Voedingsadvies aan Pabostudenten

advertisement
Eet gezond het schooljaar
rond!
Onderzoek naar gezondheid onder pabostudenten
groep 1
Eet gezond het schooljaar
rond!
Onderzoek naar gezondheid onder pabostudenten
groep 1
Den Haag, 5 november 2012
Auteurs:
Floor Dieben: 12005541
Irona Coffy: 11012803
Elise Brouwer: 12104752
Romy Basart: 10050213
Rianne van Deelen: 12056960
Klas: VD-1.g.1
Opleiding en instelling: Voeding en Diëtetiek, De Haagse hogeschool.
Osiriscode: VD-A110-11
Begeleider: Hans Feenstra
2
Voorwoord
Wij zijn studenten van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool in Den Haag.
Voor dit blok had onze projectgroep als opdracht om de pabostudenten op onze school te adviseren
over hun voedingspatroon. Het is belangrijk voor de pabostudenten om bewust te worden van hun
voedingspatroon omdat zij het voorbeeld vormen voor hun toekomstige leerlingen. Voordat wij dit
voedingsadvies hebben kunnen vormen is er veel onderzoekswerk aan vooraf gegaan. Dit is terug te
vinden in dit verslag.
Graag willen wij onze studieloopbaanbegeleider Hans Feenstra bedanken. Hij heeft ons laten inzien
dat samenwerken leuk kan zijn en dat het niet alleen om het eindresultaat gaat maar ook om de weg er
naar toe.
Wij wensen u veel leesplezier toe.
Floor Dieben, Irona Coffy, Elise Brouwer, Romy Basart en Rianne van Deelen,
Studenten van de Academie voor Gezondheid aan de Haagse Hogeschool.
November 2012
3
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Inleiding
Aanleiding
Probleemstelling
Doelstelling
6
6
6
6
Plan van aanpak
Achtergrond
Projectresultaat
Projectactiviteiten
Vooronderzoek ‘voedingstrends’
Analyse van voedingsdagboeken van Pabostudenten
Voedingsadvies aan Pabostudenten
Presentatie
Project-grenzen
Tussenresultaten
Kwaliteit
7
7
7
8
8
8
9
9
9
10
11
Projectorganisatie
De opdrachtgever
De afspraken die onderling zijn gemaakt
De projectleden
Romy Basart
Rianne van Deelen
Irona Coffy
Elise Brouwer
Floor Dieben
12
12
12
12
13
13
13
13
13
Risico’s
14
Bijlage 1: Planning
16
Vooronderzoek
Onderzoeksmethode
Resultaten
Koolhydraten
Eiwitten
Vetten
17
17
17
17
18
19
Vitamine E
21
Calcium
Conclusie
Koolhydraten
Eiwitten
Vet
Vitamine E
Calcium
22
23
23
24
24
24
24
Literatuurlijst
26
Bijlage 1: ADH tabel Vitamine E
Onderzoeksverslag
Methode
Het vooronderzoek
Het onderzoek
28
29
29
29
29
4
Het advies
Resultaten
Conclusie
Gezondste student
Het advies
Samenvatting
Literatuurlijst
Bijlage 1: Voedingsstoffentabel
Procesverslag
Evaluatie werkproces
Evaluatie van de samenwerking
Wat ging er goed
Wat ging er minder goed
Leerpunten
Punt 1: Communicatie
Punt 2: Tijdsindeling
Bijlage 2: Notulen
Individuele verantwoording
Floor Dieben
Rianne van Deelen
Irona Coffy
Elise Brouwer
Romy Basart
30
31
32
32
32
36
37
38
39
39
42
42
42
43
43
43
44
55
55
56
57
58
59
5
Inleiding
Aanleiding
Pabostudenten staan dagelijks in contact met jonge kinderen en zijn in het dagelijks leven een
voorbeeld voor hen. Het is daarbij belangrijk om een goed voorbeeld te geven, ook met betrekking tot
voeding. Het is van belang dat kinderen in het onderwijs goed worden ingelicht over gezonde
voeding. Kinderen weten hier vaak niet genoeg vanaf en leven hierdoor ongezond. Leerkrachten
spelen een belangrijke rol in de bewustwording van kinderen over wat gezonde voeding is. De
opdracht van het project is daarom ook om pabostudenten bewust te maken van hun eetgedrag. Dit
wordt gedaan door middel van een voedingsadvies dat wordt opgesteld naar aanleiding van de
analyses die voortgekomen zijn de voedingsdagboekjes die de pabostudenten hebben moeten
bijhouden.
Probleemstelling
De probleemstelling luidt als volgt:
“In hoeverre geven pabostudenten een goed voorbeeld betreft het voedingspatroon aan jonge
kinderen?”
Doelstelling
De doelstelling is de pabostudenten bewust maken van hun voedingspatroon. Dit sluit aan bij het doel
voor de projectgroep: het kennismaken met het opstellen van een advies. Daarnaast staat voor de
projectgroep het analyseren van een voedingsdagboek centraal. Het zijn taken die een diëtist dagelijks
verricht. Voor de projectgroep is dus ook het doel bekend te raken met het werkveld van de diëtist.
6
Plan van aanpak
Achtergrond
Leerkrachten van de basisschool kunnen een rol vervullen om kinderen optimaal en gezond groot te
kunnen laten worden. Hierbij is het belangrijk dat de leerkracht let op het eigen eetgedrag en een
gezond voorbeeld geeft aan de kinderen. Van de opleiding Leraar Basisonderwijs aan de Haagse Hoge
School, heeft onze projectgroep de opdracht gekregen om een klas Pabostudenten advies te geven ter
verbetering en bewustwording van hun eetpatroon en gezondheid. De projectgroep baseert dit advies
op de voedingsdagboekjes die het van de Pabostudenten ontvangt.
Om dit project goed op te bouwen, heeft de projectgroep 3 opdrachten te maken. De eerste opdracht is
het voedingstrends-verslag. Hierbij is het de bedoeling dat elk groepslid zich gaat verdiepen in een
voedingsstof en hier een geheel verslag van gaat maken van maximaal 10 pagina´s. Uiteindelijk heeft
de projectgroep 5 verschillende verslagen waarbij de informatie uit die verslagen verder gebruikt kan
worden in het project.
De tweede opdracht is het onderzoeksverslag. Hierbij wordt een rapport geschreven over de analyse
en beoordeling van de voedingsdagboekjes. De derde opdracht is het procesverslag. In het
procesverslag wordt duidelijk beschreven hoe de projectgroep tot dit eindproduct is gekomen, hoe de
samenwerking verliep.
Aan het eind maakt elk groepslid een individueel verantwoordingsverslag, hierin wordt verteld of er
tegen eventuele problemen is aangelopen tijdens het project en hoe men het gehele project vond gaan.
Ook wordt er verantwoording afgelegd over de stukken die door het groepslid zelf zijn gemaakt.
Tot slot volgt er een presentatie die maximaal 15 minuten mag duren. Deze presentatie wordt
gehouden in een adviesvorm. Dit advies is voortgekomen uit de onderzoeksresultaten van de
voedingsdagboekjes van de pabostudenten.
Projectresultaat
Met dit project wil de projectgroep de pabostudent bewust maken van zijn/haar voorbeeldfunctie voor
de klas. Wanneer de student zelf meer kennis heeft over gezond eten, kan hij/zij deze kennis
overdragen aan zijn/haar leerlingen.
Zo kan de PABO student bijdragen aan de bewustwording van de leerlingen op het gebied van gezond
eten.
De projectgroep wil uiteindelijk dat de pabostudent bewuster zal zijn van haar/zijn voorbeeldfunctie
in de klas.
7
Dit doel is bereikt wanneer de student voldoende weet over gezond eten en lessen hierover zou
kunnen geven aan de leerlingen. De student is net als wij gemotiveerd en wij als projectgroep bezitten
voldoende know-how om als beginnend diëtist een cliënt te informeren en adviseren.
Projectactiviteiten
Om dit project tot een mooi eindresultaat te brengen, moeten er een aantal activiteiten gaan
plaatsvinden. Iedereen van het tutorgroepje moet weten wat er moet gebeuren zodat het zo goed
mogelijk verloopt
Vooronderzoek ‘voedingstrends’
Het is belangrijk om te weten op welke voedingsstoffen er moet worden gelet bij de pabostudenten.
Per persoon wordt er één voedingsstof onderzocht, maak hierbij gebruik van relevante bronnen.
Hiermee moet duidelijk worden:
-
Wat het voor functie heeft in het lichaam.
-
Wat de gevolgen zijn van een tekort of overschot van de voedingsstof.
-
Wat men aanbeveelt qua inname (Richtlijnen).
-
In welke voedingsmiddelen de voedingsstof voorkomt.
-
Wat de consumptie ervan is en of er tekorten of overschotten bestaan binnen de Nederlandse
bevolking en bij specifieke doelgroepen, zoals de Pabostudenten.
De resultaten worden gebruikt bij de analyse van de voedingsdagboeken.
Analyse van voedingsdagboeken van Pabostudenten
De eerstejaars pabostudenten houden 2 doordeweekse dagen en 1 weekend dag een
voedingsdagboekje bij. Er wordt zelf contact gezocht met de studenten (koppeling aan 1 klas).
Als de gegevens zijn verzameld:
-
Worden de voedingsdagboeken bestudeerd en berekend
(gebruik maken voedingsberekenprogramma).
-
Vindt er een voedingsanalyse plaats
(gebruik maken van de ADH, de Richtlijnen Goede Voeding en opdracht 1).
-
Wordt het voedingspatroon van de klas beoordeeld.
-
Wordt de Pabostudent gekozen die het gezondst eet.
8
-
Korte conclusie over opvallende ontdekkingen.
-
Totaal: max. 10 A4’tjes.
Voedingsadvies aan Pabostudenten
De projectgroep vormt een voedingsadvies voor de pabostudenten. Hierbij worden de
voedingsdagboeken geraadpleegd. Doelen:
-
Pabostudenten bewust maken van hun eetpatroon.
-
Voedingsaanpassingen? Maak ze duidelijk waarom dit nodig is.
-
Tips geven om de aanpassingen in praktijk te brengen.
Presentatie
Als allerlaatste wordt het voedingsadvies gepresenteerd. Dit duurt ongeveer15 minuten. Hierbij
worden onderdelen gebruikt uit het vooronderzoek en uit de analyse/beoordeling van de
eetdagboeken. Aanwezigheid is verplicht.
Project-grenzen
Wat kunnen de pabostudenten van het project verwachten en wat niet?
•
2 punten, bekeken over de lengte van het project:
1.
Levert ons project alleen het voedingsadvies of voert onze projectgroep het ook uit?
Antwoord: ja, de projectgroep levert het advies, maar geeft ook een presentatie over het advies.
2.
Word het project ontwikkelt alleen in de HHS of ook buiten HHS? Antwoord: Het project
vindt alleen plaats in de HHS.
•
1 punt bekeken in de breedte van het project op het gebied van het af te leveren advies:
1.
Moeten de af te leveren activiteiten aan bepaalde voorwaarden voldoen? Antwoord: Ja, het
advies moet voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding van het Voedingscentrum.
Begindatum van het project: week 1, 3 september 2012
Einddatum van het project: week 9, 29 oktober 2012
9
Als de projectgroep minder tijd krijgt dan de boven benoemde tijd, dan heeft de groep onvoldoende
tijd om een goed voedingsadvies te maken voor de pabo-studenten. Het vooronderzoek naar
bijvoorbeeld de voedingsstoffen zal dan beperkt moeten blijven wegens tijdgebrek, waardoor het
resultaat van het af te leveren project niet optimaal zal zijn.
Onze randvoorwaarden; waar moet de opdrachtgever voor zorgen om het project succesvol te laten
zijn?
•
Duidelijk is wat, hoe, wanneer en aan wie moet worden gerapporteerd;
•
Er moet onderling vertrouwen zijn tussen betrokkenen van het project;
•
De verantwoordingslijnen van de groepsleden moeten duidelijk zijn;
•
Fouten maken moet mogen, maar er moet wel van worden geleerd en de fouten moeten
uiteindelijk worden opgelost;
•
Er moet genoeg tijd beschikbaar zijn;
•
Alle pabostudenten uit de klas moeten een voedingsdagboek inleveren;

Er moeten genoeg projectleden beschikbaar zijn
Tussenresultaten

Verdeling van de voedingsstoffen: Er wordt een verdeling gemaakt van wie over welke
voedingsstof een verslag schrijft.

Individueel verslag voedingsstof: Iedereen maakt voor zich een verslag over een
voedingsstof. Dit verslag wordt uiterlijk in week 6 ingeleverd.

Analyse voedingsdagboek: Wij laten de PABO student een voedingsdagboek invullen. Naar
aanleiding hiervan maakt de projectgroep een analyse van het eetgedrag van de student.

Uitslag gezondste PABO-student: Uit de verzamelde voedingsdagboekjes beslist onze
projectgroep welke student het gezondst eet.

Tussenevaluatie: Tussendoor wordt er door de projectgroep en door de PABO student een
tussenevaluatieverslag geschreven.

Voedingsadvies voor PABO-student: Aan de hand van literatuuronderzoek en de analyse van
het voedingsdagboek, geeft de projectgroep een voedingsadvies aan de PABO student.
10
Kwaliteit
Het projectresultaat is dat de eerstejaars Pabo studenten zich bewust worden van de eigen
eetgewoonten en deze eventueel gaan aanpassen om zo het goede voorbeeld te kunnen geven als ze
later les gaan geven.
De kwaliteit van het project moet goed zijn. Dat wil zeggen:

Door zorgvuldig met de gegevens uit de ingevulde voedingsdagboekjes om te gaan en deze
nauwkeurig te verwerken wordt ervoor gezorgd dat er een duidelijk beeld ontstaat over de
eetgewoonten van de studenten. Hierdoor komt er een goed overzicht van de mogelijke
aanpassingen die nodig kunnen zijn.

Door een duidelijk formulering bij het voedingsadvies wordt ervoor gezorgd dat de studenten
een goed beeld krijgen van de eigen eetgewoonten en de eventueel aan te passen onderdelen.
De projectgroep vult zelf ook voedingsdagboekjes in en bespreekt deze tijdens een gesprek met een
vierdejaarsstudent Voeding en Diëtetiek voor eventuele aandachtspunten en verbeteringen. Hierdoor
weten de leden van de projectgroep hoe het is om een voedingsdagboekje in te vullen en op welke
punten gelet moeten worden als de ingevulde dagboekjes binnenkomen. Daarnaast kan er tijdens het
project de hulp van een inhoudsdeskundige worden ingeschakeld voor mogelijke problemen of
vragen.
Het plan van aanpak wordt beoordeeld door de tutor van de projectgroep. Voor een plan van aanpak
kan een projectgroep een GO of een NO GO krijgen. Een GO betekent dat de tutor er vertrouwen in
heeft dat, als de groep het project gaat uitvoeren zoals in het plan van aanpak staat omschreven, het
project met een voldoende afgerond kan worden. Bij een NO GO dient het plan van aanpak verbeterd
te worden op de punten die de tutor aangeeft.
Wanneer er een onderdeel of opdracht van het project is afgerond, wordt dit nabesproken tijdens een
vergadering waarbij de tutor van de projectgroep aanwezig is. Hierdoor wordt er continu
teruggekoppeld op de (tussen)resultaten en wordt de voortgang en kwaliteit van het eindproduct
gewaarborgd.
Binnen de projectgroep zijn er bepaalde normen vastgelegd. Deze houden onder andere in dat het
belangrijk is dat iedereen een bijdrage levert binnen de groep.
Tijdens de vergaderingen moet iedereen aanwezig zijn, behalve wanneer er een goede reden (ziekte,
het overlijden van een naaste, etc.) eventuele afwezigheid is. In de vergaderingen worden namelijk
11
belangrijke dingen besproken en beslissingen genomen en wanneer een groepslid dit mist loopt die
persoon achter de feiten aan.
Ook is een goede sfeer binnen de groep belangrijk. Dit zorgt voor motivatie om het eindresultaat zo
goed mogelijk te ontwikkelen.
Er wordt gebruikt gemaakt van een planning. Hierdoor is duidelijk welk groepslid, wat en wanneer
uitvoert en wanneer een bepaalde deadline is. Dit zorgt ervoor dat het tijdsbestek van het project goed
in de gaten word gehouden.
Projectorganisatie
De opdrachtgever
Opleiding tot Leraar Basisonderwijs aan De Haagse Hogeschool (Pabo).
De afspraken die onderling zijn gemaakt
-
Wanneer een groepslid niet komt, dient zij dit van tevoren te laten weten aan de groep.
-
Wanneer een groepslid voor de eerste keer te laat komt, moet zij de andere projectleden
trakteren. Als zij voor de tweede keer te laat komt, volgt er een ´straf´; bijvoorbeeld een extra
taak. Derde keer te laat betekent: verwijdering.
-
Deadlines worden altijd nagekomen, tenzij er iets belangrijks tussen komt (ziekte, overlijden
van een naaste, verhuizing, etc.). Wanneer hier van sprake is, dient dit op tijd te worden
aangegeven bij de rest van de groep. Als hier van geen sprake is, volgt er de eerste keer een
waarschuwing. Daarna volgt er een extra taak.
De projectleden
De tutorgroep bestaat uit: Romy Basart, Rianne van Deelen, Irona Coffy, Elise Brouwer en Floor
Dieben. Elke week vindt er een vergadering plaats waarin de vorderingen worden besproken,
problemen worden opgelost en waarin feedback wordt gegeven. Bij deze vergaderingen is er telkens
een voorzitter en notulist aanwezig. Naast de vergaderingen wordt er contact gehouden via de project
email en telefoon.
12
Contactgegevens
Romy Basart
Sneeuwbalstraat 77
2565 VX Den Haag
06-10777762
[email protected]
Rianne van Deelen
Kattensingel 76B
2801 CD Gouda
06-21167762
[email protected]
Irona Coffy
De Genestetlaan 88
2522 LP Den Haag
06-25283464
[email protected]
Elise Brouwer
Herberg 69
2264 KP Leidschendam
06-83328187
[email protected]
Floor Dieben
Valkenboslaan 297
2563 CX Den Haag
06-31284597
[email protected]
13
Risico’s
In de tabel op de volgende pagina zijn de risico’s verwerkt. Dit is gedaan op de volgende manier:
Tijdsfactor
Het vraagstuk dat wordt beoordeeld met de
waarde, factor en zwaarte tot een risico totaal.
Waarde
De beoordelingswaarde, bijvoorbeeld het
antwoord op de vraag is ‘ja’ dan is de waarde dus
‘ja’.
Factor
Dit is hoe zwaar een waarde een risico vormt
voor het project, hoe meer risico het oplevert hoe
zwaarder de factor.
Zwaarte
Dit is wat wordt vermenigvuldigd met de factor
om het risico totaal te bepalen. De zwaarte geeft
aan hoe belangrijk een risico is, hoe hoger de
zwaarte hoe meer risico dat het een groot
probleem voor het project kan vormen.
Risico Totaal
Dit is de vermenigvuldiging van de factor en de
zwaarte.
Risicopercentage
Het risicopercentage wordt bepaald door het
totaal aantal behaalde punten te delen door het
maximaal mogelijk aantal haalbare punten en dit
keer 100% te doen. Het percentage wat hier dan
uitkomt geeft de kans weer dat het project niet
zou slagen door de genoemde risico’s.
14
Risico
Tijdsfactor
1) Geschatte doorlooptijd van het project
2) Kent het project een definitieve deadline
3) Is de tijd voldoende om project binnen de
gestelde termijn te realiseren
Complexheid van het project
4) Aantal disciplines (deelgebieden) dat
betrokken is
5) Zijn er andere projecten afhankelijk van
dit project
De projectgroep
6) Onervarenheid met het werken in
projecten
7) Samenwerking binnen de projectgroep
8) Wijzigingen in samenstelling
projectgroep
9) Kennisniveau
De projectleiding
10) Is de projectleiding materie deskundig
11) Hoe deskundig is de projectleiding mb.t.
projectplanning?
12) Hoeveel ervaring heeft de projectleiding
met project als deze?
13) Hoe groot is de kans dat de
samenstelling van de project- groep wijzigt
tijdens het project
14) Zijn problemen en doelstelling
voldoende bekend bij alle projectleden?
Waarde
Factor
4 weken
6 weken
8 weken
Nee
Flexibel
Ja
Ruim voldoende
Voldoende
Onvoldoende
0
1
3
0
2
4
0
1
3
1
2
3+
Nee
Ja, tijd genoeg
Ja, weinig tijd
0
1
3
0
1
3
Nee
Deels
Ja
Goed
Redelijk
Slecht
Nooit
Eenmalig
Meerdere keren
Ruim voldoende
Voldoende
Onvoldoende
0
2
4
0
1
4
0
2
4
0
1
3
Zeer deskundig
Redelijk
Beperkt
Zeer deskundig
Redelijk
Beperkt
Veel ervaring
Redelijk
Geen ervaring
Kleine kans
Gemiddeld
Grote Kans
Ja, iedereen
De meeste wel
Nee
0
2
4
0
2
4
0
1
3
0
2
5
0
1
5
Zwaarte
Risico Totaal
X
4
4
X
4
16
X
4
4
X
4
12
X
5
0
X
5
10
X
4
4
X
4
0
X
4
4
X
3
6
X
3
6
X
3
0
X
5
0
X
5
0
214
66
Totaal
Totaal / Max. Score x 100 = Risicopercentage > > 66 / 214 x 100 = 30,8 %
15
Bijlage 1: Planning
16
Vooronderzoek
Onderzoeksmethode
De projectgroep heeft gebruik gemaakt van de onderzoeksmethode data-analyse. We hebben
verschillende bronnen geraadpleegd om informatie te verstrekken. Daarnaast hebben we per
voedingsstofverslag antwoord gegeven op de onderstaande vragen:

Wat voor functie heeft de voedingsstof in het lichaam en wat zijn de gevolgen van een
overschot of een tekort?

Is er een ADH voor de inname?

Welke voedingsmiddelen bevatten deze voedingsstoffen en wat is de consumptie ervan?

Bestaan er overschotten of tekorten met betrekking tot deze voedingsstoffen bij de
Nederlandse bevolking in het algemeen of bij specifieke doelgroepen?
Resultaten
Koolhydraten
Om elke dag weer veel energie te kunnen leveren heeft ons lichaam brandstof nodig. We kunnen deze
brandstof op verschillende manieren met onze voeding binnen krijgen. “Een belangrijke brandstofleverancier zijn de koolhydraten. ” (1) Glucose wordt gevormd uit koolhydraten. Glucose
(bloedsuiker) dient als brandstof. Deze energieleverende voedingstof is essentieel voor de prestaties
van je lichaam zoals lopen, denken en praten, daardoor zijn koolhydraten erg belangrijk voor de
hersenen. Koolhydraten is een verzamelnaam voor zetmeel, melksuiker, vruchtensuiker en suiker. (2)
Koolhydraatrijke voedingsmiddelen zijn: Aardappelen, brood- en ontbijtproducten, pasta,
peulvruchten, rijst, koek- en gebak, suiker en zoetigheid. (3)
Koolhydraten kun je onderscheiden in 2 soorten:

Enkelvoudige koolhydraten worden snel door het lichaam verteerd.
Zoals: glucose, fructose, galactose, maltose en zetmeel worden snel door het lichaam
verteerd. Deze bevatten weinig tot geen voedingstoffen en worden snel door het lichaam
opgenomen. Je kunt deze in alle suiker producten vinden, zoals koekjes en snoep. Groenten
en fruit bevatten ook enkelvoudige koolhydraten, maar deze bevatten andere voedingsstoffen
waardoor het langer duurt om het af te breken.(1)

Meervoudige koolhydraten worden langzaam door het lichaam verteerd omdat deze veel
voedingsvezels en mineralen bevatten. Voorbeelden hiervan zijn: zetmeel, pectine en
cellulose, beta glucanen en oligosachariden, zoals insuline. Daardoor geeft het je minder snel
17
een honger gevoel. Voorbeelden hiervan zijn pasta, volkoren brood, aardappelen en
zilvervliesrijst.(1)
Een tekort of overschot aan insuline en adrenaline kan leiden tot lichamelijke afwijkingen die op
termijn overgewicht in de hand kunnen werken.
Wanneer er tekort aan insuline is, wordt het bloedsuikergehalte te hoog. De glucose blijft in het bloed
en kan niet in de lichaamscellen worden opgenomen. Hierdoor ontstaat tekort aan glucose in de
lichaamscellen. Dan spreken we van diabetes mellitus of suikerziekte.
Bij een teveel aan insuline krijg je een laag bloedsuikergehalte, alle glucose verdwijnt dan uit het
bloed. Dan spreken we van hypoglycaemie.
Gevolgen bij een te laag glucosegehalte in het bloed zijn concentratiestoornissen, duizeligheid en men
kan zelfs bewusteloos raken.
De ADH van koolhydraten is niet teveel, maar ook niet te weinig.
Uit de voedselconsumptiepeiling is gebleken dat de aanbevolen hoeveelheid afhangt van de
doelgroep.

De groep van 0 t/m 5 maanden heeft 45% calorieёn op een dag nodig.

De groep van 6 t/m 11 maanden heeft 50% calorieёn op een dag nodig.

De groep van 1 t/m 13 jaar heeft 45% calorieёn op een dag nodig.

De groep van 14 t/m 70> heeft 40% calorieёn op een dag nodig.
Zo telt het percentage van 40 calorieёn ook voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding
geven. (1)
Eiwitten
In veel voedingsmiddelen zitten eiwitten. Deze leveren calorieën en aminozuren. Er zijn twee
verschillende soorten eiwitten: dierlijke en plantaardige eiwitten.(4) “Dierlijke eiwitten zitten vooral
in vlees, vis, melk, kaas en eieren, maar kunnen ook in andere producten zitten, zoals in snacks, koek
en gebak. Plantaardige eiwitten zitten vooral in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en
paddenstoelen.”(5) In dierlijke eiwitten zitten alle verschillende essentiële aminozuren. In
plantaardige eiwitten zitten niet alle verschillende aminozuren. Ze zijn daarom minder volwaardige
eiwitten dan dierlijke eiwitten.
Aminozuren zijn de kleinste eenheden van eiwitten. Bij het synthetiseren van eiwitten gebruikt een
mens gemiddeld 22 verschillende aminozuren. Er zijn aminozuren die niet door het lichaam zelf
gemaakt kunnen worden. Deze moet dan via de voeding in het lichaam komen. De aminozuren die
niet door het lichaam zelf gemaakt kunnen worden, heten essentiële aminozuren. Er zijn 9 essentiële
18
aminozuren: Histidine, Fenylalanine, Isoleucine, Leucine, Lysine, Methionine, Threonine, Tryptofaan
en Valine.
Aminozuren via de voeding krijgen we vooral binnen in de vorm van eiwitten. Eiwitten worden in de
spijsvertering afgebroken tot aminozuren.
Voor volwassen personen bevat een gebalanceerde voeding, “tenminste 10 en maximaal 25 procent
van de energie van de totaal geconsumeerde voeding als eiwit.”(5)
Een bekend eiwit dat in je dagelijkse voeding terug is te vinden in bijvoorbeeld caseïne. Dit zit in
melk en andere zuivelproducten.
In het lichaam zijn weefsels die zijn opgebouwd uit cellen. In alle cellen zit eiwit.
Bij een volwassen mens bestaat gemiddeld 12 kilo van het lichaam uit eiwit. Dit lichaamseiwit wordt
gemaakt uit aminozuren, deze aminozuren gaan hierbij verloren.
Voor bestaande cellen is ook eiwit nodig, dit om deze steeds weer te kunnen vernieuwen. Zo
verwijdert het lichaam onder andere beschadigd eiwit of om weefsels te herstellen bij bijvoorbeeld
wonden. Het lichaam gebruikt de aminozuren uit afgebroken eiwit ook om nieuw eiwit op te bouwen,
daarbij gaan wat aminozuren verloren. Ook gaan er kleine hoeveelheden eiwit dagelijks verloren met
haren, nagels, huidschilfers, zweet en urine. Dit moet dus steeds worden aangevuld.
Eiwitten zijn bij veel processen in het lichaam betrokken. Alle enzymen zijn bijvoorbeeld eiwitten.
Enzymen zorgen in het lichaam voor de omzetting van allerlei stoffen in het lichaam. Verder spelen
eiwitten ook een rol bij het transport van stoffen in het bloed en in de cel.
“Uit voedselconsumptiepeilingen is gebleken dat Nederlanders gemiddeld meer dan genoeg eiwit
binnenkrijgen. Mannen tussen 19 en 30 jaar eten zo’n 95 gram eiwit per dag en vrouwen in die
leeftijdscategorie ongeveer 68 gram. Dit staat gelijk aan 14 en 14,6 energieprocent.”(5)
Bij een gebrek aan eiwitten kan een gebrekziekte optreden genaamd kwashiorkor. Deze gebrekziekte
komt vooral onder kinderen in derde wereld landen veel voor, dit komt omdat zij meer eiwitten nodig
hebben dan volwassenen. De belangrijkste behandeling is het toedienen van eiwitten, waardoor weer
voor de opbouw van eiwitten gezorgd kan worden.(6)
Vetten
Om er achter te komen of vet een noodzakelijke voedingsstof is, is het belangrijk om te weten wat de
stof in het lichaam doet. Het is van belang om te weten dat vetten kunnen worden verdeeld in goede
en slechte vetten. Zo zijn er verzadigde vetten, onverzadigde vetten en transvetten.(7) Verzadigd vet is
19
een type vet dat bekend staat om zijn slechte eigenschappen. Dit vet veroorzaakt ongunstige
gezondheidseffecten.(7) Onverzadigd vet daarin tegen, staat bekend om zijn positieve functies in het
lichaam. Dit vet zorgt ervoor dat het goede cholesterol wordt verhoogd en het slechte cholesterol
wordt verlaagd.(7)(8) Transvet is een onverzadigd vet, maar heeft een nog slechter effect op het
cholesterolgehalte dan verzadigd vet.(7) (8)
Vet is zowel noodzakelijk voor de energie in het lichaam, als voor het dragen van de oplosbare
vitamines A, D en E en de essentiële vetzuren, linolzuur en alfalinoleenzuur.(8) (9) Linolzuur en
alfalinoleenzuur worden niet door het lichaam zelf aangemaakt en moet het lichaam doormiddel van
voedingsmiddelen binnenkrijgen. Als deze stoffen niet worden ingenomen, schaad dit bijvoorbeeld de
groei van jonge kinderen. Stoffen die niet in het lichaam kunnen worden aangemaakt, worden
essentieel genoemd. (9) Een van de belangrijkste functies van vetten is het leveren van energie voor
lichamelijke activiteiten en het leveren van energie om het lichaam op goede temperatuur te houden.
Ook worden vetten gebruikt voor de opbouw van het lichaam, zoals bijvoorbeeld bij de aanmaak van
celmembranen. Ook kan vet makkelijk worden opgeslagen in het lichaam. Vetten hebben dus
positieve functies in het lichaam. Maar wat gebeurt er bij een tekort of een overschot bij de inname
aan vetten? Op een moment dat er niet genoeg vetten worden gegeten, komen er ook te weinig
vitamines A, D en E binnen en ontstaat er een gebrek aan bouwstoffen. Deze vitamines zijn belangrijk
voor botten en tanden, cel opbouw en onderhoud en celstofwisseling. Ook krijgt het lichaam bij een
tekort aan vet nauwelijks goed HDL-cholesterol binnen, waardoor het slechte LDL-cholesterol in het
lichaam naar verhouding hoger wordt. Hierdoor kunnen dichtslibbende aderen ontstaan.(7)(10) Bij
een overschot aan vetten, heeft het lichaam teveel overbodige energie. Het lichaam slaat dit
overbodige vet op, met als gevolg: gewichtstoename. Gewichtstoename kan weer leiden tot diabetes
en gewrichtsklachten. Een teveel aan verzadigde vetten en transvetten is nadelig voor
cholesterolgehalte en vergroot de kans op hart en vaatziekten. (11) Om te zorgen dat er een gezond
aantal vetten kan worden ingenomen, is hiervoor een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid gemaakt.
Minimaal 20 procent en maximaal 35 procent van de calorieën die het lichaam nodig heeft, moet uit
vet bestaan volgens de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.(12) Dit houdt in:

Vrouwen: 19-30 jaar: 47-82 gram vet, maximaal 23 gram verzadigd vet.

Vrouwen: 31-50 jaar: 44-78 gram vet, maximaal 22 gram verzadigd vet.

Vrouwen: 51-70 jaar: 42-74 gram vet, maximaal 21 gram verzadigd vet.

Vrouwen: 70-ouder: 36-62 gram vet, maximaal 18 gram verzadigd vet.

Mannen: 19-30 jaar: 60-105 gram vet, maximaal 30 gram verzadigd vet.

Mannen: 31-50 jaar: 56-97 gram vet, maximaal 28 gram verzadigd vet.

Mannen: 51-70 jaar: 51-89 gram vet, maximaal 26 gram verzadigd vet.

Mannen: 70-ouder: 42-74 gram vet, maximaal 21 gram verzadigd vet.
20
Vet komt vooral in de voedingsmiddelen vlees, vleeswaren, bak en braadproducten, halvarine,
margarine, oliën, noten, zaden, melk en melkproducten veel voor. Het grootste deel van de
Nederlandse bevolking heeft dagelijks een te grote inname van deze vetten, oftewel een
overschot.(13) De meeste mensen eten teveel vet en vaak ook nog de verkeerde vetten zoals
transvetten en verzadigde vetten. Volgens het RIVM is de vetinneming onder de jongvolwassenen te
hoog, vooral van de verzadigde vetten en de transvetten. (13) Een van de gevolgen hiervan is
overgewicht.(14). Ruim de helft van de volwassenen is te zwaar en 1 op de 6 kinderen. Een doelgroep
waarbij de inname van teveel vetten hen fataal kunnen worden, zijn obesen. In Nederland lijdt 10
procent van de bevolking aan obesitas.
Vitamine E
Omdat vitamine E oplost in vet is de rol als antioxidant in het lichaam hoofdzakelijk gekoppeld aan
vet. Vetachtige stoffen zijn in lichaamscellen aanwezig, met name in de membranen.(15) Deze
vetachtige stoffen zijn gevoelig voor oxidatie. Hierbij worden vrije radicalen gevormd die schadelijk
zijn voor het lichaam (bijvoorbeeld voor DNA). De gevoeligheid voor oxidatie hangt af van het
vetzuur. Onverzadigde vetzuren zijn het meest gevoelig voor oxidatie. Voorbeelden van onverzadigde
vetzuren zijn plantaardige olie, noten en zaden. (15) Omdat deze vetachtige stoffen zo gevoelig zijn
bevatten ze vaak ook veel vitamine E.
De vrije radicalen kunnen onschadelijk worden gemaakt door antioxidanten, waaronder dus ook
vitamine E. Wanneer de vitamine als antioxidant zijn werk heeft gedaan kan deze opnieuw worden
geactiveerd. Dit gebeurt door andere antioxidanten, zoals de spoorelementen seleen, zink, bioactieve
stoffen en vitamine C. (16) In tegenstelling tot vitamine E, lost vitamine C op in water. Als we kijken
naar het celniveau zit vitamine E binnen in de cel en vitamine C daarbuiten.(17) Zo vullen ze elkaars
werking aan.
Hoewel antioxidanten erg belangrijk zijn voor ons lichaam, kunnen ze ook tegen ons gaan werken. Er
wordt zelfs beweerd dat vitamine E juist kan gaan werken als vrije radicaal wanneer vitamine C of
andere antioxidanten ontbreken. Je kan dus stellen dat teveel aan vitamine E schadelijk is voor het
lichaam. (18) Hieronder staat de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) beschreven:
21
De Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid vitamine E ziet voor (jong)volwassenen ziet er als volgt uit:
Leeftijd
Vitamine E per dag
Leeftijd
(mg)
Jongens/mannen
Vitamine E per dag
(mg)
Meisjes/vrouwen
16-19
13,3
16-19
11
19-22
13
19-22
9,9
22-50
11,8
22-50
9,3
50-65
10,7
50-65
8,7
65>
9,4
65>
8,3
(Voor volledige tabel, zie bijlage.)
Een tekort aan vitamine E komt maar zelden voor.
Er zijn vier gevallen waarin dit voorkomt:

Personen die geen vetten kunnen absorberen.

Personen die een bypass operatie hebben ondergaan.

Personen met een genetische afwijking in hun α-tocoferoltransporteiwit.

Te vroeg geboren kinderen met een gewicht minder dan 1500 gram. (17)
Calcium
Calcium heeft als functie in het lichaam de botten te versterken en botafbreuk tegen te gaan (19).
Daarnaast is calcium nodig voor een goede werking van spieren en zenuwen en stimuleert het ook de
bloedstolling en transport van andere mineralen in het lichaam (20).
Gevolgen die bij een overschot van calcium kunnen ontstaan zijn urinewegstenen, nierverkalking en
bloedvaatwandverkalking (20). Gevolgen die bij een tekort kunnen ontstaan zijn botontkalking
(osteoporose) en bij kinderen rachitis: de botten groeien dan niet goed waardoor er vervormingen aan
het skelet kunnen ontstaan (20).
De ADH wordt aan de hand van leeftijd bepaald. De ADH voor kinderen en jongeren tot en met 18
jaar is 1100-1300 mg(19)(20). Voor volwassenen is dat 1000 mg(19)(20). Voor vrouwen boven de 50
en ouderen in het algemeen (70 jaar) is de ADH 1100-1200 mg calcium(19)(20). Vrouwen boven de
22
50 wordt een grotere hoeveelheid aangeraden, omdat zij in de overgang komen(19). Het hoeveelheid
geslachtshormoon neemt af en daardoor wordt calcium minder goed opgenomen (21). De
aanvaardbare bovengrens is 2500 mg (22).
Calcium is te vinden in zuivelproducten: melk (300 mg), yoghurt (450 mg) en kaas (+-300 mg).
Daarnaast zit het in groenten zoals chinese kool en broccoli. Een andere bron van calcium is tofu (+150 mg). De hoeveelheden zijn gebaseerd op portiegroottes (23).
De consumptie van zuivel in Nederland is redelijk. Tijdens het onderzoek is alleen gekeken naar
melkconsumptie: gemiddeld werd er 817885 (x1000) kg melk gedronken door 16920000 inwoners in
2011. Dat is 49 kg per hoofd. Het Nederlands gemiddelde ligt daarmee onder het EU-gemiddelde: het
EU-gemiddelde ligt namelijk op 64,3 kg per hoofd (24).
De Nederlandse bevolking is bekeken per leeftijdscategorie. Volgens de VCP krijgen meisjes tussen
de 9-18 jaar gemiddeld dagelijks 910 mg calcium binnen, terwijl er 1100-1300 mg wordt
aanbevolen(25). Jongens hebben gemiddeld een calciuminname van 1050 mg(25). Er is dus sprake
van een tekort onder jongeren.
Bij vrouwen tussen de leeftijd 19-50 jaar is er een gemiddelde calciuminname van 910 mg. Dit ligt
onder de ADH van 1000 mg(25). De gemiddelde calciuminname bij mannen in deze leeftijdscategorie
is niet bekend. Ook bij vrouwen tussen de 50-70 jaar is er sprake van een tekort. Zij hebben een
gemiddelde calciuminname van 960 mg(25). De ADH is 1100-1200 mg. Onder ouderen in het
algemeen is er ook een tekort: mannen hebben een calciuminname van 1050 mg, daarvoor geldt
dezelfde ADH (25).
Conclusie
In dit onderzoek heeft de projectgroep gekeken naar 5 voedingsstoffen waarover ze de pabostudenten
graag willen informeren. Het is belangrijk voor deze studenten om te weten wat bepaalde
voedingsstoffen in het lichaam doen, zodat ze dit later aan hun leerlingen kunnen meegeven. In dit
onderzoek zijn wij erachter gekomen wat het belang is van deze 5 voedingsstoffen. Hieronder staat
per voedingsstof de conclusie beschreven:
Koolhydraten
Een gezond voedingspatroon is van belang om overgewicht en ziekten tegen te gaan. Als per dag 40
tot 70% van alle calorieën die je tot je neemt uit koolhydraten bestaat, loop je minder kans op ziekten.
Het is daarom belangrijk om gevarieerd en op maat te eten want dan vermindert het risico. Om goed
gevarieerd te eten, kun je gebruik maken van de Eettabel.
23
Eiwitten
Eiwitten zijn betrokken bij onder andere het omzetten van verschillende stoffen in het lichaam.
Daarnaast werken zij ook mee in het transport van stoffen in het bloed en binnen de cel. Bij het herstel
van wonden is het ook nodig om weefsel te herstellen. Eiwit heeft dus meerdere belangrijke functies
binnen het lichaam. Bij een tekort aan eiwitten kunnen dan ook gebrekziekten en de daarbij behorende
ernstige gezondheidsrisico’s optreden. Eiwitten zijn zelfs zo essentieel in het lichaam dat je zonder
deze stof niet kan leven.
Vet
De onderzoeksvraag van dit onderzoek over vet is of vet een noodzakelijke voedingsstof is. Het
antwoord hierop is gebaseerd op de antwoorden van de 4 vragen die benoemd staan in de methode en
beantwoord zijn in de resultaten. Hieruit kunnen we opmaken dat vet zeker een noodzakelijke
voedingsstof is. Vet zorgt er namelijk voor dat we vitamines A, D en E en de essentiële vetzuren
linolzuur en alfalinoleenzuur binnenkrijgen. Ook leveren vetten energie voor lichamelijke activiteiten
en de temperatuurregeling. De onverzadigde vetten zijn weer goed voor het cholesterolgehalte in het
lichaam. Er zijn natuurlijk ook ongezonde vetten zoals verzadigde vetten en transvetten die niet goed
zijn voor het lichaam. Maar zonder vetten zou een mens geen energie hebben, zouden sommige
stoffen zich niet in het lichaam bevinden en kunnen sommigen processen in het lichaam niet
plaatsvinden.
Vitamine E
Vitamine E werkt als het ware samen met andere antioxidanten om vrije radicalen in het lichaam
tegen te gaan. De antioxidanten vullen elkaars werking aan en reactiveren elkaar. Je kunt dus
aannemen dat antioxidanten elkaar nodig hebben.
Het is niet slechts één antioxidant die al het werk doet. Toch moet men uitkijken dat er niet een teveel
aan antioxidanten is in het lichaam. Bij te hoge concentraties antioxidanten kunnen er negatieve
effecten optreden; het zogenaamde pro-oxidant-effect. Dit zorgt ervoor dat antioxidanten vrije
radicalen worden.
Calcium
Het houdt het lichaam sterk en helpt het lichaam te groeien. Dit is ook belangrijk voor de kinderen
waaraan de pabostudenten gaan lesgeven, zij zijn namelijk nog volop in de groei. Daarnaast zorgt
calcium voor een goede werking van het spier- en zenuwstelsel en stimuleert het de bloedstolling en
het vervoer van andere mineralen. Calcium komt in dagelijkse voedingsmiddelen voor, toch wordt het
niet genoeg geconsumeerd. Het bleek namelijk dat er onder alle leeftijdscategorieën een (klein) tekort
heerste. Dit zou te maken kunnen hebben met het gebrek aan vitamine D. Vitamine D zorgt voor een
betere opname van calcium (1). Daarnaast is er niet een exacte ADH voor calcium. Tijdens het
24
onderzoek bleek dat verschillende bronnen een andere ADH aanhielden. Het verschil is te vinden bij
de ADH voor kinderen en ouderen.
25
Literatuurlijst
1
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/koolhydraten.aspx
2
Ruiter,M.V.(2006) de koolhydratenlijst geraadpleegd op 22 september 2012
http://www.dekoolhydratenlijst.nl/
3.
LOI opleiding,Gewichtsconsulent Voedingsleer
4..
Stichting Voedingscentrum Nederland. Weet wat je eet. Den Haag; 2011. p. 12.
5.
Stichting Voedingscentrum Nederland. Eiwitten. [Encyclopedie/Eiwitten] Beschikbaar via:
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/eiwitten.aspx . Geraadpleegd op 26 september
2012.
6.
Bibiana. Kwashiokor: gebreksziekte [Ziekten (Mens en Gezondheid)] 2011. Beschikbaar via:
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/73389-kwashiorkor-gebreksziekte.html
Geraadpleegd op 25september 2012.
7.
Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum: gezocht op term: Vet. (omschrijving en
gezondheidseffecten) In: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vetten.aspx
Binnengehaald: 28 september 2012.
8.
Voedingscentrum, Weet wat je eet; alles over de schijf van vijf. Stichting Voedingscentrum
Nederland; 2012. P. 37-41
9.
Voedingscentrum, Voedingsnormen en energiebehoefte, kopje ‘vetten’. In: Nederlandse
Voedingsmiddelen Tabel (45e editie). Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland; 2012.
P. 111-113.
10.
Whitney, E & Rolfes, S.R. The lipids: Triglycerides, Pospholipids, and Sterols. (chapter 5)
paragraph 5.5. In: Understanding Nutrition (13th edition). Wadsworht: Cengage Learning;
2012. P. 147-148
11.
Hartstichting. Zoekmachine hartstichting; gezocht op term; Vet. In:
http://www.hartstichting.nl/gezond_leven/voeding/vet. Binnengehaald: 28 september 2012.
12.
Voedingscentrum, Eettabel. Stichting Voedingscentrum Nederland (2012). p 6-7
13.
Rivm. Zoekmachine Rivm; gezocht op onderwerpen; voedselconsumptiepeiling. In:
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/V/Voedselconsumptiepeiling. Binnengehaald:
28 september 2012.
14.
Rijksoverheid. Zoekmachine rijksoverheid; gezocht op onderwerpen: overgewicht. In:
http://www.rijksoverhei.nl/onderwerpen/overgewicht. Binnengehaald: 28 september 2012.
15.
Voeding-kennisbank. Zoekmachine voeding-kennisbank; gezocht op term; Vitamine E als
antioxidant. In: http://www.voeding-kennisbank.nl/voedingsstoffen/antioxidanten/379vitamine-e-als-antioxidant.html Geraadpleegd op 29 september 2012
26
16.
Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum; gezocht op term; Antioxidanten. In:
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/antioxidanten.aspx Geraadpleegd op 29
september 2012.
17..
Martini FH, Bartholomew EF. Anatomie en fysiologie; een inleiding. 5e editie. Amsterdam:
Pearson Benelux B.V; 2010
18.
Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum; gezocht op term; Vitamine E. In:
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-e.aspx Geraadpleegd op 29 september
2012
19.
Whitney/Rolfes. Water and the Major Minerals (chapter 12) paragraph ‘Calcium’. In:
Understanding Nutrition (13th edition). Wadsworth: Cengage Learning; 1012. p 384-390.
20.
Voedingscentrum. Zoekmachine voedingscentrum; gezocht op term: Calcium. Calcium
(omschrijving en gezondheidseffecten). In:
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/calcium.aspx. Binnengehaald: 23 september 2012
21.
Martini, F.H. & Bartholomew, E.F. Het beenderstelsel (hoofdstuk 6) kopje ‘Klinische
aantekening: Osteoporose’. In: Anatomie/fysiologie, een inleiding (5e editie). Amsterdam:
Pearson Benelux; 2012. p. 183.
22.
Voedingscentrum, Voedingsnormen en energiebehoefte kopje ‘calcium’. In: Nederlandse
Voedingsmiddelen Tabel (45e editie). Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland; 2012.
p. 115-116
23.
Whitney/Rolfes. Water and the Major Minerals (chapter 12) figure 12-14. In: Understanding
Nutrition (13th edition). Wadsworth: Cengage Learning; 2010. p. 388.
24.
Google, zoekterm: consumptie zuivel Nederland
http://www.prodzuivel.nl/index.asp?frame=http%3A//www.prodzuivel.nl/vormgeving/nav/prod
uctie_eu_afzet/statistiek.asp --> consumptie->
http://www.prodzuivel.nl/pz/productschap/publicaties/zic/ziccon2011.pdf Zuivel in cijfers
(Laatste update: 27 juni 2012). Binnengehaald: 26 september 2012.
25.
Google, zoekterm: calciuminname Nederland. http://www.zuivelengezondheid.nl/?pageID=171
Voedsel Consumptie Peiling. Binnengehaald: 23 september 2012.
27
Bijlage 1: ADH tabel Vitamine E
Aanbevelingen vitamine E
Categorie/leeftijd
vitamine E
mg/dag )
Jongens/Mannen
1-4
4-7
7-10
10-13
13-16
16-19
19-22
22-50
50-65
5,7
7,8
9,1
10,1
11,8
13,3
13
11,8
10,7
>65
9,4
Meisjes/Vrouwen
1-4
4-7
7-10
10-13
13-16
16-19
19-22
22-50
50-65
> 65
5,5
7,1
8,3
9,5
10,6
11
9,9
9,3
8,7
8,3
Zwangeren
Borstvoedend
(Bron: 16)
+0,6 3)
+2,7 3)
28
Onderzoeksverslag
Methode
Het vooronderzoek
Voordat het daadwerkelijke onderzoek kon beginnen, vond er een vooronderzoek plaats. Door ieder
groepslid werd er een voedingsstof individueel onderzocht. Dit waren de volgende voedingsstoffen:
eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamine E en calcium. Deze voedingsstoffen vormen de basis tijdens
het gehele project.
Tijdens het vooronderzoek werd gekeken naar de functie, ADH, voedingsmiddelen en de
tekorten/overschotten van de desbetreffende voedingsstof. Deze gegevens zijn onder andere ook ter
ondersteuning van het advies.
Het onderzoek
Allereerst werd er contact gelegd met de studenten uit de pabo klas. Dit werd gedaan door middel van
een gezamenlijke HHS-mail. Hier stuurden de pabostudenten hun voedingsdagboekjes naar toe. Deze
dagboekjes werden onderling in de voeding en diëtetiek-klas verdeeld om de gegevens te kunnen
analyseren en vervolgens te kunnen berekenen. Per projectgroep werden er +- 10 studenten
onderzocht, die later onder de groepsleden van de projectgroep werden onderverdeeld. Per
pabostudent werd de voedingsinname geanalyseerd. Hierbij werd gekeken naar energie, koolhydraten,
vetten, vezels, eiwitten, vitamine E en calcium. Om de energie en de hierboven genoemde
voedingsstoffen te kunnen berekenen en te analyseren, is er gebruik gemaakt van diverse bronnen en
hulpmiddelen. De belangrijkste bronnen en hulpmiddelen waren de Nederlandse Voedingsmiddelen
Tabel (1), Nevotabel (2) en Voedingscentrum (o.a. de Eetmeter) (3). Aan de hand hiervan konden
voedingsmiddelen worden opgezocht en worden berekend met betrekking tot de voedingswaarde. De
verwerking van deze gegevens werden gedaan door middel van Excel en Word.
Nadat alle gegevens waren berekend en geanalyseerd, moesten de energieprocenten worden berekend
van de energieleverende stoffen (eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels). Dit werd gedaan met de
volgende formules:
-
Eiwitten: Totaal aantal g. eiwit x 17
-
Koolhydraten: Totaal aantal g. koolhydraten x 17
-
Vetten: Totaal aantal g. vetten x 37
-
Vezels: Totaal aantal g. vezels x 8
Hiermee werden de hoeveelheden omgezet in het aantal kJ. Nadat dit was gedaan, werd dit bij elkaar
opgeteld. Dit vormde het totaal aantal kJ van die dag. Daarna volgden de volgende formules:
-
En% eiwit: Totaal kJ/ eiwit kJ x 100%
29
-
En% koolhydraten: Totaal kJ/ koolhydraten kJ x 100%
-
En% vetten: Totaal kJ / vetten kJ x 100%
-
En% vezels: Totaal kJ / vezels kJ x 100%
Met deze energieprocenten werd gekeken of de desbetreffende student voldeed aan de en% waarden
die in de NVT vermeld werden.
Het advies
Met de gehele klas was afgesproken dat iedereen de analyses naar de gezamenlijke HHS-mail zou
sturen. Na alle gegevens van iedereen te hebben verzameld, werden de totaal hoeveelheden van de
hele klas qua eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels in een overzichtelijke tabel gezet. Hierin staat
weergegeven wat elke pabostudent totaal aan elke voedingsstof heeft binnengekregen per dag in
grammen. Vitamine E en calcium zijn ook in de tabel verwerkt, maar alleen van de 10 personen die
door deze projectgroep zijn geanalyseerd en staat weergegeven in mg. De reden dat calcium en
vitamine e alleen bij 10 mensen is bekeken is omdat de andere projectgroepen deze voedingsstof niet
hadden gekozen als onderzoeksvoedingsstof. Nadat deze totalen waren verwerkt werd aan de hand
daarvan het gemiddelde, minimum en maximum berekend. Op basis daarvan werd gekeken of de
studenten voldeden aan de ADH. Ook het gemiddelde werd vergeleken met de ADH. Met deze
gegevens werd het uiteindelijke advies opgesteld voor de pabo klas, rekening houdend met de
bevindingen uit het vooronderzoek.
30
Resultaten
31
Conclusie
Gezondste student
Naar aanleiding van de analyses uit de voedingsdagboeken van de studenten zou de
gezondste student bepaald worden.
Dit is met opzet niet gedaan omdat de projectgroep de term 'gezond' te breed vinden en omdat
de projectgroep het niet meetbaar kan maken.
Er zijn veel studenten met een gezond voedingspatroon. Hun inname per voedingsstof ligt
dichtbij de ADH, maar over hun gezondheid kan gediscussieerd worden. Wat de projectgroep
niet weet is of deze studenten roken of misschien helemaal niet sporten. Daarnaast zijn de
meningen over alcohol binnen de projectgroep erg verdeeld. Is één glas wijn gezond of
ongezond?
Daarom heeft de projectgroep besloten om geen gezondste student aan te wijzen. De
voedingspatronen van de studenten in de klas zijn gemiddeld redelijk gezond.
Het advies
Hieronder volgen de adviezen per voedingsstof. Elk advies begint met een inleidend stukje over de
ADH van de desbetreffende voedingsstof. Daarna volgt er een kort advies gericht op de pabostudenten.
Eiwitten
De ADH
De ADH voor eiwit is te berekenen op lichaamsgewicht. Voor een volwassene is de gemiddelde
behoefte eiwit 0,8 g eiwit per kg lichaamsgewicht. Als een persoon 60 kg weegt dan is het: 60 x 0,8 =
48 g eiwitten. Als er een gemiddeld gewicht van 60 kg wordt aangehouden kan er geconcludeerd
worden dat bijna iedereen ruim voldoende eiwitten binnen krijgt.
Het advies
Eiwit is erg belangrijk. Het levert calorieën en aminozuren. Deze aminozuren zijn bouwstenen voor
het eiwit in lichaamscellen. Door onder andere voldoende brood, granen, groenten en vlees te eten
kunnen de studenten hun eiwit op peil houden.
32
Koolhydraten
De ADH
De ADH voor koolhydraten is leeftijdsgebonden. De ADH tussen 14-18 jaar is minimaal 220 gram
per dag. De ADH tussen de 19-39 jaar is minimaal 210 gram per dag.
Als de tabel wordt vergeleken met deze ADH’s, is te concluderen dat weinig mensen niet voldoen aan
de dagelijks aanbevolen hoeveelheid. Dat hoeft ook niet, als dat maar met een andere dag wordt
gecompenseerd. Dit is bij een iemand niet het geval. Zij heeft drie dagen een tekort aan koolhydraten.
Het advies
Koolhydraten is een van de energieleverende voedingstoffen. De verhouding tussen de
energieleverende voedingstoffen is zeer belangrijk, het zorgt ervoor dat de kans op gezond zijn het
grootst is en het risico op ziekten het kleinst.
Deze energieleverende voedingstof is belangrijk voor de prestaties van je lichaam zoals lopen, denken
en praten. Koolhydraten kunnen op peil gehouden worden door elke dag een van de volgende
voedingsmiddelen te gebruiken. Bijvoorbeeld: aardappelen, brood, granen, pasta, peulvruchten, rijst,
koek, gebak, suiker en honing. Deze zijn rijk aan koolhydraten.
Vet
De ADH
Minimaal 20 procent tot maximaal 35 procent van de calorieën die het lichaam nodig heeft, mag
bestaan uit vet volgens de ADH. Daarnaast verschilt het per leeftijd en geslacht. Hieronder staan de
hoeveelheden vet in gram aangegeven die het meest betrekking hebben op de studenten:
Vrouwen: 19-30 jaar: 47-82 gram vet, maximaal 23 gram verzadigd vet.
Mannen: 19-30 jaar: 60-105 gram vet, maximaal 30 gram verzadigd vet.
Het is belangrijk om niet te veel verzadigde vetten binnen te krijgen, dit heeft een ongunstig effect op
het cholesterolgehalte in het bloed. Het kan op den duur de kans op hart- en vaatziekten vergroten.
Het advies
Vetten is een belangrijke voedingsstof: het levert energie, belangrijke vetzuren en vitamines, zoals
vitamine A en D. Deze houden bepaalde lichaamsfuncties in stand. Door stil te staan bij producten die
veel verzadigde vetten bevatten en vaker te kiezen voor producten met onverzadigd vet, kan men
risico’s op hart- en vaatziekten tegengaan.
Vezels
De ADH
De ADH van vezels is vanaf een leeftijd van 14 jaar 30-40 gram. Voor Nederland in het algemeen is
er al geconcludeerd dat er minder vezel wordt gegeten dan deze aanbeveling. Gemiddeld ligt de
consumptie van vezels in Nederland bij volwassenen op 20 gram. Als het gemiddelde van de paboklas wordt bekeken, ligt het gemiddelde daarvan nog een stuk lager. Ook kan worden geconcludeerd
33
dat vrijwel niemand uit de pabo-klas de ADH behaalt. Slechts 2 à 3 studenten komen in de buurt. Het
aantal gram varieert dan tussen de 24-28 gram vezels.
Het advies
Vezels is belangrijk voor het goed functioneren van de darmen. Daarnaast wordt het risico verlaagd
op hart- en vaatziekten en zorgt het voor een verzadigd gevoel. Een aantal studenten at geen volkoren
brood, maar koos voor wit brood. Daarnaast at men niet elke dag 1 à 2 stuks fruit, wat ook een
belangrijke bron voor vezels is. Door een volkoren product te kiezen of meer fruit of een extra
boterham te eten, zo komt men dichter bij de ADH.
Vitamine E
De ADH
De behoefte van kinderen, mannen en vrouwen aan vitamines verschilt. Ook van persoon tot persoon
kan de behoefte flink verschillen. De één neemt meer vitamines op uit eten en drinken dan de ander.
Ook kan de stofwisseling per persoon verschillend werken. Ook erfelijke aanleg speelt een rol.
Daarom is in de ADH een ruime marge ingebouwd en gelden er aparte ADH’s voor mannen en
vrouwen en per leeftijdsgroep. Wie zich houdt aan de ADH's, krijgt zeker voldoende binnen.
Bij vitamines verschilt de behoefte hiervan bij kinderen, mannen en vrouwen. Ook van persoon tot
persoon kan de behoefte flink verschillen. Dit komt onder andere doordat de een meer vitamines
opneemt uit eten en drinken dan de ander.
Ook de stofwisseling kan per persoon verschillend werken, net als dat de erfelijke aanleg een rol
speelt. De ADH bij vitamine is een ruime marge die ervoor zorgt dat in principe het grootste deel van
de mensen voldoende binnen krijgt. De ADH tot en met 18 jaar ligt tussen de 5,5 en 13 mg per dag.
De ADH voor volwassenen in het algemeen tot ongeveer 50 jaar ligt op 11,8 mg per dag. Uit de tabel
kunnen we concluderen dat merendeel van de studenten niet aan de minimumhoeveelheid van 5,5 mg
per dag komt. Er is ook 1 persoon die twee van de drie dagen flink boven de aanbevolen hoeveelheid
zit.
Het advies
Vitamine E is op welke leeftijd dan ook belangrijk voor het in stand houden van je weerstand.
Daarom is het dus ook belangrijk om genoeg hiervan dagelijks binnen te krijgen. Als de studenten per
dag een glas melk extra drinken of een stuk extra fruit eten komen ze al een stuk dichter bij de
hoeveelheid Vitamine E die ze nodig hebben.
Calcium
De ADH
De ADH voor calcium is leeftijdsgebonden. De ADH tot en met 18 jaar is 1100-1300 mg. De ADH
voor volwassenen in het algemeen tot 50 jaar is 1000 mg. Als de tabel wordt vergeleken met deze
ADH’s, is te concluderen dat vrij weinig mensen dagelijks voldoen aan deze aanbevolen hoeveelheid.
34
Dat hoeft ook niet, als dat maar met een andere dag wordt gecompenseerd. Dit is bij 5 mensen het
geval. Er zijn 3 studenten die alle 3 de dagen onder de ADH uit komen. Eén student heeft alle 3 de
dagen een overschot qua calciuminname. Het gemiddelde van de calciuminname van alle 3 de dagen
ligt onder de ADH.
Het advies
Calcium blijft in welke leeftijdscategorie dan ook een belangrijke voedingsstof die dagelijks
voldoende moet worden ingenomen. Het helpt te groeien en je botten sterk te houden. Door een extra
glas melk te drinken of een ander extra zuivelproduct te consumeren, zal de calciuminname per
persoon dichter bij de ADH komen te liggen. Hierdoor is de kans op een calcium tekort kleiner.
Vocht
De ADH
De hoeveelheid vocht dat je nodig hebt hangt sterk af van de hoeveelheid vocht dat je verliest. Dit
verschilt per persoon en per levensstijl. Echter is er wel een Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid voor
vochtinname. Voor vrouwen tussen de 19 en 22 jaar is dit 1,9 liter. Voor mannen tussen de 19-22 jaar
is dit 2,2 liter. Men moet dagelijks minimaal 500 gram aan urine produceren om afvalstoffen te
kunnen afvoeren.
Je lichaam herstelt zelf de vochtbalans. Dit doet je lichaam door minder urine uit te scheiden op het
moment dat je te veel vocht verliest of je een dorstgevoel te geven waardoor je gaat drinken. Het is
dus belangrijk om naar je lichaam te luisteren.
Het advies
Vocht is een belangrijke voedingsstof voor het lichaam, je lichaam bestaat namelijk het grootste deel
uit water. Om het vochtgehalte op peil te houden, dient men voldoende te drinken, zo’n 1 à 2 liter.
Daarentegen is een teveel aan water ook niet goed. Dit komt maar zelden voor. Het lichaam kan per
uur niet meer dan een liter water aan. Het is namelijk het maximum wat de nieren kunnen verwerken.
Samenvatting
De vezelinname is vrijwel bij alle studenten onder de ADH. Twee studenten halen het wel, maar dit
biedt niet genoeg compensatie voor de andere 2 dagen. Je kunt dus in het algemeen vaststellen dat de
studenten te weinig vezels eten.
Daarnaast is de calciuminname vrijwel bij alle studenten onder de ADH. Een aantal studenten behalen
het wel en compenseren hiermee de andere 2 dagen. Eén student voldoet alle 3 de dagen aan de ADH
en legt hiermee een soort voorraadje aan.
Als laatste is dit nog een opvallend punt: De vochtinname is bij sommige studenten of heel hoog, of
juist heel laag. De personen die een hoge inname hadden, dronken veel glazen alcohol. Dit wordt
overigens wel goed gecompenseerd, vandaar dat zij zo’n hoge inname hadden. Voor de overige
studenten geldt dat ze meestal wel aan de 1 à 2 liter komen.
35
Als er gekeken wordt naar de voor afgestelde probleemstelling kan er geconcludeerd worden dat de
pabostudenten hier meer aandacht aan kunnen besteden, want onder andere calcium is voor jonge
opgroeiende kinderen belangrijk. Hierin geven zij nog onvoldoende het goede voorbeeld.
36
Literatuurlijst
1. Stichting Voedingscentrum Nederland. Nederlandse Voedingsmiddelentabel. Den Haag; 2012.
2. Nevo-online. In: http://nevo-online.rivm.nl/ Geraadpleegd op 1 t/m 7 oktober 2012.
3. Voedingscentrum. Mijn Eetmeter. In: https://mijn.voedingscentrum.nl/nl/eetmeter/ Geraadpleegd
op 1 t/m 7 oktober 2012.
37
Bijlage 1: Voedingsstoffentabel
38
Procesverslag
Evaluatie werkproces
Evaluatie van de planning/taakverdeling
De vooraf gemaakte planning/taakverdeling
Hieronder volgt een tabel met de vooraf gemaakte planning.
Verduidelijking van de gebruikte aanduidingen:
-
Groep: Dit betekent dat er als een groep eraan is gewerkt.
-
Ri,R,E,F,I: RI= Rianne, R= Romy, E= Elise, F= Floor en I= Irona. Dit betekent dat er
individueel aan is gewerkt.
Taken/activiteiten
Wk. 1
Inleiding
Kennismaken, mail maken,
gegevens
Intro
Intro
Groep
PVA, verdeling hoofdstukken
Samenvoeging PVA,
samenw.contract af
Intro
Groep
Intro
Groep
Inleveren PVA
Intro
Opstart opdr. 1 'Voedingstrends'
Intro
Verdeling voedingsstoffen
Intro
Groep
Ri,R,E,
F,I
Ri,R,E,
F,I
Werken aan opdracht 1
Ontvangst pabo
voedingsdagboeken
Intro
Uitvoering
Intro
Berekenen voedingsdagboeken
Intro
Individueel inleveren opdracht 1
Intro
Groep
Ri,R,E,
F,I
Voedingsinname analyseren
Uitzoeken: wie is de gezondste
student?
Intro
Groep
Intro
Groep
Afhandeling
Intro
Werken aan voedingsadvies
Intro
Maken van presentatie
Intro
Groep
Onderzoeksverslag schrijven
Intro
Groep
Procesverslag schrijven
Intro
Individuele verantwoording
Intro
Groep
Ri,R,E,
F,I
Inleveren project
Intro
Wk. 2 Wk. 3
Wk. 4
Wk. 5
Ri,R,E,
F,I
Ri,R,E,
F,I
Wk. 6
Wk. 7
Wk. 8
Wk. 9
Groep
Groep
Groep
Groep
Groep
Groep
39
Was de planning realistisch?
In het begin verliep de planning goed. We haalden de gestelde deadlines ruim. Vanaf week 4 begon
het drukker te worden, het berekenen en analyseren bleek meer werk te zijn dan van te voren gedacht.
Achteraf gezien zijn diverse taken te licht ingeschat. Daardoor moesten deze taken nog op het laatste
moment nog gedaan worden. Hierdoor ging er meer tijd in zitten dan wanneer het van tevoren gepland
was. Hierdoor liep de planning uit en kwamen we in de knoop met andere onderdelen. Dit leverde
binnen de groep stress. Daarnaast is er in de vooraf gemaakte planning niet rekening gehouden met no
go’s voor eerdere onderdelen van het project. Ook is niet bepaald wie de gezondste pabostudent is.
Dit zou te persoonlijk gericht zijn. De planning is dus deels gehaald en deels niet.
Hoe is de planning/taakverdeling uiteindelijk verlopen?
Hieronder volgt een tabel met de uiteindelijke planning. Deze kan vergeleken worden met de vooraf
gemaakte. Hierin is te zien dat het uiteindelijk toch anders is gelopen en de taken anders zijn
onderverdeeld. De aanduidingen in de tabel hebben nog steeds dezelfde betekenis als bij de vooraf
gemaakte planning.
40
Taken/activiteiten
Inleiding
Kennismaken, mail maken,
gegevens
PVA, verdeling
hoofdstukken
Samenvoeging PVA,
samenw.contract af
Inleveren PVA
Opstart opdr. 1
'Voedingstrends'
Verdeling voedingsstoffen
Wk.1 Wk. 2
Intro
Werken aan opdracht 1
Ontvangst pabo
voedingsdagboeken
Uitvoering
Berekenen
voedingsdagboeken
Inleveren opdracht 1
Intro
Intro
Groep
Intro
Groep
Wk. 3
Intro
Intro
Groep
Groep
Intro
Intro
Groep
Groep
Intro
Intro
Intro
Intro
Voedingsinname analyseren Intro
Intro
Afhandeling
Werken aan voedingsadvies
Samenvoegen alle
voedingstabellen
Maken van presentatie
Onderzoeksverslag
schrijven
Procesverslag schrijven
Intro
Individuele verantwoording
Samenvoeging gehele
project
Inleveren project
Intro
Wk. 4
Wk. 5
Wk. 6
RI,R,E,
F,I
Groep
RI,R,E,
F,I
RI,R,E,
F,I
Wk. 7
Wk. 8
Wk. 9
RI,R,E,
F,I
Groep
RI,R,E,
F,I
RI,R,E,
F,I
Intro
Intro
I
R,E
Intro
Intro
RI,F
RI,F
RI,R,E,
F,I
Intro
Intro
RI,F
Groep
Evaluatie van de rolverdeling
Bij de rolverdeling is er rekening gehouden dat iedereen minstens een keer voorzitter of notulist is
geweest. Dit is bewust gedaan, zodat iedereen enigszins bekend werd met de rol voorzitter en de rol
notulist.
Hieronder volgt een overzicht van de rolverdeling wat betreft voorzitter en notulist. De datums die
worden vermeld zijn PGO tutorbijeenkomsten en vastgelegde vergaderingen. Naast deze
bijeenkomsten zijn er nog diverse spoedvergaderingen geweest. Alleen in week 43 is er geen
verdeling van voorzitter en notulist. Dit komt omdat het toen herfstvakantie was.
41
Datum
Voorzitter
Notulist
15/09/12 (week 37)
Rianne van Deelen
Romy Basart
20/09/12 (week 38)
Romy Basart
Rianne van Deelen
25/09/12 (week 39)
Floor Dieben
Elise Brouwer
28/09/12 (week 39)
Floor Dieben
Elise Brouwer
03/10/12 (week 40)
Elise Brouwer
Irona Coffy
05/10/12 (week 40)
Elise Brouwer
Irona Coffy
10/10/12 (week 41)
Romy Basart
Floor Dieben
11/10/12 (week 41)
Romy Basart
Floor Dieben
16/10/12 (week 42)
Irona Coffy
Romy Basart
30/10/12 (week 44)
Floor Dieben
Rianne van Deelen
01/11/12 (week 44)
Floor Dieben
Rianne van Deelen
Evaluatie van de samenwerking
Wat ging er goed
1. De vergaderingen. De vergaderingen liepen vooral vanaf week 3 goed. Dit kwam doordat
iedereen goed voorbereid erin ging. Van tevoren werden de agendapunten op papier gezet
zodat iedereen zich in kon inlezen.
2. Het halen van deadlines. De deadlines die gesteld werden, werden door alle groepsleden bijna
altijd gehaald.
3. Het voorzitten en notuleren. Elke week was duidelijk wie er voorzitter en notulist was.
Degene die aan de beurt was, wist wat ervan haar verwacht werd.
Wat ging er minder goed
1. Het tussendoor afspreken. Dit verliep vooral in het begin moeizaam, omdat vergaderafspraken
niet op papier stonden vastgelegd. Ook wegens ziekte werd tussendoor afspreken belemmerd.
2. De communicatie binnen de groep. Er waren regelmatig misverstanden en Whatsapp is niet
een goed communicatiemiddel voor als er zaken niet duidelijk zijn.
3. Het inschatten van de taken. Zoals er al eerder werd aangegeven, waren de taken in
werkelijkheid meer dan verwacht. Hierdoor moest er vlak voor de deadline nog even gauw
wat gemaakt worden.
42
Leerpunten
Punt 1: Communicatie
De communicatie verliep in het begin wat moeizaam waardoor onder andere bepaalde afspraken niet
duidelijk waren. Daarnaast werd whatsapp gebruikt als communicatiemiddel wat voor misverstanden
heeft gezorgd en daardoor ook voor onrust binnen de groep. Een leer punt hieruit is dat communicatie
vooral face to face het beste kan plaats vinden. Dit om misverstanden te voorkomen en daarmee ook
onrust binnen de groep. Daarnaast is het praktisch om afspraken op papier te zetten en te zorgen dat
iedereen dit kan inzien (via bijv. een geprinte versie of een e-mail). Hierdoor zijn de afspraken voor
iedereen duidelijk en kan iedereen ze naleven.
Punt 2: Tijdsindeling
De planning van bepaalde onderdelen van het project was wat betreft de tijd aan de krappe kant.
Hierdoor moest er uiteindelijk meer tijd uitgetrokken worden voor onderdelen dan was ingeplant,
waardoor er tijdsnood ontstond. Dit zorgde voor de nodige stress om het nog op tijd in te kunnen
leveren. Hieruit kan als leer punt gehaald worden dat als je onderdelen wat betreft benodigde tijd ruim
inplant, te ruim op eerste inschatting, er in elk geval genoeg tijd is. Als er dan te veel tijd voor een
onderdeel ingeplant is, is het ruim voor de deadline klaar waardoor geen stress ontstaat. Mocht er dan
meer tijd nodig zijn voor het onderdeel dan verwacht is er nog ruim voldoende tijd tot de deadline.
43
Bijlage 1: Agenda
Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 25-09
Voorzitter: Floor Dieben
Notulist: Elise Brouwer
Hierbij een overzichtje van wat we morgen gaan behandelen tijdens de vergadering. Neem morgen je
aangepaste deel van het PvA op papier mee!!!!
-
Bespreking PvA aanpassingen: Omdat we donderdag het pva moeten inleveren en er nog wat
dingen moesten worden aangepast, zou ik graag willen dat iedereen zijn aanpassing
meeneemt op papier. Dan kunnen we elkaar feedback geven. Als het dan daarna nog nodig is
om wat veranderingen aan te brengen, hebben we daar nog eventjes de tijd voor.
-
Bespreken van opdracht 1 voedingsstof (individuele opdracht): Hoe ver ben je al met je
verslag? Lopen mensen tegen dingen aan bij het maken ervan? Wat vind je lastig?
-
Deadlines bespreken.
-
Overige punten/vragen bespreken waar men tegenaan loopt.
Aandachts/agendapunten PGO Tutorbijeenkomst 28-09
Voorzitter: Floor Dieben
Notulist: Elise Brouwer
Hierbij een overzichtje van wat we gaan bespreken tijdens de tutorbijeenkomst op aankomende
vrijdag:
-
Bespreking van het PvA dat voor de tweede keer is ingeleverd.
-
Bespreking van het voedingsstofverslag: Waar loop je vast? Wat vind je moeilijk?
-
Evaluatie van de samenwerking: bedenk voor jezelf: wat ging er wel goed, en wat ging er niet
goed? Wat wil je graag kwijt aan je medeprojectleden?
-
Deadlines bespreken
44
-
Overige punten/vragen bespreken waar men tegenaan loopt.
Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 03-10
Aandachtspunt: Iedereen moet zijn voedingsstofverslag uitgeprint meenemen naar deze vergadering.
Voorzitter: Elise Brouwer
Notulist: Irona Coffy
Te bespreken:
-
Afspraken maken over vergaderingen: Hoe gaan we de vergaderingen en de communicatie
beter aanpakken in het vervolg?
-
Elkaars verslagen doornemen; Wat kan er beter?
-
Afspraken maken; Hoe moet het geheel er ongeveer uitgaan zien als we het samenvoegen?

-
Welke aanpassingen moet wie nog doen?
Pabo voedingsdagboekjes bespreken
Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 10-10
Voorzitter: Romy Basart
Notulist: Floor Dieben
-
Verdelen van de voedingsdagboekjes.
-
Deadline voor de voedingsdagboekjes.
-
Afspraak maken voor voedingsverslag.
-
Taakverdeling presentatie.
-
Irona en Rianne bijpraten over de SLB les van afgelopen vrijdag.
45
Aandachts/agendapunten PGO tutorbijeenkomst 16-10
Voorzitter: Irona Coffy
Notulist: Romy Basart
Punten te bespreken:
-
Aanpassen van het voedingsdagboek
-
Maken van taakverdeling voor de presentatie
-
Het analyseren en adviseren van de pabo voedingsdagboekjes
Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 30-10
Voorzitter: Floor Dieben
Notulist: Rianne van Deelen
-
Bespreken wat er nog moet gebeuren voor maandag 5 november

Het onderzoeksverslag

Het procesverslag

De presentatie

De individuele verantwoording
-
Bespreken wie wat gaat doen.
-
Bespreken van deadlines: wanneer moet alles af zijn?
Aandachts/agendapunten groepsbijeenkomst 1-11
Voorzitter: Floor Dieben
Notulist: Rianne van Deelen
De volgende punten zullen worden besproken tijdens de vergadering:
-
Bespreken van de voortgang van de taken, hoe verloopt het? Zijn er problemen?
-
De individuele verantwoording.
-
Evaluatie van de samenwerking
-
Overige punten/vragen bespreken waar iemand tegenaan loopt.
46
Bijlage 2: Notulen
Hieronder volgen een aantal opgestelde notulen van tijdens de vergadering. Er mist een notule van de
volgende datum:
28-09-12
Notule groepsbijeenkomst 15-9
Voorzitter: Rianne van Deelen
Notulist: Romy Basart
-
-
Taakverdeling hoofdstukken voor het Plan Van Aanpak:

Hoofdstuk 1: Romy

Hoofdstuk 2: Romy

Hoofdstuk 3: Floor

Hoofdstuk 4: Elise

Hoofdstuk 5: Irona

Hoofdstuk 6: Rianne

Hoofdstuk 7: Floor

Hoofdstuk 8: Elise

Hoofdstuk 9: Rianne
De stukken dienen dinsdag avond 18/9 af te zijn. Op woensdag 19/9 zal het complete PVA
opgestuurd worden naar Hans.
Notule PGO tutorbijeenkomst 20-9
Voorzitter: Rianne van Deelen
Notulist: Romy Basart
Wat mist er aan het PVA?
-
schema rolverdeling
Behandeling PVA:
-
Hoofdstuk 1: Achtergrond houdt in achtergrond van het project.
-
Hierbij kan het rooster/de taakverdeling aan worden toegevoegd.
-
Hoofdstuk 2: SMART kan korter, in 1 zin.
-
Hoofdstuk 3: Komen de activiteiten overeen met de taakverdeling? Even checken.
47
-
Hoofdstuk 4: Hoeveel voedingsdagboekjes? Verdelen met de klas in overleg. Na analyse ->
individueel rapport.
-
Schema risico's verduidelijken met legenda.
Samenwerkingsovereenkomst
-
Deadlines niet nagekomen: gevolg? Strenger!
Checklist/aandachtspunten
-
Agenda (wat komt er ter tafel, mededelingen) voortaan uitprinten en meenemen naar elke
vergadering.
-
Elkaar uit laten praten, komt iedereen aan de beurt?
-
Notulen meenemen naar elke vergadering .
-
Feedback geven en ontvangen.
-
Brainstormen. Wat voor manieren? Oefenen!
-
Ratio versus intuïtief. Wat past bij jou?
-
Wat als jouw idee niet wordt gekozen? Wat doet dit met je?
-
Belangrijke besluiten op de agenda (presentatie, taakverdeling, etc).
We hebben een No Go gekregen voor het PVA. Volgende week donderdag nieuwe versie inleveren.
Notule groepsbijeenkomst 25-9
Afwezig: Rianne van Deelen, ziek
Reden: ziek
Voorzitter: Floor Dieben
Notulist: Elise Brouwer
Vandaag hebben we de verbeterde hoofdstukken van het PVA besproken
-
Hst 1: moet verbeterd worden!, ongeveer 1 a4-tje lang. Uitleg van de 3 opdrachten die in de
studiehandleiding staan uitgelegd.
-
HSt2: Goedgekeurd
-
Hst3: Goedgekeurd
-
Hst4: Goedgekeurd
-
Hst5: Goedgekeurd
-
Hst6: Goedgekeurd
-
Hst7: Goedgekeurd
-
Hst8: Goedgekeurd
48
-
Hst9: Goedgekeurd
-
Volgende vergadering: Woensdag 3 oktober, 12:15 uur, beneden in de koffiebar!
-
Onderwerp volgende vergadering: Voedingsstof verslag (MEENEMEN!! UITPRINTEN!!)
-
Volgende notulist: Irona
-
Volgende voorzitter: Elise
-
26 september: PVA inleveren!
Notule groepsbijeenkomst 03-10
Voorzitter: Elise Brouwer
Notulist: Irona Coffy
Iedereen was aanwezig.
-
voedingsstofverslag : iedereen gebruikt de zelfde lettertype (Verdana ,11) 1,5 regel afstand
-
bronvermelding : maakt niet uit wat je gebruikt ,eigen keuze. (APA of Van Couver)
-
pabo voedingsdagboek : even voor ons zelfs zoeken waar de informatie staat, als iemand het vindt
vermelden aan de groep.
Notule groepsbijeenkomst 10-10
Voorzitter: Romy Basart
Notulist: Floor Dieben
Afwezig: Rianne van Deelen, wegens ziekte.
Tijdens de vergadering zijn de volgende punten besproken:
-
De verdeling van de pabodagboekjes:

Irona: Merve Abbas en Sana Azdoufal

Elise : Mariske Bordewijk en Nikita Boting

Romy: Michelle Costa Sousa en Jeanik Dekker

Floor : Sander Boers en Tessa den Boer

Rianne: Daan Hartevelt en Serena Hoogduinen
-
Deadline voedingsdagboek analyse: 15 oktober. Dit wordt naar de mail gestuurd waar ook de
pabostudenten naar moesten mailen.
-
Voedingsstofverslag in elkaar zetten: donderdag 11 oktober om 10:00.
49
-
Het individueel verslag wordt woensdag 10 oktober opgestuurd naar de groepsmail
Notule groepsbijeenkomst 11-10
Voorzitter: Romy Basart
Notulist: Floor Dieben
Afwezig: Rianne van Deelen, wegens ziekte.
We dachten dat we als 2e waren, maar we waren als eerste. Daardoor konden we het
voedingsstofverslag niet nabespreken.
Tijdens de vergadering zijn de volgende punten besproken:
-
De samenwerking: Dit werd gedaan door middel van een tekening van een schip.
De bedoeling was om een schip te tekenen die sloeg op onze projectgroep. Hiervoor moesten de
volgende vragen beantwoord worden:
-
Wat is de functie van ieder project lid op het schip?
-
Wat is zijn plaats?
-
Hoe beweegt de boot zich voort?
-
Wat valt er op aan de boot:

Staan erg verspreid op de boot en de boot is erg kaal.

Wat is de eindbestemming: Het eindresultaat van het project.

Wat is het beginpunt van het schip: een leeg punt, niets.
-
Hoe om te gaan met (langdurige) ziekte.
-
Wat komt er in het proces verslag:

De resultaten

Het advies

Hoe zijn we begonnen en geëindigd als groep
De voorzitter en notulist voor volgende week zijn gekozen:
Voorzitter: Irona Coffy
Notulist: Romy Basart
50
Notule PGO tutorbijeenkomst 16-10
Het voedingsstofverslag is tot nu toe onvoldoende.
Wat moet er veranderd worden?
-
De resultaten en conclusie mogen niet langer zijn dan 10 pagina’s.
-
De osiriscode op het voorblad vermelden.
-
Inhoudsopgave.
-
Kopje resultaten maken.
-
Tabel in bijlage.
-
Bronvermelding moet gelijk -> Vancouver
Na aanleiding van deze vergadering werd duidelijk dat onze groep last heeft van de blijvende
afwezigheid van Rianne.
Wat gaan we hier aan doen?
- Romy stuurt een e-mail naar Rianne met de vraag wat we van haar kunnen verwachten en
hoe nu verder.
Notule groepsbijeenkomst 30-10
Voorzitter: Floor Dieben
Notulist: Rianne van Deelen
Vandaag hebben we besproken wat er nog aan het verslag moet gebeuren en wat er voor de
presentatie nog moet gebeuren. Ook is besproken wie wat gaat doen. Verder zijn de laatste deadlines
gesteld voor extra duidelijkheid.
De verdeling:
Onderzoeksverslag
- Hoe zijn de dagboekjes verwerkt (nvt, nevotabel, voedingscentrum etc.)

Irona.
-
Kort overzicht van de resultaten
-
Totalen, gemiddelden, minimum en maximum van alle voedingsstoffen

-
Advies

-
Floor en Rianne.
Floor, Rianne, Irona, Elise en Romy.
Conclusie

Floor, Rianne.
51
-
Samenvoegen totaal verslag

Floor, Rianne, Elise en Romy.
-
Een tabel met alle resultaten van de voedingsstoffen
-
Bijlage

Irona.
Procesverslag
-
Evaluatieverslag
-
Planning, notulen, agenda’s

-
Samenwerkings evaluatie

-
Floor en Rianne.
Floor en Rianne.
Bijlage agenda + notulen

Floor en Rianne.
Individuele verslag
- Onderbouwing van het geleverde werk
- Leerdoelen

Iedereen
Presentatie
-
Inhoud
- Hoe te werk gegaan*
- Adviezen
- Conclusie

-
Romy en Elise.
Vormgeving
- Belangrijke punten in een powerpoint
- Niet te veel afbeeldingen

-
Tekst van presentatie

-
Romy en Elise.
Romy en Elise.
Tabellen in powerpoint

Romy en Elise.
52
*Hoe te werk gegaan houdt in: hoe kom je aan de resultaten en gegevens en hoe zijn die verwerkt. De
samenwerking en eventuele problemen komen hier niet aan bod.
Deadlines
Datum
Wat
30/10/2012
Adviezen per voedingsstof op de mail zetten
30/10/2012
Gemiddelden, minimum en maximum per
voedingsstof op de mail zetten
04/11/2012 voor 16:00 uur
Individuele verslag op de mail zetten
04/11/2012 voor 22:00 uur
Uiteindelijke presentatie, zowel stof als
powerpoint, op de mail zetten
Notule PGO Tutorbijeenkomst 1-11
Voorzitter: Floor Dieben
Notulist: Rianne van Deelen
Tijdens deze bijeenkomst is het complete dossier van de integrale opdracht besproken. Floor en
Rianne hadden dit in elkaar gezet en de rest van de groep heeft hier feedback op gegeven. Romy gaat
een aantal punten verbeteren zodat het verslag klaar is.
De leerpunten van de groep moeten ook nog als SMART verwerkt worden.
Verder is het individuele verslag besproken, dit gaat alleen over jezelf.
Hierin moet het volgende komen te staan:
- Wat heb je gedaan?
- Welke feedback heb je gekregen over o.a. houding en stof die je hebt ingeleverd.
- Leerdoelen
53
Daarnaast hebben we het kort gehad over het Yohari venster. Dit is vooral goed voor zelfreflectie.
Wat jij weet
Wat jij niet weet
Open
Blinde vlek
Geheim
Onbekend
Wat de ander weet
Wat de ander niet weet
Door het open vlak zo groot mogelijk te maken door bijv. veel over jezelf te vertellen verklein je je
blinde vlek.
Door te delen wordt het open vlak groter.
Door feedback te krijgen word je blinde vlek kleiner.
Door communiceren word wat geheim is kleiner.
54
Individuele verantwoording
Floor Dieben
Toegevoegde waarde
Tijdens het project creëerde ik een soort overzicht van wat er nog moest gebeuren. Ik zocht dat van
tevoren uit en wilde daar iedereen graag op tijd van op de hoogte stellen. Daarnaast ben ik begonnen
met het op de mail zetten van agendapunten. Iedereen kon zich hierdoor goed voorbereiden op de
vergaderingen. Deze strategie heeft de groep tijdens het hele project aangehouden.
De volgende taken heb ik gemaakt:
-
Hoofdstuk 3 en 7 van het plan van aanpak.
-
Vooronderzoek voedingsstof calcium.
-
2 dagboekjes berekend en geanalyseerd.
-
Vezels en calcium geanalyseerd met betrekking tot de hele klas.
-
Algemeen advies voor vezels en calcium.
-
Onderzoeksverslag geschreven.
-
Procesverslag geschreven.
Wat heb ik geleerd
Ik heb veel mensenkennis opgedaan. Niet iedereen heeft hetzelfde doel voor ogen of dezelfde manier
van werken. Hierdoor ben ik een beetje tegen mijzelf aan gelopen. Ik heb graag controle en overzicht
en dat kan dan niet altijd. Ik zal moeten leren dit meer los te laten.
Sterke en minder sterke punten
Hieronder volgen een aantal sterke en minder sterke punten van mij. De minder sterke punten zullen
een richtlijn zijn voor mijn leerdoelen.
Sterk:
1. Ik bereidde me goed voor op vergaderingen en andere zaken omtrent het project.
2. Ik toonde actief gedrag tijdens de bijeenkomsten en dacht goed mee.
3. De taken die af dienden te zijn, had ik (ruim) voor de deadline af.
Minder sterk
1. Ik trok snel taken naar mij toe.
2. Ik maakte de taken/onderdelen soms te uitgebreid, waardoor er teveel tijd in ging zitten.
55
Leerdoelen
Hieronder volgen mijn leerdoelen voor het volgende project. De doelen zijn opgesteld aan de hand
van SMART.
1. Tijdens het volgende project ga ik minder taken naar mij toe trekken door meer af te wachten
of wat vaker ‘nee’ te zeggen.
2. Tijdens het volgende project ga ik efficiënter met de onderdelen te werk door eerst voor mij
zelf op te schrijven wat er precies van mij wordt verwacht.
Rianne van Deelen
Vanaf het begin van het project heb ik de stof en onderdelen zeer boeiend gevonden. Echter ben ik
wel enige tijd ziek geweest. Onder andere hierdoor verliep de samenwerking en het contact wat
minder soepel. Tijdens mijn periode van afwezigheid heb ik de onderdelen die ik volgens de planning
zou maken afgerond. Nieuwe onderdelen die ik heb toegewezen gekregen heb ik gemaakt. Hierdoor
ontstond er geen achterstand of mogelijke complicaties in het verdere werkproces.
Bijdrage aan het project
Plan van aanpak
Hier heb ik de onderdelen Kwaliteit en Risico’s gemaakt. Vervolgens hebben Floor, Romy en Elise
het samengevoegd.
Vooronderzoek
Tijdens dit onderdeel heb ik me gericht op de voedingsstof eiwitten. De eerste versie is door ziekte
van mij samengevoegd door de rest van de groep. Wegens afkeuring van de eerste versie is er een
nieuwe versie gemaakt. Deze versie heb ik uiteindelijk samengevoegd en de literatuurlijst kloppend
gemaakt.
Onderzoek
Voor het onderzoek heb ik 2 voedingsdagboekjes van pabostudenten berekend en geanalyseerd.
Daarnaast heb ik de voedingsstoffen eiwitten en vitamine E geanalyseerd voor alle studenten van de
pabo klas. Aan de hand van de gegevens die uit de analyse van eiwitten en vitamine E kwamen heb ik
vervolgens voedingsadviezen opgesteld. Verder heb ik nog het onderzoeksverslag en procesverslag
geschreven en het eind dossier samengesteld met Floor.
56
Sterke en minder sterke punten
Hieronder mijn sterke en minder sterke punten. Voor mijn leerdoelen ben ik uitgegaan van mijn
minder sterke punten. Hierdoor hoop ik deze te versterken.
Sterke punten
- Ik werk geordend waardoor voor mij en vaak ook andere meteen duidelijk is wat er moet gebeuren.
- Bij conflicten probeer ik van een afstand naar mezelf te kijken en te oordelen wat ik goed doe en wat
beter kan. Van daar uit probeer ik dan het conflict op te lossen.
- Mijn doorzettingsvermogen zorgt ervoor dat ook als het tegen zit ik toch blijf doorgaan en daardoor
altijd een uitweg vind.
Minder sterke punten
- Ik vind feedback ontvangen erg lastig. Ik zie het snel als kritiek en sluit mij hier dan in eerste
instantie voor af. Pas later ga ik er dan naar kijken.
- Tijdens afwezigheid probeer ik te weinig om contact te leggen met groepsleden om de voortgang en
eventuele taken te bespreken.
Wat heb ik tijdens het project geleerd
Tijdens het project ben ik erachter gekomen dat doordat niet iedereen hetzelfde doel of niveau voor
ogen heeft er misverstanden of onenigheid kunnen ontstaan. Ik vond het hierin lastig om aan te geven
dat ik het soms ergens niet mee eens was. Daardoor hield ik me in het begin wat meer op de
achtergrond met betrekking tot het aangeven welke onderdelen ik graag zou willen maken. In de loop
van het project heb ik ingezien dat ik door meer aan te geven wat ik graag zou willen doen binnen het
project ik ook wat meer betrokken raakte hierin.
Leerdoelen
Opgesteld aan de hand van SMART.
- Tijdens het volgende project ga ik me opener opstellen voor feedback door op te schrijven wat er
gezegd wordt en het over te lezen om me niet meteen af te sluiten.
- Tijdens het volgende project ga ik mee contact opnemen tijdens mijn afwezigheid door dagelijks te
bellen of mailen naar één van de groepsleden om meer informatie te verkrijgen.
Irona Coffy
Ik vond het een leuk project om eraan te werken omdat, het theorie die ik kreeg in het project moest
toe passen. Daardoor leer en begrijp ik het best zoals, het analyseren van de voedingsdagboekjes.
Ik vond het een leuk project om eraan te werken omdat de theorie die ik gekregen heb, toegepast
moest worden. Hierdoor was het zeer begrijpelijk en leerzaam voor mij. Een voorbeeld hiervan is het
analyseren van de voedingsdagboekjes.
57
Ik vond het wel een beetje spannend omdat dit mijn eerste ervaring was met betrekking tot een
groepsopdracht. het de eerste groepsopdracht was voor mij, doordat ik dit niet eerder heb gedaan, was
het voor mij onduidelijk wat er van me verwacht werd en wat ik moest verwachten. het was de eerste
keer die ik aan zo een groepsproject werk voor mij was het niet duidelijk wat van mijn verwacht werd
en wat ik ook moest verwachten. Maar ik heb mijn best gedaan en mijn bijdrage geleverd aan dit
project.
De boeken zijn ook allemaal nieuw, je moet een beetje kennis van hebben om deze aan te passen in
het projectopdracht. Het is heel belangrijk om de opdracht goed door te lezen en begrijpen en doen
wat aan jouw gevraagd wordt.
Mijn bijdrage aan dit project
Ik deed wat er aan mij gevraagd werd en deze op tijd inleveren. We hebben een groepsmail gemaakt
en hierop moesten wij onze onderdelen uploaden. Verder was er ook sprake van uitwisselen van
ideeën en meningen en het maken van een taakverdeling tijdens het projectopdracht. De ene keer
kreeg ik een taak toegewezen en de andere keer gaf ik zelf toe wat ik wil doen. Het samen voegen van
de onderdelen werd door een groepslid gedaan. Tijdens onze groepsvergaderingen bespreken wij over
wat er nog gedaan moet worden, wat we al af hebben en de taak verdeling voor de volgende onderdeel
van het project.
In de eerste weken van het project was duidelijke afspraken maken en het nakomen van deze, een
agendapunt voor de groep. Toen had ik als feedback gekregen dat ik minder betrokken was in de
groep. De feedback heb ik gebruik/ aangenomen als een leerpunt.
Vanaf toen zorgde ik ervoor dat ik meer betrokken blijf door onder andere meer vragen te stellen over
het project en initiatief te nemen. ben door meer te gingen vragen over het project en initiatief nemen.
Tijdens de taakuitvoering zorgde ik ervoor dat ik mijn onderdeel op tijd op de mail zet. Tijdens
groepsvergadering, hou ik mij aan de afspraken.
Voor de volgende project groep zou ik graag willen dat wij tijdens de groepsvergadering meer
samenwerken en daarmee bedoel ik samen aan tafel zitten en aan een onderdeel werken en niet dat er
telkens taakverdeling wordt gemaakt en daarna alles in een bijvoegen. Voordeel hiervan is dat het
structuur van het verslag loopt overal het zelfde en de woordgebruik is overal het zelfde. Zo leer je je
groepsleden ook kennen en je weet wat je aan persoon heb, want niet iedereen heeft dezelfde manier
van werken de ene beter dan de ander. Ik ben zelfs zo iemand die niet in me eentje kan werken maar
samen met iemand of meerdere. En zo kan je ook verschillende onderwerpen met elkaar uitwisselen
en of je ergens moeite mee heeft. Op deze manier leer men ook van de expertises van de
anderen.Voor het volgende project wil ik mijn betrokkenheid meer tonen door met ideeën te komen
voor het project.
Elise Brouwer
 Wat heb ik gedaan?
Om te beginnen heb ik een gezamenlijke groepsmail aangemaakt om er voor te zorgen dat iedereen
zijn documenten kon sturen zodat de andere projectleden dit door konden lezen of samen konden
voegen. Daarna moesten we direct aan het plan van aanpak beginnen. Ik heb toen een eerder gemaakt
plan van aanpak van mij meegenomen naar school, om de projectleden die nog niet zo’n duidelijk
beeld hadden van een pva, te laten zien hoe dat er ongeveer uit moest zien. Ook had ik een boek
meegenomen, Projectmanagement. Aan de hand hiervan hebben wij een taakverdeling gemaakt van
de hoofdstukken van het pva. Ik had het hoofdstuk projectgrenzen en de planning. Voor het
voedingstrendverslag had ik het onderwerp vet. Hier over heb ik een verslag gemaakt en later heb ik
van twee pabostudenten gekeken in de voedingsdagboekjes naar hun inname van onze vijf gekozen
voedingsstoffen. Later heb ik van de hele paboklas de vetinname berekend en hiervan het gemiddelde
berekend. Romy en ik hebben de presentatie gehouden en de presentatie gemaakt ,zowel tekst en
58
powerpoint, aan de hand van het eindverslag. Het eindverslag was de taak van Rianne, Floor en Irona
maar uiteindelijk heb ik er zelf ook nog redelijk veel tijd aan moeten besteden. Ik denk dat ik tijdens
dit project iedereen zo goed mogelijk heb proberen te helpen. Ook vond ik het belangrijk dat er een
goede sfeer bleef ondanks een aantal tegenslagen. Ik denk dat dit mij uiteindelijk wel goed gelukt is
en ben tevreden met het resultaat.
 Welke feedback heb ik gekregen over bijv. houding en stof die je hebt ingeleverd?
De feedback die ik heb gekregen van mijn slb’er is om niet andermans stukken te verbeteren zonder
dit van te voren te overleggen. Tijdens dit project hebben Romy en ik een keer de fout gemaakt om
een stuk tekst van Irona te verbeteren. Ook heb ik geleerd hoe belangrijk het is om face to face met
mensen te communiceren en niet via whatsapp, aangezien hier dingen verkeerd door kunnen worden
opgevat.
 Leerdoelen
1) Ik kan tijdens het volgende project duidelijke afspraken maken en goed face to face communiceren
met mijn projectgroep.
2) Ik kan mij tijdens het volgende project mijzelf er toe zetten om mij alleen te richten op mijn eigen
taken en dus niet op het maken van taken van andere projectleden.
Romy Basart
De samenwerking binnen de groep verliep vanaf het begin af aan voor mijn gevoel niet vlekkeloos.
Irona en Rianne waren vaak afwezig en voor Floor was alles nog heel nieuw. Daarom waren Elise en
ik de gene die vooral het initiatief namen en knopen doorhakte.
Ik merkte al gauw dat dat niet de juiste manier was om ons probleem op te lossen omdat Irona, Rianne
en Floor van Elise of van mij verwachtte dat wij alles zouden bepalen. Dit merkte ik vooral tijdens
vergaderingen. Ik besloot om een stapje terug te doen en me wat meer bescheiden op te stellen door
minder te zeggen. Dat vond ik lastig omdat ik graag wat te zeggen heb.
Tijdens een vergadering waar onze studieloopbaanbegeleider bij was kregen we van hem de opdracht
om een boot te tekenen. De boot stond symbool voor het project. Op deze boot moesten we onszelf
plaatsen op de plek op de boot waar wij dachten te staan. Samen met Elise stond ik aan het roer. Ik zie
mezelf dan ook als ‘kapitein’ van het project. Dat heb ik eerder nog nooit ervaren tijdens projecten op
mijn vorige opleiding.
Binnen het project ben ik verantwoordelijk geweest voor verschillende stukken die terug komen in het
verslag. Onderstaande stukken heb ik geschreven:
- Plan Van Aanpak (Hoofdstukken: achtergrond en projectresultaat)
- Verslag vitamine E
- Advies inname vocht
- Onderzoeksverslag (Onderdeel: Gezondste student)
Als projectgroep zijn we niet bezig geweest met feedback geven en ontvangen. Achteraf gezien vind
ik dat jammer. Ik weet zeker dat we hierdoor onze band hadden kunnen versterken. Dit neem ik mee
naar het volgende blok.
59
Leerdoel: delegeren.
Ik wil leren delegeren zodat ik andere de ruimte kan geven om te ontwikkelen. Ik wil dit doen door bij
elk project een taakverdeling maken waarbij de hoeveelheid taken per persoon eerlijk is verdeeld.
Een taakverdeling wordt binnen een project meerdere keren gemaakt, afhankelijk van het soort project
en de hoeveelheid opdrachten.
Dit doel is acceptabel omdat een eerlijke taakverdeling in overeenstemming is met de rest van de
groep. De rest van de projectgroep zal het hier mee eens zijn.
Om dit plan uit te voeren zal ik regelmatig feedback vragen aan mijn projectleden. Op deze manier
krijg ik een beeld van het doel en weet ik hoe ver ik verwijderd ben van het halen van het doel.
Ik zal beginnen met een taakverdeling maken op het moment dat de projectgroep haar eerste
vergadering houdt. Vanaf dit moment ben ik bezig met mijn leerdoel delegeren.
60
Download