Het eerste en grote gebod - deel 3

advertisement
Het eerste en grote gebod - deel 3.
Marc.12:28-30 Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze
discussieerden, en gemerkt had dat Hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en
vroeg: Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod? Jezus antwoordde: Het
voornaamste is: Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God,
lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.
A: Het bruidsperspectief van het koninkrijk van God.
Matt.22:1-2 Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: Het is met het koninkrijk van
de hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon.
A1: Het grote gebod in de context van de hemelse bruiloft.
Matt.22:2 Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: Het is met het koninkrijk van de
hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon.
Jezus riep het volk Israël op tot het eerste en grote gebod in de context van een gelijkenis
over een bruiloftsfeest; in deze gelijkenis openbaart onze Heer het bruidsperspectief van het
koninkrijk van God. Het bruidsperspectief van Gods koninkrijk is het Bijbelse denkpatroon
waarin wij de Bijbel lezen door de lens van het bruiloftsfeest, waarin Jezus de Bruidegom is
(Matt.9:15, Joh.3:29) en de gemeente van Jezus de Bruid van Christus is (Efez.5:31-32). Het
grote Goddelijke plan achter de schepping van de mensheid is het verlangen van de Vader
om een collectieve Bruid voor Zijn Zoon klaar te maken voor eeuwig partnerschap met
Jezus. M.a.w. wij worden in dit eeuwige mysterie uitgenodigd tot het ervaren van intimiteit
met het hart van Jezus de Bruidegom (Openb.19:7-9). Het is het eeuwige doel van de Vader
om voor Zichzelf een eeuwig gezin van zonen en dochters te creëren, een eeuwig gezin dat
tegelijkertijd functioneert als de Bruid van Christus, die waardig en gelijkwaardig is aan de
Zoon als Zijn eeuwige Partner. Jezus Zelf is de Bruidegom, het koninkrijk van God is de
plaats van het bruiloftsfeest, en het Nieuwe Jeruzalem is Zijn huwelijksgeschenk aan Zijn
Bruid (Openb.21:2+9-11). In het licht van het Bijbelse bruidsperspectief is het eerste en grote
gebod een logische realiteit die zo vanzelfsprekend is, maar waarvan de werkelijke betekenis
aan veel gelovigen voorbijgaat. Maar wanneer het eerste en grote gebod niet op de eerste
plaats staat, functioneert het koninkrijk van God niet zoals het bedoeld is; daarom zal Jezus
ons altijd corrigeren en disciplineren om ons terug te brengen op de plaats waar Hijzelf het
eerste en hoogste doel van ons hart is.
Openb.2:4 Maar dit heb Ik tegen u: u hebt de liefde van weleer opgegeven. Bedenk van
welke hoogte u gevallen bent. Breek met het leven dat u nu leidt en doe weer als vroeger.
A2: Evangelisatie als uitnodiging tot de bruiloft.
Matt.22:3-4 Hij stuurde zijn dienaren erop uit om de bruiloftsgasten uit te nodigen, maar die
wilden niet komen. Daarna stuurde hij andere dienaren op pad met de opdracht: Zeg tegen
de genodigden: Ik heb een feestmaal bereid, ik heb mijn stieren en het mestvee laten
slachten. Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft!
In deze gelijkenis stuurde de vader boodschappers erop uit om mensen uit te nodigen tot
een bruiloftsfeest dat hij voor zijn zoon had georganiseerd. Met deze gelijkenis openbaart
Jezus het diepe verlangen van Zijn hart om een eeuwige liefdesrelatie met ons te hebben.
Dit onthult het werkelijke doel van de mensheid, het verloop van de menselijke geschiedenis
en het hoogste doel van onze bediening in het koninkrijk van God. Het bruidsperspectief
verandert de manier waarop evangelisten het evangelie verkondigen, de manier waarop
voorgangers pastorale zorg geven aan mensen in moeilijkheden, de manier waarop leraars
in de gemeente onderwijs geven vanuit de Bijbel, de manier waarop profeten hun profetieën
uitspreken, en de manier waarop apostelen nieuwe gemeenten bouwen. Het heeft een
dramatische invloed op de manier waarop wij naar mensen kijken en de boodschap van
redding, heiligheid en oordeel verkondigen. Als gelovigen zijn wij gered vanuit iets wat enorm
verschrikkelijk is tot iets wat onvoorstelbaar glorieus is (Kol.1:13); wij hebben redding nodig
1
om aan de hel te kunnen ontsnappen, maar ook om gekwalificeerd en bekrachtigd te kunnen
worden voor een eeuwige, intieme relatie met Jezus (1Kor.1:9).
A3: Passieve en vijandige reacties op Gods liefde.
Matt.22:5-7 Maar ze negeerden hen en vertrokken, de een naar zijn akker, de ander naar
zijn handel. De overigen namen zijn dienaren gevangen, mishandelden en doodden hen. De
koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen erop af, hij liet de moordenaars ombrengen
en hun stad in brand steken.
Er is in dit gedeelte sprake van passieve onverschilligheid en actieve weerstand tegen de
uitnodiging tot de hemelse bruiloft. Een passieve reactie op het diepe verlangen van Gods
hart en Zijn eeuwige voorziening in een liefdevolle relatie met Jezus is een grote misdaad en
een houding van intense ondankbaarheid. De mensen uit vers 5 beweerden dat ze praktisch
moesten zijn, maar hun excuses waren ronduit waardeloos. Er was iemand die beweerde dat
hij een akker moest gaan bekijken die hij gekocht had zonder deze eerst goed te inspecteren
(Luc.14:18), en er was iemand die beweerde dat hij vijf span ossen had gekocht zonder deze
eerst goed te keuren (Luc.14:19). Er was ook nog iemand die zei dat hij net getrouwd was,
en dat hij daarom niet naar het bruiloftsfeest kon komen, wat ook een waardeloos excuus
was (Luc.14:20). Zakenleven en menselijke relaties zijn geen enkel excuus om het werkelijke
doel van ons leven te verwaarlozen, want alles wat ons in de schepping gegeven is, is ons
gegeven om de liefde van God te ervaren en deze liefde te beantwoorden. Geen enkele
zegen in het aardse leven of in een geestelijke bediening kan ooit de plaats innemen van
een relatie met Jezus Christus.
De actieve weerstand in deze gelijkenis spreekt in eerste instantie van de vervolging die de
Joden tegen de eerste gemeente hebben ondernomen, maar vooral een vervolging van
Jezus door Hem aan de Romeinen uit te leveren en Hem te laten kruisigen. Ook spreekt het
van de vervolging van het Joodse volk tegen alle profeten uit de tijd van het Oude Testament
(Matt.23:29-31) en de vervolging van de apostelen in het Nieuwe Testament (Matt.23:34).
Vanaf de kruisiging in 30 na Chr. tot aan de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Chr. heeft
het Joodse volk zich zwaar schuldig gemaakt aan de rebellie tegen de uitnodiging tot de
hemelse bruiloft (1Tess.2:15-16), die in de eerste plaats voor hen bestemd was (Matt.10:5-6,
15:24, Hand.3:26, 13:46, Rom.1:16, 3:2). Het afwijzen van het evangelie van Jezus en dus
ook de uitnodiging tot het hemelse bruiloftsfeest was de zoveelste daad van ongeloof en
rebellie van het Joodse volk, waardoor er geen mogelijkheid meer was om te ontsnappen
aan het oordeel van God (Matt.23:35-38). In de gelijkenis stuurde de koning zijn legers om
hun stad in brand te steken, en dit is in 70 na Chr. in vervulling gegaan, toen de Romeinse
legers de stad Jeruzalem veroverden en haar met de grond gelijk maakten. Vooral Lucas
kondigde de verwoesting van Jeruzalem verschillende keren aan in zijn evangelie, namelijk
in Luc.13:34-35, 19:41-44, 21:20-24, en 23:29-31.
Maar ook de vervolging van de volgelingen van Jezus door alle eeuwen heen - door zowel
Joden als heidenen als de officiële kerk in de middeleeuwen - moet uitgelegd worden als een
weigering om de hemelse uitnodiging tot het eeuwige bruiloftsfeest te aanvaarden. En de
intensiteit van Gods liefde in Zijn uitnodiging tot de bruiloft is dezelfde intensiteit van Zijn
toorn waarmee Hij alle rebellie en goddeloosheid aan de kant zal schuiven, omdat elk verzet
tegen het bruiloftsfeest Zijn liefde in de weg staat. Er is geen enkele tegenstrijdigheid tussen
de vurige liefde van de Vader en Zijn vurige toorn waarmee Hij Zijn oordelen over de aarde
brengt, om alles aan de kant te schuiven wat Zijn koninkrijk van liefde in de weg staat. We
hebben echter wel openbaring van de Heilige Geest nodig om te kunnen begrijpen waarom
God de Vader steden in de brand steekt vanwege menselijke weigering om naar het feest
van de hemelse bruiloft te komen. Wij kunnen Jezus als Rechter alleen begrijpen, wanneer
wij Hem als Bruidegom begrijpen, want Hij werkt samen met Zijn Vader in Gods oordeel over
alles wat Goddelijk liefde in de weg staat en wat schadelijk is voor de voorbereiding van de
Bruid van Christus. De toorn van God is een expressie van Zijn liefde voor Zijn Zoon en voor
de Bruid van Christus (Psalm 2). De vurige oordelen van God in de eindtijd kunnen door ons
alleen begrepen worden, wanneer wij onszelf verloren hebben aan de vurige, hartstochtelijke
liefde van Jezus de Bruidegom.
2
Efez.3:16-19 Moge Hij vanuit Zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken
door Zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld
en gegrondvest blijft in de liefde. Dan zult u met alle heiligen de lengte en de breedte, de
hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te
boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid.
A4: De uitnodiging voor de bruiloft is voor alle mensen.
Matt.22:8-10 Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: Alles staat klaar voor het bruiloftsfeest,
maar de gasten waren het niet waard genodigd te worden. Ga dus naar de toegangswegen
van de stad en nodig voor de bruiloft iedereen uit die je tegenkomt. De dienaren gingen de
straat op en brachten zo veel mogelijk mensen samen, zowel goede als slechte. En de
bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd.
Nadat eerst de genodigden voor de bruiloft, de geroepenen uit vers 14, naar de bruiloft
waren geroepen, maar niet gekomen waren, worden vervolgens alle mensen van binnen en
van buiten de stad voor de bruiloft uitgenodigd. De genodigden waren niet waardig, omdat ze
niet reageerden met liefde; waardig zijn voor het evangelie betekent niet dat wij de eeuwige
redding verdienen, maar dat wij met een dankbaar hart reageren op de liefde van Jezus. Het
belangrijkste onderwerp voor de eeuwigheid is vrijwillige liefde die in ons hart gestalte heeft
gekregen in dit tijdelijke leven op de aarde. Christelijk geloof in het perspectief van de bruiloft
maakt radicale overgave aan Gods liefde zeer redelijk en volkomen normaal, en heeft geen
enkele interesse in christendom dat alleen maar uit is op een eeuwige levensverzekering.
Het hart van God wordt hier geopenbaard in Zijn verlangen naar zowel de genodigden als de
onwaardige mensen, ofwel de goede en slechte mensen, maar de laatste categorie reageert
met veel meer dankbaarheid (Matt.21:31b). De vurige ijver van God om boodschappers van
het evangelie van Jezus over de hele wereld te sturen is een expressie van Zijn vurige liefde,
want Hij wil Zijn dienaren als Zijn partners betrekken bij dit liefdesverhaal van de menselijke
geschiedenis. Want de Vader zal de terugkeer van Jezus naar de aarde uitstellen totdat de
bruiloftszaal van het koninkrijk vol is, want Gods huis moet vol zijn met gasten voor dit
eeuwige bruiloftsfeest (Luc.14:23). En dat zal zeker gaan gebeuren (Openb.7:9).
2Petr.3:9 De Heer is niet traag met het nakomen van Zijn belofte, zoals sommigen menen;
Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand
verloren gaat.
A5: De noodzaak van een reactie in liefde en nederigheid.
Matt.22:11-14 Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij
iemand die zich niet in bruiloftskleren gestoken had, en hij vroeg hem: Vriend, hoe ben je
hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt? De man wist niets te
zeggen. Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: Bind zijn handen en voeten vast en
gooi hem eruit in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt. Want velen zijn
geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.
Een bruiloftskleed is een absolute vereiste om deel te kunnen nemen aan het bruiloftsfeest
van de eeuwigheid; dit kleed spreekt van Gods gerechtigheid die aan ons is gegeven en een
inwendig deel van ons is geworden (2Kor.5:21). Dit bruiloftskleed wordt aan iedere gelovige
bij de wedergeboorte gegeven, maar toegevoegde kleding daaroverheen worden gegeven
naar de mate van onze gehoorzaamheid als beloning voor onze liefde voor God. Met deze
kleding als gevolg van onze rechtvaardige daden maken wij ons klaar voor het bruiloftsfeest
(Openb.19:7-8). Er is dus sprake van een legale positie als gevolg van de gerechtigheid van
Jezus die onmiddellijk na onze wedergeboorte aan ons gegeven wordt, maar er is ook
sprake van een levende realiteit in een rechtvaardig karakter die aan ons is toebedeeld door
ons partnerschap met de Heilige Geest.
Maar de man die zonder bruiloftskleed de feestzaal binnentrad, spreekt van een mens die
het eeuwige leven wil hebben op basis van zijn eigen voorwaarden; hij is binnengekomen in
zijn eigen aardse kleding. Dit aardse kleed spreekt aan de ene kant van een religieus kleed
dat wij in alle religies van deze wereld tegenkomen, zoals naamchristendom, Judaïsme, de
islam, boeddhisme enzovoort. De aanhangers hiervan denken dat zij eeuwig leven zullen
3
ontvangen op grond van hun eigen religieuze inspanning, want de mens met religieuze trots
denkt dat hij van zichzelf gekwalificeerd is voor het eeuwige bruiloftsfeest. Aan de andere
kant spreekt deze aardse kleding van een levensstijl van vele compromissen, waarvan de
aanhangers denken dat zij in compromis kunnen leven, want zij denken op grond van een
valse opvatting over Gods genade dat God hun zonden door de vingers zal zien. Er is geen
gehoorzaamheid in hun leven, omdat zij niet leven vanuit een liefdevol hart voor Jezus. Nu
heeft God grote genade voor ons, ook wanneer wij nog vele tekortkomingen hebben; maar
wat Hij zeker niet accepteert is een levenslange onwilligheid om te strijden tegen zonden en
zwakheden in een houding van oprechte bekering. Het is niet voldoende om Bijbelse taal te
gebruiken en samenkomsten te bezoeken; onze onvolwassenheid kwalificeert ons niet, maar
onze onwilligheid doet dat wel. We moeten dus onderscheid leren maken tussen geestelijke
rebellie en geestelijke onvolwassenheid.
Grote massa's mensen zijn geroepen (uitgenodigd), maar slechts weinigen zijn uitgekozen,
d.w.z. hebben gereageerd in een liefdevol hart met geloof. Het zeer opmerkelijke in deze
gelijkenis is dat vele uitverkoren Joden het bruiloftsfeest niet binnengaan vanwege hun
gebrek aan liefdevolle reactie, terwijl vele geroepen heidenen zonder speciale uitverkiezing
wel gehoor geven aan de oproep met een dankbaar hart. De vooraf uitverkorenen verliezen
hun privilege door hun weigering in te gaan op de uitnodiging. Goddelijke uitverkiezing werkt
namelijk niet alleen op grond van Gods soevereiniteit, maar werkt volledig samen met een
menselijke reactie van vrijwillige liefde. Gods uitverkiezing en de vrije wil van de mens zijn
volledig in harmonie met elkaar; de uiteindelijke beslissing wordt volgens deze gelijkenis
door de mens zelf genomen in de vrijwillige keus van zijn eigen hart.
Matt.8:11-12 Ik zeg jullie dat velen uit het oosten en uit het westen zullen komen en met
Abraham, Isaak en Jakob zullen aanliggen in het koninkrijk van de hemel, maar de
erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar
zullen zij jammeren en knarsetanden.
2Tess.2:10b-12 Want ze hebben de liefde voor de waarheid, die hen had kunnen redden,
niet aanvaard. Daarom treft God hen met verblinding, zodat ze dwalen en de leugen
geloven. Zo zal iedereen die de waarheid niet gelooft maar behagen schept in onrecht,
worden veroordeeld.
B: Geen aanstoot nemen aan het leiderschap van Jezus.
Ps.119:165 Groot is de vrede voor wie uw wet beminnen, zij vinden geen hindernis op hun
weg.
Matt.11:6 Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.
Voor het vervullen van het eerste en grootste gebod ontvangen wij kracht naar de mate van
onze dankbaarheid aan Jezus, maar wij worden afgeremd naar de mate dat wij aanstoot
nemen aan Zijn leiderschap. Vele oprechte gelovigen voelen zich onbewust beledigd en
tekortgedaan door het leiderschap van Jezus, en dit zal een van de grootste frontlinies in de
wereld zijn aan het einde van natuurlijke geschiedenis van de mensheid. De overwinnende
gemeente echter zal in de eindtijd een zeer diepgeworteld fundament van liefde hebben dat
gebaseerd is op het uitgangspunt dat het leiderschap van Jezus goed is, omdat Hij een
volmaakte liefde en wijsheid bezit in alles wat Hij doet. In Matt.11:6 waarschuwde Jezus de
leerlingen van Johannes de Doper om geen aanstoot te nemen aan Zijn leiderschap over het
leven van Johannes, omdat deze in de gevangenis zat en de Heer niet van plan was om
hem daaruit te bevrijden. Integendeel, in Zijn soevereine wijsheid zou Hij toestaan dat
Johannes niet lang daarna onthoofd zou worden (Matt.14:6-12). Veel gelovigen echter
nemen in het verborgene van hun hart aanstoot aan wat Jezus doet als aan wat Hij niet doet
of wat Hij zelfs toestaat.
Jezus rechtvaardigde de buitengewone toewijding van Johannes de Doper door hem openlijk
te beschrijven als een model van geestelijke agressiviteit; en Hij noemde hem de grootste
van alle mensen (Matt.11:7-12). Jezus is een meesterlijke Strateeg in het ontmaskeren van
de verborgen motieven in ons hart door ons verstand te beledigen; door onze gekwetstheid
naar de oppervlakte te brengen, kan Hij ons genezen van het nemen van aanstoot. Jezus
doet dit zowel op persoonlijk niveau als over de hele menselijke geschiedenis, en Hij schuwt
4
daarbij het gebruik van krachtige middelen niet, zoals een zweep (Joh.2:13-17) of het zwaard
uit Zijn mond (Openb.2:16). Er is een speciale zegen voor hen die in deze tijd vertrouwen op
het leiderschap van Jezus, voordat de doorbraak komt; het huidige leven op aarde is de
enige gelegenheid waarin wij dit aspect van liefde voor Jezus tot expressie kunnen brengen.
Het vraagt buitengewone liefde om het leiderschap van Jezus te vertrouwen als een vorm
van volmaakte liefde en wijsheid, voordat we het uiteindelijke resultaat zien.
Joh.20:29 Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.
Satan wil ons laten geloven dat wij door God verkeerd behandeld worden, maar liefde zegt
dat wij een betere behandeling krijgen dan wij in feite verdienen; we moeten teleurstelling
weerstaan door expressie te geven aan onze liefde voor Jezus en groot vertrouwen in Zijn
leiderschap. Onze werkelijke visie op Zijn leiderschap komt naar de oppervlakte in de context
van Zijn verlossende discipline, zoals die gezien wordt in ons persoonlijke leven en in de
ontwikkelingen in de naties. Wij mogen ervoor kiezen om op Hem te vertrouwen, terwijl we
geconfronteerd worden met teleurstelling.
Hebr.12:5-7 Kennelijk bent u de bemoediging vergeten die tot u als tot kinderen wordt
gericht: Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit
opgeven als je door Hem terechtgewezen wordt, want de Heer berispt wie Hij liefheeft,
straft elke zoon van wie Hij houdt. Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God
behandelt u als Zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt?
Omdat we weten dat alle dingen ten goede meewerken voor degenen die God liefhebben
(Rom.8:28), mogen we belijden dat het liefdevolle leiderschap van Jezus in alle opzichten
ten goede meewerkt voor ons leven. Daarom zullen we voor eeuwig zingen dat het Lam
waardig is om alle macht, rijkdom en wijsheid, en alle kracht, eer, lof en dank te ontvangen
(Openb.5:12). Wij verklaren daarmee dat Jezus al ons grenzeloze vertrouwen in Zijn
leiderschap waardig is; ook verklaren wij dat Jezus onze offervaardige gehoorzaamheid
waardig is. En wij verklaren dat Jezus waardig is om de allerhoogste Leider over de hele
schepping te zijn. Onze bekwaamheid om God lief te hebben is gerelateerd aan de manier
waarop wij moeilijkheden onder ogen zien. Vele mensen eindigen in bitterheid en met
verkeerde denkpatronen over God zonder dankbaarheid in hun hart; dankbaarheid vormt
een fundamenteel onderdeel van onze liefde voor God. De duivel wil onze liefde uitdoven
door het leiderschap van Jezus over ons leven te beschuldigen met het argument dat wij niet
het goede ontvangen dat wij verdienen, want een denkpatroon van zelfmedelijden vernietigt
de liefde. Maar wie weet dat hij veel vergeving ontvangen heeft, betoont uit dankbaarheid
veel liefde aan God (Luc.7:47).
Jezus onderwees ons over de gevaarlijke gedachte in onze relatie met Hem, dat wij recht
hebben op wat we op grond van onze toewijding verdienen in plaats van een houding van
dankbaarheid. De duivel fluistert ons in dat wij een betere behandeling van God in ons leven
en ons werk voor Hem verdienen dan we krijgen, maar in dit alles wil hij ons laten vergeten
dat wij eens verloren zondaars waren, die niets anders verdiend hebben dan het eeuwige
oordeel van God. Hoeveel wij ook voor God te doen, altijd wil Jezus ons leren om de houding
van een dienaar aan te nemen, die weet dat hij ten diepste alleen maar een knecht is die
enkel zijn plicht doet (Luc.17:7-10). Wij zijn geroepen om Jezus lief te hebben en Zijn
leiderschap te vertrouwen temidden van moeilijkheden in ons geestelijke leven, en onze
persoonlijke omstandigheden op lichamelijk, financieel en relationeel gebied of temidden van
allerlei vormen van politieke en economische crisis op nationaal en internationaal niveau.
Onze liefde moet blijven groeien, zodat wij elke vorm van gekwetstheid kunnen confronteren
met dankbaarheid, want mensen met een hart vol liefde en dankbaarheid zijn veel moeilijker
te verleiden tot bitterheid en ondankbaarheid.
Fil.1:9-11 En ik bid dat uw liefde blijft groeien door inzicht en fijnzinnigheid, zodat u kunt
onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u op de dag van Christus onberispelijk en
zuiver zijn, vol van de vruchten van de gerechtigheid, die u dankt aan Jezus Christus, tot lof
en eer van God.
Wij mogen bidden dat de Heilige Geest verborgen gebieden van onopgemerkte gevoelens
van gekwetstheid in ons hart openbaart (Ps.19:13-15). Gods oordelen zijn perfect; ze zijn
niet te zwaar maar ook niet te soepel, want ze zijn perfect gekozen om alles wat Zijn liefde in
5
de weg staat te ontmaskeren en te verwijderen. De rijkdom van Gods wijsheid en kennis, de
ondoorgrondelijkheid van Zijn oordelen, en het mysterie van Zijn wegen gaan ons verstand
ver te boven (Rom.11:33), maar dat hoeft ons niet te verhinderen om Hem met heel ons hart
volledig te vertrouwen. In de eindtijd zullen grote massa's mensen aanstoot nemen aan de
wegen van Jezus, zij zullen dan ten val komen en gehoor geven aan valse profeten; dan zal
de wetteloosheid toenemen, en de liefde van veel gelovigen afkoelen. Maar wie standhoudt
tot het einde, zal worden gered (Matt.24:10-13).
De kracht om God lief te hebben wordt niet gevonden in omstandigheden waarin wij niet
meer tot zonde worden verleid, maar in vrijwillige gehoorzaamheid die gebaseerd is op een
dankbaar hart. Waarachtige liefde vereist volledige vrijheid tot een vrijwillige keus om lief te
hebben, want de integriteit van Gods liefde maakt automatische gehoorzaamheid zonder een
echte keus onmogelijk. De Bruid van Christus zal Jezus voor eeuwig dienen met vrijwillige
liefde die zij in het leven op aarde geleerd heeft temidden van de verleiding van zonde, de
aanvallen van demonen, de vervolging door ongelovige mensen, en de negatieve houding
van medegelovigen. Onze volwassen liefde zal voor altijd blijven groeien in de eeuwigheid,
maar het fundament daarvoor wordt in dit leven gelegd; de basis voor vrijwillige liefde moet
in dit leven worden ontwikkeld. God de Vader heeft de menselijke geschiedenis op zodanige
manier geleid dat er een context wordt geschapen, waarin wij kunnen leren om voor eeuwig
met eerbiedige en liefdevolle dankbaarheid te leven.
Efez.2:4-7 Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die Hij voor ons heeft
opgevat zo groot is, heeft Hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus
levend gemaakt. Ook u bent nu door Zijn genade gered. Hij heeft ons samen met Hem uit de
dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus. Zo zal Hij,
in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk Zijn genade is, hoe goed Hij voor
ons is door Christus Jezus.
De menselijke ziel is geschapen met het vermogen om voor eeuwig te blijven groeien in de
liefde, maar wanneer dit uitblijft, zal een mens voor eeuwig groeien in haat. Liefde zal voor
eeuwig blijven toenemen in het hart van de gelovigen, maar boosheid zal voor eeuwig
groeien in hen die voor eeuwig veroordeeld worden. Ons emotionele hart is zodanig
ontworpen dat wij nooit de bekwaamheid zullen verliezen om liefde te voelen, en onze geest
zal tot in alle eeuwigheid gefascineerd worden door de glorie en schoonheid van Jezus
Christus. Dankbaarheid over onze eeuwige redding en enorme verbazing over onze eeuwige
roeping als Bruid van Christus zullen de brandstof zijn voor onze groeiende liefde voor
Jezus. We zullen voor altijd blijven groeien in onze dankbaarheid over Zijn volmaakte
leiderschap, waarmee Hij ons heeft voorbereid op de eeuwigheid. Er is een dynamische
continuïteit in de dankbaarheid die wij in dit leven hebben ontwikkeld; dezelfde dankbaarheid
zal ons in de eeuwigheid van kracht voorzien om de liefde van Jezus te beantwoorden.
Openb.1:5b-6 Aan Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door Zijn
bloed, die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God,
zijn Vader, aan Hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.
C: Volmaakte liefde.
1Joh.2:5 In wie zich aan Gods woord houdt, is Zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden;
hierdoor weten we dat we in Hem zijn.
1Joh.4:12 Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en
is Zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden.
1Joh.4:17 Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de
dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als
Jezus.
God liefhebben met heel ons hart is het grootste gebod, omdat dit grote gebod al het andere
volledig omvat. Dit gebod is de enige realiteit die stap voor stap elk gebied van ons leven in
beslag neemt, ons gedachteleven, onze woorden, onze relaties, de manier waarop wij tijd
besteden, de manier waarop wij geld uitgeven. Wanneer wij onszelf volledig overgeven aan
de opdracht om God lief te hebben, zullen wij op termijn onze naaste liefhebben als onszelf,
en onszelf volledig toewijden aan buitensporige dienstbaarheid, maar met een hart dat in
6
vuur en vlam staat met een krachtig vuur van intimiteit. De enige manier om dit grote gebod
te vervullen is door geestelijk verliefd te worden op een echte Persoon; heel eenvoudig maar
desalniettemin waar, want wij kunnen Hem niet echt liefhebben tenzij wij Hem liefhebben op
een zeer persoonlijke manier. Liefde is de enige manier tot zulk een leven van buitensporige
overgave, want dit gebod vereist een heilige verliefdheid, een vurige passie voor Jezus. En
alleen zij die doorboord zijn met een gepassioneerde liefde voor Jezus op een persoonlijke
manier, zullen uiteindelijk alles wat deze liefde in de weg staat overwinnen. Voor God is het
allerbelangrijkste dat Hij ons kan brengen tot deze volledige overgave, de onbelemmerde en
onbegrensde liefde die alles geeft en niets achterhoudt. En het is Zijn Heilige Geest die dag
en nacht de woorden van Gods liefde voor ons influistert, namelijk dat God ons met precies
dezelfde volledige overgave liefheeft (Rom.5:5).
C1: Het gevende karakter van liefde.
1Joh.4:9-10 En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft Zijn enige Zoon in de
wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet
dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon heeft gezonden
om verzoening te brengen voor onze zonden.
God de Vader heeft ons alles gegeven in Zijn eeuwige Zoon; deze Zoon was Zijn enige Zoon
(Joh.1:18) en de Zoon van Zijn liefde (Matt.3:17, 17:7, Joh.3:35, Kol.1:13). De Vader onttrok
de diepste liefde uit het binnenste van Zijn eeuwige wezen en hield niets achter van datgene
wat het meest kostbaar, het meest dierbaar en het allermeest geliefd voor Hem was. In het
geven van Zijn eeuwige Zoon gaf Hij Zichzelf zonder enige reserve (Rom.8:32, Joh.3:16). En
evenzo gaf Jezus de Zoon Zichzelf zonder enige terughoudendheid, want Zijn liefde voor ons
is tot het uiterste gegaan (Joh.13:1). Hij heeft Zichzelf volledig voor ons gegeven tot en met
Zijn eigen leven aan het kruis van Golgotha, want er is geen grotere liefde dan je leven te
geven voor je vrienden (Joh.15:13). Jezus, de Zoon van God, gaf Zichzelf volledig in liefde
aan ons, en Hij ging tot het uiterste om Zichzelf te geven, niet alleen in het geven van Zijn
fysieke lichaam in de dood, maar ook in het vrijwillig aanbieden van al Zijn uitmuntendheid,
Zijn schoonheid, Zijn kostbaarheid en Zijn eigen gerechtigheid (2Kor.5:21, Gal.1:4, 2:20,
Efez.5:25). Het eeuwige karakter van Gods liefde - zowel de uitwisseling van liefde binnen
de Goddelijke Drie-Eenheid als het uitgieten van liefde voor de mensheid - wordt gevonden
in het Zichzelf volledig weggeven aan een ander. Dit betreft niet alleen het feit dat God ons
liefheeft met een eeuwigdurende liefde wat tijd betreft, het is ook niet alleen de onmetelijke
kwaliteit van Zijn liefde, maar ook de volledige omvang van Zijn liefde, want God is liefde
(Joh.4:8+16).
C2: Jezus gaf alles terwille van de liefde.
Hebr.10:5-7 Daarom zegt Christus bij Zijn komst in de wereld: Offers en gaven hebt U niet
verlangd, maar U hebt Mij een lichaam gegeven; brand- en reinigingsoffers behaagden U
niet. Toen heb Ik gezegd: Hier ben Ik, want dit staat in de boekrol over Mij geschreven: Ik
ben gekomen, God, om Uw wil te doen.
De kleine baby in de voederbak (Luc.2:7) was dezelfde als Degene die de eeuwige Eigenaar
van alles is, de Schepper van het leven, de ongeschapen God (Kol.1:15-18), die eeuwig bij
de Vader aanwezig is geweest (Micha 5:1, Joh.1:1-3). Hij beschouwde Zijn eeuwige glorie
als de Zoon van God niet als iets dat Hij vast moest houden voor Zichzelf, maar Hij koos
ervoor om Zichzelf te ontledigen van Zijn oneindige majesteit, en Zelf een mens zonder
enige reputatie te worden door de gestalte aan te nemen van een slaaf (Fil.2:6-7). Wij zijn zo
vertrouwd geraakt met deze waarheid, dat onze bekendheid met dit verhaal onze grootste
vijand wordt tegen het groeien in liefde voor God. Wij kunnen zonder enige moeite dit drama
onder woorden brengen, maar het is juist onze kennis die ons verhindert om te groeien in de
diepere liefde voor God (1Kor.8:1-3). Voordat de liefde in ons leven kan groeien, moet eerst
verwondering en ontzag voor Gods liefde elk onderdeel van ons leven doordringen. In de
genoemde tekst zegt Jezus dat het Zijn vreugde is om de wil van God te doen, ook wanneer
Hijzelf geen enkele vreugde vindt in de consequenties van Zijn gehoorzaamheid, maar in
plaats daarvan dodelijke angst (Luc.22:41-44). Toen Jezus ons toegang gaf tot Zijn eigen
7
erfenis, trok Hij geen lijn waarvan Hij zei: “Tot hiertoe en niet verder”. Integendeel, want Hij
opende alle rijkdommen van Zijn glorie, en Hij zei daarbij dat dit allemaal voor ons bestemd
was (Joh.16:15, 17:24).
Op het kruis van Golgotha omarmde Jezus de armoede van menselijke afhankelijkheid; Hij
werd gegeseld, bespuugd, geslagen en bespot. In Zijn zachtmoedigheid beschermde Hij
Zichzelf niet tegen de afwijzing, het lijden en de dood, want Hij had ons lief tot het uiterste
(Joh.13:1). Het kruis van Christus is het hoogtepunt van het liefdesverhaal dat de donder van
Gods liefde tot een crescendo brengt; wat Hij droeg in Zijn lichaam door alle martelingen was
het externe verhaal van de interne zelfgevende liefde. Op de heuvel Golgotha balde de zeer
hevige en arrogante woede van de mensheid in al zijn duistere verwording zijn vuisten tegen
het gezicht van God, verscheurde Zijn vlees en bespotte Zijn hangende gestalte. Maar Hij
beantwoordde elke vorm van spot door de Romeinse soldaten en religieuze leiders, door de
voorbijgangers en door de misdadigers naast Hem met een krachtige bede tot de Vader om
vergeving, want zij wisten niet wat ze deden (Luc.23:34). In ons verlangen om Hem lief te
hebben moeten wij leren om met liefdevolle meditatie na te denken over wat Hij ons voor
eeuwig heeft gegeven in Zichzelf. Wat begint als bekende religieuze taal, moet onze harten
opnieuw raken met verbaasde verwondering en ontzag. Wij moeten dat bekende kruis in
onze harten toelaten en daarop dag en nacht mediteren (Ps.1:2), totdat de verveling van wat
wij weten vervangen is door een heilige toewijding, totdat wij met verliefde harten beginnen
te zien, waarom dit kruis in het centrum van de menselijke geschiedenis staat en de climax
van ons eigen verhaal is, het centrale punt van liefde tot in alle eeuwigheid.
C3: Hij wil alles van mij in ruil voor alles van Hem.
Wanneer wij de roepstem van God in het grote en eerste gebod gehoord hebben met een
ondertoon of een bijgeluid van hardheid, of wanneer dit gebod ons hart heeft benaderd met
een gevoel dat dit gebod te zwaar of de extreem is, moeten wij de Persoon achter deze
oproep nog leren kennen, en moeten wij het hart achter deze roepstem nog leren verstaan.
Wanneer de doordringende ogen van Jezus (Openb.1:14, 19:12) zich op mij richten en mij
aandringen om Hem lief te hebben met heel mijn hart, heel mijn ziel, heel mijn verstand en
met al mijn kracht, vraagt Hij dat aan mij met een aandrang die geboren is vanuit Zijn eigen
manier van leven. Want Hij wil alles van mij in ruil voor alles van Hem. Wanneer ik begrijp
hoe Hij Zichzelf ontledigd heeft in liefde, klinkt Zijn grootste gebod in mijn hart met de diepe
ondertoon van Zijn eigen gehoorzaamheid aan ditzelfde gebod. Hij nodigt mij uit om Zijn
geboden in gehoorzaamheid te bewaren, zoals Hijzelf de geboden van Zijn Vader bewaard
heeft (Joh.15:10), terwijl Hij deze geboden goed en niet zwaar noemt (Matt.11:29, 1Joh.5:3).
Iemand zei eens dat het vanzelfsprekend is dat het schepsel minder liefheeft, omdat hij
kleiner is dan de Schepper; maar wanneer hij met heel zijn hart liefheeft, ontbreekt er niets
wanneer alles gegeven wordt. God heeft ons lief met alles wat in Hem is door Zichzelf tot het
uiterste in liefde te geven, en hoewel wij zwak en gebroken zijn, kunnen wij Hem toch op
dezelfde manier liefhebben door Hem alles te geven wat wij hier en nu zijn; en er ontbreekt
er niets, wanneer wij alles geven, hoe weinig het ook is.
Matt.14:17-18 Ze antwoordden hem: We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee
vissen. Hij zei: Breng ze Mij.
De Vader heeft er vanaf de eeuwigheid naar verlangd om ons, mensen, te brengen naar
dezelfde intensiteit van liefde die Hijzelf bezit, door ons de liefde te geven die Hij voor Zijn
eigen Zoon koestert (Joh.17:26). Jezus bad dat de liefde van de Vader voor Zijn eigen Zoon
aan ons gegeven zou worden, zodat wij Jezus zouden kunnen liefhebben zoals de Vader dat
doet. Want Jezus heeft ons lief met diezelfde mate van Vaderliefde voor de Zoon (Joh.15:9),
maar ook de Vader heeft ons lief met diezelfde mate van Vaderliefde voor Zijn eigen Zoon
(Joh.17:23b). Dit is een uitnodiging, niet tot imitatie maar tot participatie, d.w.z. deelnemen
aan Gods eigen eeuwige liefde, de liefde binnen de Goddelijke Drie-Eenheid. Wij hebben lief
omdat Hij ons het eerst heeft liefgehad (1Joh.4:19), en wanneer wij op een heilige manier
geruïneerd worden door deze onbegrensde liefde, zullen wij op onze beurt onszelf aan Hem
geven op dezelfde manier (Fil.3:8). Er is een beloning van onmiskenbare, diepe vreugde
voor het hart dat niets voor God achterhoudt. Al wordt er een beperkte mate van vreugde
8
ervaren, wanneer wij Hem liefhebben met een behoorlijk deel van ons leven, toch geeft Hij
ons een onuitputtelijke vreugde, wanneer wij Hem de laatste restanten van ons leven geven.
Onbespreekbare vreugde wordt ontdekt in ongeremde liefde.
Joh.15:11 Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen
zijn.
C4: Gemaakt voor volledige overgave.
Wij staan voor een echte Persoon die in het grote gebod een uitnodiging van de hoogste
orde aan ons geeft; het is een oproep tot passie die voortvloeit uit de volheid van Zijn eigen
liefde. Jezus roept elk individueel hart op om het leven van passiviteit achter te laten en zich
te geven aan volledige overgave aan God; Hij roept ons tot de enige voorspelbare toekomst,
wanneer wij verlangen om te leven in Zijn volheid (Kol.2:9-10) in ruil voor het beste van ons,
d.w.z. alles wat we hebben en wie wij zijn. Vurige, radicale en totale liefde heeft te maken
met wie God is, wat Hij geeft en wat Hij vraagt; God heeft niet lief binnen bepaalde grenzen
of tot aan een bepaald punt, maar tot het uiterste. En Hij nodigt ons uit om Hem en anderen
lief te hebben zoals Hij dat doet, want Hij is geen God van een klein beetje maar van volheid.
Hij heeft altijd met een jaloerse liefde verlangd naar alles van ons, en Hij is nooit veranderd
in Zijn allesverterende verlangen naar ons hele hart. Gods glorie is een brandend vuur in
ons, een vurige liefde en een allesverterende hunkering; er is geen enkele lauwheid of
compromis in het hart van de God van volledige liefde. Altijd radicaal en totaal reduceert Hij
Zijn eigen verwachtingen van ons nooit tot iets wat minder is dan alles; onze relatie met Hem
is altijd bedoeld om te exploderen tot een laaiend vuur van voortdurende extase.
2Kor.5:13a Zijn we in extase, dan is het voor God.
Deze woorden zullen vreemd en overdreven klinken voor hen die nog nooit geproefd hebben
dat de Heer goed is; ze hebben misschien gelezen over de liefde van God en die met hun
verstand in het woord van God bestudeerd, maar ze hebben nog nooit intens gedronken uit
de eeuwige Bron van liefde. Wanneer wij Hem maar ten dele liefhebben, leven wij in strijd
met het karakter van de liefde. Hoewel onze liefde in dit leven niet volmaakt is in de zin van
volwassenheid, vraagt Hij ons om Hem nu lief te hebben op de manier zoals Hij ons liefheeft,
d.w.z. allesomvattend en volledig aan Hem gegeven in alle gebieden van ons leven die wij bij
onszelf kunnen zien en waarnemen, zonder een plaats van bewuste compromis achter te
houden. Deze Goddelijke oproep tot volledige overgave met heel ons hart heeft niet alleen te
maken met wie God is, maar ook met wie wij zijn en hoe Hij ons gemaakt heeft. De waarheid
is dat wij gemaakt zijn voor volledige overgave, gemaakt om onszelf volledig te geven in
liefde zonder enige vorm van compromis. Als gevolg van onze emotionele persoonlijkheid
zullen wij ons onvoldaan en verveeld voelen zonder deze radicale overgave, want we zijn
gemaakt met een hunkering naar liefde en een verlangen om tot het uiterste lief te hebben.
Alleen de veiligheid van radicale liefde zal ons veilig bewaren in een tijd van grote misleiding
die de aarde zal overspoelen aan de vooravond van de tweede komst van Jezus; want in de
tijd van groeiende wetteloosheid zal de liefde van veel mensen afkoelen (Matt.24:12-13).
Een verdeeld hart zal toegeven aan de desastreuze gevolgen van verwoeste fundamenten,
maar een leven dat gebouwd is op de door Jezus voorgeschreven levensstijl van het eerste
en grote gebod - uitgewerkt in de Bergrede van Matt.5-7 - zal standvastig volharden en
voorbereid zijn op Zijn terugkeer (Openb.19:7).
C5: Overgave in de tegenwoordige tijd.
2Kor.6:1-2 Als Gods medewerkers sporen wij u dan ook aan: laat de goedheid die Hij u
bewijst niet tevergeefs zijn. God zegt: Wanneer de tijd daarvoor gekomen is, luister Ik naar
je, op de dag van de redding help Ik je. Nu is de tijd daarvoor gekomen, nu is de dag van
de redding.
De uitnodiging tot volledige overgave met heel ons hart en de oproep tot het eerste en grote
gebod is een uitnodiging in de tegenwoordige tijd; wanneer God ons vraagt om Hem lief te
hebben met heel ons hart, vraagt Hij niet om een onmiddellijke volwassenheid, maar veel
meer om een volledige reactie in het hier en nu. Vandaag kunnen wij onszelf volledig aan
Hem geven, en door dat te doen hebben wij Hem lief met een liefde die voor de troon van
9
God verschijnt als volledige en volmaakte liefde. Elk seizoen in ons leven zal namelijk zijn
eigen excuses hebben om zichzelf niet volledig aan God te geven. Het alledaagse leven,
geestelijke of emotionele onvolwassenheid, of moeilijke omstandigheden zullen voortdurend
tegen ons zeggen dat wij onszelf aan God kunnen geven, wanneer dat alles voorbij is. Maar
ook seizoenen van teleurstelling of onvervulde verwachtingen kunnen ons laten denken dat
we hebben opgegeven, maar Jezus zegt dat alleen onze situatie in de tegenwoordige tijd er
voor Hem toe doet, en dat wij onszelf telkens weer opnieuw volledig aan Hem kunnen geven
zonder te letten op wat geweest is.
Luc.9:62 Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het
koninkrijk van God.
God met heel je hart liefhebben is niet iets dat eens en voor altijd gedaan wordt; ook is het
niet een belofte van toewijding op momenten van hoogtepunten in ons leven of een oprecht
verlangen dat uitgesteld wordt tot aan het eind van iemands leven. We moeten liefde leren
uitleven tijdens duizenden momenten van elke dag, en dat elke dag opnieuw. Vaak stellen
wij onze overgave van de laatste beetjes van ons leven uit, omdat wij willen dat God eerst
onze omstandigheden verandert. Wij verbeelden ons dan dat wanneer de omstandigheden
veranderen, wij beter in staat zijn om onszelf volledig aan Hem te geven; maar Hij heeft elke
omstandigheid in ons leven geplaatst volgens Zijn perfecte leiderschap om problemen en
moeilijkheden te creëren die een nieuw niveau van reactie in ons teweegbrengen. God heeft
in Zijn soevereiniteit elke omstandigheid toegelaten als een onderdeel van Zijn plan om ons
te brengen naar volledige overgave aan Hem. De vijand wil ons echter verleiden met een
fantasie over de toekomst of romantische gevoelens over het verleden om ons af te houden
van radicale liefde en gehoorzaamheid in het heden. Wanneer wij de tegenwoordige tijd zien
als het enige neutrale punt in de tijd, zullen wij in de valkuil van misleiding lopen en uiterst
krachteloos worden in zowel het heden als in de toekomst. We kunnen misschien denken dat
een ander seizoen of een ander leven beter geschikt is voor volledige overgave, maar dat
andere seizoen zal misschien nooit komen, en dat andere leven zullen we nooit hebben. Wij
kunnen nooit met zekerheid weten wat we morgen zullen doen (Jac.4:13-15). Wij moeten
vandaag God liefhebben met alles wat in ons is.
C6: Het alledaagse leven is de context voor groeien in liefde.
Deut.30:11+14 De geboden die ik u vandaag heb gegeven, zijn niet te zwaar voor u en
liggen niet buiten uw bereik........ Nee, die geboden zijn heel dichtbij, u kunt ze in u opnemen
en ze u eigen maken; u kunt ze volbrengen.
Volledige overgave in liefde vindt niet plaats in een verre toekomst, wanneer wij uiteindelijk
geestelijk volwassen geworden zijn, en onze omstandigheden zodanig geschikt zijn dat wij
zachtmoedigheid kunnen demonstreren. Het vindt ook niet plaats in de speciaal daarvoor
geschikte momenten van geestelijk leven, alsof wij ons leven kunnen opdelen in bepaalde
gebieden. God liefhebben met heel ons hart, heel onze ziel, heel ons verstand en met al
onze kracht kan alleen plaatsvinden in de context van het alledaagse leven op elk willekeurig
moment van de dag, hoe gewoon dat moment ook is. Wij zijn maar zeker van één bepaald
tijdstip in ons leven, en dat is het moment van nu; het probleem is echter dat dat moment
vaak zo gewoon en alledaags lijkt. Wij moeten echter niet moe worden om kleine dingen te
doen in onze liefde voor God (Gal.6:9), want Hij kijkt niet naar de grootsheid van onze daden
maar naar de liefde waarmee wij iets gedaan hebben. Het alledaagse leven is kenmerkend
voor het menselijke leven in deze tijd; het is de enige context die ons gegeven is om God lief
te hebben. Volgens de Goddelijke uitmuntendheid van eeuwige wijsheid is het alledaagse
leven de omgeving waarin liefde voor God en onze medemens groeit en ontwikkeld wordt,
gehandhaafd en aangeboden wordt.
Matt.10:42 En wie een van deze geringe mensen een beker koel water te drinken geeft
alleen omdat het een leerling van Mij is, Ik verzeker jullie: die zal zeker beloond worden.
Hebr.6:10 Want God is niet zo onrechtvaardig dat Hij vergeet wat u hebt gedaan, hoeveel
liefde u aan Zijn naam hebt betoond door sinds jaar en dag steun te verlenen aan de
gelovigen.
10
Er is een liefdevolle agressie in ons hart nodig om het huidige moment van ons leven te
kunnen accepteren als het perfecte moment en de perfecte omgeving, waarin wij onszelf
volledig aan God kunnen geven. In kwetsbaarheid reageren met volledige overgave aan God
vereist een diep vertrouwen in het leiderschap van de Heer over ons leven, een vertrouwen
dat Hij deze specifieke dag en dit specifieke seizoen ook gemaakt heeft. Dit vereist dat wij
steeds weer strijden tegen de beschuldigingen van de vijand over Gods hart en over ons
eigen hart, en onszelf voortdurend voeden met de waarheid die deze leugens bestrijdt. De
liefdevolle agressie van ons hart in deze tijd bereidt ons voor op onze agressieve liefde in de
toekomst. Onze reactie op moeilijke omstandigheden in de toekomst wordt gevormd door
onze reactie op onze omstandigheden in het heden, in de honderden dagelijkse keuzes in de
dingen die God ons op dit moment geeft, wanneer niemand toekijkt en wij alleen leven voor
het publiek van die ene Persoon. Liefde voor God in een tijd van vervolgingen begint in de
tijd van alledaagse routine; en de kracht om alles aan God te geven komt niet op het moment
van uiterste beproeving maar in de duizenden momenten van alledaagse voorbereiding. De
sleutel tot het winnen van de wedstrijd is het volharden in de lange wedloop (1Kor.9:24-25),
en de zekerheid van een juiste reactie in een moeilijk moment is de reactie van oprechte
liefde in duizenden gewone momenten in het verborgene van elke dag.
1Kor.15:58 Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet
u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen
nooit tevergeefs zijn.
C7: Jezus beloont het alledaagse.
Openb.22:12 Ik kom spoedig, en heb het loon bij Me om iedereen te belonen naar zijn
daden.
Het leven van Jezus is het grootste getuigenis van adeldom in de vele kleine dingen van het
dagelijkse leven, doordat Hij in Zijn menswording de gewone dingen van het leven met heel
Zijn hart omarmde. Hij zag Zijn dagelijkse verplichtingen en taken niet als overbodig of als
onbelangrijk; Jezus kende de menselijke ervaring en de sleur van het dagelijkse leven. Hij
was vertrouwd met het gewone en niet onbekend met alledaagse sleur. In alle opzichten is
Hij onze oudste Broer. We mogen niet vergeten dat Jezus Zelf ongeveer 30 jaren in deze
routine van het gewone leven gebruikte, voordat Hij Zijn openbare bediening begon. Hij vond
het passend om voorbereid te worden op Zijn aardse bediening en Zijn dood aan het kruis in
een tijd van bijna volslagen onbekendheid. Daarom weten wij dat er geen omstandigheid te
klein is, geen moment in de tijd te eentonig om een gelegenheid te zijn voor groeien in de
liefde, een favoriete situatie om voorbereid te worden op de eeuwige toekomst. Door gewone
menselijke plicht te aanvaarden, maakte Jezus elk moment van eentonigheid tot een deur
voor relatie, zowel met God als met mensen. Er is niets te klein, geen situatie te onbelangrijk
om ons hart dichter bij Hem te brengen in liefde, met Hem te praten en al ons werk aan Hem
toe te wijden als iets dat wij voor Hem doen (Kol.3:22-24). Of wij nu ons huis schoonmaken,
het gras maaien, naar school gaan, met onze kinderen spelen, autorijden, ons dagelijkse
werk vervullen, Hij is altijd intens en intiem bij ons aanwezig en zeer betrokken met wat we
doen. Wij moeten elke dag aandacht schenken aan Jezus’ aardse leven temidden van
gewone mensen en dagelijkse omstandigheden; daardoor staan wij de eeuwigheid toe om
ons leven in de tijd voortdurend aan te raken.
Het is niet zo dat Jezus gewone dingen deed, en dat daardoor onze eentonigheid waarde
krijgt, want er is niets specifieks goed aan eentonigheid, en veel mensen brengen al hun
dagen door in dagelijkse sleur zonder ooit een ontmoeting met Jezus te hebben. Maar de
waarheid van Jezus’ leven temidden van ons en Zijn acceptatie van het gewone vindt zijn
rijkdom in het feit dat God Mens geworden is en in ons midden heeft gewoond (Joh.1:14),
terwijl Hij ernaar verlangde om mensen te ontmoeten en buitengewone liefde te cultiveren in
de context van elke dag. De waarheid dat Jezus het alledaagse beloont en Zichzelf niet
distantieert van het gewone, openbaart ook het feit dat Hij de vele kleine en schijnbaar zo
onbelangrijke aspecten van onze liefde voor Hem waardeert. Hij is de God die niet alleen het
alledaagse omarmt, en ons toegang geeft tot Zijn hart tijdens elke normale dag, maar ook de
God die Zijn eigen hart toestaat om diep aangeraakt te worden door elke keus die gemaakt
11
wordt uit liefde voor Hem, elk woord van genegenheid dat wij tussendoor bidden, elke kleine
daad van liefde.
Wat wij in het leven van Jezus ontdekken is dat God al onze woorden hoort, deze in Zijn hart
opneemt en geen onverschilligheid kent over elke willekeurige seconde van ons leven. Hij
die Zijn gezicht niet afkeerde van degenen die Hem verwierpen, en Zijn hart niet verhardde
tegen de minachtende spotters, is Dezelfde die diep in Zijn hart aangeraakt wordt door de
kleinste dingen die wij voor Hem doen uit liefde, hetzij in woorden, in daden en in gedachten.
Nogmaals, wij hoeven niet te wachten totdat wij volledig aan Hem toegewijd zijn, ook niet op
betere omstandigheden om Hem lief te hebben in mooiere expressies van liefde voor Hem.
Wij hebben Hem volledig lief met alle liefde die in ons hart is in de context van het gewone
en alledaagse, en er ontbreekt niets wanneer wij in die context alles aan Hem geven.
D: De relatie tussen het eerste en tweede gebod.
Matt.22:36-40 Meester, wat is het grootste gebod in de wet? Hij antwoordde: Heb de Heer,
uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het
grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.
Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.
Het principiële uitgangspunt voor het eerste en tweede gebod is dat mensen met grote liefde
voor Jezus ook andere mensen meer zullen liefhebben, want het is onmogelijk om Jezus lief
te hebben en geen liefde voor de medemens te hebben. De grootste zalving van de Heilige
Geest is om te wandelen in deze twee geboden door Jezus lief te hebben met heel ons hart
en onze naaste als onszelf. Maar wanneer wij het tweede gebod als hoogste gebod op onze
lijst van prioriteiten hebben staan, maken wij onze bediening voor mensen tot een afgod in
ons hart. Jezus citeerde het eerste gebod uit Deut.6:5 en het tweede gebod uit Lev.19:18,
maar Hij voegde drie nieuwe ideeën aan deze twee geboden toe. In de eerste plaats is dat
de gedachte dat het liefhebben van God het grootste en eerste gebod van alle geboden is; in
de tweede plaats is dat de gedachte dat liefde voor mensen gelijk moet opgaan met liefde
voor God; in de derde plaats is dat het principe dat alle andere doelstellingen van God in Zijn
woord afhankelijk zijn van deze twee geboden.
D1: Drie principes voor naastenliefde.
Matt.22:39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.
1) Het eerste principe is dat liefde voor anderen voortvloeit uit een regelmatige ontmoeting
met de liefde van God voor onszelf, want wij hebben Hem lief omdat Hij ons het eerst heeft
liefgehad (1Joh.4:19).
2) Het tweede principe is dat wij leven vanuit oprechte liefde zoals die door God gedefinieerd
wordt, d.w.z. met heel ons hart, heel onze ziel, heel ons verstand en al onze kracht. Maar dit
omvat veel meer dan louter en alleen sentimentele gevoelens.
3) Het derde principe is dat leven vanuit liefde voortdurend de kracht van de Heilige Geest
nodig heeft, want deze kracht stimuleert gezonde emoties door zeer regelmatige, subtiele
impressies van de Heilige Geest. Het christelijk geloof heeft te maken met een voortdurende
aanraking door de liefde van een Persoon, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort
wordt door de Geest (Rom.5:5).
Alleen door Jezus lief te hebben, leren wij onszelf lief te hebben, en zullen we daarna in staat
zijn om voortdurend liefde te ervaren voor anderen. Wij ontvangen kracht om bewogenheid
in ons hart levend te houden door de dankbaarheid en de vreugde over het feit dat wij geliefd
zijn door God. Wij moeten eerst God en onszelf liefhebben, voordat wij op een goede manier
onze naaste kunnen liefhebben; want Bijbelse zelfliefde geeft ons de kracht en de energie
om anderen lief te hebben. Wij kunnen onze naaste alleen maar liefhebben in het ervaren
van de overstromende liefde van God voor onszelf, want alleen in de zekerheid dat God ons
liefheeft en dat wij Hem liefhebben, kunnen wij op een goede manier anderen liefhebben. De
hoge eisen van deze twee geboden vragen om een grondige herziening van de manier
waarop wij denken en in het leven staan, want van nature zijn wij op onszelf gericht, en het
vraagt de kracht van de Heilige Geest om deze twee geboden te kunnen uitleven. De liefde
voor God en de liefde voor onszelf zijn aan elkaar verbonden; wij waarderen anderen in de
12
overvloed van de manier waarop wij God zien en de manier waarop Hij ons ziet. Het tweede
gebod lijkt op zichzelf te staan in bepaalde Bijbelgedeelten, omdat de verbinding met het
eerste gebod door de schrijver vanzelfsprekend geacht werd.
Wij worden niet opgeroepen om anderen lief te hebben in plaats van onszelf maar gelijk aan
onszelf door dezelfde norm voor naastenliefde te gebruiken als liefde voor onszelf. Daarom
behoren wij het goede voor anderen te zoeken met dezelfde aandacht en energie als wij het
goede voor onszelf zoeken. Wij kunnen bijvoorbeeld naar hogere financiële inkomsten
streven, zodat wij meer weg kunnen geven aan anderen (Efez.4:28); op deze manier wordt
de vrijgevigheid van God zichtbaar door ons heen. Anderen liefhebben als onszelf heeft te
maken met het waarderen van hun verlangen naar belangrijk zijn, acceptatie en succes als
iets dat ook voor onszelf belangrijk is. Omdat alle mensen naar het beeld van God zijn
geschapen, hebben zij recht op het ontvangen van onze liefde die wij op onze beurt weer
van God ontvangen. Wij hoeven liefde voor onszelf niet uit te schakelen, maar moeten deze
gebruiken om anderen lief te hebben met grotere intensiteit. Wij zullen Gods bewogenheid
en liefde meer ervaren, wanneer wij die aan anderen laten zien; dit radicale tweede gebod
raakt de kern van ons wezen aan. Dit gebod ontmaskert een diepgeworteld patroon van
zonde in ons binnenste; wanneer wij op zoek gaan naar liefde voor anderen als onszelf,
botsen wij op zonde in ons hart en geestelijke tekortkomingen.
D2: Liefde is het doel van de wet en de profeten.
Matt.22:40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten
staat.
Rom.13:8-10 Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft
de gehele wet vervuld. Want ...... deze en alle andere geboden worden samengevat in deze
ene uitspraak: Heb uw naaste lief als uzelf. De liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus
de wet vindt zijn vervulling in de liefde.
In deze uitspraak benadrukt Jezus het grote belang van deze twee geboden, en hoe zij zijn
verbonden met elkaar en met Gods eeuwige doelstellingen. Alle doelstellingen van God in de
Wet en de Profeten zijn afhankelijk van de effectiviteit van onze liefde; liefde is de bron
achter al Gods eeuwige doelstellingen. Onze liefde voor God en het grote doel van de Bijbel
worden vervuld, wanneer wij anderen liefhebben; want liefde geeft een praktische expressie
aan al het onderwijs van de Wet en de Profeten.
1Tim.1:5 Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart, en zuiver
geweten en een oprecht geloof.
Paulus geeft ons meer inzicht in de liefde, doordat hij ons aanspoort tot de liefde vanuit een
zuiver hart, d.w.z. het zuivere motief om anderen te zegenen zonder op zoek zijn naar zegen
voor onszelf. Daarnaast is een zuiver geweten nodig dat vrij van gevoelens van veroordeling
is (Rom.8:1), en een oprecht geloof dat standvastig is in moeilijke omstandigheden. Liefde is
dus zowel het doel van de Wet en de Profeten als de bron daarvoor; m.a.w. alle doelen van
God in de Bijbel zijn afhankelijk van deze twee grote geboden. Wij moeten deze geboden
leren begrijpen in de context van de Bergrede (Matt.5-7), die ons oproept tot een radicale en
allesverterende relatie met God. Jezus leerde ons dat de Vader goede dingen geeft aan
degenen die Hem daarom vragen (Matt.7:7-11), maar daarna leerde Hij ons dat wij anderen
moeten behandelen zoals wijzelf behandeld willen worden (Matt.7:12). M.a.w. dit gebod
wordt gegeven in de context van ons gebed tot de Vader, ofwel de oproep tot een leven
vanuit liefde wordt gegeven in de context van Gods bovennatuurlijke voorziening aan ons
d.m.v. gebed. Het fundament voor dit gebod is de openbaring van Gods Vaderliefde en een
gebedsleven dat gebaseerd is op vertrouwen in Zijn leiderschap.
Een belangrijk aspect voor naastenliefde wordt gevonden in de levensstijl van vasten en
gebed, zodat wij voorbereid worden om meer van de kracht van de Heilige Geest in andere
mensenlevens vrij te zetten. Het is juist om expressie te geven aan liefde door in de noden
van mensen te voorzien op het gebied van hun dagelijks behoeften aan kleding en voedsel;
maar omdat mensen eeuwige, geestelijke wezens zijn, hebben zij meer nodig dan voedsel
en kleding. Waarachtige liefde vereist veel meer dan sentimenteel humanisme dat niet kan
voorzien in een relatie met Jezus op Gods voorwaarden. Loyaliteit aan Jezus geeft ons een
13
norm om zuiver gemotiveerd te worden in de liefde, want de essentiële kwestie van de
eindtijd zal zich afspelen rond de vraag hoe de liefde wordt gedefinieerd. Wij moeten liefde
op Gods voorwaarden definiëren, en niet op de principes van de humanistische cultuur die
op zoek is naar liefde zonder gehoorzaamheid aan Gods woord. De ware definitie van liefde
en goede werken worden alleen gevonden in loyaliteit aan Jezus. God gebruikt liefde om het
menselijke hart wakker te maken met de waarheid over Jezus, die de grote eeuwige noden
van de mensen kan vervullen; het is heerlijk om dankbaarheid voor God en liefde voor de
waarheid in mensen te zien groeien. Liefde trekt mensen tot de waarheid (niet tot onszelf),
en creëert gelegenheden om in hun geestelijke noden te voorzien. Het wereldse humanisme
is tevreden met de mensen fysiek, sociaal en maatschappelijk te helpen zonder antwoord te
geven aan de veel diepere geestelijke noden. Wij hebben God lief, wanneer wij op zoek
gaan naar zegeningen voor anderen volgens de principes van Jezus, waarbij wij niet blijven
stilstaan bij louter en alleen aardse noden en problemen.
D3: Liefde heeft een eeuwigdurende kwaliteit.
De superieure waarde van liefde kan alleen begrepen worden, wanneer wij de liefde zien in
de context van de Rechterstoel van Christus (Rom.14:10-12, 1Kor.3:13-15, 4:5, 2Kor.5:10).
Paulus benadrukte dat alle gelovigen verantwoording moeten afleggen over hun leven en
bediening voor de troon van God, maar 1Kor.13 maakt duidelijk dat alleen alles wat gedaan
is uit liefde, werkelijke waarde heeft. De superioriteit van liefde wordt gezien in het eeuwige
karakter van de liefde, want de liefde zal nooit vergaan (1Kor.13:8). De liefde faalt nooit,
omdat elke liefdevolle beweging van ons hart door God herinnerd zal worden, en beloning
zal ontvangen voor de Rechterstoel van Christus. Onze beloning is niet afhankelijk van de
mate waarin mensen onze liefde hebben geaccepteerd, want onze investering in liefde wordt
nooit door God vergeten (Hebr.6:10). Liefde is de grootste gave van alles, omdat God liefde
is. Geloof d.m.v. instemming met Gods woord is de manier waarop wij de gaven van de
Heilige Geest vrijzetten, maar liefde is het grote doel van alles. Geloof heeft te maken met de
manier waarop gaven functioneren, maar liefde is de reden waarom zij functioneren. Hoop
geeft stabiliteit aan ons leven, en daarom moeten wij sterk zijn in geloof, verankerd zijn in de
hoop, en leven vanuit de liefde.
1Kor.13:13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de
liefde.
Kol.1:3-5a In al onze gebeden danken wij God, de Vader van onze Heer Jezus Christus,
voor u, want we hebben gehoord dat u in Christus Jezus gelooft en alle heiligen liefhebt,
omdat u hoopt op wat in de hemel voor u gereedligt.
1Tess.1:2-3 Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden
en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig
uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen ......
1Tess.5:8 Maar laten wij, die toebehoren aan de dag, op onze hoede zijn, omgord met het
harnas van geloof en liefde, en getooid met de helm van de hoop op redding.
V.v.d.B. 
14
Download