Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener Sociaal

Kwalificatiedossier: Sociaal werk
Profiel(en):
•
•
Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener
Sociaal-cultureel Werker
Geldig vanaf 1 augustus 2013
Opleidingsdomein: Zorg en welzijn
Crebonummer(s):
Penvoerder: Calibris
Ontwikkeld door: Kenniscentrum Calibris
© Stichting SBB 2002-2013. Gebruik van gegevens en teksten is met bronvermelding vrijelijk toegestaan. Commercieel gebruik van deze gegevens is niet toegestaan. De
disclaimer van toepassing op dit document is te lezen op www.kwalificatiesmbo.nl.
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Inhoudsopgave
LEESWIJZER 3
OVERZICHT VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER 4
BASIS 5
1Typering van de beroepen 6
2Beroepsgerichte basistaken 6
2. 1Taak: Opstellen van een plan 7
2. 1.1Deeltaak: Inventariseert (de situatie en) de vraag naar sociaal werk 7
2. 1.2Deeltaak: Maakt een plan van aanpak 7
2. 2Taak: Uitvoeren van een plan 8
2. 2.1Deeltaak: Biedt ondersteuning 8
2. 2.2Deeltaak: Ondersteunt cliënten in het vergroten van zelfregie 9
2. 2.3Deeltaak: Evalueert de geboden dienstverlening 9
2. 3Taak: Uitvoeren van organisatiegebonden taken 10
2. 3.1Deeltaak: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 10
2. 3.2Deeltaak: Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 10
2. 3.3Deeltaak: Organiseert en ondersteunt samenwerkingsverbanden 11
3Algemene basistaken 11
PROFIEL 12
1Profiel: Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener 13
1.1Taak: Ondersteunen van (individuele) cliënten bij sociaal maatschappelijke vragen/problemen 13
1.1.1Deeltaak: Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten 13
1.1.2Deeltaak: Bemiddelt en ondersteunt de cliënt in het behartigen van belangen 14
1.1.3Deeltaak: Ondersteunt bij juridische en financiële vragen 14
1.1.4Deeltaak: Verricht informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) 15
1.1.5Deeltaak: Verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers 15
2Profiel: Sociaal-cultureel Werker 16
2.1Taak: Begeleidt cliëntgroepen bij sociaal maatschappelijke vragen/problemen 16
2.1.1Deeltaak: Bereidt projecten en activiteiten voor 16
2.1.2Deeltaak: Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten 17
2.1.3Deeltaak: Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten 17
2.1.4Deeltaak: Werft vrijwilligers 18
2.1.5Deeltaak: Voert coördinerende en beleidsmatige taken uit 18
KEUZE 18
1Mogelijke keuzetaken 19
2Criteria voor keuzetaken 19
VERANTWOORDINGSINFORMATIE 19
AANVULLENDE INFORMATIE 19
Pagina 3 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
LEESWIJZER
Dit kwalificatiedossier bevat de diploma-eisen voor één of meerdere mbo-opleidingen. Deze eisen geven samen weer wat
de gediplomeerde moet kunnen als hij of zij op de arbeidsmarkt start of verder studeert.
Het mbo-diploma bevat drie onderdelen:
1.
De basis, die gevormd wordt door:
a)
De beroepsgerichte basistaken, waarvan de diploma-eisen door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit
zijn de gemeenschappelijke taken en deeltaken voor het gehele kwalificatiedossier.
a)
De algemene basistaken, waarvan de diploma-eisen door de landelijke overheid zijn geformuleerd. Dit zijn de
taaltaak, rekentaak en loopbaan- & burgerschapstaak.
2.
De profielen, waarvan de diploma-eisen door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn de taken en/of
deeltaken waarop de beroepen in dit kwalificatiedossier van elkaar verschillen.
3.
De keuzes, waarvan de diploma-eisen eveneens door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn (deel)taken
binnen het diploma die de arbeidsmarktrelevantie vergroten of de doorstroom naar een vervolgstudie
vergemakkelijken.
Dit kwalificatiedossier bevat een beschrijving van de kwalificatie-eisen voor de basis en de profielen. Het
kwalificatiedossier bevat verder een verwijzing naar de mogelijke keuzes. Ook is beschreven aan welke criteria nieuw te
ontwikkelen keuzes moeten voldoen.
Dit kwalificatiedossier bevat ook een verwijzing naar verantwoordingsinformatie. Dit is geen onderdeel van het diploma.
Het betreft informatie over:
-
Onderliggende beroepscompetentieprofielen en arbeidsmarktinformatie
Loopbaanperspectief en ontwikkelingen in de sector
Certificeerbare eenheden
Afspraken rondom examinering
De betrokkenen bij het kwalificatiedossier, discussiepunten en oordeel van docenten en andere gebruikers
Indien beschikbaar bevat dit kwalificatiedossier ook een verwijzing naar aanvullende informatie zoals:
-
Publieksgerichte brochures over het kwalificatiedossier
Informatie voor leerlingen over beroepenoriëntatie en studiekeuze
4
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
OVERZICHT VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER
Naam profiel
Wettelijke beroepsvereisten
P1Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener
Nee
P2Sociaal-cultureel Werker
Nee
De verwantschap tussen de verschillende profielen in dit kwalificatiedossier bevindt zich op de volgende beroepsgerichte
taken en deeltaken:
Taak 1 Opstellen van een plan
1.1Inventariseert (de situatie en) de vraag naar sociaal werk
1.2Maakt een plan van aanpak
Taak 2 Uitvoeren van een plan
2.1Biedt ondersteuning
2.2Ondersteunt cliënten in het vergroten van zelfregie
2.3Evalueert de geboden dienstverlening
Taak 3 Uitvoeren van organisatiegebonden taken
3.1Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
3.2Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
3.3Organiseert en ondersteunt samenwerkingsverbanden
Profiel 1 Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener
Profieltaak
Deeltaak
Taak 1Ondersteunen van
(individuele) cliënten bij sociaal
maatschappelijke
vragen/problemen
1.1Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten
1.2Bemiddelt en ondersteunt de cliënt in het behartigen van belangen
1.3Ondersteunt bij juridische en financiële vragen
1.4Verricht informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de
cliënt(en)
1.5Verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers
Profiel 2 Sociaal-cultureel Werker
Profieltaak
Deeltaak
Taak 1Begeleidt cliëntgroepen bij 1.1Bereidt projecten en activiteiten voor
sociaal maatschappelijke
1.2Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten
vragen/problemen
1.3Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten
1.4Werft vrijwilligers
1.5Voert coördinerende en beleidsmatige taken uit
Pagina 5 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
BASIS
1. Typering van de beroepen
Dit kwalificatiedossier bevat het pakket van eisen beschreven voor het diploma Sociaal werk met de volgende profielen:
Naam profiel
Mbo-niveau
EQF niveau
Typering opleiding
Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener
4
4
middenkaderopleiding
Sociaal-cultureel Werker
4
4
middenkaderopleiding
Typerende beroepshouding
Werken in de sociaal-agogische sector betekent direct werken met cliënten. Hierbij speelt de beroepskracht als persoon
een essentiële rol. Zijn kwaliteiten zijn van doorslaggevend belang bij het aangaan van een professionele relatie en bij
het bereiken van de gewenste resultaten. De sociaal werker heeft een positieve grondhouding, staat op voet van
gelijkwaardigheid met mensen en heeft respect en positieve interesse voor ‘anders-zijn’.
De sociaal werker is gericht op krachten en talenten van individuele burgers, groepen en samenwerkingsverbanden. Zij is
vasthoudend, heeft veel geduld en kan ook weer loslaten.
De sociaal werker onderscheidt zich door:
- haar betrokkenheid bij individuen, groepen en netwerken;
- haar empatisch vermogen;
- haar assertief vermogen;
- haar integriteit;
- haar reflectie op het eigen professionele handelen.
Context
Aard van de werkzaamheden
De sociaal werker richt zich op het achterhalen van de hulpvraag, is op zoek naar de vraag achter de vraag, spreekt
cliënten/burgers en hun omgeving aan op hun eigen kracht. Om mensen te bereiken is zij zichtbaar en gaat op mensen
af.
Zij activeert individuen, netwerken en groepen om hun verantwoordelijkheid te nemen en maakt hen eigenaar van hun
eigen vraagstukken.
Zij stelt doelen vast voor individuen en groepen en ondersteunt cliënten bij het bereiken van deze doelen. De mate van
ondersteuning is afhankelijk van de mogelijkheden, kennis en vaardigheden van de cliënt. Waar nodig zet zij
methoden/activiteiten/projecten in om doelen te bereiken.
De sociaal werker richt zich met name op:
1. Vergroten van de zelfredzaamheid van burgers/cliënten (eigen kracht. Eigen regie)
2. Opbouwen, versterken en inzetten van sociale netwerken van de cliënt
3. Volwaardig functioneren van de cliënt als lid van de samenleving (maatschappelijke participatie)
De sociaal werker werkt in de publieke sector en werkt daarin samen met doelgroepen met een verschillende (culturele)
achtergrond. De SCW-er beweegt zich soepel in de diversiteit van culturen, leefwerelden en informele netwerken en weet
aansluiting te vinden bij mensen met een verschillende achtergrond/afkomst. Zij overbrugt de kloof tussen burgers en
professionele organisaties.
Resultaat van het beroep
6
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
2. Beroepsgerichte basistaken
Taak 1 Opstellen van een plan
Complexiteit
De sociaal werker inventariseert de vraag naar sociaal werk en maakt een plan van aanpak. Dit doet zij in wisselende
omgevingen, dit kan zijn in een buurt/wijk, in overleg met een groep bewoners of in gesprek met een individuele cliënt.
Om de vraag/problematiek helder te krijgen zet de sociaal werker verschillende methoden, kennis en vaardigheden in. Zij
verzamelt gegevens (over een buurt/wijk, personen, faciliteiten en individuen) uit een diversiteit aan bronnen, analyseert
deze en verwerkt ze in een plan van aanpak. Hierbij hanteert zij een methodische werkwijze.
Waar nodig werkt de sociaal werker samen met directe collega's en/of andere betrokkenen bij het opstellen van een plan
van aanpak.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De sociaal werker werkt zelfstandig en is verantwoordelijk voor het opstellen van een plan. Hiervoor werk zij samen met
cliënten, directe en indirecte collega's, andere betrokkenen en/of leidinggevende.
Vakkennis
Vaardigheden
Deeltaak 1.1 Inventariseert (de situatie en) de vraag naar sociaal werk
Omschrijving
De sociaal werker verzamelt informatie over haar werkgebied en haar cliënten. Hierbij inventariseert zij de situatie en
wensen van de doelgroep op materieel en (daaraan gerelateerd) psychosociaal gebied.
Zij informeert zich over achtergrond van cliënten en hun leefomgeving, neemt kennis van cultuurverschillen, specifieke
problemen en belangentegenstellingen. Zij verzamelt informatie ver thuissituaties, beweegredenen, vragen en
achterliggende vragen en wensen, latente behoeften, potenties en ambities van individuen en groepen. Zij signaleert
sociale en maatschappelijke kwesties. Waar nodig zoekt zij samenwerking met andere beroepskrachten en
partnerorganisaties.
Bij het achterhalen van de vraag is de sociaal werker alert op mogelijk achterliggende problematiek. De sociaal werker
houdt de analyse van de vraag actueel door ontwikkelingen in het werkgebied bij te houden.
Resultaat
De vraag/behoefte aan sociaal werk is vastgesteld (expliciet en helder). (De situatie is geanalyseerd en biedt de basis
voor het ontwikkelen van een plan.)
Gedrag
- toont belangstelling voor en betrokkenheid bij de problemen/vragen van cliënten (Aandacht en begrip tonen)
- vraagt door om de situatie en behoeften van de cliënt in kaart te brengen (Aandacht en begrip tonen)
- gaat integer om met vertrouwelijke informatie (Ethisch en integer handelen)
- communiceert open en duidelijk (ethisch en integer handelen)
- gebruikt verschillende bronnen om de juiste en voldoende informatie te verkrijgen (onderzoeken)
- gaat proactief te werk in het inventariseren van de behoeften en de wensen van cliënten (op de behoefte en
verwachtingen van de 'klant' richten)
- is alert op mogelijk nieuwe informatie, pikt signalen snel op en interpreteert deze (onderzoeken)
- overlegt met andere beroepskrachten (samenwerken en overleggen)
- stelt de beginsituatie van cliënten vast
Deeltaak 1.2 Maakt een plan van aanpak
Pagina 7 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 1.2 Maakt een plan van aanpak
Omschrijving
De sociaal werker analyseert de verzamelde gegevens. Op basis van de analyse zet zij de mogelijke aanpakken op een
rij. Zij weegt alternatieven tegen elkaar af en maakt een keuze voor een of meerdere aanpakken.
De sociaal werker formuleert, evt. samen met de cliënt(en), doelstellingen en acties en werkt deze uit in een compleet,
haalbaar en realistisch plan van aanpak. Zij stemt hierin af met de cliënt, collega's, andere beroepskrachten en
betrokkenen.
In het plan beschrijft de sociaal werker wie welke acties onderneemt, welke samenwerking met andere
instanties/partners nodig is, wanneer de aanpak succesvol is, welke resultaten behaald dienen te worden en waarop de
betrokkenen mogen worden afgerekend.
Resultaat
Er ligt een plan van aanpak dat haalbaar is met de beschikbare middelen en voorziet in een antwoord op de vraag (van
individuen en/of groepen). Het is helder wie bij de uitvoering betrokken zijn en wie welke verantwoordelijkheid draagt.
Gedrag
- stemt af met betrokkenen zodat hun inbreng bij de uitvoering van het plan helder is (samenwerken en overleggen)
- betrekt cliënten en collega's bij het formuleren van doelen en acties (samenwerken en overleggen)
- maakt een volledig en nauwkeurig uitgewerkt plan van aanpak, zodat duidelijk is wat wanneer door wie moet gebeuren
(formuleren en rapporteren)
- ordent en analyseert de verworven informatie om te komen tot adequate en haalbare oplossingen (analyseren)
- werkt doelstellingen en acties uit in een tijdsplanning en overzicht van benodigde menskracht en middelen (plannen en
organiseren), zodat er een volledig uitgewerkt uitvoerbaar plan ligt
(- sluit aan bij behoefte van cliënt(en), zodat hun problemen/vragen zijn gewaarborgd (op de behoeften en
verwachtingen van de 'klant' richten))
(- maakt een afweging tussen kosten en baten, zodat rekening wordt gehouden met de beperkingen van de organisatie
(bedrijfsmatig handelen))
Taak 2 Uitvoeren van een plan
Complexiteit
De sociaal werker voert het plan van aanpak uit naar eigen inzicht. Hierbij maakt zij gebruik van (een combinatie
van)standaardwerkwijzen en weet zij tegelijkertijd in te spelen op de behoefte van cliënten of onvoorziene
omstandigheden en zo nieuwe werkwijzen te ontwikkelen. De sociaal werker is in staat verschillende werkzaamheden uit
te voeren. Zij voert bijvoorbeeld zelf activiteiten met cliënten uit, voert gesprekken ed. en zij coördineert de uitvoering
van activiteiten en/of projecten.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
Bij het uitvoeren van het plan van aanpak draagt de sociaal werker verantwoordelijkheid voor de resultaten van het
eigen handelen en het behalen van resultaten. Voor het coördineren van de uitvoering van het plan van aanpak werkt zij
samen met cliënten, leidinggevende en andere professionals.
Vakkennis
Vaardigheden
Deeltaak 2.1 Biedt ondersteuning
Omschrijving
De sociaal werker ondersteunt doelgroepen bij het bereiken van hun doelen. Hij werkt volgens het plan van aanpak en
spreekt met individuele cliënten en groepen af op welke wijze zij ondersteuning krijgen bij het behalen van de doelen. Hij
begeleidt groepsprocessen waarbij hij bijvoorbeeld bemiddelt tussen individuen, groepen en instanties. Bij conflicten of
8
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 2.1 Biedt ondersteuning
belangentegenstellingen brengt hij de individuen of groepen tot elkaar en helpt hen tot een gezamenlijke oplossing te
komen. Hij reageert op agressie en treedt regelend op bij in de groep bij in de groep ongewenst gedrag. Door middel
van gesprekken met individuen en groepen werkt hij aan hun individuele en sociale zelfredzaamheid. Hij begeleidt
mensen bij het formuleren van hun leervragen. Daarnaast biedt hij ondersteuning door het geven van informatie
(bijvoorbeeld over relevante regelgeving) en adviezen (bijvoorbeeld over een passend aanbod van werk, cursussen,
trainingen en leerwerktrajecten). Hij biedt kennis en inzichten aan over het functioneren van de samenleving en over hoe
men vorm kan geven aan actief burgerschap (civil society). Hij informeert over het gebruik van voorzieningen, zoals
accommodatie maar ook informatievoorzieningen e.d., en maakt deze voorzieningen toegankelijk.
Resultaat
De cliënt(groep) is ondersteund ten behoeve van het bereiken van individuele en groepsdoelen.
Individuen of groepen zijn in een veilige omgeving in staat gesteld zelf initiatieven te ontplooien om hun doelen op het
gebied van welzijn en/of maatschappelijke participatie te bereiken.
Gedrag
- wijst op informatie, zodat voorzieningen toegankelijk worden voor cliënten (samenwerken en overleggen)
- behandelt cliënten rechtvaardig en respectvol (ethisch en integer handelen)
- komt op voor de belangen van cliënten door actief met voorstellen te komen, zaken te agenderen (overtuigen en
beïnvloeden)
- verzorgt individuele en groepsgerichte educatie/voorlichting over het functioneren in de samenleving(, ter bevordering
van burgerschapsvorming/ maatschappelijke participatie) (vakdeskundigheid toepassen)
- stemt communicatie en aanpak af op specifieke doelgroep (andere culturele achtergronden) (omgaan met verandering
en aanpassen)
Deeltaak 2.2 Ondersteunt cliënten in het vergroten van zelfregie
Omschrijving
De sociaal werker ondersteunt cliënten bij het vinden van eigen oplossingen. Hij motiveert, ondersteunt en helpt cliënten
hun vaardigheden te ontwikkelen, keuzes te maken en te vertrouwen op hun eigen kracht en die van hun omgeving om
persoonlijke doelen te realiseren. De sociaal werker (ondersteunt de cliënt bij) versterkt en vergroot waar nodig het
sociale netwerk van de cliënt, zodat cliënten de regie over hun leven kunnen herpakken en zich sterk genoeg voelen om
eigen beslissingen te nemen.
In groepen faciliteert en ondersteunt de sociaal werker georganiseerde en ongeorganiseerd verbanden, zodat talenten in
de groep en het zelf organiserend vermogen optimaal worden benut.
De sociaal werker zet methoden en activiteiten in om het versterken van de eigen kracht van cliënten te realiseren.
Resultaat
De eigen kracht van cliënten is, eventueel door de inzet van het sociale netwerk, versterkt. Cliënten hebben de regie
over het eigen leven.
Gedrag
- zet activiteiten in om eigen de kracht cliënten te versterken
- ondersteunt groepen bij hun zelforganisatie en bij het bereiken van maatschappelijke participatie en sociale samenhang
Deeltaak 2.3 Evalueert de geboden dienstverlening
Omschrijving
De sociaal werker evalueert periodiek en aan het eind van het uitvoeringstraject met de cliënt en/of de opdrachtgever de
geboden ondersteuning. Hij gaat na hoe de cliënt/ de cliëntgroep de ondersteuning heeft ervaren, wat de bereikte
resultaten zijn, wat goed ging en wat voor verbetering vatbaar is. Hij verzamelt relevante informatie, analyseert de
verkregen informatie en trekt conclusies over kritische punten in de dienstverlening. Op basis daarvan schrijft hij een
evaluatieverslag. Hij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg gewenste veranderingen in de ondersteuning door,
stelt het plan van aanpak bij of doet daartoe voorstellen.
Resultaat
Pagina 9 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 2.3 Evalueert de geboden dienstverlening
De sociaal werker heeft het proces en de resultaten van de geboden ondersteuning (tussentijds) geëvalueerd met de
cliënt en/of opdrachtgever en hiervan verslag gedaan.
Gedrag
-
vraagt de cliënt naar zijn ervaringen, meningen en gevoelens over het proces dat is doorlopen
formuleert evaluatiegegevens zodat ze begrijpelijk en bruikbaar zijn voor betrokkenen
analyseert verkregen evaluatiegegevens
legt relaties tussen gegevens
combineert gegevens uit diverse bronnen tot relevante informatie
trekt op basis van analyse conclusies
komt eventueel tot juiste oplossingsrichtingen voor verbetering van het plan van aanpak
Taak 3 Uitvoeren van organisatiegebonden taken
Complexiteit
Bij het uitvoeren van organisatiegebonden taken past de sociaal werker standaardwerkwijzen toe en werkt zij aan de
hand van standaardprocessen en procedures.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De sociaal werker is verantwoordelijk voor de eigen deskundigheidsbevordering en het bijdragen aan die van collega's
bijvoorbeeld in intervisie of andere overlegmomenten. Zij is verantwoordelijk voor het bevorderen en bewaken van
kwaliteitszorg en neemt hierin een proactieve houding aan. Ook organiseert en ondersteunt zij
samenwerkingsverbanden.
De sociaal werker werkt samen met collega's en leidinggevende aan het uitvoeren van organisatie en professiegebonden
taken.
Vakkennis
Vaardigheden
Deeltaak 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
Omschrijving
De sociaal werker werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij leest vakliteratuur en
volgt bijscholingen. Zij vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Zij stelt samen
met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Zij neemt deel aan inhoudelijke discussies met
collega's en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de
beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen.
Resultaat
De sociaal werker heeft haar persoonlijk ontwikkelplan uitgevoerd en heeft een bijdrage geleverd aan de
professionalisering en positionering van de beroepsgroep waarmee zij zichzelf verder ontwikkeld heeft.
Gedrag
- Houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega's
en andere deskundigen
- Gebruikt feedback om van te leren en neemt deel aan inhoudelijk, beroepsmatige discussies, zodat hij werkt aan zijn
persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep
Deeltaak 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Omschrijving
10
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
De sociaal werker werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Hij werkt mee aan het verbeteren van de
kwaliteit van de dienstverlening door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen, door zijn kennis van
het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten en bij te dragen aan beleidsadviezen. Hij bewaakt systematisch de
kwaliteit van zijn werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten.
Resultaat
De sociaal werker heeft zijn deskundigheid doelbewust aangewend om de kwaliteit van de werkzaamheden in het sociaal
werk te verbeteren.
Gedrag
- houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen
- stimuleert anderen om zich hier ook aan te houden, zodat hij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en
bewaken van de kwaliteitszorg. (instructies en procedures opvolgen)
Deeltaak 3.3 Organiseert en ondersteunt samenwerkingsverbanden
Omschrijving
De sociaal werker organiseert samenwerkingsverbanden. Hij brengt belanghebbenden, zoals (potentiële) leden van
bewonersorganisaties en andere (zelf)organisaties, bij elkaar of legt contacten namens hen. Samen met hen verkent hij
hun ambities en mogelijkheden. Hij doet aansluitend voorstellen over hoe zij zich het best kunnen organiseren en kunnen
communiceren. Hij rust de participanten toe, ondersteunt en faciliteert hen zodat zij zo zelfstandig mogelijk
samenwerkingsrelaties kunnen benutten. Zo nodig verwijst hij hen door naar andere instanties. Tevens stimuleert hij
netwerkontwikkeling tussen verschillende instellingen/instanties in het werkgebied. Hij brengt professionals van
verschillende instellingen bij elkaar op basis van gezamenlijke doelen.
Resultaat
Er is een passende communicatie- en organisatiestructuur voor belangenbehartiging, het bemiddelen bij
belangentegenstellingen en advisering.
Gedrag
- geeft adviezen aan individuen/groepen over hoe zij zich het best kunnen organiseren, zodat zij de juiste contacten
initiëren om hun belangen te behartigen. (begeleiden)
- toont belangstelling voor de opvattingen en standpunten van de individuen/groepen, zodat een duidelijk beeld krijgt
van een voor hen passende organisatiestructuur. (aandacht en begrip tonen)
- onderzoekt de verschillende belangen en mogelijkheden en streeft overeenstemming na door win-win situaties, zodat
de belangen van individuen/groepen goed behartigd worden. (overtuigen en beïnvloeden)
- straalt dynamiek uit en maakt in het contacten een bevlogen indruk, zodat individuen/groepen geprikkeld worden bij te
dragen aan een passende organisatie- en communicatiestructuur. (presenteren)
Pagina 11 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
3. Algemene basistaken
De kwalificatie-eisen voor de algemene basistaken zijn vastgelegd in het Examen- en kwalificatiebesluit
beroepsopleidingen. Ze zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl.
Taaltaak Nederlands
Het referentieniveau 2F is van toepassing op de entréekwalificatie en de niveaus 2 en 3.
Het referentieniveau 3F is van toepassing op niveau 4.
Rekentaak
Het referentieniveau 2F is van toepassing op de entréekwalificatie en de niveaus 2 en 3.
Het referentieniveau 3F is van toepassing op niveau 4.
Loopbaan- en burgerschapstaak
Deze is beschreven in het document Loopbaan en Burgerschap.
Taaltaak Engels voor niveau 4
Deze is weergegeven in niveaus van het Europese raamwerk voor moderne vreemde talen (CEF):
•
deeltaak lezen en luisteren: B1
•
deeltaak schrijven, spreken en gesprekken voeren: A2
12
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
PROFIEL
Profiel 1 Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener
Typering van het beroep
Beroepshouding is gelijk aan die van de gehele beroepengroep.
Kritische beroepssituatie(s):
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener is gericht op hulpvragen van individuen. Hij is alert op de eventuele vraag
achter de vraag en onderneemt actie bij verdergaande problematiek. Hierbij maakt hij een afweging tussen het
inschakelen van andere professionals of zelf het probleem aanpakken.
Hij ondersteunt de cliënt bij het organiseren van het eigen leven. Bijvoorbeeld bij invullen van formulieren, omgaan met
financiële zaken, budgetbeheersing, behartigen van belangen en omgaan met eenvoudige juridische aspecten.
De SMD-er is gericht op het versterken van het netwerk van de individuele burger. Hij inspireert om nieuwe wegen te
bewandelen zodat de cliënt zelf de regie (weer) oppakt.
Wettelijke beroepsvereisten
Nee
Taak 1 Ondersteunen van (individuele) cliënten bij sociaal maatschappelijke vragen/problemen
Complexiteit
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener ondersteunt individuele cliënten en groepen bij problemen en vragen van
sociaal maatschappelijke aard. Hierbij heeft zij een begeleidende rol en weet verschillende methoden en technieken toe
te passen en te combineren om resultaten te behalen. De cliëntgroep is zeer divers, bijvoorbeeld als het gaat om
achtergrond, cultuur, sekse en leeftijd. Voor het ondersteunen van cliënten combineert zij kennis over de psychologie
van doelgroepen met juridische kennis, kennis over financiën en sociale vaardigheden/gespreksvaardigheden. Zij weet
haar vakdeskundigheid toe te passen in de communicatie met cliënten.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener werkt in de ondersteuning van cliënten samen met collega's en andere
beroepsbeoefenaars, maar is ook in staat zelfstandig cliënten te ondersteunen. Zij stemt haar werkzaamheden af met
anderen (andere hulpverleners).
Vakkennis
Vaardigheden
Deeltaak 1.1 Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten
Omschrijving
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener helpt de cliënt bij het uitvoeren van praktische zaken zodat de cliënt wegwijs
kan worden in de voorzieningen op het gebied van wonen, werken en vrije tijd. Hierbij is zij gericht op het vergroten van
de zelfredzaamheid van de cliënt en het verbeteren van het functioneren van de cliënt als lid van de samenleving.
De sociaal werker geeft de cliënt praktische aanwijzingen hoe deze in concrete situaties kan handelen en op welke wijze
hij daarbij gebruik kan maken van voorzieningen, procedures, hulpverlening en instanties. Zij reageert op agressie en
treedt regelend op bij ongewenst gedrag. Zij helpt de cliënt bij het schrijven van brieven, het aanvragen en invullen van
formulieren, het raadplegen van informatiebronnen en bellen naar instanties. Zij maakt de stappen die zij neemt en de te
volgen procedures inzichtelijk en rust de cliënt toe met vaardigheden om praktische zaken te regelen.
Resultaat
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener heeft de cliënt ondersteund bij praktische diensten en bij het wegwijs worden
in de voorzieningen op gebied van wonen, werken en vrije tijd en hem toegerust met vaardigheden om praktische zaken
zelf te regelen.
Gedrag
Pagina 13 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 1.1 Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten
- stimuleert de zelfredzaamheid van cliënten (begeleiden)
- geeft de cliënt aanwijzingen hoe deze praktische zaken het beste kan aanpakken (begeleiden)
- stemt ondersteuning af op behoeften en verwachtingen van de cliënt (op de behoefte en verwachtingen van 'klant'
richten) (Begeleiden, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten)
Deeltaak 1.2 Bemiddelt en ondersteunt de cliënt in het behartigen van belangen
Omschrijving
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener bemiddelt bij toeleiding van de cliënt naar werk, wonen, zorg, uitkering,
schuldhulp etc. Zij specificeert de vraag van de cliënt en brengt het aanbod van de organisatie of instantie in kaart en
bekijkt of vraag en aanbod op elkaar kunnen aansluiten. Zij bemiddelt en ondersteunt de cliënt bij het behartigen van
zijn belangen wanneer deze te maken krijgt met tegengestelde belangen. Zij maakt afspraken, overlegt en adviseert bij
het maken van afwegingen en wijst de cliënt op de gevolgen van mogelijke besluiten. Zij brengt het contact tussen de
partijen op gang, onderhandelt en laat verwachtingen aansluiten.
Resultaat
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener heeft op verantwoorde en doortastende wijze bemiddeld bij de toeleiding van
de cliënt naar werk, wonen, zorg e.d. en de cliënt ondersteund en geadviseerd bij het behartigen van zijn belangen bij
tegengestelde belangen, waarbij hij oog heeft voor de praktische gevolgen voor de cliënt en de emotionele kant van de
zaak.
Gedrag
- herkent wanneer de cliënt het moeilijk heeft en biedt de nodige ondersteuning (aandacht en begrip tonen)
- bemiddelt bij toeleiding van de cliënt naar werk, wonen, zorg ed. (overtuigen en beïnvloeden)
- onderzoekt verschillende mogelijkheden ten behoeve van de cliënt (overtuigen en beïnvloeden)
- beheerst eigen emoties (houdt gevoelens onder controle) in conflictsituaties en bij weerstand of tegenslag (met druk en
tegenslag omgaan)
- blijft positief onder druk of tgenslag en relativeert problemen voor zichzelf (met druk en tegenslag omgaan) (Aandacht
en begrip tonen, Overtuigen en beïnvloeden, Met druk en tegenslag omgaan)
Deeltaak 1.3 Ondersteunt bij juridische en financiële vragen
Omschrijving
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener behandelt vragen van de cliënt over gebruik van en toegang tot sociale weten regelgeving, die een eenvoudig juridisch karakter kennen. Zij informeert en adviseert de cliënt over zijn juridische
rechten en plichten en vertaalt juridische procedures en regelingen naar de cliënt. Zij stelt juridische documenten zoals
bezwaarschriften en beroepsgeschriften op en verwijst waar nodig door naar juridische deskundigen.
In opdracht van een hulpverlener of instantie met meer bevoegdheden ondersteunt de sociaal-maatschappelijk
dienstverlener de cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing. Zij adviseert de cliënt over het uitgavenpatroon en
reikt middelen aan ter ondersteuning. Zij maakt inkomsten en uitgaven inzichtelijk en helpt de cliënt zich bewust te
worden van zijn uitgavengedrag. Zij herkent risicofactoren en signalen van armoede en motiveert en stimuleert de cliënt
tot gedragsverandering.
Resultaat
Eenvoudige juridische vragen van de cliënt zijn door de sociaal-maatschappelijk dienstverlener behandeld. De cliënt is
geadviseerd over gebruik en toegang tot sociale wet- en regelgeving. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener heeft
adequate juridische documenten opgesteld en heeft de cliënt waar nodig doorverwezen naar juridische deskundigen.
De cliënt is ondersteund bij financiële problemen en budgetbeheersing. De cliënt is geadviseerd over het
uitgavenpatroon, heeft middelen aangereikt gekregen ter ondersteuning en is gemotiveerd tot gedragsverandering.
Gedrag
- adviseert de cliënt over eenvoudige wet- en regelgeving (begeleiden)
- geeft voor- en nadelen van de te volgen aanpak of richting (begeleiden)
- geeft de cliënt heldere, eerlijke en constructieve feedback over zijn financiele huishouding (begeleiden)
14
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 1.3 Ondersteunt bij juridische en financiële vragen
- stimuleert de cliënt om kritisch naar zichzelf te kijken en zich bewust te worden van zijn uitgavengedrag, in het kader
van budgetbeheersing (begeleiden)
- motiveert de cliënt om zijn best te doen, doelen te bereiken en gedrag te veranderen, zodat de cliënt wordt uitgedaagd
om zijn materiële en (daaraan gerelateerde) psychosociale moeilijkheden te overwinnen (begeleiden)
- toont bezorgdheid, herkent risicofactoren en signalen van armoede en achterstand en stimuleert de cliënt om daarover
te praten (aandacht en begrip tonen)
- hanteert correcte spelling en grammatica (formuleren en rapporteren)
- zorgt voor nauwkeurige en volledige juridische documenten (formuleren en rapporteren)
- vermijdt onnodig gebruik van juridisch vakjargon in de communicatie met cliënten (formuleren en rapporteren)
- toont juridisch en rekenkundig inzicht door procedures en regelingen in specifieke situaties toe te passen
(vakdeskundigheid toepassen)
- kan vlot en accuraat rekenen ten behoeve van budgetbeheer van de cliënt (vakdeskundigheid toepassen)
- geeft cliënt handreikingen om zijn/haar eigen uitgavenpatroon te beheersen (vakdeskundigheid toepassen)
- brengt structuur aan in de veelheid aan gegevens en weet belangrijke gegevens eruit te halen ten behoeve van het
behandelen van vragen van de cliënt (analyseren) (Begeleiden, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid
toepassen, Analyseren)
Deeltaak 1.4 Verricht informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en)
Omschrijving
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener geeft voorlichting aan cliënt(en) over bepaalde problematiek en de
mogelijkheden om deze zelf en/of met hulp van anderen (of met professionele hulp) aan te pakken. Zij organiseert
voorlichtingsbijeenkomsten waarin zij gerichte informatie geeft over regelingen, procedures en voorzieningen en zij
verspreidt gericht (zelf gemaakt) informatiemateriaal. Zij brengt de informatie begrijpelijk en toegankelijk over en laat de
informatieoverdracht aansluiten bij de mogelijkheden van de cliënt(groepen).
Resultaat
De cliënt(groep) is op een doelgerichte en heldere manier voorgelicht en geïnformeerd. De sociaal-maatschappelijk
dienstverlener heeft hiertoe voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd en informatiemateriaal verspreid, afgestemd op de
achtergrond en omstandigheden van de cliënt.
Gedrag
- geeft informatie, advies en voorlichting aan de cliënt(en) over bepaalde problematiek (begeleiden)
- geeft informatie, advies en voorlichting over de mogelijkheden om problematiek zelf en/of met hulp van anderen (of
met professionele hulp) op te lossen of te aanvaarden (begeleiden)
- stimuleert de cliënt(en) zich te ontwikkelen en de grenzen van zijn mogelijkheden te verkennen (begeleiden)
- stemt informatie en manier van informatieoverdracht af op de specifieke cliënt(groep) (presenteren)
- speelt in op reacties en vragen en checkt regelmatig of de aansluiting met het publiek er nog is (presenteren)
- zet materialen en middelen in zodat cliënten adequaat geïnformeerd zijn (materialen en middelen inzetten)
- organiseert voorlichtingsbijenkomsten voor risicogroepen (plannen en organiseren)
- verspreid informatiemateriaal en weet daarmee specifieke groepen te bereiken (plannen en organiseren)
- communiceert effectief met mensen die verschillen qua achtergrond (cultuur, sekse, geloof, inkomen) (omgaan met
verandering en aanpassen)
- kan bepaalde vragen/problemen vanuit verschillende gezichtspunten bekijken (omgaan met verandering en
aanpassen) (Begeleiden, Presenteren, Plannen en organiseren, Omgaan met verandering en aanpassen)
Deeltaak 1.5 Verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers
Omschrijving
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers. Zij past indien
nodig gegevens aan in het dossier/informatiesysteem.
Zij werkt met gegevensbestanden en computergestuurde registraties, houdt adressen bij, administreert, beheert,
archiveert en controleert algemene gegevens en dossiers. Zij registreert relevante gegevens over de dienstverlening in
het dossier, voert de administratie uit en verzorgt de correspondentie.
Resultaat
Pagina 15 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 1.5 Verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener heeft op nauwkeurige wijze administratieve werkzaamheden verricht en
dossiers beheerd, waarbij bevindingen vlot en bondig zijn gerapporteerd.
Gedrag
- verwerkt, archiveert en registreert alle benodigde gegevens zodat cliëntdossiers volledig en nauwkeurig zijn
(formuleren en rapporteren)
- voert administratieve handelingen accuraat uit en verzorgt correspondentie op correcte wijze (formuleren en
rapporteren)
- werkt met verschillende gegevensbestanden, waarbij hij veel informatie in zich opneemt en accuraat en vlot rekent
(vakdeskundigheid toepassen)
- toetst de gegevens kritisch op juistheid, betrouwbaarheid, volledigheid en relevantie, zodat hij tijdig afwijkingen of
ontbrekende informatie signaleert en rapporteert (analyseren) (Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid
toepassen, Analyseren)
Profiel 2 Sociaal-cultureel Werker
Typering van het beroep
Beroepshouding is gelijk aan die van de gehele beroepengroep.
Kritische beroepssituatie(s):
De sociaal-cultureel werker heeft een buurt/wijkgerichte aanpak. hij is gericht op (groepen) cliënten die samenleven in
een buurt/wijk. De SCW-er is aanspreekpunt in de buurt/wijk en is daarnaast zelf proactief als het gaat om signaleren
van knelpunten en problemen.
De SCW-er verkrijgt, verwerkt en combineert verschillende informatie over en van (doel)groepen in een wijk en luistert
naar verschillende partijen om de vraag/probleem helder te krijgen.
Op basis van hulpvragen/problemen in een wijk/buurt organiseert/begeleidt hij projecten en activiteiten. Hierbij laat hij
deelnemers zoveel mogelijk zelf ondernemen. De SCW-er houdt rekening met individuele doelen/problemen van cliënten
bij groepsgerichte activiteiten.
Wettelijke beroepsvereisten
Nee
Taak 1 Begeleidt cliëntgroepen bij sociaal maatschappelijke vragen/problemen
Complexiteit
Bij het bieden van begeleiding aan groepen cliënten bij sociaal maatschappelijke vragen en problemen vervult de sociaalcultureel werker verschillende rollen en vervult zij een diversiteit aan werkzaamheden. . Zij begeleidt groepen cliënten bij
het doen van activiteiten, zij stuurt vrijwilligers aan en coördineert de uitvoering van activiteiten en projecten. Hierbij
speelt zij in op wisselende omstandigheden, d.w.z. verschillende medewerkers, cliënten, omgevingen.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De sociaal-cultureel werker is verantwoordelijk voor het voorbereiden en begeleiden van projecten en activiteiten voor en
met cliënten. Zij werkt hierbij samen met cliënten, collega's, andere professionals, leidinggevende en vrijwilligers. Zij
zorgt ervoor dat instructies naar medewerkers aan het project of de activiteit helder zijn.
Vakkennis
Vaardigheden
Deeltaak 1.1 Bereidt projecten en activiteiten voor
Omschrijving
De sociaal-cultureel werker bereidt projecten en activiteiten voor op het gebied van kunst, cultuur en amusement én op
het gebied van sport, spel en recreatie én op het gebied van educatie en burgerschap. Hiertoe neemt hij kennis van het
plan van aanpak en van de daarin gemaakte keuzes. Hij specificeert het plan van aanpak tot concrete activiteiten. Hij
16
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 1.1 Bereidt projecten en activiteiten voor
gaat na welke groepen van welke diensten gebruik kunnen maken. Hij stelt de beginsituatie van de cliënt/groep vast en
maakt afspraken met cliënten/groepen over de wijze waarop zij ondersteund gaan worden. Vervolgens regelt hij
materiaal, accommodatie en andere voorzieningen en hij verzorgt de publiciteit over de activiteiten. Hij voert overleg en
maakt afspraken met bij de uitvoering betrokkenen. Tot slot checkt hij nog eens of de geplande activiteiten voldoende
aansluiten bij (de belevingswereld van) de beoogde cliënt/groep. Hij kiest ervoor de activiteiten zelf uit te voeren of te
delegeren aan een deskundige op een specifiek terrein.
Resultaat
Het plan van aanpak is uitgewerkt tot concrete projecten/activiteiten en de publiciteit is verzorgd. De beginsituatie van
de individuen/groepen is helder, de inbreng van derden en de voorzieningen zijn geregeld. De potentiële cliënt/groep
heeft belangstelling voor een bepaalde activiteit of een bepaald project.
Gedrag
- werker overlegt met cliënten en groepen, zodat iedereen goed op de hoogte is wanneer en hoe zijn inbreng verwacht
wordt
- weet het aanbod aan projecten en activiteiten op een boeiende en op de doelgroep afgestemde wijze te brengen
- maakt op basis van de vraag die speelt de juiste keuze voor materialen en middelen
- regelt de beschikbaarheid van essentiële middelen en menskracht, zodat afbreukrisico’s tijdens de uitvoering van
activiteiten en projecten verkleind worden
- bespreekt met de cliënten het geplande project/activiteit, hij achterhaalt wat de wensen en verwachtingen zijn over de
wijze waarop ze ondersteund gaan worden
Deeltaak 1.2 Begeleidt cliënt/groep tijdens activiteiten
Omschrijving
De sociaal-cultureel werker begeleidt cliënt/groep tijdens de activiteiten op het gebied educatie én op het gebied van
kunst, cultuur en amusement én/of op het gebied van sport, spel en recreatie. Hij gebruikt een geschikte werkvorm (bv.
een bepaalde groepsindeling of opstelling) en brengt de nodige differentiatie aan in de uitvoering (passend bij
cliënt/groep en doel). Hij geeft de nodige instructies en begeleiding. Hij richt het programma zodanig in dat de
uiteenlopende groepen/individuen tot hun recht komen. Zo nodig past hij de begeleidingsstijl verder aan op de
beginsituatie van de cliënt/groep. De sociaal-cultureel werker stimuleert zelfwerkzaamheid, creativiteit, eigen initiatief en
onderlinge betrokkenheid. Hij bewaakt de voortgang van de activiteit.
Resultaat
De cliënt/groep worden optimaal begeleid, volgens de gestelde doelen. Hierbij wordt rekening gehouden met veiligheid,
correct gebruik van materialen ed.
Voor cliënten is het duidelijk wat er van hen wordt verwacht.
Gedrag
- geeft helder en duidelijk en op gedifferentieerde wijze aan hoe bepaalde activiteiten dienen te gebeuren
- motiveert de cliënt/groep om hun best te doen en zorgt voor enthousiasme
- past kennis over muzisch-ludische werkvormen of andere werkvormen toe en geeft hierbij blijk van specifieke
bekwaamheden
- zorgt ervoor goed op de hoogte te zijn van het gebruik van materialen en middelen zodat de inzet ervan optimaal
bijdraagt aan de doelen waarvoor ze ingezet worden
- checkt regelmatig of de cliënten 'tevreden' zijn
- werkt bij de uitvoering van activiteiten en projecten samen met cliënten
- gebruikt materialen en apparatuur op een veilige manier en ziet toe op de veiligheid van de cliënt/groep tijdens de
activiteit
- is in staat om de aanpak aan te passen aan veranderende omstandigheden en kan hierbij goed omgaan met cliënten
van verschillende achtergrond
Deeltaak 1.3 Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten
Omschrijving
Pagina 17 van
19
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
Deeltaak 1.3 Zet professionals in bij de uitvoering van activiteiten
De sociaal-cultureel werker begeleidt de (externe) professional die met de cliënt/groep een activiteit uitvoert. Hij
ontwikkelt een goede werkrelatie en maakt concrete afspraken. Hij rust de professional toe en ondersteunt en faciliteert
hem (bv. in de randvoorwaardelijke sfeer). Hij waakt ervoor dat deze professional de afspraken nakomt teneinde de
vooropgestelde doelen te realiseren.
Resultaat
De expertise van de externe professional is optimaal ingezet volgens de gestelde doelen.
Cliënten worden optimaal begeleidt door de externe professional.
Gedrag
- maakt duidelijke resultaatafspraken met de (externe) professional, zodat deze gericht blijft op het bereiken van de
vooropgestelde doelen.
- bewaakt de voortgang van de activiteit, en stuurt zonodig bij
Deeltaak 1.4 Werft vrijwilligers
Omschrijving
De sociaal-cultureel werker werft vrijwilligers, aansluitend op de inventarisatie van activiteiten/projecten die uitgevoerd
moeten gaan worden. Hij maakt een wervende tekst over de werkzaamheden voor een krant/wijkblad en/of spreekt
vrijwilligers aan die al werkzaamheden verrichten voor de organisatie. Hij geeft nieuwe vrijwilligers informatie over de
aard en het tijdstip van de werkzaamheden en de eisen die gesteld worden aan de vrijwilliger. Hij beoordeelt de
capaciteiten van de vrijwilliger aan de hand van de eisen en neemt hem, bij positieve beoordeling, aan voor de
werkzaamheden.
Resultaat
Er zijn voldoende bekwame vrijwilligers beschikbaar voor de uit te voeren activiteit(en)/project(en). Voor de vrijwilligers
is duidelijk wat er van hen wordt verwacht.
Gedrag
- weet de vraag naar vrijwilligers zodanig te presenteren dat hij hiermee de aandacht trekt van potentiële vrijwilligers.
- geeft potentiële vrijwilligers helder aan wat de taken van een vrijwilliger inhouden
Deeltaak 1.5 Voert coördinerende en beleidsmatige taken uit
Omschrijving
De sociaal-cultureel werker voert coördinerende taken uit. Hij maakt een verdeling van de werkzaamheden, geeft
prioriteiten aan en houdt contact met de verschillende medewerkers (w.o. vrijwilligers). De sociaal-cultureel werker stemt
de werkzaamheden van de verschillende betrokkenen (medewerkers, vrijwilligers, maar ook externe professionals die
betrokken worden) op elkaar af, hij ziet toe op de uitvoering van de werkzaamheden en de continuïteit van de
dienstverlening. Hij bewaakt hierbij ook de afstemming tussen de verschillende projecten en activiteiten. Hij werkt aan
en onderhoudt een actief netwerk van contacten binnen en buiten de organisatie en weet deze contacten te benutten om
zijn werkdoelen te bereiken. Hij werkt samen met collega’s en deskundigen van andere disciplines en organisaties. Hij
neemt deel aan voor zijn functie relevante overlegvormen en collegiale consultatie. Hij organiseert en geeft
werkbegeleiding aan stagiaires en vrijwilligers. Hij coacht hen en geeft feedback op hun werkzaamheden en
beroepshouding.
Resultaat
Er is continuïteit in kwalitatief goed sociaal-cultureel werk. De taken en rollen van betrokkenen (collega's, stagiaires en
vrijwilligers) zijn helder en hun expertise wordt benut. De sociaal-cultureel werker zorgt ervoor dat mensen en middelen
op het gewenste moment beschikbaar zijn om uitvoering te geven aan de taken/activiteiten.
Gedrag
- overlegt regelmatig en maakt concrete afspraken met o.a. collega's, stagiaires en vrijwilliger(s) en zorgt door duidelijke
instructies dat zij weten wat er van hen verwacht wordt
- stelt prioriteiten in het bereiken van de doelen en brengt activiteiten ruim van te voren in kaart
18
Kwalificatiedossier Sociaal werk, geldig vanaf 1 augustus 2013
KEUZE
1. Mogelijke keuzetaken
De voor dit kwalificatiedossier relevante keuzetaken zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl.
2. Criteria voor keuzetaken
De criteria voor nieuw te ontwikkelen keuzetaken zijn:
•
•
•
•
Relevantie voor de arbeidsmarkt en/of relevantie voor (verwante) doorstroom
Passend binnen het format
Bekendheid bij het betreffende kenniscentrum
Gelegitimeerd door betreffende onderwijs en bedrijfsleven
VERANTWOORDINGSINFORMATIE
De verantwoordingsinformatie voor dit kwalificatiedossier is te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Het betreft informatie
over:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Onderliggende beroepscompetentieprofielen en andere brondocumenten
Macrodoelmatigheid
Wettelijke beroepsvereisten
Examenafspraken
Studie- en loopbaanperspectief
Trends en ontwikkelingen
Onderhoudsagenda
Betrokkenen
Afwijkende NLQF inschaling (indien van toepassing)
Afwijking nominale studieduur mbo-4 opleiding (indien van toepassing)
AANVULLENDE INFORMATIE
De aanvullende informatie voor dit kwalificatiedossier is te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Het kan bijvoorbeeld
betreffen:
•
•
Publieksgerichte brochure
Beroepeninformatie
Pagina 19 van
19