hier de uitspraak

advertisement
DE RIJDENDE RECHTER
Zaaknummer: 09320
Datum uitspraak: 18 maart 2008
Plaats uitspraak: Zaandam
Bindend Advies
in het geschil tussen:
W.J. van Hoof
te Valkenswaard
verder te noemen: Van Hoof
tegen:
Gebroeders Gerit en Jan Vercammen
te Valkenswaard
verder te noemen Gebroeders Vercammen,
gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een
bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter"
editie september 2003 te laten beslechten.
De vordering van Van Hoof is opgenomen in de bindend advies overeenkomst.
Daarin is ook een tegenvordering van Gebroeders Vercammen opgenomen.
De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde
stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 28 november 2007, welke is
gehouden te Dommelen.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze
procedure bedoelde tuinen en haag en heeft hij deze in het bijzijn van partijen
bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig E. Merckx als deskundige, die
mondeling verslag heeft uitgebracht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld open aanmerkingen te maken.
Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag.
Vaststaande feiten.
In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze
voldoende zijn komen vast te staan.
1. Van Hoof is eigenaar van het perceel met woonhuis en tuin staande en
gelegen te Valkenswaard aan de Kromstraat 75. Dit is verhuurd aan Anne
van der Laar. Gebroeders Vercammen zijn eigenaar van het perceel met
woonhuis en tuin staande en gelegen te Valkenswaard aan de Kromstraat
71.
2. Gebroeders Vercammen hebben in hun tuin op ongeveer 50 centimeter van
de erfgrens een coniferenhaag geplant. Vroeger stond op of nabij de
erfgrens een ligusterhaag, die is verwijderd.
3. Van Hoof heeft in het recente verleden, staande op zijn eigen grond,
enkele keren takken afgeknipt en/of gebroken van de hiervoor bedoelde
coniferenhaag. Daarbij heeft hij (ook) over de erfgrens heen gereikt.
4. Van Hoof heeft in het verleden ook onkruidverdelger gespoten op zijn
eigen grond, maar zó dichtbij de haag, dat onkruidverdelger op die haag
terecht is gekomen.
De vordering van Van Hoof.
Van Hoof vordert kort gezegd dat Gebroeders Vercammen worden gelast de
coniferenhaag te vervangen door een bescheiden ligusterhaag, althans de
bestaande coniferenhaag grondig te snoeien en gesnoeid te houden. Alles op
straffe van een boete.
De tegenvordering vordering van Gebroeders Vercammen.
Gebroeders Vercammen vorderen kort gezegd een verklaring voor recht dat de
bestaande coniferenhaag geen onrechtmatige hinder veroorzaakt en dat Van Hoof
zich daarover niet langer mag beklagen. Verder dat Van Hoof wordt verboden
om deze haag te snoeien, dit alles op straffe van een boete.
Standpunten van partijen.
Partijen blijken kort en goed verdeeld over het antwoord op de vraag of de
bestaande coniferenhaag onrechtmatige hinder oplevert en zo ja, of deze
(grondig) moet en mag worden gesnoeid. In dat verband verschillen zij ook van
mening of Van Hoof die haag ook zelf (aan zijn kant) mag snoeien of anderszins
beschadigen.
Beoordeling van het geschil.
Nadat ik de coniferenhaag met de deskundige heb bekeken ben ik tot het oordeel
gekomen dat deze er goed uitziet, behoorlijk is onderhouden is en niet te hoog
opschiet. Dat de huurster van Van Hoof daardoor enige lichtinval mist in haar
huurwoning, hetgeen haar naar eigen zeggen overigens niet deert, levert geen
onrechtmatige hinder op. Die haag staat verder ook niet binnen de wettelijke
afstand (waarvan in de gemeente Valkenswaard niet is afgeweken) van 50
centimeter van de erfgrens geplant (vgl. art. 42 lid 2 BW). Dat de wortels van
deze haag het riool van Van Hoof zouden beschadigen blijkt uit niets. Kortom, ik
zie geen enkele reden om Gebroeders Vercammen te verplichten die haag te
verwijderen of (thans) sterk terug te snoeien.
Uiteraard zullen Gebroeders Vercammen er in de toekomst wel voor moeten
zorgen dat die haag niet te hoog wordt en dat deze niet over de erfgrens heen gaat
groeien. Als zij eenmaal per jaar behoorlijk snoeien, dan lijkt me dat genoeg. De
vordering van Van Hoof is in zoverre toewijsbaar. De hoogte van de haag moet
daarbij worden beperkt tot ongeveer 2 meter; hoger wordt onbeheersbaar.
Hoewel Van Hoof ingevolge artikel 44 lid 1 BW in beginsel het recht heeft na
voorafgaande aanmaning overhangende takken weg te snoeien, moet ik
constateren dat Van Hoof die bevoegdheid in recente verleden aantoonbaar heeft
misbruikt, door verder terug te snoeien dan wettelijk is toegestaan. Mede gelet op
de gespannen verhouding tussen partijen, alsmede het feit dat Van Hoof zijn
woning mét tuin heeft verhuurd, en daar dus in beginsel niets te zoeken heeft, zal
ik Van Hoof daarom verbieden die haag nog op enigerlei wijze te snoeien en/of
beschadigen, waaronder begrepen alle handelingen (zoals gifspuiten) die de
gezondheid van die haag kunnen aantasten.
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden
beslist.
BESLISSING
Voor wat betreft de vordering van Van Hoof.
Gebroeders Vercammen worden verplicht om de in deze procedure bedoelde
coniferenhaag minimaal éénmaal per jaar behoorlijk terug te (doen) snoeien tot
ongeveer twee meter hoogte, waarbij bovendien de mogelijk over de erfgrens met
Van Hoof hangende takken moeten worden verwijderd. Van Hoof is verplicht
ervoor te zorgen dat Gebroeders Vercammen, althans degenen die deze
snoeiwerkzaamheden komen verrichten, daartoe vrije toegang hebben tot zijn
grond.
Indien Gebroeders Vercammen, na behoorlijke aanmaning, niet mochten voldoen
aan deze verplichting, verbeuren zij een boete aan Van Hoof van € 25,-- per dag
dat zij daarmee in gebreke mochten blijven, met een maximum van € 2.500,--.
Gebroeders Vercammen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor nakoming van de
hiervoor bedoelde verbintenissen.
Voor wat betreft de tegenvordering van Gebroeders Vercammen.
Van Hoof wordt verboden de in deze procedure bedoelde haag eigenmachtig te
(laten) snoeien en/of te beschadigen, op welke wijze dan ook, op straffe van een
(zonder nadere aanmaning) aan Gebroeders Vercammen te betalen boete van
€ 250,-- per keer dat hij dit verbod zou overtreden, met een maximum van
€ 5.000,--.
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.
Het over en weer meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en
uitgesproken te Zaandam op 18 maart 2008.
Bindend Adviseur
Secretaris
Mr. F.M. Visser
Mr. S.T. Terstegge
Download