ALS (Amyotrofische lateraal sclerose) Wat is ALS ? ALS is een neuromusculaire ziekte, waarbij de cellen van de zenuwbanen (motorische neuronen) in het ruggemerg verharden. Die zenuwbanen vormen de verbinding tussen de hersenen en de spieren van de ledematen, schouders, mond,… De verharde cellen geven geen signalen meer door aan deze spieren, die als gevolg hiervan geleidelijk verlamd raken en wegkwijnen. Meestal begint de ziekte tussen 50 en 70 jaar, maar dit kan ook vroeger of later gebeuren. De ziekte duurt gemiddeld 2 tot 5 jaar. Als de patiënt overlijdt, is dit vaak ten gevolge van bijkomende problemen als longontsteking of andere infecties (door de algemene verzwakking van de patiënt). ALS is een zeer zeldzame ziekte. Bij benadering lijden 4 à 6 op 100 000 personen aan deze ziekte. Symptomen De eerste klachten bij ALS zijn verschillend van persoon tot persoon. Vaak optredende eerste symptomen zijn vermoeidheid in de spieren en spierkrampen. Deze symptomen doen zich meestal slechts voor in één van de ledematen, omdat de aandoening in het begin beperkt blijft tot bepaalde groepen van motorische neuronen. Na verloop van tijd raken ook de andere groepen neuronen aangetast en komen er spierklachten aan beide zijden van het lichaam. Door het zwakker worden van de spieren worden bepaalde bewegingen en handelingen steeds moeilijker. Typische verschijnselen bij ALS zijn : vermoeidheid, krampen en stijfheid, moeilijkheden met spreken, kauwen, slikken en ademen, spiertrekkingen, dwangmatig huilen en lachen. Het geleidelijk afsterven van het spierweefsel leidt uiteindelijk tot ernstige spierverlammingen. De verstandelijke vermogens en de zintuigen worden niet aangetast. Behandeling Tot op heden bestaat er geen afdoende behandeling die genezing mogelijk maakt. Wel kan men met medicatie het verloop van de ziekte in bescheiden mate vertragen. Ook kan men door medicatie aan symptoombestrijding doen. Er zijn daarenboven verschillende therapievormen zoals kinesitherapie, logopedie en ergotherapie, die erop gericht zijn de verschillende funkties zo lang mogelijk te behouden. Daarnaast is psychosociale begeleiding van de zieke en zijn gezin zinvol omwille van het bedreigend karakter van de aandoening. De niet-erfelijke vorm van ALS Er bestaan 2 types van ALS : een erfelijke familiale vorm en een niet-erfelijke vorm. In 95 % van de gevallen gaat het bij ALS om de niet-erfelijke vorm. Centrum Menselijke Erfelijkheid, UZ Leuven 8 april 2008 1 De erfelijke vorm van ALS Slechts in 5 % van de gevallen gaat het om een erfelijke vorm van ALS. De genetische afwijking, verantwoordelijk voor deze ziekte ligt bij één familie op vijf op chromosoom 21. In de 80% andere families is niet geweten waar het erfelijk probleem ligt. In families waarin de erfelijke vorm van de ziekte voorkomt, hebben de kinderen 1 kans op 2 (50 %) om de mutatie te erven van de aangetaste ouder (het gaat immers om een autosomaal dominante ziekte). Indien een persoon deze mutatie overgeërfd heeft, dan heeft die persoon een erg hoge kans om op volwassen leeftijd ook ALS te krijgen. Er bestaan DNA-testen om bij die zeldzame families bij wie de erfelijke afwijking gekend is, deze mutaties in het erfelijk materiaal op te sporen. Dit onderzoek kan verricht worden ter bevestiging van de klinische diagnose bij personen die reeds symptomen vertonen; men noemt dit een diagnostische test. Dit DNA-onderzoek kan daarnaast ook verricht worden bij personen die géén symptomen vertonen; dit noemt men een predictieve test. Een predictieve test gebeurt steeds in een genetisch centrum, verbonden aan een universitair ziekenhuis. Omdat de psychosociale gevolgen van een predictieve test zo ingrijpend kunnen zijn, wordt elke aanvraag van zo’n test op multidisciplinaire wijze aangepakt. ALS-Zelfhulpgroep VZW Secretariaat: M-J Spiritus, Driewilgenstraat 30, 3071 Erps-Kwerps tel: 02 / 759 76 01 Auteurs van de informatieve tekst en contactadres Leden van Psychosociale Genetica, van Klinische Genetica en van het multidisciplinair team voor genetisch testen voor deze aandoening hebben meegewerkt aan de totstandkoming van deze tekst. Contactadres Psychosociale Genetica Klinische Genetica Centrum voor Menselijke Erfelijkheid U.Z.Gasthuisberg Herestraat 49 3000 Leuven (België) Psychosociale Genetica Prof. Gerry Evers-Kiebooms, psychologe (016 34 58 67) Dr Marleen Decruyenaere, psychologe (016 34 58 74) Mevr. Kristien Philippe, verpleegkundige (016 34 58 97) URL: http://www.kuleuven.ac.be/PsychoGen Klinische Genetica Prof. Eric Legius, klinisch geneticus (016 34 58 93) Mevr. E. Pijkels, sociaal verpleegkundige (016 34 58 79) URL: http://www.kuleuven.be/cme Centrum Menselijke Erfelijkheid, UZ Leuven 8 april 2008 2