Z Leden van het Immuno-Oncologisch Netwerk: dr. Katrien » De Wolf (links), prof. dr. Lieve Brochez, prof. dr. Sofie Bekaert, dr. Vibeke Kruse, prof. dr. Karim Vermaelen, prof. dr. Tessa Kerre. UZ GENT LANCEERT IMMUNO-ONCO­LOGISCH NETWERK (ION) Het immuunsysteem activeren tegen kanker Immuno-oncologie verandert de behandeling van kanker ingrijpend. Doorbraken volgen elkaar snel op. Het UZ Gent en de UGent bundelen hun klinische en onderzoeksexpertise in een Immuno-Oncologisch Netwerk. I n het UZ Gent en de UGent is uitgebreide expertise gegroeid in de immuno­logie van kanker, zowel voor ­klinische toepassingen als voor fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek. Het ImmunoOncologisch Netwerk (ION) Gent bundelt die expertise, stemt verspreide initiatieven op elkaar af, stimuleert multidisciplinair onderzoek en maakt de klinische ervaring waarover het UZ Gent beschikt zichtbaar. Het ION Gent werd op 3 maart 2016 officieel gelanceerd met een internationaal symposium. Het is de bedoe­ ling om voortaan jaarlijks zo’n symposium te organiseren, met daarnaast regelmatige workshops en netwerking rond klinische en onderzoeksthema’s. NIEUW PARADIGMA Immuno-oncologische behan­ delingsmethoden activeren het immuunsysteem om tumor­cellen op te ruimen. Voor Science was immuno-oncologie in 2013 de doorbraak van het jaar. In elk geval zorgt ze voor een paradig­ maverschuiving. De klassieke behandelingen – radiotherapie, chemotherapie, chirurgie – richten zich direct op de tumor. Immuno- oncologische behandelingen werken in op het immuunsysteem: ze triggeren het om tumorcellen te herkennen en aan te vallen. Prof. dr. Lieve Brochez (dienst Dermatologie): ‘Daarvoor moet je het immuunsysteem als het ware “resetten”. Allerlei mechanismen in de tumoromgeving zorgen er im­ mers voor dat het immuunsysteem geremd wordt. Immuno-oncologie probeert op die mechanismen in te grijpen en daardoor een immuno­ logische reactie tegen de tumor op gang te brengen.’ De eerste successen werden be­ haald bij uitgezaaide melanomen, maar intussen wordt de behande­ ling ook ingezet bij longtumoren en andere kankers. Prof. dr. Karim Vermaelen (dienst Longziekten): ‘Melanomen werden al langer beschouwd als immunogeen. Dat ZORG 9 immuuntherapie ook bij long­ kanker effectief blijkt, was niet verwacht. In de omgeving van een longtumor is het immuunsysteem verlamd. Nieuwe medicatie heft die verlammende signalen op, met goede resultaten, zelfs bij mensen die al diverse chemo­ kuren hebben gehad.’ DRIE TYPES Het UZ Gent zet in op drie types immuno-oncologische behande­ lingen. Het eerste zijn de zoge­ noemde checkpoint inhibitoren. Die geneesmiddelen blokkeren de signalen waarmee de tumor het immuunsysteem lamlegt. De rem wordt van het immuun­systeem gehaald, zodat het continu actief blijft. De twee andere types zijn cel­ therapieën: cellen worden uit het Patiënten met zwaar uitgezaaide tumoren blijken na vijf jaar niet te ­hervallen. Prof. dr. Karim Vermaelen lichaam geïsoleerd om er in vitro een therapeutisch product van te maken. Met dendritische cel vaccins probeert men immuuncel­ len specifieker tegen tumoren te richten. Daarbij wordt ook gedacht aan synergie met check­ point inhibitoren. Veelbelovend is de CAR-T-celtherapie. T-cellen uit het immuunsysteem van de patiënt worden gemodificeerd om speciale Chimeric Antigen Receptors (CAR’s) tot uitdruk­ king te brengen, zodat ze het tumorantigen aan het oppervlak van kankercellen herkennen. Die gemodificeerde CAR-T-cellen wor­ den weer in de bloedbaan van de patiënt gebracht, waar ze de kan­ kercellen met het tumorantigen herkennen en opruimen. Vooral bij lymfomen heeft die behande­ ling opvallende resultaten. Wat immuno-oncologische behandelingen zo veel­ belovend maakt, is de lange responsduur. Je dient ze korte tijd toe, maar als ze aanslaan, is de respons duurzamer. Dr. Vibeke Kruse Immuno-­ oncologie LANGE RESPONS Wat immuno-oncologie zo veel­ belovend maakt, is de lange res­ ponsduur. Dr. Vibeke Kruse (dienst Medische oncologie): Chemothera­ pie werkt bij toediening en korte tijd nadien. Ook immuuntherapie dien je korte tijd doe, maar als ze aanslaat, is de respons duurzamer. Patiënten met zwaar uitgezaaide tumoren blijken dan ook jaren later niet te hervallen.’ Dat is goed te zien op de overlevingscurve van patiënten met een uitgezaaid melanoom. In de periode na een metastase overlijdt een groot deel. De staart van de curve is de groep bij wie immuno-oncologie aanslaat. Die patiënten zijn 7 tot 10 jaar na een metastatisch melanoom nog in leven. Bij longkanker wordt al een responsduur van 5 jaar gemeten. Prof. dr. Vermaelen: ‘Dat was vroeger ongezien. De grote uitdaging is nu om de staart van de overlevingscurve hoger te tillen door de respons te verhogen, bijvoorbeeld door combinaties van immuno-oncologie en andere therapieën uit te proberen, of door te ontrafelen waarom patiënten wel of niet reageren op een be­ paalde behandeling.’ VOORSPELLENDE TESTS NODIG Immuno-oncologische behande­ lingen slaan immers niet bij elke patiënt aan. Voorspellende tests zijn in ontwikkeling, maar voor melanomen is hun klinische bruik­ baarheid nog niet gedefinieerd. Bij longkanker is er wel een behoorlijk predictieve biomerker voor respons Drie domeinen: • c heckpoint inhibitoren • vaccins • CAR–T-cel In die drie domeinen heeft het UZ Gent klinische expertise en doet het Immuno-Oncologisch Netwerk grensverleggend onderzoek. Voordelen •d uurzaam: als de behandeling aanslaat, houdt de respons lang aan, ook na het stopzetten van de behandeling • levenskwaliteit: de patiënt voelt zich subjectief beter en kan weer een actief leven aan •b ijwerkingen zijn beheersbaar Nadelen •b ehandelingen slaan niet bij elke patiënt aan • bijwerkingen vergen alertheid en snel inzetbare expertise •h oge kostprijs ZORG 11 Checkpoint inhibitoren blokkeren de signalen waarmee de tumor het immuunsysteem lamlegt De PD1/PD-L1-interactie beschermt de kankercel tegen vernietiging door het immuunsysteem. op checkpoint inhibitie. Prof. dr. Brochez: ‘Met het ION proberen we nieuwe biomerkers te ontdekken waarmee we de respons op bij­ voorbeeld checkpoint inhibitoren beter kunnen voorspellen. We wil­ len daarvoor onder meer de cen­ trale biobank verder uitbouwen, met tumormateriaal en bloed van patiënten die immuno-oncologisch werden behandeld.’ Een ander nadeel: immunooncologische behandelingen zijn nog erg duur. Voorlopig wordt alleen ipilimumab (Yervoy®), een checkpoint inhibitor die wordt ingezet bij melanoommetastasen, terugbetaald door het RIZIV. Voor de familie van anti-PD1 middelen lopen de onderhandelingen nog. Prof. dr. Vermaelen: ‘Die hoge kostprijs werpt natuurlijk de Door de PD1/PD-L1-interactie te blokkeren, zijn T-cellen in staat om tumorcellen te vernietigen. vraag op of en wanneer behan­ delingen kosteneffectief zijn. Ook daarom zijn voorspellende tests zo belangrijk. Daarnaast willen we met het ION ook meer klinische studies aantrek­ ken, waarin we onze patiënten ­kunnen ­includeren.’ BIJWERKINGEN: SNEL HERKENNEN Typische bijwerkingen van immuno-oncologische behande­ lingen zijn auto-immuunreacties zoals eczeem, colitis, thyroïditis en pneumonitis. De bijwerkingen zijn beheersbaar als ze snel ontdekt en behandeld worden. ‘Dat is niet al­ tijd evident’, zegt dr. Vibeke Kruse. ‘Ze kunnen sluimeren en plotseling heel fulminant worden en ze zijn niet altijd gemakkelijk te herken­ nen: zo kan diarree een symptoom zijn van colitis en kan vermoeid­ heid op hypofysitis wijzen. Het UZ Gent heeft de expertise in huis om snel te reageren op zulke adverse events. Daarom hebben we een task force opgericht van snel inzetbare experts.’ Alert blijven voor mogelijke bijwerkingen is erg belangrijk, ook in de eerste lijn. Prof. dr. Lieve Brochez: ‘Als je als huisarts van een patiënt die immunooncologisch werd behandeld plots schildklierproblemen vaststelt, neem je het best contact op met de behandelende arts. Met het ION zullen we standaardbrieven opstellen en infosessies geven voor huisartsen en artsen in andere ziekenhuizen die immunooncologisch behandelen.’