Eet gezond het schooljaar rond! Onderzoek naar gezondheid onder pabostudenten groep 1 Eet gezond het schooljaar rond! Onderzoek naar gezondheid onder pabostudenten groep 1 Den Haag, 5 november 2012 Auteurs: Floor Dieben: 12005541 Irona Coffy: 11012803 Elise Brouwer: 12104752 Romy Basart: 10050213 Rianne van Deelen: 12056960 Klas: VD-1.g.1 Opleiding en instelling: Voeding en Diëtetiek, De Haagse hogeschool. Osiriscode: VD-A110-11 Begeleider: Hans Feenstra 2 Voorwoord Wij zijn studenten van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool in Den Haag. Voor dit blok had onze projectgroep als opdracht om de pabostudenten op onze school te adviseren over hun voedingspatroon. Het is belangrijk voor de pabostudenten om bewust te worden van hun voedingspatroon omdat zij het voorbeeld vormen voor hun toekomstige leerlingen. Voordat wij dit voedingsadvies hebben kunnen vormen is er veel onderzoekswerk aan vooraf gegaan. Dit is terug te vinden in dit verslag. Graag willen wij onze studieloopbaanbegeleider Hans Feenstra bedanken. Hij heeft ons laten inzien dat samenwerken leuk kan zijn en dat het niet alleen om het eindresultaat gaat maar ook om de weg er naar toe. Wij wensen u veel leesplezier toe. Floor Dieben, Irona Coffy, Elise Brouwer, Romy Basart en Rianne van Deelen, Studenten van de Academie voor Gezondheid aan de Haagse Hogeschool. November 2012 3 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding Aanleiding Probleemstelling Doelstelling 6 6 6 6 Plan van aanpak Achtergrond Projectresultaat Projectactiviteiten Vooronderzoek ‘voedingstrends’ Analyse van voedingsdagboeken van Pabostudenten Voedingsadvies aan Pabostudenten Presentatie Project-grenzen Tussenresultaten Kwaliteit 7 7 7 8 8 8 9 9 9 10 11 Projectorganisatie De opdrachtgever De afspraken die onderling zijn gemaakt De projectleden Romy Basart Rianne van Deelen Irona Coffy Elise Brouwer Floor Dieben 12 12 12 12 13 13 13 13 13 Risico’s 14 Bijlage 1: Planning 16 Vooronderzoek Onderzoeksmethode Resultaten Koolhydraten Eiwitten Vetten 17 17 17 17 18 19 Vitamine E 21 Calcium Conclusie Koolhydraten Eiwitten Vet Vitamine E Calcium 22 23 23 24 24 24 24 Literatuurlijst 26 Bijlage 1: ADH tabel Vitamine E Onderzoeksverslag Methode Het vooronderzoek Het onderzoek 28 29 29 29 29 4 Het advies Resultaten Conclusie Gezondste student Het advies Samenvatting Literatuurlijst Bijlage 1: Voedingsstoffentabel Procesverslag Evaluatie werkproces Evaluatie van de samenwerking Wat ging er goed Wat ging er minder goed Leerpunten Punt 1: Communicatie Punt 2: Tijdsindeling Bijlage 2: Notulen Individuele verantwoording Floor Dieben Rianne van Deelen Irona Coffy Elise Brouwer Romy Basart 30 31 32 32 32 36 37 38 39 39 42 42 42 43 43 43 44 55 55 56 57 58 59 5 Inleiding Aanleiding Pabostudenten staan dagelijks in contact met jonge kinderen en zijn in het dagelijks leven een voorbeeld voor hen. Het is daarbij belangrijk om een goed voorbeeld te geven, ook met betrekking tot voeding. Het is van belang dat kinderen in het onderwijs goed worden ingelicht over gezonde voeding. Kinderen weten hier vaak niet genoeg vanaf en leven hierdoor ongezond. Leerkrachten spelen een belangrijke rol in de bewustwording van kinderen over wat gezonde voeding is. De opdracht van het project is daarom ook om pabostudenten bewust te maken van hun eetgedrag. Dit wordt gedaan door middel van een voedingsadvies dat wordt opgesteld naar aanleiding van de analyses die voortgekomen zijn de voedingsdagboekjes die de pabostudenten hebben moeten bijhouden. Probleemstelling De probleemstelling luidt als volgt: “In hoeverre geven pabostudenten een goed voorbeeld betreft het voedingspatroon aan jonge kinderen?” Doelstelling De doelstelling is de pabostudenten bewust maken van hun voedingspatroon. Dit sluit aan bij het doel voor de projectgroep: het kennismaken met het opstellen van een advies. Daarnaast staat voor de projectgroep het analyseren van een voedingsdagboek centraal. Het zijn taken die een diëtist dagelijks verricht. Voor de projectgroep is dus ook het doel bekend te raken met het werkveld van de diëtist. 6 Plan van aanpak Achtergrond Leerkrachten van de basisschool kunnen een rol vervullen om kinderen optimaal en gezond groot te kunnen laten worden. Hierbij is het belangrijk dat de leerkracht let op het eigen eetgedrag en een gezond voorbeeld geeft aan de kinderen. Van de opleiding Leraar Basisonderwijs aan de Haagse Hoge School, heeft onze projectgroep de opdracht gekregen om een klas Pabostudenten advies te geven ter verbetering en bewustwording van hun eetpatroon en gezondheid. De projectgroep baseert dit advies op de voedingsdagboekjes die het van de Pabostudenten ontvangt. Om dit project goed op te bouwen, heeft de projectgroep 3 opdrachten te maken. De eerste opdracht is het voedingstrends-verslag. Hierbij is het de bedoeling dat elk groepslid zich gaat verdiepen in een voedingsstof en hier een geheel verslag van gaat maken van maximaal 10 pagina´s. Uiteindelijk heeft de projectgroep 5 verschillende verslagen waarbij de informatie uit die verslagen verder gebruikt kan worden in het project. De tweede opdracht is het onderzoeksverslag. Hierbij wordt een rapport geschreven over de analyse en beoordeling van de voedingsdagboekjes. De derde opdracht is het procesverslag. In het procesverslag wordt duidelijk beschreven hoe de projectgroep tot dit eindproduct is gekomen, hoe de samenwerking verliep. Aan het eind maakt elk groepslid een individueel verantwoordingsverslag, hierin wordt verteld of er tegen eventuele problemen is aangelopen tijdens het project en hoe men het gehele project vond gaan. Ook wordt er verantwoording afgelegd over de stukken die door het groepslid zelf zijn gemaakt. Tot slot volgt er een presentatie die maximaal 15 minuten mag duren. Deze presentatie wordt gehouden in een adviesvorm. Dit advies is voortgekomen uit de onderzoeksresultaten van de voedingsdagboekjes van de pabostudenten. Projectresultaat Met dit project wil de projectgroep de pabostudent bewust maken van zijn/haar voorbeeldfunctie voor de klas. Wanneer de student zelf meer kennis heeft over gezond eten, kan hij/zij deze kennis overdragen aan zijn/haar leerlingen. Zo kan de PABO student bijdragen aan de bewustwording van de leerlingen op het gebied van gezond eten. De projectgroep wil uiteindelijk dat de pabostudent bewuster zal zijn van haar/zijn voorbeeldfunctie in de klas. 7 Dit doel is bereikt wanneer de student voldoende weet over gezond eten en lessen hierover zou kunnen geven aan de leerlingen. De student is net als wij gemotiveerd en wij als projectgroep bezitten voldoende know-how om als beginnend diëtist een cliënt te informeren en adviseren. Projectactiviteiten Om dit project tot een mooi eindresultaat te brengen, moeten er een aantal activiteiten gaan plaatsvinden. Iedereen van het tutorgroepje moet weten wat er moet gebeuren zodat het zo goed mogelijk verloopt Vooronderzoek ‘voedingstrends’ Het is belangrijk om te weten op welke voedingsstoffen er moet worden gelet bij de pabostudenten. Per persoon wordt er één voedingsstof onderzocht, maak hierbij gebruik van relevante bronnen. Hiermee moet duidelijk worden: - Wat het voor functie heeft in het lichaam. - Wat de gevolgen zijn van een tekort of overschot van de voedingsstof. - Wat men aanbeveelt qua inname (Richtlijnen). - In welke voedingsmiddelen de voedingsstof voorkomt. - Wat de consumptie ervan is en of er tekorten of overschotten bestaan binnen de Nederlandse bevolking en bij specifieke doelgroepen, zoals de Pabostudenten. De resultaten worden gebruikt bij de analyse van de voedingsdagboeken. Analyse van voedingsdagboeken van Pabostudenten De eerstejaars pabostudenten houden 2 doordeweekse dagen en 1 weekend dag een voedingsdagboekje bij. Er wordt zelf contact gezocht met de studenten (koppeling aan 1 klas). Als de gegevens zijn verzameld: - Worden de voedingsdagboeken bestudeerd en berekend (gebruik maken voedingsberekenprogramma). - Vindt er een voedingsanalyse plaats (gebruik maken van de ADH, de Richtlijnen Goede Voeding en opdracht 1). - Wordt het voedingspatroon van de klas beoordeeld. - Wordt de Pabostudent gekozen die het gezondst eet. 8 - Korte conclusie over opvallende ontdekkingen. - Totaal: max. 10 A4’tjes. Voedingsadvies aan Pabostudenten De projectgroep vormt een voedingsadvies voor de pabostudenten. Hierbij worden de voedingsdagboeken geraadpleegd. Doelen: - Pabostudenten bewust maken van hun eetpatroon. - Voedingsaanpassingen? Maak ze duidelijk waarom dit nodig is. - Tips geven om de aanpassingen in praktijk te brengen. Presentatie Als allerlaatste wordt het voedingsadvies gepresenteerd. Dit duurt ongeveer15 minuten. Hierbij worden onderdelen gebruikt uit het vooronderzoek en uit de analyse/beoordeling van de eetdagboeken. Aanwezigheid is verplicht. Project-grenzen Wat kunnen de pabostudenten van het project verwachten en wat niet? • 2 punten, bekeken over de lengte van het project: 1. Levert ons project alleen het voedingsadvies of voert onze projectgroep het ook uit? Antwoord: ja, de projectgroep levert het advies, maar geeft ook een presentatie over het advies. 2. Word het project ontwikkelt alleen in de HHS of ook buiten HHS? Antwoord: Het project vindt alleen plaats in de HHS. • 1 punt bekeken in de breedte van het project op het gebied van het af te leveren advies: 1. Moeten de af te leveren activiteiten aan bepaalde voorwaarden voldoen? Antwoord: Ja, het advies moet voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding van het Voedingscentrum. Begindatum van het project: week 1, 3 september 2012 Einddatum van het project: week 9, 29 oktober 2012 9 Als de projectgroep minder tijd krijgt dan de boven benoemde tijd, dan heeft de groep onvoldoende tijd om een goed voedingsadvies te maken voor de pabo-studenten. Het vooronderzoek naar bijvoorbeeld de voedingsstoffen zal dan beperkt moeten blijven wegens tijdgebrek, waardoor het resultaat van het af te leveren project niet optimaal zal zijn. Onze randvoorwaarden; waar moet de opdrachtgever voor zorgen om het project succesvol te laten zijn? • Duidelijk is wat, hoe, wanneer en aan wie moet worden gerapporteerd; • Er moet onderling vertrouwen zijn tussen betrokkenen van het project; • De verantwoordingslijnen van de groepsleden moeten duidelijk zijn; • Fouten maken moet mogen, maar er moet wel van worden geleerd en de fouten moeten uiteindelijk worden opgelost; • Er moet genoeg tijd beschikbaar zijn; • Alle pabostudenten uit de klas moeten een voedingsdagboek inleveren; Er moeten genoeg projectleden beschikbaar zijn Tussenresultaten Verdeling van de voedingsstoffen: Er wordt een verdeling gemaakt van wie over welke voedingsstof een verslag schrijft. Individueel verslag voedingsstof: Iedereen maakt voor zich een verslag over een voedingsstof. Dit verslag wordt uiterlijk in week 6 ingeleverd. Analyse voedingsdagboek: Wij laten de PABO student een voedingsdagboek invullen. Naar aanleiding hiervan maakt de projectgroep een analyse van het eetgedrag van de student. Uitslag gezondste PABO-student: Uit de verzamelde voedingsdagboekjes beslist onze projectgroep welke student het gezondst eet. Tussenevaluatie: Tussendoor wordt er door de projectgroep en door de PABO student een tussenevaluatieverslag geschreven. Voedingsadvies voor PABO-student: Aan de hand van literatuuronderzoek en de analyse van het voedingsdagboek, geeft de projectgroep een voedingsadvies aan de PABO student. 10 Kwaliteit Het projectresultaat is dat de eerstejaars Pabo studenten zich bewust worden van de eigen eetgewoonten en deze eventueel gaan aanpassen om zo het goede voorbeeld te kunnen geven als ze later les gaan geven. De kwaliteit van het project moet goed zijn. Dat wil zeggen: Door zorgvuldig met de gegevens uit de ingevulde voedingsdagboekjes om te gaan en deze nauwkeurig te verwerken wordt ervoor gezorgd dat er een duidelijk beeld ontstaat over de eetgewoonten van de studenten. Hierdoor komt er een goed overzicht van de mogelijke aanpassingen die nodig kunnen zijn. Door een duidelijk formulering bij het voedingsadvies wordt ervoor gezorgd dat de studenten een goed beeld krijgen van de eigen eetgewoonten en de eventueel aan te passen onderdelen. De projectgroep vult zelf ook voedingsdagboekjes in en bespreekt deze tijdens een gesprek met een vierdejaarsstudent Voeding en Diëtetiek voor eventuele aandachtspunten en verbeteringen. Hierdoor weten de leden van de projectgroep hoe het is om een voedingsdagboekje in te vullen en op welke punten gelet moeten worden als de ingevulde dagboekjes binnenkomen. Daarnaast kan er tijdens het project de hulp van een inhoudsdeskundige worden ingeschakeld voor mogelijke problemen of vragen. Het plan van aanpak wordt beoordeeld door de tutor van de projectgroep. Voor een plan van aanpak kan een projectgroep een GO of een NO GO krijgen. Een GO betekent dat de tutor er vertrouwen in heeft dat, als de groep het project gaat uitvoeren zoals in het plan van aanpak staat omschreven, het project met een voldoende afgerond kan worden. Bij een NO GO dient het plan van aanpak verbeterd te worden op de punten die de tutor aangeeft. Wanneer er een onderdeel of opdracht van het project is afgerond, wordt dit nabesproken tijdens een vergadering waarbij de tutor van de projectgroep aanwezig is. Hierdoor wordt er continu teruggekoppeld op de (tussen)resultaten en wordt de voortgang en kwaliteit van het eindproduct gewaarborgd. Binnen de projectgroep zijn er bepaalde normen vastgelegd. Deze houden onder andere in dat het belangrijk is dat iedereen een bijdrage levert binnen de groep. Tijdens de vergaderingen moet iedereen aanwezig zijn, behalve wanneer er een goede reden (ziekte, het overlijden van een naaste, etc.) eventuele afwezigheid is. In de vergaderingen worden namelijk 11 belangrijke dingen besproken en beslissingen genomen en wanneer een groepslid dit mist loopt die persoon achter de feiten aan. Ook is een goede sfeer binnen de groep belangrijk. Dit zorgt voor motivatie om het eindresultaat zo goed mogelijk te ontwikkelen. Er wordt gebruikt gemaakt van een planning. Hierdoor is duidelijk welk groepslid, wat en wanneer uitvoert en wanneer een bepaalde deadline is. Dit zorgt ervoor dat het tijdsbestek van het project goed in de gaten word gehouden. Projectorganisatie De opdrachtgever Opleiding tot Leraar Basisonderwijs aan De Haagse Hogeschool (Pabo). De afspraken die onderling zijn gemaakt - Wanneer een groepslid niet komt, dient zij dit van tevoren te laten weten aan de groep. - Wanneer een groepslid voor de eerste keer te laat komt, moet zij de andere projectleden trakteren. Als zij voor de tweede keer te laat komt, volgt er een ´straf´; bijvoorbeeld een extra taak. Derde keer te laat betekent: verwijdering. - Deadlines worden altijd nagekomen, tenzij er iets belangrijks tussen komt (ziekte, overlijden van een naaste, verhuizing, etc.). Wanneer hier van sprake is, dient dit op tijd te worden aangegeven bij de rest van de groep. Als hier van geen sprake is, volgt er de eerste keer een waarschuwing. Daarna volgt er een extra taak. De projectleden De tutorgroep bestaat uit: Romy Basart, Rianne van Deelen, Irona Coffy, Elise Brouwer en Floor Dieben. Elke week vindt er een vergadering plaats waarin de vorderingen worden besproken, problemen worden opgelost en waarin feedback wordt gegeven. Bij deze vergaderingen is er telkens een voorzitter en notulist aanwezig. Naast de vergaderingen wordt er contact gehouden via de project email en telefoon. 12 Contactgegevens Romy Basart Sneeuwbalstraat 77 2565 VX Den Haag 06-10777762 [email protected] Rianne van Deelen Kattensingel 76B 2801 CD Gouda 06-21167762 [email protected] Irona Coffy De Genestetlaan 88 2522 LP Den Haag 06-25283464 [email protected] Elise Brouwer Herberg 69 2264 KP Leidschendam 06-83328187 [email protected] Floor Dieben Valkenboslaan 297 2563 CX Den Haag 06-31284597 [email protected] 13 Risico’s In de tabel op de volgende pagina zijn de risico’s verwerkt. Dit is gedaan op de volgende manier: Tijdsfactor Het vraagstuk dat wordt beoordeeld met de waarde, factor en zwaarte tot een risico totaal. Waarde De beoordelingswaarde, bijvoorbeeld het antwoord op de vraag is ‘ja’ dan is de waarde dus ‘ja’. Factor Dit is hoe zwaar een waarde een risico vormt voor het project, hoe meer risico het oplevert hoe zwaarder de factor. Zwaarte Dit is wat wordt vermenigvuldigd met de factor om het risico totaal te bepalen. De zwaarte geeft aan hoe belangrijk een risico is, hoe hoger de zwaarte hoe meer risico dat het een groot probleem voor het project kan vormen. Risico Totaal Dit is de vermenigvuldiging van de factor en de zwaarte. Risicopercentage Het risicopercentage wordt bepaald door het totaal aantal behaalde punten te delen door het maximaal mogelijk aantal haalbare punten en dit keer 100% te doen. Het percentage wat hier dan uitkomt geeft de kans weer dat het project niet zou slagen door de genoemde risico’s. 14 Risico Tijdsfactor 1) Geschatte doorlooptijd van het project 2) Kent het project een definitieve deadline 3) Is de tijd voldoende om project binnen de gestelde termijn te realiseren Complexheid van het project 4) Aantal disciplines (deelgebieden) dat betrokken is 5) Zijn er andere projecten afhankelijk van dit project De projectgroep 6) Onervarenheid met het werken in projecten 7) Samenwerking binnen de projectgroep 8) Wijzigingen in samenstelling projectgroep 9) Kennisniveau De projectleiding 10) Is de projectleiding materie deskundig 11) Hoe deskundig is de projectleiding mb.t. projectplanning? 12) Hoeveel ervaring heeft de projectleiding met project als deze? 13) Hoe groot is de kans dat de samenstelling van de project- groep wijzigt tijdens het project 14) Zijn problemen en doelstelling voldoende bekend bij alle projectleden? Waarde Factor 4 weken 6 weken 8 weken Nee Flexibel Ja Ruim voldoende Voldoende Onvoldoende 0 1 3 0 2 4 0 1 3 1 2 3+ Nee Ja, tijd genoeg Ja, weinig tijd 0 1 3 0 1 3 Nee Deels Ja Goed Redelijk Slecht Nooit Eenmalig Meerdere keren Ruim voldoende Voldoende Onvoldoende 0 2 4 0 1 4 0 2 4 0 1 3 Zeer deskundig Redelijk Beperkt Zeer deskundig Redelijk Beperkt Veel ervaring Redelijk Geen ervaring Kleine kans Gemiddeld Grote Kans Ja, iedereen De meeste wel Nee 0 2 4 0 2 4 0 1 3 0 2 5 0 1 5 Zwaarte Risico Totaal X 4 4 X 4 16 X 4 4 X 4 12 X 5 0 X 5 10 X 4 4 X 4 0 X 4 4 X 3 6 X 3 6 X 3 0 X 5 0 X 5 0 214 66 Totaal Totaal / Max. Score x 100 = Risicopercentage > > 66 / 214 x 100 = 30,8 % 15 Bijlage 1: Planning 16 Vooronderzoek Onderzoeksmethode De projectgroep heeft gebruik gemaakt van de onderzoeksmethode data-analyse. We hebben verschillende bronnen geraadpleegd om informatie te verstrekken. Daarnaast hebben we per voedingsstofverslag antwoord gegeven op de onderstaande vragen: Wat voor functie heeft de voedingsstof in het lichaam en wat zijn de gevolgen van een overschot of een tekort? Is er een ADH voor de inname? Welke voedingsmiddelen bevatten deze voedingsstoffen en wat is de consumptie ervan? Bestaan er overschotten of tekorten met betrekking tot deze voedingsstoffen bij de Nederlandse bevolking in het algemeen of bij specifieke doelgroepen? Resultaten Koolhydraten Om elke dag weer veel energie te kunnen leveren heeft ons lichaam brandstof nodig. We kunnen deze brandstof op verschillende manieren met onze voeding binnen krijgen. “Een belangrijke brandstofleverancier zijn de koolhydraten. ” (1) Glucose wordt gevormd uit koolhydraten. Glucose (bloedsuiker) dient als brandstof. Deze energieleverende voedingstof is essentieel voor de prestaties van je lichaam zoals lopen, denken en praten, daardoor zijn koolhydraten erg belangrijk voor de hersenen. Koolhydraten is een verzamelnaam voor zetmeel, melksuiker, vruchtensuiker en suiker. (2) Koolhydraatrijke voedingsmiddelen zijn: Aardappelen, brood- en ontbijtproducten, pasta, peulvruchten, rijst, koek- en gebak, suiker en zoetigheid. (3) Koolhydraten kun je onderscheiden in 2 soorten: Enkelvoudige koolhydraten worden snel door het lichaam verteerd. Zoals: glucose, fructose, galactose, maltose en zetmeel worden snel door het lichaam verteerd. Deze bevatten weinig tot geen voedingstoffen en worden snel door het lichaam opgenomen. Je kunt deze in alle suiker producten vinden, zoals koekjes en snoep. Groenten en fruit bevatten ook enkelvoudige koolhydraten, maar deze bevatten andere voedingsstoffen waardoor het langer duurt om het af te breken.(1) Meervoudige koolhydraten worden langzaam door het lichaam verteerd omdat deze veel voedingsvezels en mineralen bevatten. Voorbeelden hiervan zijn: zetmeel, pectine en cellulose, beta glucanen en oligosachariden, zoals insuline. Daardoor geeft het je minder snel 17 een honger gevoel. Voorbeelden hiervan zijn pasta, volkoren brood, aardappelen en zilvervliesrijst.(1) Een tekort of overschot aan insuline en adrenaline kan leiden tot lichamelijke afwijkingen die op termijn overgewicht in de hand kunnen werken. Wanneer er tekort aan insuline is, wordt het bloedsuikergehalte te hoog. De glucose blijft in het bloed en kan niet in de lichaamscellen worden opgenomen. Hierdoor ontstaat tekort aan glucose in de lichaamscellen. Dan spreken we van diabetes mellitus of suikerziekte. Bij een teveel aan insuline krijg je een laag bloedsuikergehalte, alle glucose verdwijnt dan uit het bloed. Dan spreken we van hypoglycaemie. Gevolgen bij een te laag glucosegehalte in het bloed zijn concentratiestoornissen, duizeligheid en men kan zelfs bewusteloos raken. De ADH van koolhydraten is niet teveel, maar ook niet te weinig. Uit de voedselconsumptiepeiling is gebleken dat de aanbevolen hoeveelheid afhangt van de doelgroep. De groep van 0 t/m 5 maanden heeft 45% calorieёn op een dag nodig. De groep van 6 t/m 11 maanden heeft 50% calorieёn op een dag nodig. De groep van 1 t/m 13 jaar heeft 45% calorieёn op een dag nodig. De groep van 14 t/m 70> heeft 40% calorieёn op een dag nodig. Zo telt het percentage van 40 calorieёn ook voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. (1) Eiwitten In veel voedingsmiddelen zitten eiwitten. Deze leveren calorieën en aminozuren. Er zijn twee verschillende soorten eiwitten: dierlijke en plantaardige eiwitten.(4) “Dierlijke eiwitten zitten vooral in vlees, vis, melk, kaas en eieren, maar kunnen ook in andere producten zitten, zoals in snacks, koek en gebak. Plantaardige eiwitten zitten vooral in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen.”(5) In dierlijke eiwitten zitten alle verschillende essentiële aminozuren. In plantaardige eiwitten zitten niet alle verschillende aminozuren. Ze zijn daarom minder volwaardige eiwitten dan dierlijke eiwitten. Aminozuren zijn de kleinste eenheden van eiwitten. Bij het synthetiseren van eiwitten gebruikt een mens gemiddeld 22 verschillende aminozuren. Er zijn aminozuren die niet door het lichaam zelf gemaakt kunnen worden. Deze moet dan via de voeding in het lichaam komen. De aminozuren die niet door het lichaam zelf gemaakt kunnen worden, heten essentiële aminozuren. Er zijn 9 essentiële 18 aminozuren: Histidine, Fenylalanine, Isoleucine, Leucine, Lysine, Methionine, Threonine, Tryptofaan en Valine. Aminozuren via de voeding krijgen we vooral binnen in de vorm van eiwitten. Eiwitten worden in de spijsvertering afgebroken tot aminozuren. Voor volwassen personen bevat een gebalanceerde voeding, “tenminste 10 en maximaal 25 procent van de energie van de totaal geconsumeerde voeding als eiwit.”(5) Een bekend eiwit dat in je dagelijkse voeding terug is te vinden in bijvoorbeeld caseïne. Dit zit in melk en andere zuivelproducten. In het lichaam zijn weefsels die zijn opgebouwd uit cellen. In alle cellen zit eiwit. Bij een volwassen mens bestaat gemiddeld 12 kilo van het lichaam uit eiwit. Dit lichaamseiwit wordt gemaakt uit aminozuren, deze aminozuren gaan hierbij verloren. Voor bestaande cellen is ook eiwit nodig, dit om deze steeds weer te kunnen vernieuwen. Zo verwijdert het lichaam onder andere beschadigd eiwit of om weefsels te herstellen bij bijvoorbeeld wonden. Het lichaam gebruikt de aminozuren uit afgebroken eiwit ook om nieuw eiwit op te bouwen, daarbij gaan wat aminozuren verloren. Ook gaan er kleine hoeveelheden eiwit dagelijks verloren met haren, nagels, huidschilfers, zweet en urine. Dit moet dus steeds worden aangevuld. Eiwitten zijn bij veel processen in het lichaam betrokken. Alle enzymen zijn bijvoorbeeld eiwitten. Enzymen zorgen in het lichaam voor de omzetting van allerlei stoffen in het lichaam. Verder spelen eiwitten ook een rol bij het transport van stoffen in het bloed en in de cel. “Uit voedselconsumptiepeilingen is gebleken dat Nederlanders gemiddeld meer dan genoeg eiwit binnenkrijgen. Mannen tussen 19 en 30 jaar eten zo’n 95 gram eiwit per dag en vrouwen in die leeftijdscategorie ongeveer 68 gram. Dit staat gelijk aan 14 en 14,6 energieprocent.”(5) Bij een gebrek aan eiwitten kan een gebrekziekte optreden genaamd kwashiorkor. Deze gebrekziekte komt vooral onder kinderen in derde wereld landen veel voor, dit komt omdat zij meer eiwitten nodig hebben dan volwassenen. De belangrijkste behandeling is het toedienen van eiwitten, waardoor weer voor de opbouw van eiwitten gezorgd kan worden.(6) Vetten Om er achter te komen of vet een noodzakelijke voedingsstof is, is het belangrijk om te weten wat de stof in het lichaam doet. Het is van belang om te weten dat vetten kunnen worden verdeeld in goede en slechte vetten. Zo zijn er verzadigde vetten, onverzadigde vetten en transvetten.(7) Verzadigd vet is 19 een type vet dat bekend staat om zijn slechte eigenschappen. Dit vet veroorzaakt ongunstige gezondheidseffecten.(7) Onverzadigd vet daarin tegen, staat bekend om zijn positieve functies in het lichaam. Dit vet zorgt ervoor dat het goede cholesterol wordt verhoogd en het slechte cholesterol wordt verlaagd.(7)(8) Transvet is een onverzadigd vet, maar heeft een nog slechter effect op het cholesterolgehalte dan verzadigd vet.(7) (8) Vet is zowel noodzakelijk voor de energie in het lichaam, als voor het dragen van de oplosbare vitamines A, D en E en de essentiële vetzuren, linolzuur en alfalinoleenzuur.(8) (9) Linolzuur en alfalinoleenzuur worden niet door het lichaam zelf aangemaakt en moet het lichaam doormiddel van voedingsmiddelen binnenkrijgen. Als deze stoffen niet worden ingenomen, schaad dit bijvoorbeeld de groei van jonge kinderen. Stoffen die niet in het lichaam kunnen worden aangemaakt, worden essentieel genoemd. (9) Een van de belangrijkste functies van vetten is het leveren van energie voor lichamelijke activiteiten en het leveren van energie om het lichaam op goede temperatuur te houden. Ook worden vetten gebruikt voor de opbouw van het lichaam, zoals bijvoorbeeld bij de aanmaak van celmembranen. Ook kan vet makkelijk worden opgeslagen in het lichaam. Vetten hebben dus positieve functies in het lichaam. Maar wat gebeurt er bij een tekort of een overschot bij de inname aan vetten? Op een moment dat er niet genoeg vetten worden gegeten, komen er ook te weinig vitamines A, D en E binnen en ontstaat er een gebrek aan bouwstoffen. Deze vitamines zijn belangrijk voor botten en tanden, cel opbouw en onderhoud en celstofwisseling. Ook krijgt het lichaam bij een tekort aan vet nauwelijks goed HDL-cholesterol binnen, waardoor het slechte LDL-cholesterol in het lichaam naar verhouding hoger wordt. Hierdoor kunnen dichtslibbende aderen ontstaan.(7)(10) Bij een overschot aan vetten, heeft het lichaam teveel overbodige energie. Het lichaam slaat dit overbodige vet op, met als gevolg: gewichtstoename. Gewichtstoename kan weer leiden tot diabetes en gewrichtsklachten. Een teveel aan verzadigde vetten en transvetten is nadelig voor cholesterolgehalte en vergroot de kans op hart en vaatziekten. (11) Om te zorgen dat er een gezond aantal vetten kan worden ingenomen, is hiervoor een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid gemaakt. Minimaal 20 procent en maximaal 35 procent van de calorieën die het lichaam nodig heeft, moet uit vet bestaan volgens de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.(12) Dit houdt in: Vrouwen: 19-30 jaar: 47-82 gram vet, maximaal 23 gram verzadigd vet. Vrouwen: 31-50 jaar: 44-78 gram vet, maximaal 22 gram verzadigd vet. Vrouwen: 51-70 jaar: 42-74 gram vet, maximaal 21 gram verzadigd vet. Vrouwen: 70-ouder: 36-62 gram vet, maximaal 18 gram verzadigd vet. Mannen: 19-30 jaar: 60-105 gram vet, maximaal 30 gram verzadigd vet. Mannen: 31-50 jaar: 56-97 gram vet, maximaal 28 gram verzadigd vet. Mannen: 51-70 jaar: 51-89 gram vet, maximaal 26 gram verzadigd vet. Mannen: 70-ouder: 42-74 gram vet, maximaal 21 gram verzadigd vet. 20 Vet komt vooral in de voedingsmiddelen vlees, vleeswaren, bak en braadproducten, halvarine, margarine, oliën, noten, zaden, melk en melkproducten veel voor. Het grootste deel van de Nederlandse bevolking heeft dagelijks een te grote inname van deze vetten, oftewel een overschot.(13) De meeste mensen eten teveel vet en vaak ook nog de verkeerde vetten zoals transvetten en verzadigde vetten. Volgens het RIVM is de vetinneming onder de jongvolwassenen te hoog, vooral van de verzadigde vetten en de transvetten. (13) Een van de gevolgen hiervan is overgewicht.(14). Ruim de helft van de volwassenen is te zwaar en 1 op de 6 kinderen. Een doelgroep waarbij de inname van teveel vetten hen fataal kunnen worden, zijn obesen. In Nederland lijdt 10 procent van de bevolking aan obesitas. Vitamine E Omdat vitamine E oplost in vet is de rol als antioxidant in het lichaam hoofdzakelijk gekoppeld aan vet. Vetachtige stoffen zijn in lichaamscellen aanwezig, met name in de membranen.(15) Deze vetachtige stoffen zijn gevoelig voor oxidatie. Hierbij worden vrije radicalen gevormd die schadelijk zijn voor het lichaam (bijvoorbeeld voor DNA). De gevoeligheid voor oxidatie hangt af van het vetzuur. Onverzadigde vetzuren zijn het meest gevoelig voor oxidatie. Voorbeelden van onverzadigde vetzuren zijn plantaardige olie, noten en zaden. (15) Omdat deze vetachtige stoffen zo gevoelig zijn bevatten ze vaak ook veel vitamine E. De vrije radicalen kunnen onschadelijk worden gemaakt door antioxidanten, waaronder dus ook vitamine E. Wanneer de vitamine als antioxidant zijn werk heeft gedaan kan deze opnieuw worden geactiveerd. Dit gebeurt door andere antioxidanten, zoals de spoorelementen seleen, zink, bioactieve stoffen en vitamine C. (16) In tegenstelling tot vitamine E, lost vitamine C op in water. Als we kijken naar het celniveau zit vitamine E binnen in de cel en vitamine C daarbuiten.(17) Zo vullen ze elkaars werking aan. Hoewel antioxidanten erg belangrijk zijn voor ons lichaam, kunnen ze ook tegen ons gaan werken. Er wordt zelfs beweerd dat vitamine E juist kan gaan werken als vrije radicaal wanneer vitamine C of andere antioxidanten ontbreken. Je kan dus stellen dat teveel aan vitamine E schadelijk is voor het lichaam. (18) Hieronder staat de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) beschreven: 21 De Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid vitamine E ziet voor (jong)volwassenen ziet er als volgt uit: Leeftijd Vitamine E per dag Leeftijd (mg) Jongens/mannen Vitamine E per dag (mg) Meisjes/vrouwen 16-19 13,3 16-19 11 19-22 13 19-22 9,9 22-50 11,8 22-50 9,3 50-65 10,7 50-65 8,7 65> 9,4 65> 8,3 (Voor volledige tabel, zie bijlage.) Een tekort aan vitamine E komt maar zelden voor. Er zijn vier gevallen waarin dit voorkomt: Personen die geen vetten kunnen absorberen. Personen die een bypass operatie hebben ondergaan. Personen met een genetische afwijking in hun α-tocoferoltransporteiwit. Te vroeg geboren kinderen met een gewicht minder dan 1500 gram. (17) Calcium Calcium heeft als functie in het lichaam de botten te versterken en botafbreuk tegen te gaan (19). Daarnaast is calcium nodig voor een goede werking van spieren en zenuwen en stimuleert het ook de bloedstolling en transport van andere mineralen in het lichaam (20). Gevolgen die bij een overschot van calcium kunnen ontstaan zijn urinewegstenen, nierverkalking en bloedvaatwandverkalking (20). Gevolgen die bij een tekort kunnen ontstaan zijn botontkalking (osteoporose) en bij kinderen rachitis: de botten groeien dan niet goed waardoor er vervormingen aan het skelet kunnen ontstaan (20). De ADH wordt aan de hand van leeftijd bepaald. De ADH voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar is 1100-1300 mg(19)(20). Voor volwassenen is dat 1000 mg(19)(20). Voor vrouwen boven de 50 en ouderen in het algemeen (70 jaar) is de ADH 1100-1200 mg calcium(19)(20). Vrouwen boven de 22 50 wordt een grotere hoeveelheid aangeraden, omdat zij in de overgang komen(19). Het hoeveelheid geslachtshormoon neemt af en daardoor wordt calcium minder goed opgenomen (21). De aanvaardbare bovengrens is 2500 mg (22). Calcium is te vinden in zuivelproducten: melk (300 mg), yoghurt (450 mg) en kaas (+-300 mg). Daarnaast zit het in groenten zoals chinese kool en broccoli. Een andere bron van calcium is tofu (+150 mg). De hoeveelheden zijn gebaseerd op portiegroottes (23). De consumptie van zuivel in Nederland is redelijk. Tijdens het onderzoek is alleen gekeken naar melkconsumptie: gemiddeld werd er 817885 (x1000) kg melk gedronken door 16920000 inwoners in 2011. Dat is 49 kg per hoofd. Het Nederlands gemiddelde ligt daarmee onder het EU-gemiddelde: het EU-gemiddelde ligt namelijk op 64,3 kg per hoofd (24). De Nederlandse bevolking is bekeken per leeftijdscategorie. Volgens de VCP krijgen meisjes tussen de 9-18 jaar gemiddeld dagelijks 910 mg calcium binnen, terwijl er 1100-1300 mg wordt aanbevolen(25). Jongens hebben gemiddeld een calciuminname van 1050 mg(25). Er is dus sprake van een tekort onder jongeren. Bij vrouwen tussen de leeftijd 19-50 jaar is er een gemiddelde calciuminname van 910 mg. Dit ligt onder de ADH van 1000 mg(25). De gemiddelde calciuminname bij mannen in deze leeftijdscategorie is niet bekend. Ook bij vrouwen tussen de 50-70 jaar is er sprake van een tekort. Zij hebben een gemiddelde calciuminname van 960 mg(25). De ADH is 1100-1200 mg. Onder ouderen in het algemeen is er ook een tekort: mannen hebben een calciuminname van 1050 mg, daarvoor geldt dezelfde ADH (25). Conclusie In dit onderzoek heeft de projectgroep gekeken naar 5 voedingsstoffen waarover ze de pabostudenten graag willen informeren. Het is belangrijk voor deze studenten om te weten wat bepaalde voedingsstoffen in het lichaam doen, zodat ze dit later aan hun leerlingen kunnen meegeven. In dit onderzoek zijn wij erachter gekomen wat het belang is van deze 5 voedingsstoffen. Hieronder staat per voedingsstof de conclusie beschreven: Koolhydraten Een gezond voedingspatroon is van belang om overgewicht en ziekten tegen te gaan. Als per dag 40 tot 70% van alle calorieën die je tot je neemt uit koolhydraten bestaat, loop je minder kans op ziekten. Het is daarom belangrijk om gevarieerd en op maat te eten want dan vermindert het risico. Om goed gevarieerd te eten, kun je gebruik maken van de Eettabel. 23 Eiwitten Eiwitten zijn betrokken bij onder andere het omzetten van verschillende stoffen in het lichaam. Daarnaast werken zij ook mee in het transport van stoffen in het bloed en binnen de cel. Bij het herstel van wonden is het ook nodig om weefsel te herstellen. Eiwit heeft dus meerdere belangrijke functies binnen het lichaam. Bij een tekort aan eiwitten kunnen dan ook gebrekziekten en de daarbij behorende ernstige gezondheidsrisico’s optreden. Eiwitten zijn zelfs zo essentieel in het lichaam dat je zonder deze stof niet kan leven. Vet De onderzoeksvraag van dit onderzoek over vet is of vet een noodzakelijke voedingsstof is. Het antwoord hierop is gebaseerd op de antwoorden van de 4 vragen die benoemd staan in de methode en beantwoord zijn in de resultaten. Hieruit kunnen we opmaken dat vet zeker een noodzakelijke voedingsstof is. Vet zorgt er namelijk voor dat we vitamines A, D en E en de essentiële vetzuren linolzuur en alfalinoleenzuur binnenkrijgen. Ook leveren vetten energie voor lichamelijke activiteiten en de temperatuurregeling. De onverzadigde vetten zijn weer goed voor het cholesterolgehalte in het lichaam. Er zijn natuurlijk ook ongezonde vetten zoals verzadigde vetten en transvetten die niet goed zijn voor het lichaam. Maar zonder vetten zou een mens geen energie hebben, zouden sommige stoffen zich niet in het lichaam bevinden en kunnen sommigen processen in het lichaam niet plaatsvinden. Vitamine E Vitamine E werkt als het ware samen met andere antioxidanten om vrije radicalen in het lichaam tegen te gaan. De antioxidanten vullen elkaars werking aan en reactiveren elkaar. Je kunt dus aannemen dat antioxidanten elkaar nodig hebben. Het is niet slechts één antioxidant die al het werk doet. Toch moet men uitkijken dat er niet een teveel aan antioxidanten is in het lichaam. Bij te hoge concentraties antioxidanten kunnen er negatieve effecten optreden; het zogenaamde pro-oxidant-effect. Dit zorgt ervoor dat antioxidanten vrije radicalen worden. Calcium Het houdt het lichaam sterk en helpt het lichaam te groeien. Dit is ook belangrijk voor de kinderen waaraan de pabostudenten gaan lesgeven, zij zijn namelijk nog volop in de groei. Daarnaast zorgt calcium voor een goede werking van het spier- en zenuwstelsel en stimuleert het de bloedstolling en het vervoer van andere mineralen. Calcium komt in dagelijkse voedingsmiddelen voor, toch wordt het niet genoeg geconsumeerd. Het bleek namelijk dat er onder alle leeftijdscategorieën een (klein) tekort heerste. Dit zou te maken kunnen hebben met het gebrek aan vitamine D. Vitamine D zorgt voor een betere opname van calcium (1). Daarnaast is er niet een exacte ADH voor calcium. Tijdens het 24 onderzoek bleek dat verschillende bronnen een andere ADH aanhielden. Het verschil is te vinden bij de ADH voor kinderen en ouderen. 25 Literatuurlijst 1 http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/koolhydraten.aspx 2 Ruiter,M.V.(2006) de koolhydratenlijst geraadpleegd op 22 september 2012 http://www.dekoolhydratenlijst.nl/ 3. LOI opleiding,Gewichtsconsulent Voedingsleer 4.. Stichting Voedingscentrum Nederland. Weet wat je eet. Den Haag; 2011. p. 12. 5. Stichting Voedingscentrum Nederland. Eiwitten. [Encyclopedie/Eiwitten] Beschikbaar via: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/eiwitten.aspx . Geraadpleegd op 26 september 2012. 6. Bibiana. Kwashiokor: gebreksziekte [Ziekten (Mens en Gezondheid)] 2011. Beschikbaar via: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/73389-kwashiorkor-gebreksziekte.html Geraadpleegd op 25september 2012. 7. Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum: gezocht op term: Vet. (omschrijving en gezondheidseffecten) In: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vetten.aspx Binnengehaald: 28 september 2012. 8. Voedingscentrum, Weet wat je eet; alles over de schijf van vijf. Stichting Voedingscentrum Nederland; 2012. P. 37-41 9. Voedingscentrum, Voedingsnormen en energiebehoefte, kopje ‘vetten’. In: Nederlandse Voedingsmiddelen Tabel (45e editie). Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland; 2012. P. 111-113. 10. Whitney, E & Rolfes, S.R. The lipids: Triglycerides, Pospholipids, and Sterols. (chapter 5) paragraph 5.5. In: Understanding Nutrition (13th edition). Wadsworht: Cengage Learning; 2012. P. 147-148 11. Hartstichting. Zoekmachine hartstichting; gezocht op term; Vet. In: http://www.hartstichting.nl/gezond_leven/voeding/vet. Binnengehaald: 28 september 2012. 12. Voedingscentrum, Eettabel. Stichting Voedingscentrum Nederland (2012). p 6-7 13. Rivm. Zoekmachine Rivm; gezocht op onderwerpen; voedselconsumptiepeiling. In: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/V/Voedselconsumptiepeiling. Binnengehaald: 28 september 2012. 14. Rijksoverheid. Zoekmachine rijksoverheid; gezocht op onderwerpen: overgewicht. In: http://www.rijksoverhei.nl/onderwerpen/overgewicht. Binnengehaald: 28 september 2012. 15. Voeding-kennisbank. Zoekmachine voeding-kennisbank; gezocht op term; Vitamine E als antioxidant. In: http://www.voeding-kennisbank.nl/voedingsstoffen/antioxidanten/379vitamine-e-als-antioxidant.html Geraadpleegd op 29 september 2012 26 16. Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum; gezocht op term; Antioxidanten. In: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/antioxidanten.aspx Geraadpleegd op 29 september 2012. 17.. Martini FH, Bartholomew EF. Anatomie en fysiologie; een inleiding. 5e editie. Amsterdam: Pearson Benelux B.V; 2010 18. Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum; gezocht op term; Vitamine E. In: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-e.aspx Geraadpleegd op 29 september 2012 19. Whitney/Rolfes. Water and the Major Minerals (chapter 12) paragraph ‘Calcium’. In: Understanding Nutrition (13th edition). Wadsworth: Cengage Learning; 1012. p 384-390. 20. Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum; gezocht op term: Calcium. Calcium (omschrijving en gezondheidseffecten). In: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/calcium.aspx. Binnengehaald: 23 september 2012 21. Martini, F.H. & Bartholomew, E.F. Het beenderstelsel (hoofdstuk 6) kopje ‘Klinische aantekening: Osteoporose’. In: Anatomie/fysiologie, een inleiding (5e editie). Amsterdam: Pearson Benelux; 2012. p. 183. 22. Voedingscentrum, Voedingsnormen en energiebehoefte kopje ‘calcium’. In: Nederlandse Voedingsmiddelen Tabel (45e editie). Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland; 2012. p. 115-116 23. Whitney/Rolfes. Water and the Major Minerals (chapter 12) figure 12-14. In: Understanding Nutrition (13th edition). Wadsworth: Cengage Learning; 2010. p. 388. 24. Google, zoekterm: consumptie zuivel Nederland http://www.prodzuivel.nl/index.asp?frame=http%3A//www.prodzuivel.nl/vormgeving/nav/prod uctie_eu_afzet/statistiek.asp --> consumptie-> http://www.prodzuivel.nl/pz/productschap/publicaties/zic/ziccon2011.pdf Zuivel in cijfers (Laatste update: 27 juni 2012). Binnengehaald: 26 september 2012. 25. Google, zoekterm: calciuminname Nederland. http://www.zuivelengezondheid.nl/?pageID=171 Voedsel Consumptie Peiling. Binnengehaald: 23 september 2012. 27 Bijlage 1: ADH tabel Vitamine E Aanbevelingen vitamine E Categorie/leeftijd vitamine E mg/dag ) Jongens/Mannen 1-4 4-7 7-10 10-13 13-16 16-19 19-22 22-50 50-65 5,7 7,8 9,1 10,1 11,8 13,3 13 11,8 10,7 >65 9,4 Meisjes/Vrouwen 1-4 4-7 7-10 10-13 13-16 16-19 19-22 22-50 50-65 > 65 5,5 7,1 8,3 9,5 10,6 11 9,9 9,3 8,7 8,3 Zwangeren Borstvoedend (Bron: 16) +0,6 3) +2,7 3) 28 Onderzoeksverslag Methode Het vooronderzoek Voordat het daadwerkelijke onderzoek kon beginnen, vond er een vooronderzoek plaats. Door ieder groepslid werd er een voedingsstof individueel onderzocht. Dit waren de volgende voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamine E en calcium. Deze voedingsstoffen vormen de basis tijdens het gehele project. Tijdens het vooronderzoek werd gekeken naar de functie, ADH, voedingsmiddelen en de tekorten/overschotten van de desbetreffende voedingsstof. Deze gegevens zijn onder andere ook ter ondersteuning van het advies. Het onderzoek Allereerst werd er contact gelegd met de studenten uit de pabo klas. Dit werd gedaan door middel van een gezamenlijke HHS-mail. Hier stuurden de pabostudenten hun voedingsdagboekjes naar toe. Deze dagboekjes werden onderling in de voeding en diëtetiek-klas verdeeld om de gegevens te kunnen analyseren en vervolgens te kunnen berekenen. Per projectgroep werden er +- 10 studenten onderzocht, die later onder de groepsleden van de projectgroep werden onderverdeeld. Per pabostudent werd de voedingsinname geanalyseerd. Hierbij werd gekeken naar energie, koolhydraten, vetten, vezels, eiwitten, vitamine E en calcium. Om de energie en de hierboven genoemde voedingsstoffen te kunnen berekenen en te analyseren, is er gebruik gemaakt van diverse bronnen en hulpmiddelen. De belangrijkste bronnen en hulpmiddelen waren de Nederlandse Voedingsmiddelen Tabel (1), Nevotabel (2) en Voedingscentrum (o.a. de Eetmeter) (3). Aan de hand hiervan konden voedingsmiddelen worden opgezocht en worden berekend met betrekking tot de voedingswaarde. De verwerking van deze gegevens werden gedaan door middel van Excel en Word. Nadat alle gegevens waren berekend en geanalyseerd, moesten de energieprocenten worden berekend van de energieleverende stoffen (eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels). Dit werd gedaan met de volgende formules: - Eiwitten: Totaal aantal g. eiwit x 17 - Koolhydraten: Totaal aantal g. koolhydraten x 17 - Vetten: Totaal aantal g. vetten x 37 - Vezels: Totaal aantal g. vezels x 8 Hiermee werden de hoeveelheden omgezet in het aantal kJ. Nadat dit was gedaan, werd dit bij elkaar opgeteld. Dit vormde het totaal aantal kJ van die dag. Daarna volgden de volgende formules: - En% eiwit: Totaal kJ/ eiwit kJ x 100% 29 - En% koolhydraten: Totaal kJ/ koolhydraten kJ x 100% - En% vetten: Totaal kJ / vetten kJ x 100% - En% vezels: Totaal kJ / vezels kJ x 100% Met deze energieprocenten werd gekeken of de desbetreffende student voldeed aan de en% waarden die in de NVT vermeld werden. Het advies Met de gehele klas was afgesproken dat iedereen de analyses naar de gezamenlijke HHS-mail zou sturen. Na alle gegevens van iedereen te hebben verzameld, werden de totaal hoeveelheden van de hele klas qua eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels in een overzichtelijke tabel gezet. Hierin staat weergegeven wat elke pabostudent totaal aan elke voedingsstof heeft binnengekregen per dag in grammen. Vitamine E en calcium zijn ook in de tabel verwerkt, maar alleen van de 10 personen die door deze projectgroep zijn geanalyseerd en staat weergegeven in mg. De reden dat calcium en vitamine e alleen bij 10 mensen is bekeken is omdat de andere projectgroepen deze voedingsstof niet hadden gekozen als onderzoeksvoedingsstof. Nadat deze totalen waren verwerkt werd aan de hand daarvan het gemiddelde, minimum en maximum berekend. Op basis daarvan werd gekeken of de studenten voldeden aan de ADH. Ook het gemiddelde werd vergeleken met de ADH. Met deze gegevens werd het uiteindelijke advies opgesteld voor de pabo klas, rekening houdend met de bevindingen uit het vooronderzoek. 30 Resultaten 31 Conclusie Gezondste student Naar aanleiding van de analyses uit de voedingsdagboeken van de studenten zou de gezondste student bepaald worden. Dit is met opzet niet gedaan omdat de projectgroep de term 'gezond' te breed vinden en omdat de projectgroep het niet meetbaar kan maken. Er zijn veel studenten met een gezond voedingspatroon. Hun inname per voedingsstof ligt dichtbij de ADH, maar over hun gezondheid kan gediscussieerd worden. Wat de projectgroep niet weet is of deze studenten roken of misschien helemaal niet sporten. Daarnaast zijn de meningen over alcohol binnen de projectgroep erg verdeeld. Is één glas wijn gezond of ongezond? Daarom heeft de projectgroep besloten om geen gezondste student aan te wijzen. De voedingspatronen van de studenten in de klas zijn gemiddeld redelijk gezond. Het advies Hieronder volgen de adviezen per voedingsstof. Elk advies begint met een inleidend stukje over de ADH van de desbetreffende voedingsstof. Daarna volgt er een kort advies gericht op de pabostudenten. Eiwitten De ADH De ADH voor eiwit is te berekenen op lichaamsgewicht. Voor een volwassene is de gemiddelde behoefte eiwit 0,8 g eiwit per kg lichaamsgewicht. Als een persoon 60 kg weegt dan is het: 60 x 0,8 = 48 g eiwitten. Als er een gemiddeld gewicht van 60 kg wordt aangehouden kan er geconcludeerd worden dat bijna iedereen ruim voldoende eiwitten binnen krijgt. Het advies Eiwit is erg belangrijk. Het levert calorieën en aminozuren. Deze aminozuren zijn bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen. Door onder andere voldoende brood, granen, groenten en vlees te eten kunnen de studenten hun eiwit op peil houden. 32 Koolhydraten De ADH De ADH voor koolhydraten is leeftijdsgebonden. De ADH tussen 14-18 jaar is minimaal 220 gram per dag. De ADH tussen de 19-39 jaar is minimaal 210 gram per dag. Als de tabel wordt vergeleken met deze ADH’s, is te concluderen dat weinig mensen niet voldoen aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid. Dat hoeft ook niet, als dat maar met een andere dag wordt gecompenseerd. Dit is bij een iemand niet het geval. Zij heeft drie dagen een tekort aan koolhydraten. Het advies Koolhydraten is een van de energieleverende voedingstoffen. De verhouding tussen de energieleverende voedingstoffen is zeer belangrijk, het zorgt ervoor dat de kans op gezond zijn het grootst is en het risico op ziekten het kleinst. Deze energieleverende voedingstof is belangrijk voor de prestaties van je lichaam zoals lopen, denken en praten. Koolhydraten kunnen op peil gehouden worden door elke dag een van de volgende voedingsmiddelen te gebruiken. Bijvoorbeeld: aardappelen, brood, granen, pasta, peulvruchten, rijst, koek, gebak, suiker en honing. Deze zijn rijk aan koolhydraten. Vet De ADH Minimaal 20 procent tot maximaal 35 procent van de calorieën die het lichaam nodig heeft, mag bestaan uit vet volgens de ADH. Daarnaast verschilt het per leeftijd en geslacht. Hieronder staan de hoeveelheden vet in gram aangegeven die het meest betrekking hebben op de studenten: Vrouwen: 19-30 jaar: 47-82 gram vet, maximaal 23 gram verzadigd vet. Mannen: 19-30 jaar: 60-105 gram vet, maximaal 30 gram verzadigd vet. Het is belangrijk om niet te veel verzadigde vetten binnen te krijgen, dit heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte in het bloed. Het kan op den duur de kans op hart- en vaatziekten vergroten. Het advies Vetten is een belangrijke voedingsstof: het levert energie, belangrijke vetzuren en vitamines, zoals vitamine A en D. Deze houden bepaalde lichaamsfuncties in stand. Door stil te staan bij producten die veel verzadigde vetten bevatten en vaker te kiezen voor producten met onverzadigd vet, kan men risico’s op hart- en vaatziekten tegengaan. Vezels De ADH De ADH van vezels is vanaf een leeftijd van 14 jaar 30-40 gram. Voor Nederland in het algemeen is er al geconcludeerd dat er minder vezel wordt gegeten dan deze aanbeveling. Gemiddeld ligt de consumptie van vezels in Nederland bij volwassenen op 20 gram. Als het gemiddelde van de paboklas wordt bekeken, ligt het gemiddelde daarvan nog een stuk lager. Ook kan worden geconcludeerd 33 dat vrijwel niemand uit de pabo-klas de ADH behaalt. Slechts 2 à 3 studenten komen in de buurt. Het aantal gram varieert dan tussen de 24-28 gram vezels. Het advies Vezels is belangrijk voor het goed functioneren van de darmen. Daarnaast wordt het risico verlaagd op hart- en vaatziekten en zorgt het voor een verzadigd gevoel. Een aantal studenten at geen volkoren brood, maar koos voor wit brood. Daarnaast at men niet elke dag 1 à 2 stuks fruit, wat ook een belangrijke bron voor vezels is. Door een volkoren product te kiezen of meer fruit of een extra boterham te eten, zo komt men dichter bij de ADH. Vitamine E De ADH De behoefte van kinderen, mannen en vrouwen aan vitamines verschilt. Ook van persoon tot persoon kan de behoefte flink verschillen. De één neemt meer vitamines op uit eten en drinken dan de ander. Ook kan de stofwisseling per persoon verschillend werken. Ook erfelijke aanleg speelt een rol. Daarom is in de ADH een ruime marge ingebouwd en gelden er aparte ADH’s voor mannen en vrouwen en per leeftijdsgroep. Wie zich houdt aan de ADH's, krijgt zeker voldoende binnen. Bij vitamines verschilt de behoefte hiervan bij kinderen, mannen en vrouwen. Ook van persoon tot persoon kan de behoefte flink verschillen. Dit komt onder andere doordat de een meer vitamines opneemt uit eten en drinken dan de ander. Ook de stofwisseling kan per persoon verschillend werken, net als dat de erfelijke aanleg een rol speelt. De ADH bij vitamine is een ruime marge die ervoor zorgt dat in principe het grootste deel van de mensen voldoende binnen krijgt. De ADH tot en met 18 jaar ligt tussen de 5,5 en 13 mg per dag. De ADH voor volwassenen in het algemeen tot ongeveer 50 jaar ligt op 11,8 mg per dag. Uit de tabel kunnen we concluderen dat merendeel van de studenten niet aan de minimumhoeveelheid van 5,5 mg per dag komt. Er is ook 1 persoon die twee van de drie dagen flink boven de aanbevolen hoeveelheid zit. Het advies Vitamine E is op welke leeftijd dan ook belangrijk voor het in stand houden van je weerstand. Daarom is het dus ook belangrijk om genoeg hiervan dagelijks binnen te krijgen. Als de studenten per dag een glas melk extra drinken of een stuk extra fruit eten komen ze al een stuk dichter bij de hoeveelheid Vitamine E die ze nodig hebben. Calcium De ADH De ADH voor calcium is leeftijdsgebonden. De ADH tot en met 18 jaar is 1100-1300 mg. De ADH voor volwassenen in het algemeen tot 50 jaar is 1000 mg. Als de tabel wordt vergeleken met deze ADH’s, is te concluderen dat vrij weinig mensen dagelijks voldoen aan deze aanbevolen hoeveelheid. 34 Dat hoeft ook niet, als dat maar met een andere dag wordt gecompenseerd. Dit is bij 5 mensen het geval. Er zijn 3 studenten die alle 3 de dagen onder de ADH uit komen. Eén student heeft alle 3 de dagen een overschot qua calciuminname. Het gemiddelde van de calciuminname van alle 3 de dagen ligt onder de ADH. Het advies Calcium blijft in welke leeftijdscategorie dan ook een belangrijke voedingsstof die dagelijks voldoende moet worden ingenomen. Het helpt te groeien en je botten sterk te houden. Door een extra glas melk te drinken of een ander extra zuivelproduct te consumeren, zal de calciuminname per persoon dichter bij de ADH komen te liggen. Hierdoor is de kans op een calcium tekort kleiner. Vocht De ADH De hoeveelheid vocht dat je nodig hebt hangt sterk af van de hoeveelheid vocht dat je verliest. Dit verschilt per persoon en per levensstijl. Echter is er wel een Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid voor vochtinname. Voor vrouwen tussen de 19 en 22 jaar is dit 1,9 liter. Voor mannen tussen de 19-22 jaar is dit 2,2 liter. Men moet dagelijks minimaal 500 gram aan urine produceren om afvalstoffen te kunnen afvoeren. Je lichaam herstelt zelf de vochtbalans. Dit doet je lichaam door minder urine uit te scheiden op het moment dat je te veel vocht verliest of je een dorstgevoel te geven waardoor je gaat drinken. Het is dus belangrijk om naar je lichaam te luisteren. Het advies Vocht is een belangrijke voedingsstof voor het lichaam, je lichaam bestaat namelijk het grootste deel uit water. Om het vochtgehalte op peil te houden, dient men voldoende te drinken, zo’n 1 à 2 liter. Daarentegen is een teveel aan water ook niet goed. Dit komt maar zelden voor. Het lichaam kan per uur niet meer dan een liter water aan. Het is namelijk het maximum wat de nieren kunnen verwerken. Samenvatting De vezelinname is vrijwel bij alle studenten onder de ADH. Twee studenten halen het wel, maar dit biedt niet genoeg compensatie voor de andere 2 dagen. Je kunt dus in het algemeen vaststellen dat de studenten te weinig vezels eten. Daarnaast is de calciuminname vrijwel bij alle studenten onder de ADH. Een aantal studenten behalen het wel en compenseren hiermee de andere 2 dagen. Eén student voldoet alle 3 de dagen aan de ADH en legt hiermee een soort voorraadje aan. Als laatste is dit nog een opvallend punt: De vochtinname is bij sommige studenten of heel hoog, of juist heel laag. De personen die een hoge inname hadden, dronken veel glazen alcohol. Dit wordt overigens wel goed gecompenseerd, vandaar dat zij zo’n hoge inname hadden. Voor de overige studenten geldt dat ze meestal wel aan de 1 à 2 liter komen. 35 Als er gekeken wordt naar de voor afgestelde probleemstelling kan er geconcludeerd worden dat de pabostudenten hier meer aandacht aan kunnen besteden, want onder andere calcium is voor jonge opgroeiende kinderen belangrijk. Hierin geven zij nog onvoldoende het goede voorbeeld. 36 Literatuurlijst 1. Stichting Voedingscentrum Nederland. Nederlandse Voedingsmiddelentabel. Den Haag; 2012. 2. Nevo-online. In: http://nevo-online.rivm.nl/ Geraadpleegd op 1 t/m 7 oktober 2012. 3. Voedingscentrum. Mijn Eetmeter. In: https://mijn.voedingscentrum.nl/nl/eetmeter/ Geraadpleegd op 1 t/m 7 oktober 2012. 37 Bijlage 1: Voedingsstoffentabel 38 Procesverslag Evaluatie werkproces Evaluatie van de planning/taakverdeling De vooraf gemaakte planning/taakverdeling Hieronder volgt een tabel met de vooraf gemaakte planning. Verduidelijking van de gebruikte aanduidingen: - Groep: Dit betekent dat er als een groep eraan is gewerkt. - Ri,R,E,F,I: RI= Rianne, R= Romy, E= Elise, F= Floor en I= Irona. Dit betekent dat er individueel aan is gewerkt. Taken/activiteiten Wk. 1 Inleiding Kennismaken, mail maken, gegevens Intro Intro Groep PVA, verdeling hoofdstukken Samenvoeging PVA, samenw.contract af Intro Groep Intro Groep Inleveren PVA Intro Opstart opdr. 1 'Voedingstrends' Intro Verdeling voedingsstoffen Intro Groep Ri,R,E, F,I Ri,R,E, F,I Werken aan opdracht 1 Ontvangst pabo voedingsdagboeken Intro Uitvoering Intro Berekenen voedingsdagboeken Intro Individueel inleveren opdracht 1 Intro Groep Ri,R,E, F,I Voedingsinname analyseren Uitzoeken: wie is de gezondste student? Intro Groep Intro Groep Afhandeling Intro Werken aan voedingsadvies Intro Maken van presentatie Intro Groep Onderzoeksverslag schrijven Intro Groep Procesverslag schrijven Intro Individuele verantwoording Intro Groep Ri,R,E, F,I Inleveren project Intro Wk. 2 Wk. 3 Wk. 4 Wk. 5 Ri,R,E, F,I Ri,R,E, F,I Wk. 6 Wk. 7 Wk. 8 Wk. 9 Groep Groep Groep Groep Groep Groep 39 Was de planning realistisch? In het begin verliep de planning goed. We haalden de gestelde deadlines ruim. Vanaf week 4 begon het drukker te worden, het berekenen en analyseren bleek meer werk te zijn dan van te voren gedacht. Achteraf gezien zijn diverse taken te licht ingeschat. Daardoor moesten deze taken nog op het laatste moment nog gedaan worden. Hierdoor ging er meer tijd in zitten dan wanneer het van tevoren gepland was. Hierdoor liep de planning uit en kwamen we in de knoop met andere onderdelen. Dit leverde binnen de groep stress. Daarnaast is er in de vooraf gemaakte planning niet rekening gehouden met no go’s voor eerdere onderdelen van het project. Ook is niet bepaald wie de gezondste pabostudent is. Dit zou te persoonlijk gericht zijn. De planning is dus deels gehaald en deels niet. Hoe is de planning/taakverdeling uiteindelijk verlopen? Hieronder volgt een tabel met de uiteindelijke planning. Deze kan vergeleken worden met de vooraf gemaakte. Hierin is te zien dat het uiteindelijk toch anders is gelopen en de taken anders zijn onderverdeeld. De aanduidingen in de tabel hebben nog steeds dezelfde betekenis als bij de vooraf gemaakte planning. 40 Taken/activiteiten Inleiding Kennismaken, mail maken, gegevens PVA, verdeling hoofdstukken Samenvoeging PVA, samenw.contract af Inleveren PVA Opstart opdr. 1 'Voedingstrends' Verdeling voedingsstoffen Wk.1 Wk. 2 Intro Werken aan opdracht 1 Ontvangst pabo voedingsdagboeken Uitvoering Berekenen voedingsdagboeken Inleveren opdracht 1 Intro Intro Groep Intro Groep Wk. 3 Intro Intro Groep Groep Intro Intro Groep Groep Intro Intro Intro Intro Voedingsinname analyseren Intro Intro Afhandeling Werken aan voedingsadvies Samenvoegen alle voedingstabellen Maken van presentatie Onderzoeksverslag schrijven Procesverslag schrijven Intro Individuele verantwoording Samenvoeging gehele project Inleveren project Intro Wk. 4 Wk. 5 Wk. 6 RI,R,E, F,I Groep RI,R,E, F,I RI,R,E, F,I Wk. 7 Wk. 8 Wk. 9 RI,R,E, F,I Groep RI,R,E, F,I RI,R,E, F,I Intro Intro I R,E Intro Intro RI,F RI,F RI,R,E, F,I Intro Intro RI,F Groep Evaluatie van de rolverdeling Bij de rolverdeling is er rekening gehouden dat iedereen minstens een keer voorzitter of notulist is geweest. Dit is bewust gedaan, zodat iedereen enigszins bekend werd met de rol voorzitter en de rol notulist. Hieronder volgt een overzicht van de rolverdeling wat betreft voorzitter en notulist. De datums die worden vermeld zijn PGO tutorbijeenkomsten en vastgelegde vergaderingen. Naast deze bijeenkomsten zijn er nog diverse spoedvergaderingen geweest. Alleen in week 43 is er geen verdeling van voorzitter en notulist. Dit komt omdat het toen herfstvakantie was. 41 Datum Voorzitter Notulist 15/09/12 (week 37) Rianne van Deelen Romy Basart 20/09/12 (week 38) Romy Basart Rianne van Deelen 25/09/12 (week 39) Floor Dieben Elise Brouwer 28/09/12 (week 39) Floor Dieben Elise Brouwer 03/10/12 (week 40) Elise Brouwer Irona Coffy 05/10/12 (week 40) Elise Brouwer Irona Coffy 10/10/12 (week 41) Romy Basart Floor Dieben 11/10/12 (week 41) Romy Basart Floor Dieben 16/10/12 (week 42) Irona Coffy Romy Basart 30/10/12 (week 44) Floor Dieben Rianne van Deelen 01/11/12 (week 44) Floor Dieben Rianne van Deelen Evaluatie van de samenwerking Wat ging er goed 1. De vergaderingen. De vergaderingen liepen vooral vanaf week 3 goed. Dit kwam doordat iedereen goed voorbereid erin ging. Van tevoren werden de agendapunten op papier gezet zodat iedereen zich in kon inlezen. 2. Het halen van deadlines. De deadlines die gesteld werden, werden door alle groepsleden bijna altijd gehaald. 3. Het voorzitten en notuleren. Elke week was duidelijk wie er voorzitter en notulist was. Degene die aan de beurt was, wist wat ervan haar verwacht werd. Wat ging er minder goed 1. Het tussendoor afspreken. Dit verliep vooral in het begin moeizaam, omdat vergaderafspraken niet op papier stonden vastgelegd. Ook wegens ziekte werd tussendoor afspreken belemmerd. 2. De communicatie binnen de groep. Er waren regelmatig misverstanden en Whatsapp is niet een goed communicatiemiddel voor als er zaken niet duidelijk zijn. 3. Het inschatten van de taken. Zoals er al eerder werd aangegeven, waren de taken in werkelijkheid meer dan verwacht. Hierdoor moest er vlak voor de deadline nog even gauw wat gemaakt worden. 42 Leerpunten Punt 1: Communicatie De communicatie verliep in het begin wat moeizaam waardoor onder andere bepaalde afspraken niet duidelijk waren. Daarnaast werd whatsapp gebruikt als communicatiemiddel wat voor misverstanden heeft gezorgd en daardoor ook voor onrust binnen de groep. Een leer punt hieruit is dat communicatie vooral face to face het beste kan plaats vinden. Dit om misverstanden te voorkomen en daarmee ook onrust binnen de groep. Daarnaast is het praktisch om afspraken op papier te zetten en te zorgen dat iedereen dit kan inzien (via bijv. een geprinte versie of een e-mail). Hierdoor zijn de afspraken voor iedereen duidelijk en kan iedereen ze naleven. Punt 2: Tijdsindeling De planning van bepaalde onderdelen van het project was wat betreft de tijd aan de krappe kant. Hierdoor moest er uiteindelijk meer tijd uitgetrokken worden voor onderdelen dan was ingeplant, waardoor er tijdsnood ontstond. Dit zorgde voor de nodige stress om het nog op tijd in te kunnen leveren. Hieruit kan als leer punt gehaald worden dat als je onderdelen wat betreft benodigde tijd ruim inplant, te ruim op eerste inschatting, er in elk geval genoeg tijd is. Als er dan te veel tijd voor een onderdeel ingeplant is, is het ruim voor de deadline klaar waardoor geen stress ontstaat. Mocht er dan meer tijd nodig zijn voor het onderdeel dan verwacht is er nog ruim voldoende tijd tot de deadline. 43 Bijlage 1: Agenda Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 25-09 Voorzitter: Floor Dieben Notulist: Elise Brouwer Hierbij een overzichtje van wat we morgen gaan behandelen tijdens de vergadering. Neem morgen je aangepaste deel van het PvA op papier mee!!!! - Bespreking PvA aanpassingen: Omdat we donderdag het pva moeten inleveren en er nog wat dingen moesten worden aangepast, zou ik graag willen dat iedereen zijn aanpassing meeneemt op papier. Dan kunnen we elkaar feedback geven. Als het dan daarna nog nodig is om wat veranderingen aan te brengen, hebben we daar nog eventjes de tijd voor. - Bespreken van opdracht 1 voedingsstof (individuele opdracht): Hoe ver ben je al met je verslag? Lopen mensen tegen dingen aan bij het maken ervan? Wat vind je lastig? - Deadlines bespreken. - Overige punten/vragen bespreken waar men tegenaan loopt. Aandachts/agendapunten PGO Tutorbijeenkomst 28-09 Voorzitter: Floor Dieben Notulist: Elise Brouwer Hierbij een overzichtje van wat we gaan bespreken tijdens de tutorbijeenkomst op aankomende vrijdag: - Bespreking van het PvA dat voor de tweede keer is ingeleverd. - Bespreking van het voedingsstofverslag: Waar loop je vast? Wat vind je moeilijk? - Evaluatie van de samenwerking: bedenk voor jezelf: wat ging er wel goed, en wat ging er niet goed? Wat wil je graag kwijt aan je medeprojectleden? - Deadlines bespreken 44 - Overige punten/vragen bespreken waar men tegenaan loopt. Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 03-10 Aandachtspunt: Iedereen moet zijn voedingsstofverslag uitgeprint meenemen naar deze vergadering. Voorzitter: Elise Brouwer Notulist: Irona Coffy Te bespreken: - Afspraken maken over vergaderingen: Hoe gaan we de vergaderingen en de communicatie beter aanpakken in het vervolg? - Elkaars verslagen doornemen; Wat kan er beter? - Afspraken maken; Hoe moet het geheel er ongeveer uitgaan zien als we het samenvoegen? - Welke aanpassingen moet wie nog doen? Pabo voedingsdagboekjes bespreken Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 10-10 Voorzitter: Romy Basart Notulist: Floor Dieben - Verdelen van de voedingsdagboekjes. - Deadline voor de voedingsdagboekjes. - Afspraak maken voor voedingsverslag. - Taakverdeling presentatie. - Irona en Rianne bijpraten over de SLB les van afgelopen vrijdag. 45 Aandachts/agendapunten PGO tutorbijeenkomst 16-10 Voorzitter: Irona Coffy Notulist: Romy Basart Punten te bespreken: - Aanpassen van het voedingsdagboek - Maken van taakverdeling voor de presentatie - Het analyseren en adviseren van de pabo voedingsdagboekjes Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 30-10 Voorzitter: Floor Dieben Notulist: Rianne van Deelen - Bespreken wat er nog moet gebeuren voor maandag 5 november Het onderzoeksverslag Het procesverslag De presentatie De individuele verantwoording - Bespreken wie wat gaat doen. - Bespreken van deadlines: wanneer moet alles af zijn? Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 1-11 Voorzitter: Floor Dieben Notulist: Rianne van Deelen De volgende punten zullen worden besproken tijdens de vergadering: - Bespreken van de voortgang van de taken, hoe verloopt het? Zijn er problemen? - De individuele verantwoording. - Evaluatie van de samenwerking - Overige punten/vragen bespreken waar iemand tegenaan loopt. 46 Bijlage 2: Notulen Hieronder volgen een aantal opgestelde notulen van tijdens de vergadering. Er mist een notule van de volgende datum: 28-09-12 Notule groepsbijeenkomst 15-9 Voorzitter: Rianne van Deelen Notulist: Romy Basart - - Taakverdeling hoofdstukken voor het Plan Van Aanpak: Hoofdstuk 1: Romy Hoofdstuk 2: Romy Hoofdstuk 3: Floor Hoofdstuk 4: Elise Hoofdstuk 5: Irona Hoofdstuk 6: Rianne Hoofdstuk 7: Floor Hoofdstuk 8: Elise Hoofdstuk 9: Rianne De stukken dienen dinsdag avond 18/9 af te zijn. Op woensdag 19/9 zal het complete PVA opgestuurd worden naar Hans. Notule PGO tutorbijeenkomst 20-9 Voorzitter: Rianne van Deelen Notulist: Romy Basart Wat mist er aan het PVA? - schema rolverdeling Behandeling PVA: - Hoofdstuk 1: Achtergrond houdt in achtergrond van het project. - Hierbij kan het rooster/de taakverdeling aan worden toegevoegd. - Hoofdstuk 2: SMART kan korter, in 1 zin. - Hoofdstuk 3: Komen de activiteiten overeen met de taakverdeling? Even checken. 47 - Hoofdstuk 4: Hoeveel voedingsdagboekjes? Verdelen met de klas in overleg. Na analyse -> individueel rapport. - Schema risico's verduidelijken met legenda. Samenwerkingsovereenkomst - Deadlines niet nagekomen: gevolg? Strenger! Checklist/aandachtspunten - Agenda (wat komt er ter tafel, mededelingen) voortaan uitprinten en meenemen naar elke vergadering. - Elkaar uit laten praten, komt iedereen aan de beurt? - Notulen meenemen naar elke vergadering . - Feedback geven en ontvangen. - Brainstormen. Wat voor manieren? Oefenen! - Ratio versus intuïtief. Wat past bij jou? - Wat als jouw idee niet wordt gekozen? Wat doet dit met je? - Belangrijke besluiten op de agenda (presentatie, taakverdeling, etc). We hebben een No Go gekregen voor het PVA. Volgende week donderdag nieuwe versie inleveren. Notule groepsbijeenkomst 25-9 Afwezig: Rianne van Deelen, ziek Reden: ziek Voorzitter: Floor Dieben Notulist: Elise Brouwer Vandaag hebben we de verbeterde hoofdstukken van het PVA besproken - Hst 1: moet verbeterd worden!, ongeveer 1 a4-tje lang. Uitleg van de 3 opdrachten die in de studiehandleiding staan uitgelegd. - HSt2: Goedgekeurd - Hst3: Goedgekeurd - Hst4: Goedgekeurd - Hst5: Goedgekeurd - Hst6: Goedgekeurd - Hst7: Goedgekeurd - Hst8: Goedgekeurd 48 - Hst9: Goedgekeurd - Volgende vergadering: Woensdag 3 oktober, 12:15 uur, beneden in de koffiebar! - Onderwerp volgende vergadering: Voedingsstof verslag (MEENEMEN!! UITPRINTEN!!) - Volgende notulist: Irona - Volgende voorzitter: Elise - 26 september: PVA inleveren! Notule groepsbijeenkomst 03-10 Voorzitter: Elise Brouwer Notulist: Irona Coffy Iedereen was aanwezig. - voedingsstofverslag : iedereen gebruikt de zelfde lettertype (Verdana ,11) 1,5 regel afstand - bronvermelding : maakt niet uit wat je gebruikt ,eigen keuze. (APA of Van Couver) - pabo voedingsdagboek : even voor ons zelfs zoeken waar de informatie staat, als iemand het vindt vermelden aan de groep. Notule groepsbijeenkomst 10-10 Voorzitter: Romy Basart Notulist: Floor Dieben Afwezig: Rianne van Deelen, wegens ziekte. Tijdens de vergadering zijn de volgende punten besproken: - De verdeling van de pabodagboekjes: Irona: Merve Abbas en Sana Azdoufal Elise : Mariske Bordewijk en Nikita Boting Romy: Michelle Costa Sousa en Jeanik Dekker Floor : Sander Boers en Tessa den Boer Rianne: Daan Hartevelt en Serena Hoogduinen - Deadline voedingsdagboek analyse: 15 oktober. Dit wordt naar de mail gestuurd waar ook de pabostudenten naar moesten mailen. - Voedingsstofverslag in elkaar zetten: donderdag 11 oktober om 10:00. 49 - Het individueel verslag wordt woensdag 10 oktober opgestuurd naar de groepsmail Notule groepsbijeenkomst 11-10 Voorzitter: Romy Basart Notulist: Floor Dieben Afwezig: Rianne van Deelen, wegens ziekte. We dachten dat we als 2e waren, maar we waren als eerste. Daardoor konden we het voedingsstofverslag niet nabespreken. Tijdens de vergadering zijn de volgende punten besproken: - De samenwerking: Dit werd gedaan door middel van een tekening van een schip. De bedoeling was om een schip te tekenen die sloeg op onze projectgroep. Hiervoor moesten de volgende vragen beantwoord worden: - Wat is de functie van ieder project lid op het schip? - Wat is zijn plaats? - Hoe beweegt de boot zich voort? - Wat valt er op aan de boot: Staan erg verspreid op de boot en de boot is erg kaal. Wat is de eindbestemming: Het eindresultaat van het project. Wat is het beginpunt van het schip: een leeg punt, niets. - Hoe om te gaan met (langdurige) ziekte. - Wat komt er in het proces verslag: De resultaten Het advies Hoe zijn we begonnen en geëindigd als groep De voorzitter en notulist voor volgende week zijn gekozen: Voorzitter: Irona Coffy Notulist: Romy Basart 50 Notule PGO tutorbijeenkomst 16-10 Het voedingsstofverslag is tot nu toe onvoldoende. Wat moet er veranderd worden? - De resultaten en conclusie mogen niet langer zijn dan 10 pagina’s. - De osiriscode op het voorblad vermelden. - Inhoudsopgave. - Kopje resultaten maken. - Tabel in bijlage. - Bronvermelding moet gelijk -> Vancouver Na aanleiding van deze vergadering werd duidelijk dat onze groep last heeft van de blijvende afwezigheid van Rianne. Wat gaan we hier aan doen? - Romy stuurt een e-mail naar Rianne met de vraag wat we van haar kunnen verwachten en hoe nu verder. Notule groepsbijeenkomst 30-10 Voorzitter: Floor Dieben Notulist: Rianne van Deelen Vandaag hebben we besproken wat er nog aan het verslag moet gebeuren en wat er voor de presentatie nog moet gebeuren. Ook is besproken wie wat gaat doen. Verder zijn de laatste deadlines gesteld voor extra duidelijkheid. De verdeling: Onderzoeksverslag - Hoe zijn de dagboekjes verwerkt (nvt, nevotabel, voedingscentrum etc.) Irona. - Kort overzicht van de resultaten - Totalen, gemiddelden, minimum en maximum van alle voedingsstoffen - Advies - Floor en Rianne. Floor, Rianne, Irona, Elise en Romy. Conclusie Floor, Rianne. 51 - Samenvoegen totaal verslag Floor, Rianne, Elise en Romy. - Een tabel met alle resultaten van de voedingsstoffen - Bijlage Irona. Procesverslag - Evaluatieverslag - Planning, notulen, agenda’s - Samenwerkings evaluatie - Floor en Rianne. Floor en Rianne. Bijlage agenda + notulen Floor en Rianne. Individuele verslag - Onderbouwing van het geleverde werk - Leerdoelen Iedereen Presentatie - Inhoud - Hoe te werk gegaan* - Adviezen - Conclusie - Romy en Elise. Vormgeving - Belangrijke punten in een powerpoint - Niet te veel afbeeldingen - Tekst van presentatie - Romy en Elise. Romy en Elise. Tabellen in powerpoint Romy en Elise. 52 *Hoe te werk gegaan houdt in: hoe kom je aan de resultaten en gegevens en hoe zijn die verwerkt. De samenwerking en eventuele problemen komen hier niet aan bod. Deadlines Datum Wat 30/10/2012 Adviezen per voedingsstof op de mail zetten 30/10/2012 Gemiddelden, minimum en maximum per voedingsstof op de mail zetten 04/11/2012 voor 16:00 uur Individuele verslag op de mail zetten 04/11/2012 voor 22:00 uur Uiteindelijke presentatie, zowel stof als powerpoint, op de mail zetten Notule PGO Tutorbijeenkomst 1-11 Voorzitter: Floor Dieben Notulist: Rianne van Deelen Tijdens deze bijeenkomst is het complete dossier van de integrale opdracht besproken. Floor en Rianne hadden dit in elkaar gezet en de rest van de groep heeft hier feedback op gegeven. Romy gaat een aantal punten verbeteren zodat het verslag klaar is. De leerpunten van de groep moeten ook nog als SMART verwerkt worden. Verder is het individuele verslag besproken, dit gaat alleen over jezelf. Hierin moet het volgende komen te staan: - Wat heb je gedaan? - Welke feedback heb je gekregen over o.a. houding en stof die je hebt ingeleverd. - Leerdoelen 53 Daarnaast hebben we het kort gehad over het Yohari venster. Dit is vooral goed voor zelfreflectie. Wat jij weet Wat jij niet weet Open Blinde vlek Geheim Onbekend Wat de ander weet Wat de ander niet weet Door het open vlak zo groot mogelijk te maken door bijv. veel over jezelf te vertellen verklein je je blinde vlek. Door te delen wordt het open vlak groter. Door feedback te krijgen word je blinde vlek kleiner. Door communiceren word wat geheim is kleiner. 54 Individuele verantwoording Floor Dieben Toegevoegde waarde Tijdens het project creëerde ik een soort overzicht van wat er nog moest gebeuren. Ik zocht dat van tevoren uit en wilde daar iedereen graag op tijd van op de hoogte stellen. Daarnaast ben ik begonnen met het op de mail zetten van agendapunten. Iedereen kon zich hierdoor goed voorbereiden op de vergaderingen. Deze strategie heeft de groep tijdens het hele project aangehouden. De volgende taken heb ik gemaakt: - Hoofdstuk 3 en 7 van het plan van aanpak. - Vooronderzoek voedingsstof calcium. - 2 dagboekjes berekend en geanalyseerd. - Vezels en calcium geanalyseerd met betrekking tot de hele klas. - Algemeen advies voor vezels en calcium. - Onderzoeksverslag geschreven. - Procesverslag geschreven. Wat heb ik geleerd Ik heb veel mensenkennis opgedaan. Niet iedereen heeft hetzelfde doel voor ogen of dezelfde manier van werken. Hierdoor ben ik een beetje tegen mijzelf aan gelopen. Ik heb graag controle en overzicht en dat kan dan niet altijd. Ik zal moeten leren dit meer los te laten. Sterke en minder sterke punten Hieronder volgen een aantal sterke en minder sterke punten van mij. De minder sterke punten zullen een richtlijn zijn voor mijn leerdoelen. Sterk: 1. Ik bereidde me goed voor op vergaderingen en andere zaken omtrent het project. 2. Ik toonde actief gedrag tijdens de bijeenkomsten en dacht goed mee. 3. De taken die af dienden te zijn, had ik (ruim) voor de deadline af. Minder sterk 1. Ik trok snel taken naar mij toe. 2. Ik maakte de taken/onderdelen soms te uitgebreid, waardoor er teveel tijd in ging zitten. 55 Leerdoelen Hieronder volgen mijn leerdoelen voor het volgende project. De doelen zijn opgesteld aan de hand van SMART. 1. Tijdens het volgende project ga ik minder taken naar mij toe trekken door meer af te wachten of wat vaker ‘nee’ te zeggen. 2. Tijdens het volgende project ga ik efficiënter met de onderdelen te werk door eerst voor mij zelf op te schrijven wat er precies van mij wordt verwacht. Rianne van Deelen Vanaf het begin van het project heb ik de stof en onderdelen zeer boeiend gevonden. Echter ben ik wel enige tijd ziek geweest. Onder andere hierdoor verliep de samenwerking en het contact wat minder soepel. Tijdens mijn periode van afwezigheid heb ik de onderdelen die ik volgens de planning zou maken afgerond. Nieuwe onderdelen die ik heb toegewezen gekregen heb ik gemaakt. Hierdoor ontstond er geen achterstand of mogelijke complicaties in het verdere werkproces. Bijdrage aan het project Plan van aanpak Hier heb ik de onderdelen Kwaliteit en Risico’s gemaakt. Vervolgens hebben Floor, Romy en Elise het samengevoegd. Vooronderzoek Tijdens dit onderdeel heb ik me gericht op de voedingsstof eiwitten. De eerste versie is door ziekte van mij samengevoegd door de rest van de groep. Wegens afkeuring van de eerste versie is er een nieuwe versie gemaakt. Deze versie heb ik uiteindelijk samengevoegd en de literatuurlijst kloppend gemaakt. Onderzoek Voor het onderzoek heb ik 2 voedingsdagboekjes van pabostudenten berekend en geanalyseerd. Daarnaast heb ik de voedingsstoffen eiwitten en vitamine E geanalyseerd voor alle studenten van de pabo klas. Aan de hand van de gegevens die uit de analyse van eiwitten en vitamine E kwamen heb ik vervolgens voedingsadviezen opgesteld. Verder heb ik nog het onderzoeksverslag en procesverslag geschreven en het eind dossier samengesteld met Floor. 56 Sterke en minder sterke punten Hieronder mijn sterke en minder sterke punten. Voor mijn leerdoelen ben ik uitgegaan van mijn minder sterke punten. Hierdoor hoop ik deze te versterken. Sterke punten - Ik werk geordend waardoor voor mij en vaak ook andere meteen duidelijk is wat er moet gebeuren. - Bij conflicten probeer ik van een afstand naar mezelf te kijken en te oordelen wat ik goed doe en wat beter kan. Van daar uit probeer ik dan het conflict op te lossen. - Mijn doorzettingsvermogen zorgt ervoor dat ook als het tegen zit ik toch blijf doorgaan en daardoor altijd een uitweg vind. Minder sterke punten - Ik vind feedback ontvangen erg lastig. Ik zie het snel als kritiek en sluit mij hier dan in eerste instantie voor af. Pas later ga ik er dan naar kijken. - Tijdens afwezigheid probeer ik te weinig om contact te leggen met groepsleden om de voortgang en eventuele taken te bespreken. Wat heb ik tijdens het project geleerd Tijdens het project ben ik erachter gekomen dat doordat niet iedereen hetzelfde doel of niveau voor ogen heeft er misverstanden of onenigheid kunnen ontstaan. Ik vond het hierin lastig om aan te geven dat ik het soms ergens niet mee eens was. Daardoor hield ik me in het begin wat meer op de achtergrond met betrekking tot het aangeven welke onderdelen ik graag zou willen maken. In de loop van het project heb ik ingezien dat ik door meer aan te geven wat ik graag zou willen doen binnen het project ik ook wat meer betrokken raakte hierin. Leerdoelen Opgesteld aan de hand van SMART. - Tijdens het volgende project ga ik me opener opstellen voor feedback door op te schrijven wat er gezegd wordt en het over te lezen om me niet meteen af te sluiten. - Tijdens het volgende project ga ik mee contact opnemen tijdens mijn afwezigheid door dagelijks te bellen of mailen naar één van de groepsleden om meer informatie te verkrijgen. Irona Coffy Ik vond het een leuk project om eraan te werken omdat, het theorie die ik kreeg in het project moest toe passen. Daardoor leer en begrijp ik het best zoals, het analyseren van de voedingsdagboekjes. Ik vond het een leuk project om eraan te werken omdat de theorie die ik gekregen heb, toegepast moest worden. Hierdoor was het zeer begrijpelijk en leerzaam voor mij. Een voorbeeld hiervan is het analyseren van de voedingsdagboekjes. 57 Ik vond het wel een beetje spannend omdat dit mijn eerste ervaring was met betrekking tot een groepsopdracht. het de eerste groepsopdracht was voor mij, doordat ik dit niet eerder heb gedaan, was het voor mij onduidelijk wat er van me verwacht werd en wat ik moest verwachten. het was de eerste keer die ik aan zo een groepsproject werk voor mij was het niet duidelijk wat van mijn verwacht werd en wat ik ook moest verwachten. Maar ik heb mijn best gedaan en mijn bijdrage geleverd aan dit project. De boeken zijn ook allemaal nieuw, je moet een beetje kennis van hebben om deze aan te passen in het projectopdracht. Het is heel belangrijk om de opdracht goed door te lezen en begrijpen en doen wat aan jouw gevraagd wordt. Mijn bijdrage aan dit project Ik deed wat er aan mij gevraagd werd en deze op tijd inleveren. We hebben een groepsmail gemaakt en hierop moesten wij onze onderdelen uploaden. Verder was er ook sprake van uitwisselen van ideeën en meningen en het maken van een taakverdeling tijdens het projectopdracht. De ene keer kreeg ik een taak toegewezen en de andere keer gaf ik zelf toe wat ik wil doen. Het samen voegen van de onderdelen werd door een groepslid gedaan. Tijdens onze groepsvergaderingen bespreken wij over wat er nog gedaan moet worden, wat we al af hebben en de taak verdeling voor de volgende onderdeel van het project. In de eerste weken van het project was duidelijke afspraken maken en het nakomen van deze, een agendapunt voor de groep. Toen had ik als feedback gekregen dat ik minder betrokken was in de groep. De feedback heb ik gebruik/ aangenomen als een leerpunt. Vanaf toen zorgde ik ervoor dat ik meer betrokken blijf door onder andere meer vragen te stellen over het project en initiatief te nemen. ben door meer te gingen vragen over het project en initiatief nemen. Tijdens de taakuitvoering zorgde ik ervoor dat ik mijn onderdeel op tijd op de mail zet. Tijdens groepsvergadering, hou ik mij aan de afspraken. Voor de volgende project groep zou ik graag willen dat wij tijdens de groepsvergadering meer samenwerken en daarmee bedoel ik samen aan tafel zitten en aan een onderdeel werken en niet dat er telkens taakverdeling wordt gemaakt en daarna alles in een bijvoegen. Voordeel hiervan is dat het structuur van het verslag loopt overal het zelfde en de woordgebruik is overal het zelfde. Zo leer je je groepsleden ook kennen en je weet wat je aan persoon heb, want niet iedereen heeft dezelfde manier van werken de ene beter dan de ander. Ik ben zelfs zo iemand die niet in me eentje kan werken maar samen met iemand of meerdere. En zo kan je ook verschillende onderwerpen met elkaar uitwisselen en of je ergens moeite mee heeft. Op deze manier leer men ook van de expertises van de anderen.Voor het volgende project wil ik mijn betrokkenheid meer tonen door met ideeën te komen voor het project. Elise Brouwer Wat heb ik gedaan? Om te beginnen heb ik een gezamenlijke groepsmail aangemaakt om er voor te zorgen dat iedereen zijn documenten kon sturen zodat de andere projectleden dit door konden lezen of samen konden voegen. Daarna moesten we direct aan het plan van aanpak beginnen. Ik heb toen een eerder gemaakt plan van aanpak van mij meegenomen naar school, om de projectleden die nog niet zo’n duidelijk beeld hadden van een pva, te laten zien hoe dat er ongeveer uit moest zien. Ook had ik een boek meegenomen, Projectmanagement. Aan de hand hiervan hebben wij een taakverdeling gemaakt van de hoofdstukken van het pva. Ik had het hoofdstuk projectgrenzen en de planning. Voor het voedingstrendverslag had ik het onderwerp vet. Hier over heb ik een verslag gemaakt en later heb ik van twee pabostudenten gekeken in de voedingsdagboekjes naar hun inname van onze vijf gekozen voedingsstoffen. Later heb ik van de hele paboklas de vetinname berekend en hiervan het gemiddelde berekend. Romy en ik hebben de presentatie gehouden en de presentatie gemaakt ,zowel tekst en 58 powerpoint, aan de hand van het eindverslag. Het eindverslag was de taak van Rianne, Floor en Irona maar uiteindelijk heb ik er zelf ook nog redelijk veel tijd aan moeten besteden. Ik denk dat ik tijdens dit project iedereen zo goed mogelijk heb proberen te helpen. Ook vond ik het belangrijk dat er een goede sfeer bleef ondanks een aantal tegenslagen. Ik denk dat dit mij uiteindelijk wel goed gelukt is en ben tevreden met het resultaat. Welke feedback heb ik gekregen over bijv. houding en stof die je hebt ingeleverd? De feedback die ik heb gekregen van mijn slb’er is om niet andermans stukken te verbeteren zonder dit van te voren te overleggen. Tijdens dit project hebben Romy en ik een keer de fout gemaakt om een stuk tekst van Irona te verbeteren. Ook heb ik geleerd hoe belangrijk het is om face to face met mensen te communiceren en niet via whatsapp, aangezien hier dingen verkeerd door kunnen worden opgevat. Leerdoelen 1) Ik kan tijdens het volgende project duidelijke afspraken maken en goed face to face communiceren met mijn projectgroep. 2) Ik kan mij tijdens het volgende project mijzelf er toe zetten om mij alleen te richten op mijn eigen taken en dus niet op het maken van taken van andere projectleden. Romy Basart De samenwerking binnen de groep verliep vanaf het begin af aan voor mijn gevoel niet vlekkeloos. Irona en Rianne waren vaak afwezig en voor Floor was alles nog heel nieuw. Daarom waren Elise en ik de gene die vooral het initiatief namen en knopen doorhakte. Ik merkte al gauw dat dat niet de juiste manier was om ons probleem op te lossen omdat Irona, Rianne en Floor van Elise of van mij verwachtte dat wij alles zouden bepalen. Dit merkte ik vooral tijdens vergaderingen. Ik besloot om een stapje terug te doen en me wat meer bescheiden op te stellen door minder te zeggen. Dat vond ik lastig omdat ik graag wat te zeggen heb. Tijdens een vergadering waar onze studieloopbaanbegeleider bij was kregen we van hem de opdracht om een boot te tekenen. De boot stond symbool voor het project. Op deze boot moesten we onszelf plaatsen op de plek op de boot waar wij dachten te staan. Samen met Elise stond ik aan het roer. Ik zie mezelf dan ook als ‘kapitein’ van het project. Dat heb ik eerder nog nooit ervaren tijdens projecten op mijn vorige opleiding. Binnen het project ben ik verantwoordelijk geweest voor verschillende stukken die terug komen in het verslag. Onderstaande stukken heb ik geschreven: - Plan Van Aanpak (Hoofdstukken: achtergrond en projectresultaat) - Verslag vitamine E - Advies inname vocht - Onderzoeksverslag (Onderdeel: Gezondste student) Als projectgroep zijn we niet bezig geweest met feedback geven en ontvangen. Achteraf gezien vind ik dat jammer. Ik weet zeker dat we hierdoor onze band hadden kunnen versterken. Dit neem ik mee naar het volgende blok. 59 Leerdoel: delegeren. Ik wil leren delegeren zodat ik andere de ruimte kan geven om te ontwikkelen. Ik wil dit doen door bij elk project een taakverdeling maken waarbij de hoeveelheid taken per persoon eerlijk is verdeeld. Een taakverdeling wordt binnen een project meerdere keren gemaakt, afhankelijk van het soort project en de hoeveelheid opdrachten. Dit doel is acceptabel omdat een eerlijke taakverdeling in overeenstemming is met de rest van de groep. De rest van de projectgroep zal het hier mee eens zijn. Om dit plan uit te voeren zal ik regelmatig feedback vragen aan mijn projectleden. Op deze manier krijg ik een beeld van het doel en weet ik hoe ver ik verwijderd ben van het halen van het doel. Ik zal beginnen met een taakverdeling maken op het moment dat de projectgroep haar eerste vergadering houdt. Vanaf dit moment ben ik bezig met mijn leerdoel delegeren. 60