet
tégen kinderen maar vóór kinderen. Zodat
we ergens veilig zijn. Politieagen­ten moeten
ook opnieuw naar school. Ze moeten niet
meedoen met misdadigers, maar ons be­
scher­men.”
En Robeson vult aan: “Er moet werk komen
voor onze vaders. Zodat ze geld voor hun
gezin kunnen verdienen en wij geen honger
hoeven te hebben. En voor ons kinderen
moet gevaarlijk werk helemaal verboden
worden. Betere scholen zijn voor ons ook
nodig. Scholen waar ten­minste leerboeken
zijn en voldoen­de pa­pier. En waar de leraren
niet 60 kinde­ren tegelijk moeten lesge­ven.
Want dat werkt hele­maal niet. Dan kun je na 6
jaar nog niet goed lezen en schrijven.”
En allebei zeggen Robeson en Elane:
“Iedereen moet weten wat hier in dit land
ge­beurt. Er moeten kinderver­ga­de­ringen
komen over heel Brazilië. Kinderen moeten
pro­testeren. Ieder­een moet erover horen. Er
moet in alle kranten over geschreven worden.
En in alle klassen op scholen moet erover
worden gepraat. Vertel ons verhaal ook maar
in Nederland. Volwassenen moeten naar ons,
de kinde­ren van Brazi­lië, gaan luiste­ren.”
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
WERKBLAD 11 midden- en bovenbouw
Lees het werkblad. Speel nu zelf ook deze rechtbank.
VAN OVERVAL TOT SPEL
“Schuldig! Jullie gaan voor tien jaar de
gevangenis in! En daarna tien jaar helpen in
het kindercen­trum. Daar moeten jullie precies
doen wat de kinderen willen!”
“Rechter” Shirlene heeft gesproken. In
kindercentrum “Casa de cultura” wordt toneel
gespeeld. Vandaag spelen ze rechtbank.
Shirlene vindt het net echt.
Reais
Jailton vertelt hoe de kinderen aan die wapens
kwamen: “Die kregen we van die mannen.
Als we het geld gestolen hadden van de
automobilisten, namen zij het weer van ons
af. We kregen dan een paar reais terug. Zo
heet het geld bij ons. Maar we kregen dus
maar heel weinig terug.”
De jongens zijn blij dat ze pater Patrizio
Het toneelspel is ook een beetje echt. Een ontmoet hebben. Hij heeft in de favela,
paar jongens spelen de “veroordeelden”. Ze de krottenwijk, van Sâo Paulo een kinder­
spelen de mannen waar veel kinde­ren voor centrum opgericht. Er wonen nu meer dan
moesten werken. Een paar jaar geleden, toen 100 kinderen van 8 tot 14 jaar oud.
ze nog niet in het kindercen­trum woonden. Jailton: “Hier voelen we ons heel veilig.
De kinderen vertellen erover.
Onze leraren Maril­da, Osorio en Tarcissio zijn
Jailton: “Ik was van thuis weggelopen. Daar heel aardig voor ons. We mogen hier weer
had ik steeds ruzie met mijn tweede vader. gewoon kinderen zijn.”
Mijn echte vader is al bij ons wegge­gaan toen
ik nog heel klein was. Op een dag is hij zomaar Dromen
ineens niet teruggekomen. Dat heb ik dus ook Shirlene: “Pater Patrizio schrijft boeken en
gedaan. In het begin miste ik mijn moeder en gedichten. Hij vindt dat we, behalve leren
mijn broertjes en zusjes wel. Maar al gauw op school, ook moeten kunnen spelen. Hij
maakte ik vriendjes op straat. We zochten leert ons heel veel leuke din­gen. We leren
samen karweitjes om wat geld te verdienen. muziek maken en toneel spelen. We maken
Maar toen kwamen die mannen hè.”
poppen waarmee we poppenspel doen. We
knutselen ook veel en maken grote verfte­
Wapens
keningen. Er zijn ook workshops. Daar leren
Zijn vriendje Washington knikt: “Ja, we we zelf muziekin­strumenten maken.”
moesten voor hen wer­ken. Nou ja, “werken”? Rosa heeft er mooie dromen over: “Later
We moesten mensen overvallen. Op drukke word ik een beroemde musicus. Dan hoef ik
kruispunten moesten we bij de verkeerslichten niet meer in een krottenwijk te wonen, maar
gaan staan. Als de automobilisten stopten heb ik een mooi huis.”
voor het rode licht dwongen we hen om hun In het kindercentrum zijn de kinderen heel
geld te geven. Van kinderen verwachten ze erg veranderd. Ze dromen over een nieuwe
dat niet, dus reden ze niet meteen snel door. wereld. Shirlene: “Waar kinderen gewoon
Maar wij hadden wapens. Daar bedreigden kinderen kunnen zijn. Waar we geen drugs
we ze mee. Voor ze het wisten waren ze en geweld hoeven te gebruiken, maar de
hun geld kwijt. En wij maakten dat we weg mensen in vrede met elkaar leven. Waar de
kwamen!”
mensen lachen omdat ze gelukkig zijn. Waar
ze echt met elkaar samenleven als broers en
zussen.”
SCHOOLPROJECT BRAZILIË19
IV GODSDIENST
Net als de meeste kinderen in Brazilië gaat
Genofeva, het meisje dat we op de dvd
of video ontmoeten, elke week naar de
katholieke kerk. Genofeva doet dit jaar haar
eerste communie. De kinderen zijn druk bezig
met de voorbereiding. Ze hebben gepraat
over hun eigen doop. En ze mochten erbij zijn
toen er een kindje gedoopt werd.
Missionarissen
Brazilië is het grootste katholieke land ter
wereld. Sinds de tijd dat Brazilië een kolonie
van Portugal was zijn er missionarissen naar
toe gekomen, ook uit Nederland. Pater Jan
is één van de weinige missionarissen die er
nu nog zijn. Er zijn nu veel eigen Braziliaanse
priesters. Maar omdat Brazilië zo groot is,
zijn er toch nog veel te weinig.
Wereldmissiedag
Er zijn ook gelovigen die overstappen naar
een pinksterkerk. Daar wordt nog meer
gezongen en muziek gemaakt. Maar de
mensen van de katholieke kerk willen zich
niet alleen bezig houden met het geloof
binnen de muren van de kerk. Ze willen
opkomen voor de mensen die geen land
hebben en geen werk. Voor zieke kinderen
als Genofeva en voor straatkinderen zoals
Jackson. Op Wereldmissiedag leven we
mee met deze kinderen. Samen willen we de
wereld delen, samen met alle mensen onder
de regenboog.
Buiten
Daarom doen de mensen in de parochie veel
zelf. Samen vieren ze hun geloof. Soms is er
geen kerkgebouw. Dan doen ze de viering
buiten op het erf van een boerderij. Of in een
school. Af en toe komt de pastor en is er een
eucharistieviering. Er wordt veel gezongen en
muziek gemaakt. Zelfs voor het kruisteken is
een lied.
20
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
Goden
In Nederland is de middel­ste dag van de week
genoemd naar de Ger­maanse vadergod:
woensdag is Wodansdag. Toch geloven de
meeste mensen hier dat er maar één God is
en geen andere goden daar­naast. In Brazi­lië
is bijna ieder­een katho­liek en gelooft in God.
Maar daar hebben de oude goden ook een
plaats behou­den. Laten we eens kijken hoe dat
komt.
Germanen
De meeste mensen in Nederland zijn de
nakomelingen van de Ger­manen. Dit volk
woonde al 2000 jaar geleden in onze streken.
De namen van de goden van de Germa­nen zijn
bekend. Wodan en Freya zijn de belangrijkste.
Wodans naam is ­gege­ven aan de middelste
dag van de week. Frey­a’s naam aan de vrijdag:
Frey­a-dag. Zo hadden alle goden hun eigen
dag. Don­derdag voor de god van de oorlog
Donar en dins­dag voor Thiun. De zon en de
maan hadden ieder ook hun dag.
Kerstmis in de winter
Na de komst van Willi­brord in het jaar 736 zijn
de mensen hier geleidelijk christen geworden.
Maar de oude namen voor de dagen van de
week zijn blijven be­staan. Ze herinneren aan
de oude goden. En dat is niet het enige dat is
overge­bleven. De dag waarop de Germa­nen
Wodans licht­feest vierden, op 25 decem­ber,
werd kerst­mis. Zo was voor de Germa­nen
de over­gang naar het chris­tendom niet zo
moeilijk. Het paste zich immers aan aan hun
gebruiken.
Goden in Brazilië
In Brazilië is het christendom bijna 800 jaar
later gekomen dan in Nederland. ­Rond 1500
zetten de Portugese ontdekkings­reizigers de
eerste voet aan wal en zij zijn er nooit meer
wegge­gaan. De Portu­ge­zen en ook de Neder­
lan­ders brachten vanuit Afrika schepen vol met
zwarte slaven. Ook die moesten christen wor­
den. Maar ook de mensen uit Afrika hadden
hun eigen goden. Net als bij ons de Germa­nen.
Afrikaanse verhalen
­De mensen die nu in Brazi­lië wonen stammen
voor een groot deel van de Afrikaanse slaven
af. Ze zijn ­bijna allemaal katho­liek, ze geloven
in één God. Maar voor de meeste mensen
spelen hun oude goden ook nog een grote
rol. Ze hebben ze niet afgedankt. De Portu­
gezen hebben het wel gepro­beerd om ze te
laten verge­ten, maar dat is niet gelukt. Zwarte
mensen zijn juist steeds trotser geworden op
hun eigen Afrikaanse gewoon­ten en verha­len.
Oxalá, Obá en Xangô
Over de god Oxalá bijvoor­beeld. Hij is de
scheppergod die boven alle andere goden
staat. Hij is ook de god van vrucht­baarheid en
groei. Zijn specia­le dag is de vrijdag. Mensen
die dan aan deze god denken kleden zich in het
wit. Het echt­paar Obá en Xangô delen samen
de woens­dag. Hun kleuren zijn rood en wit.
Xangô is de god van het vuur. Hij is de smid
die met zijn bijl zwaait. Één van zijn vrouwen
heet Obá. Er is een verhaal dat Obá verliefd
was op Xangô. Oxúm, de andere vrouw van
Xangô, gaf haar de raad om haar oor af te
­snij­den als lekker hapje voor Xangô. Dat deed
ze. Nu wordt ze dus altijd afgebeeld met een
doek op de plaats van haar afgesneden oor.
Dat is het teken van haar liefde. In Brazilië is
woensdag de dag van de liefde. Zo zijn er
volop verhalen en gebruiken rondom die uit
Afrika meege­brachte goden.
Kerstmis in de zomer
Het kerst­feest vieren vlak na de kort­ste dag van
het jaar midden in de koude winter komt ons
heel goed uit. De terug­keer van het licht gaat
prachtig samen met de geboorte van Jezus.
Maar Brazi­lië ligt aan de andere kant van de
we­reld. Daar is het dan net hartje zomer gewor­
den. Dan moet het kerstver­haal toch anders
ver­teld wor­den. Laten we maar op dezelfde
dag Kerst­mis blijven vieren. Niet omdat het
persé moet, maar omdat het fijner is om
sommi­ge dingen als christenen samen te heb­
ben. Dan mogen andere dingen verschillend
zijn. Zoals zomer en winter.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË21
WERKBLAD 12 middenbouw
De voorouders van veel mensen in Brazilië
komen uit Afrika. De goden waar zij in geloven
hebben ieder hun eigen dag. In Nederland
zijn de dagen genoemd naar de goden van de
Germanen, onze voorouders.
Een aantal van die goden zijn hieronder
ingevuld op de kalender. Schrijf nu boven
elk kalenderblaadje welke dag het is. Schrijf
eronder of het een god van de Germanen is of
uit Brazilië.
...........................................................................
De maan regeerde over de donkere nacht.
Hij zag er steeds weer anders uit.
De ene keer een ronde bol.
De andere keer een smalle sikkel.
...........................................................................
De god Oxalá is de belangrijkste god, die
alles geschapen heeft. Hij zorgt ervoor dat
alles op de akkers goed groeit. En dat er
nieuw leven ontstaat in de natuur en bij de
mensen. Als de mensen tot hem bidden
kleden ze zich in het wit.
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
Obá was één van de vrouwen van Xangô.
Ze was zo verliefd op hem dat ze haar oor
afsneed als hapje voor haar man. Haar dag is
daarom in haar land de dag van de liefde.
...........................................................................
De god Sater reed op een vis. In zijn
linkerhand droeg hij een wiel en in zijn
rechterhand een emmer met bloemen.
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
De god Xangô is de god van het vuur. Hij
ziet eruit als een smid die met zijn bijl zwaait.
Zijn kleur was rood en wit. Hij had meerdere
vrouwen.
...........................................................................
De zonnegod gaf warmte en licht. Als na
de winter met zijn korte donkere dagen het
zonlicht weer terugkeerde, werd er feest
gevierd. Later hebben de christenen van dat
feest het kerstfeest gemaakt.
...........................................................................
...........................................................................
...........................................................................
De godin Freya reed op een wild zwijn.
Zij zorgde ervoor dat de zon scheen en dat
alles op het land goed groeide.
Ze was heel mooi. Daarom was ze ook de
godin van de liefde.
...........................................................................
Als de stormwind door de bomen huilt en
over de daken giert, dan stormt Wodan op
zijn achtbenige schimmel door de lucht.
Deze god van de oorlog werd dan begeleid
door wolven en raven.
...........................................................................
...........................................................................
22
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
De namen zijn:
Rosa
Gustavo
Rafael
Chico
Fernando
Paulo
Janaina
Sandro
Dinae
Ana
WERKBLAD 13 bovenbouw
Namenraadsel
De meeste Braziliaanse kinderen heten naar
een katholieke heilige. In dit raadsel zitten 10
Braziliaanse kindernamen verstopt. Kun jij ze
vinden? De letters staan van links naar rechts
en van boven naar beneden. Kleur de hokjes
maar van de letters die samen een naam
vormen.
S
A
N
D
R
O
Q
A
Y
Q
E
Q
A
S
R
O
S
A
S
X
R
P
A S
J A
E
P
D
D
I
N
A
E
C
T
A
D
N
R
E
A
N
A
Y
A
F
V
F
U
C
A
A
R
F
U
S
V
B
N
B
E
L
V
I
F
C
H
I
C
O
N
S
A
R
O
G
N
A
Z
H
H
Y
I
M
D
O
N
S
Z
A
E
U
J
I
X
N
N
X
L
A
D
E
Y
L
P
K
K
C
M
C
H
J
N
F
L
X
R
O
L
O
V
O
V
A
A
D
G
I
C
G
U
S
T
A
V
O
S
H
O
S
A
V
T
U
O
L
B
J
Q
D
G
Z
H
N
B
Z
I
A
O
N
J
E
F
G
I
O
E
N
SCHOOLPROJECT BRAZILIË23
WERKBLAD 14 bovenbouw
Cantai ao Senhor
In Brazilië wordt het lied ‘Cantai ao Senhor’
vaak in de kerk gezongen. Het is een lied in
het Portugees, de taal die in Brazilië wordt
gesproken.
Zing het lied en maak er een mooi Braziliaans
ritme bij. Gebruik een trom of andere ritmeinstrumenten.
In het lied wordt steeds dezelfde zin herhaald:
Cantai ao Senhor um cântico novo. Die zin
betekent: Zing voor de Heer een nieuw lied.
Maar ja, die tekst past niet bij de melodie!
Maak met een ander of in een klein groepje
een Nederlandse tekst voor het lied.
24
Dat kan een tekst zijn die veel lijkt op de
Braziliaanse tekst.
Maar je mag er ook een eigen tekst voor
verzinnen waarin je iets zingt over God.
Schrijf de woorden maar onder de noten op
het muziekblad hiernaast!
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
25
WERKBLAD 15 bovenbouw
In het leven van de mensen in Brazilië speelt
het geloof een grote rol. Je hebt er in dit
project over gelezen. Je kunt nu vast wel de
volgende vragen beantwoorden. Kleur het
goede rondje of schrijf het antwoord op.
1. In Brazilië zijn de meeste mensen:
m moslim
m katholiek
m protestant
2. Voor de indianen was de belangrijkste god:
m Moeder Aarde
m Maria
m Allah
3. In welk jaar ongeveer hebben de eerste
missionarissen het katholieke geloof naar
Brazilië gebracht?
m 700
m 1100
m 1500
4. Veel Brazilianen stammen af van de
zwarte slaven die de Portugezen en de
Nederlanders haalden uit:
m Japan
m Afrika
m Noord-Amerika
5. De belangrijkste Afrikaanse god waar die
Brazilianen in bleven geloven is:
m Oxalá
m Obá
m Freya
6. Ze vinden hem even belangrijk als in het
katholieke geloof:
m Mozes
m Abraham
m Jezus
26
7. In Brazilië is de woensdag genoemd naar
de Afrikaanse goden Xangô en Obá. In
Nederland is woensdag genoemd naar de
Germaanse god:
m Donar
m Thiun
m Wodan
8. De god Xangô wordt getekend als een
smid die met zijn bijl zwaait. Hij is de god
van het vuur, maar ook van de donder.
Kun je uitleggen hoe de Afrikanen daarop
gekomen zijn? De Germanen, waar wij van
afstammen, hadden ook zo’n god. Weet je
welke?
.........................................................................
.........................................................................
.........................................................................
9. Plaatjes van Jezus en Maria zien er in
Brazilië soms net zo uit als bij ons, soms
anders. Want in Brazilië wonen veel
Afrikanen. Hoe kunnen de plaatjes aan hun
geloof aangepast worden? Op welke van
hun goden lijken ze dan?
.........................................................................
.........................................................................
.........................................................................
10.In Brazilië vertel je het kerstverhaal anders.
Hoe?
m zonder Jezus
m ander klimaat
m 3 blanke koningen
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
WERKBLAD 16 bovenbouw
Kleur in de kerk
In de kerk worden kleuren gebruikt om de tijd
in het kerkelijk jaar aan te geven. Gewoonlijk
is de kleur groen. Maar bij de feesten
verandert de kleur. Weet jij welke kleuren dat
zijn? Zoek het op op www.klap.net en geef
dan de kazuifels in de tekening de juiste kleur.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË27
V SPORT EN ONTSPANNING
Brazilianen houden van feesten. Liefst elke
dag. Carnaval is een van de grootste en
bekendste van die feesten. Het wordt in
Brazilië uitbundig gevierd. Drie dagen voor
aswoensdag staat de stad Rio de Janeiro
op zijn kop. Het is een feest dat de lente
aankondigt. De oorsprong van dit feest ligt
in Portugal. Daar heet het lentefeest entrudo.
Carnaval is een religieus feest, een ritueel.
Grenzen vervagen. Arm en rijk worden even
gelijk. Wat mag en niet mag vervaagt. Verdriet
en zorgen worden even vergeten. Werklozen
verkleden zich als koningen. Dromen worden
even waar.
Voetbal
Voetbal is een populaire sport in Brazilië.
Het Braziliaanse voetbal heeft jarenlang het
internationale voetbal bepaald. Wie heeft er
nooit van Pele gehoord. Tegenwoordig is Pele
minister van sport.
Voetbal heeft een bijna godsdienstige
betekenis in Brazilië. Het wordt belangrijker
gevonden dan carnaval. Voetbal is voor
de arme, vooral zwarte, bevolking één van
de weinige mogelijkheden om hogerop te
komen. De beste voetballers worden vaak
door Europese topclubs gekocht om bij hen te
spelen. Ronaldinho is nu de bekendste.
Samba
Men danst ook als eerbetoon aan de goden.
Het is een katholiek feest met een Afrikaanse
spiritualiteit. Voor het carnaval zijn de
sambascholen onmisbaar. Deze scholen zijn
ontstaan om het geweld tijdens de feesten op
straat aan banden te leggen. De rijke mensen,
mensen met een baan, organiseerden
gemaskerde bals, maar de mensen zonder
geld vierden feest op straat. Dat liep vaak uit
de hand en ontaardde in vechtpartijen. De
sambascholen zorgden voor orde en rust.
Dansen zit de Braziliaan in het bloed. Muziek
en dans horen bij het leven, bij de religie,
tijdens zwaar werk, in de natuur en bij feesten.
Kleding
In Brazilië wordt carnaval op een andere
manier gevierd als bij ons. Met andere
kleding en andere gebruiken. In Brazilië wordt
bijvoorbeeld veel glitter gebruikt en grote
veren hoofdtooien. Andere carnavalskleding
zijn: grote hoepels met of zonder rokken,
zwarte strakke pakken met een geraamte erop,
soort majorettekostuumpjes, rokkostuum
enzovoort.
28
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
WERKBLAD 17 midden- en bovenbouw
In deze speurpuzzel zitten allerlei woorden
verstopt die met carnaval en ontspanning
te maken hebben. Wanneer je alle woorden
gevonden hebt, blijven er letters over. Als je
die naast elkaar zet, krijg je een zinnetje. Begin
links boven, lees regel 1 van links naar rechts.
Vervolgens regel 2 van links naar rechts
enzovoort.
De woorden in de puzzel staan van links naar
rechts, van onder naar boven, achterste voren
en schuin. Letters kunnen ook meer dan een
keer gebruikt worden. Lekker moeilijk dus.
Je kunt de volgende woorden vinden:
Straatvoetbal
Plezier
Goal
Carnaval
Trakteren
Schaatsen
Computerspel
Speelgoedauto
Fanfare
Optocht
Samba
Samenspel
Elftal
Rollerskates
Lentefeest
Vlieger
Wedstrijd
Keeper
Gras
Masker
Rumba
Dansen
Feest
Pop
Sport
Bal
Welke dingen zullen de kinderen in de favela’s
niet hebben, denk je? Zet er een sterretje bij.
Oplossing op pagina 36
SCHOOLPROJECT BRAZILIË29
WERKBLAD 18 middenbouw
Je krijgt twee keer dit blad met een grote
‘aankleedpop’. Op de volgende pagina zie je
allemaal carnavalskleding. Kleedt de ene pop
aan met carnavalskleding uit Brazilië. Kleedt de
andere pop aan met carnavalskleding die bij
Nederland past.
30
Als je klaar bent met ‘aankleden’ kun je de
‘carnavalsvierders’ feestelijk inkleuren! Schrijf
onder elke aankleedpop enkele dingen die
horen bij feesten in Brazilië of feesten in
Nederland.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
SCHOOLPROJECT BRAZILIË31
WERKLAD 19 bovenbouw
Kleur bekennen
Een echt Braziliaanse sport is capoeira. Het
is een mix van vechtkunst en dans. Het
verhaal gaat dat de Afrikaanse slaven die naar
Brazilië gebracht werden om daar te werken
op de suikerrietplantages hun vechtkunst
oefenden. Hun meesters mochten daar niets
van merken en daarom vermomden ze hun
oefeningen in een dans.
De kleuren die gebruikt worden voor de
koorden waarmee de graad van capoeira
wordt aangegeven (net als bij judo), komen
van de Orixá, de Afrikaanse goden:
Groen is de kleur van Oxóssi, de god van de
jagers. Zijn symbolen zijn een pijl en boog.
Bruin is de kleur van Obá, de godin van de
wind. Zij heeft een dolk in haar ene hand en
een vliegenmepper van paardenhaar in haar
andere hand.
Geel is de kleur van Oxum, de godin van de
vruchtbaarheid. Ze wordt altijd afgebeeld met
een waaier en armbanden.
32
Lila is de kleur van Omulú, de god van de
pokken en de besmettelijke ziektes. Hij wordt
afgebeeld bedekt met strohalmen.
Blauw is de kleur van Ogum, de god van
het ijzer en de krijgers. Zijn symbool is een
zwaard.
Rood-wit is de kleur van Xangô, de god van
de bliksem en handhaver van het recht. Hij
heeft in iedere hand een dubbele bijl.
Blauw-wit is de kleur van Oxaguian, de god
die wordt gezien als de zoon van Oxalá. Hij
wordt afgebeeld met een zwaard in zijn ene
en een stamper in zijn andere hand.
Wit is de kleur van Oxalá, de scheppergod.
Welke god of godin is hier afgebeeld?
Zet zijn of haar naam eronder en geef het
koord van de capoeiradanser naast hem of
haar de juiste kleur.
Maak een tekening van de andere goden met
hun symbolen.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
LIED Onderbouw
Alle eendjes
De liedjes zijn te beluisteren op
www.klap.net
Je kunt ze als mp3-bestand downloaden.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË33
LIED midden- en bovenbouw
Olifantenlied
Dit lied kun je bij een spel in de gymzaal
zingen. De ‘olifanten’ zijn de tikkers. Als
iemand getikt wordt, gaat die mee tikken. Het
spel ligt even stil, het lied wordt gezongen met
het aantal ‘olifanten’ en na het zingen begint
het tikken weer.
34
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
LIED midden- en bovenbouw
Escravos de Jó
Escravos de Jó is een geliefd zangspel in
Brazilië.
De tekst verwijst naar de slaventijd. Het
betekent: De slaven van Jó (de naam van de
baas) spelen het spel, genaamd Caxangá.
Dan wordt verteld wat er gedaan wordt:
wegpakken, neerleggen en wachten. De
‘krijgers’ maken dan samen de beweging
‘zique zique za’.
Je speelt het spel zo. Alle deelnemers zitten in
een kring. Elk kind heeft in zijn of haar rechter
hand een steentje. Op het ritme van het lied
wordt de steen voor de rechter buurman
gelegd. Vervolgens neem je de steen die van
je linker buurman afkomt en nu voor jou ligt, in
de rechterhand. Alle deelnemers maken deze
beweging tegelijkertijd. Dat gaat zo door tot
“zique, zique za”. Als dat gezongen wordt, mag
de steen nog niet losgelaten worden. Je maakt
er de Zick-Zackbeweging mee, zonder dat hij
doorgegeven wordt. Dat gebeurt pas weer bij
de laatste lettergreep “za”. Wie zich vergist, is
af. Het lied wordt steeds sneller achter elkaar
gezongen.
SCHOOLPROJECT BRAZILIË35
Suggesties voor de viering vind je in
Voor de leerkracht:
Oplossing pagina 29: entrudo is een lentefeest afkomstig uit Portugal
Vraag: Hoe heet dat feest nu? Antwoord: Carnaval
36
SCHOOLPROJECT BRAZILIË
Meer over Brazilië
vind je in deze brochure
Colofon
Postbus 93140
2509 AC Den Haag
tel.: 070 304 74 44
fax: 070 381 83 55
email: [email protected]
website: www.missio.nl
Download