Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven

advertisement
Mondiale conflicten
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland
Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Het onderhavig artikel, dat in essentie
vooral methodologisch wil zijn en geen
volledigheid over dit onderwerp beoogt,
bestudeert de evolutie van het netwerk van
de militaire bases en de dienovereenkomstige ingezette militaire effectieven van de
Verenigde Staten op buitenlands grondgebied voor de periode 1991-2011. In plaats
van een overzicht van de overvloedig gedocumenteerde geopolitieke en geostrategische theorieën te willen bieden, gaat het
ons hier in de eerste plaats om de periodisering van de installatie van deze bases te
analyseren, evenals de hoofddoelstellingen
die door de Verenigde Staten als eerste
wereldmacht worden nagestreefd (zie het
eerste deel). Daarna presenteren we op een
synthetische wijze in het middendeel van
het artikel en daarna in de bijlagen meer in
detail de informatie verstrekt door de statistische diensten van het U.S. Department of
Defense (tweede deel). Wij zullen daarna
de belangrijkste beperkingen erin opsporen
en becommentariëren door speciaal de rol
die door de militaire privémilities worden
gespeeld in het strategische controledispositief van de Verenigde Staten in de wereld
te beklemtonen (zie het derde deel). Wij
vervolledigen ten slotte dit onderzoek door
een kort overzicht te bieden van de militaire
bases in bezit van de landen uit het noorden
(waaronder de lidstaten van de Europese
Unie) die bondgenoten van de Verenigde
Staten zijn en die ze aan de Verenigde Staten ter beschikking hebben gesteld, in het
bijzonder in het kader van de tussenkomsten van de NAVO. Ook stellen we vast
dat, zoals in heel wat andere domeinen van
de defensie-economie, de werkelijkheid
van de operaties die op dit terrein effectief
uitgevoerd worden, grotendeels aan statistische rapportage ontsnappen.1
I 40
De wetenschappelijke
onderzoekers uit het Noorden
kunnen zich inderdaad moeilijk
aan de evidentie onttrekken dat
de landen, of de groepen van
landen, die onder de militaire
leiding van de Verenigde Staten
staan, zich vandaag nog steeds als
“imperialistische” grootmachten
gedragen wanneer ze zich buiten
hun nationale grenzen – en op heel
wat andere plaatsen – bewegen.
Eerste deel: Periodisering van
de Amerikaanse militaire bases
Colombia in 1860-1861, 1868, 1873). Vanaf deze periode nochtans gebeurden er ook
interventies in Azië (bij voorbeeld in Japan
in 1853 en in China in 1858) en Afrika
(met name in Angola in 1860). Het ingeroepen motief was bijna altijd hetzelfde:
“beschermen van Amerikaanse levens en
belangen” (“to protect American lives and
interests”).3
De bestudering van de moderne geschiedenis – vanaf het einde van de negentiende
eeuw – m.b.t. het aanleggen van een netwerk van militaire bases van de Verenigde
Staten in de wereld laat ons drie grote tijdperken onderscheiden. De eerste fase begint met de oorlog van 1898 tegen Spanje,
waardoor deze laatste de eilanden Cuba,
Puerto Rico, de Filippijnen en Guam ziet
verloren gaan. Dit gebeurt vlak na de officiële sluiting van de “internal frontier”
in 1890 (dat is ook het jaar van de laatste
slachting onder de indianen van Amerika)
en dit conflict, dat vaak als de eerste “imperialistische” oorlog in de geschiedenis van
de Verenigde Staten wordt gekwalificeerd,
stond aan deze laatste toe om de hand te
leggen op meerdere strategische plekken
in hun door de Monroe-doctrine opgeëiste
invloedssfeer. Deze periode eindigt aan de
vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
In 1938 beschikken de Verenigde Staten
nog maar over 14 bases buiten hun eigen
continentaal territorium (Lutz, 2009, blz.
11): Cuba (Guantanamo), Puerto Rico,
Panama, de Maagdeneilanden, Hawaï,
Midway, Wake, Guam, de Amerikaanse
Samoa-eilanden, de atol Johnston, de Filippijnen, de Aleoeteneilanden en Shanghai,
wat niettemin een minder belangrijk territoriale expansie betekent dan die van de
Europese koloniale mogendheden.
De expansie van de Amerikaanse militaire
bases buiten hun eigen nationaal territorium ging pas echt op grote schaal van start
tijdens de allerlaatste jaren van de negentiende eeuw. Reeds vóór deze periode, die
door de “opdeling van de wereld” door de
grote Europese mogendheden werd gemarkeerd en door – wat ons hier in het bijzonder interesseert – de steile opgang van
de belangen van de haute finance2 (in het
bijzonder van de groepen van Rockefeller
en J. P. Morgan), was de gewapende macht
van de Verenigde Staten meer dan honderdmaal buiten haar eigen landsgrenzen opgetreden, wat dan ten nadele van Engeland
zou leiden tot het ontstaan van een nieuw
hegemoniaal wereldsysteem. De eerste
buitenlandse gewapende operaties gebeurden hoofdzakelijk in het Caribisch Gebied
(Dominicaanse Republiek in 1798-1800 en
in 1814; Cuba in1814-1821 en 1822-1825;
Puerto Rico in 1814 en daarna in 1824;
Haïti in 1888), Centraal-Amerika (Mexico
meer dan een tiental keren tussen 1806 en
1876, daarna tijdens de oorlog van 18461848; Nicaragua in 1850, 1853-1858, 1867
en 1869; Panama in 1856, 1860-1861) en
Zuid-Amerika (Argentinië in 1831-1834 en
1852-1853; Peru in 1835-1836; Uruguay De tweede uitbreiding die de vestiging van
in 1855, 1858 en 1868; Paraguay in 1859; een netwerk van militaire bases oplevert,
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
gebeurt in de jaren 1940 met het deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog en
daarna bij het begin van de Koude Oorlog.
Deze fase loopt door tot aan de desintegratie van het Sovjetblok. Voor deze tweede
periode wordt het aantal Amerikaanse
bases geschat op 1.139 in 1946, op 582
in 1949, op 815 in 1953, op 883 in 1957,
op 1.014 in 1967, op 865 in 1975 en op
794 in 1988 (Blaker, 1990). De afloop
van de Tweede Wereldoorlog maakt een
einde aan het relatief isolationalisme van
de Verenigde Staten nu deze de eerste wereldmacht van het kapitalisme zijn geworden en de leiding hebben genomen van een
langdurige ideologische oorlog tegen “het
communisme”. Na afloop van de Tweede
Wereldoorlog hebben de Verenigde Staten
al snel begrepen dat ze behalve de “geallieerden” met wie ze de overwinning deelden, er baat bij zouden hebben om de overwonnen landen van de As in economische
en strategische steunpunten te transformeren. De Amerikaanse posities – Duitsland
en Italië in Europa, Japan in het grensgebied van het Verre Oosten – stonden toe
om de strategie van containment ten aanzien van de USSR te verwezenlijken. De
Amerikaanse hulp voor de wederopbouw
ging gepaard met het aanleggen van talrijke bases in Duitsland en Japan, twee landen die tijdens de hele Koude Oorlog – en
zelfs daarna ook nog – hondstrouwe steunpilaren van de Verenigde Staten zouden
worden. Hun grondgebied is een militair
oefenterrein en tevens een observatiepunt
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
van de “vijand” met een plaatsingsgebied
voor Amerikaanse raketten geworden; en
de Verenigde Staten gaan daarna voort
met het gebruik ervan als steunpunten voor
het ontplooien van buitenlandse militaire
operaties door de Verenigde Staten zelf
ofwel door de NAVO geleid. Het netwerk
dat zich na 1945 heeft ontwikkeld en heeft
verdicht, verbond deze bezettingsbases met
die van door de Geallieerden geïnstalleerd
(zoals in het Verenigd Koninkrijk). De andere grote conflicten, waarbij de Verenigde
Staten betrokken waren in de tweede helft
van de twintigste eeuw, hebben een nieuwe
expansie ervan mogelijk gemaakt. Een van
de meest moorddadige van die conflicten
was de Koreaanse Oorlog. De bezetting
door de Verenigde Staten van Zuid-Korea
is sinds het staakt-het-vuren van 1953 nooit
opgeheven, waardoor de Amerikaanse
aanwezigheid in de nabijheid van het Russische Verre Oosten en van China werd
bestendigd.4
De belangen van de Verenigde Staten leken tot aan het einde van de twintigste
eeuw “gegarandeerd” veilig te zijn gesteld.
Maar in 2001, nauwelijks een decennium
na het einde van de confrontatiepolitiek
met de Sovjet Unie, hebben de aanslagen
van 11 september 2001 gezorgd voor een
tot dan toe ongekende (behalve dan tijdens de Tweede Wereldoorlog) uitbreiding van het netwerk van Amerikaanse
militaire bases in het buitenland. Onder de
vlag van de “oorlog tegen het terrorisme”
luidt deze nieuwe expansiegolf een derde
periode in waarin we vandaag zijn beland.
De dreiging is nu “planetair” geworden.
Het netwerk van de Amerikaanse bases
moest zich daarom hieraan aanpassen en
de reactiedoelmatigheid moest “doeltreffender” worden gemaakt. In een voortaan
“unipolair” geworden wereld is deze fase
veruit de rijkste aan gebeurtenissen die een
trendbreuk in de richting van de gewapende machtsontplooiing van de hegemoniale
macht met zich mee heeft gebracht. Door
toedoen van de desintegratie van de USSR
en door verschillende militaire interventies
(waarvan die uitgevoerd onder de vlag van
de NAVO in Joegoslavië), zijn de Verenigde Staten op een beslissende manier
doorgestoten in de richting van Rusland –
en ook van China. In Europa installeerden
ze zich in Albanië, Roemenië, Bulgarije …
Meestal gebeurde dat officieus dankzij de
“vriendschapsbanden” die de uitbreiding
van de NAVO heeft mogelijk gemaakt,
maar de Verenigde Staten hebben dat nog
versterkt door het menigvuldig kunnen gebruik maken van het luchtruim, het mogen
landen of het mogen aan wal gaan. Behalve
op de Balkan zijn de Amerikanen ook op
een opmerkelijke manier in het luchtruim
van het Kaspische Zeegebied verschenen,
evenals in Azerbaidjan en Kirgizistan – in
het eerste geval gaat het om een olie- en
gasproducent, in het tweede geval om de
strategische noodzaak in verband met de
al gedurende een decennium lang gevoerde
oorlog in Afghanistan. Deze periode wordt
41 I
eveneens gekenmerkt door een stijgende
belangstelling voor Azië. In het Oosten is
er de maritieme “omsingeling” van China
dat, in een sfeer van verdachtmakingen, de
Amerikaanse agressiviteit heeft opgewekt.
De omsingeling wordt verzekerd door de
bases in de Stille Zuidzee en door nieuw te
bouwen bases in Australië. In het Westen
wordt de versteviging en de diversificatie
van de vestigingen in het Midden-Oosten
met name gerealiseerd door het vermenigvuldigen van Amerikaanse bases (en die
van bepaalde geallieerden, o.a. Frankrijk)
op het Arabisch schiereiland, het gedetailleerd in kaart brengen van de Irakese ruimte die na de oorlog door de bezetting ervan
is verworven en door het vestigen er van
talrijke bases waarvan men echter niet weet
hoeveel er ten slotte zullen openblijven …
In Afrika, dat eerst aan de zorgen van de
vroegere Britse en Franse koloniale mogendheden was overgelaten, zijn de Verenigde Staten nu ook permanent aanwezig
in Djibouti, terwijl ze sinds kort discussiëren over een nieuwe vestiging in het gebied
van de Grote Meren.
Tweede deel: Synthese van de
statistische gegevens van het
U.S. Department of Defense
Behalve het feit dat de Verenigde Staten
over een zeer uitgesproken overwicht op
het gebied van wapens en van militaire
technologie beschikken, bezitten ze ook
een talrijk leger – het derde in de wereld na
dat van China en India. Over het algemeen
genomen overtreffen de totale effectieven
van de verschillende legerkorpsen van de
Verenigde Saten – Army, Navy, Marine
Corps, Air Force – inclusief die op het nationale territorium actief zijn (Continental
United States, CONUS), de twee miljoen
manschappen op het einde van 1990. Dat
laatste aantal is duidelijk verminderd na
het uiteenvallen van de USSR en het Sovjetblok en die daling duurde tot in 2000
voort, om nog maar 1.340.000 soldaten te
tellen. De gebeurtenissen van 11 september
2001 hebben echter deze daling gestopt en
vanaf 2002 gaan deze effectieven weer duidelijk de hoogte in en ze overstijgen eind
2010 het aantal van 1.430.000 militairen
(zie Figuur 1). Bij dat aantal moeten dan
nog de 770.000 burgers (van wie 12.500
buitenlanders) die voor het ministerie van
Defensie van de Verenigde Staten werken,
worden geteld.
Deze ombuiging is in wezen door de evolutie van het actief militair personeel buiten het nationaal territorium veroorzaakt
en het aandeel daarvan in de totale effectieven steeg brutaal door het uitbreken van
de oorlogen in Afghanistan en Irak: een
stijging van 16,3 procent tot 30,4 procent
tussen 2001 en 2003. In de loop van 2007
was dat aandeel al hoger dan 39 procent,
wat meer was dan tijdens enig ander moment in de geschiedenis van de Verenigde
Staten na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op het hoogtepunt van de Vietnam
Oorlog bedroeg deze verhouding niet meer
dan 36,0 procent (1967). In 2010, d.w.z.
twee jaar na de terugtocht uit Irak en de
herontplooiing van de troepen in Afghanistan, bedroeg het militaire personeel dat in
het buitenland actief was, nog altijd 34,9
procent, wat meer was dan tijdens de Koreaanse Oorlog (van 30,3 procent in 1950
tot 34,2 procent in 1954) of aan het ultieme
einde van de Koude Oorlog (29,8 procent
in 1990). De “niet-verdeelde” effectieven
bedroegen bijna 12 procent van het totaal
van de Amerikaanse militairen in 2010.
Figuur 1. Militaire effectieven van de Verenigde Staten tussen 1991 en 2011:
Totale effectieven, militairen in het buitenland en niet-verdeeld personeel
(in aantallen militairen)
Bron: U.S. Department of Defense (verschillende jaren).
Opmerking: Aan elk van de drie curven is een trend verbonden.
I 42
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Het aantal personen dat in de gewapende
macht dient en niet de Amerikaanse nationaliteit bezit, is ten andere tussen 2005 en
2020, dus in vijf jaar tijd, van iets meer dan
30.000 tot bijna 60.000 soldaten gestegen.
Het U.S. Department of Defense verspreidt
regelmatig gegevens met betrekking tot de
bases en de militaire effectieven van de
Verenigde Staten. Die hebben we uitgekozen om ze voor de jaren 1991, 2001 en 2011
in de volgende tabellen te synthetiseren.
Tabel 1 toont de regionale spreiding van
de bases en de dienovereenkomstige militaire effectieven op grond van de Base
Structure Reports voor de drie uitgekozen
begrotingsjaren. In 2011 werd het bestaan
van minstens 925 tot 930 bases gevestigd
in een dertigtal vreemde landen, plus nog
Tabel 1. Geografische spreiding van de Amerikaanse militaire bases voor wat betreft de vijftien belangrijkste landen of
territoria in 2011
Land of territorium
Grote bases
Andere bases
Totaal van de bases
Duitsland
147
47
194
Alaska
47
110
167
Hawaï
51
69
120
Japan
95
24
119
Zuid-Korea
61
21
82
Italië (*)
28
24
52
Guam
31
9
40
Puerto Rico
24
9
33
Verenigd Koninkrijk
22
11
33
Portugal
8
13
21
Turkije
8
9
17
België
8
5
13
Bahrein
6
3
9
Nederland
4
4
8
Colombia
0
7
7
Bron: Tabel geconstrueerd door de auteurs door gebruik te maken van de gegevens van het U.S. Department of Defense (verschillende
jaren), Base Structure Report for Fiscal Year … (rapport jaar t = gegevens jaar t - 1).
Opmerkingen:
(*) = gegevens voor het jaar 2001.
Het verschil gemaakt naar grootte tussen de “grote bases” en de “andere bases” gebeurde volgens een criterium van de geschatte waarde
(in dollars) van de betrokken installaties.
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
43 I
Tabel 2. Evolutie van de Amerikaanse militaire effectieven naar de grote regio’s
Grote regio’s
1991
2001
2011
1.538.687
1.130.328
1.219.995
Buitenland
447.572
254.788
205.118
Europa
284.939
118.105
80 718
–
151
160
Oost-Azië en Stille Oceaan
104.781
91.670
55.671
Noord-Afrika, Nabije Oosten, Zuid-Azië
35,335
26.878
6 270
296
279
654
19.456
14.015
1.955
61
–
–
1.986.259
1.385.116
1425.113
Territoria van de USA
Vroegere Sovjet Unie
Sub-Sahara Afrika
Westerse wereld
Antarctica
�Hele wereld
Bron: Tabel door de auteurs geconstrueerd op basis van gegevens verstrekt door het U.S. Department of Defense (verschillende
jaren), Active Duty Military Personnel Strengths by Regional Area and by Country “309A” (rapport jaar t = gegeven jaar t op 30
september).
Opmerking: – = geen gegevens beschikbaar (of onbestaande).
eens een tiental in “niet-continentale” territoria die aan de Verenigde Staten toebehoren, officieel door het ministerie van
Defensie erkend. Noch Afghanistan, noch
Irak staan op deze lijst vermeld. De laagste schattingen van het aantal installaties
die door de Amerikaanse troepen worden
gebruikt tijdens de oorlogen die in deze
twee landen worden gevoerd (rond de 70
in totaal)5, verleiden ons echter tot de beschouwing dat er stricto sensu een mondiaal netwerk van ongeveer 1.000 militaire
bases moet bestaan, d.w.z. een aantal dat
bijna even hoog is als tijdens de fase van
de maximale uitbreiding van de oorlogshandelingen in Vietnam.
We mogen derhalve dienaangaande ook
nog opmerken dat de Verenigde Staten respectievelijk twee eigen territoria van ongeveer 1.000 km2 bezitten waarop hun installaties zijn gevestigd: een beetje minder dan
50 km2 in Japan en 943 km2 op Groenland
(dat afhankelijk is van Denemarken). De
I 44
gebouwen van de bases gevestigd op de
overzeese territoria zijn voor 100 procent
in eigendom op Hawaï, Guam, Johnston,
de Noordelijke Marianeneilanden, de
Maagdeneilanden, Wake, de Marshalleilanden en Puerto Rico. Het statuut van de
gebouwen gelokaliseerd in het buitenland
is zeer verschillend, gaande van 100 procent in eigendom (zoals op Cuba, op de
Bahamas, te Djibouti, op Diego Garcia,
op IJsland, in Kenia, op de Nederlandse
Antillen en op Sint-Helena), bijna 100
procent (in Colombia, Peru, Spanje, Portugal) of grotendeels (88 procent in Turkije, 75 procent in Zuid-Korea, 67 procent
in Egypte, 54 procent in Singapore, 52
procent op Bahrein of in België) tot 100
procent gehuurd (zoals in de Verenigde
Arabische Emiraten) of voor 100 procent
bezet (in Koeweit), tot en met de gemengde formules (83 procent in eigendom en
17 procent gehuurd in Australië; respectievelijk eigendom, huur en bezetting voor
51 procent, 6 procent en 43 procent in het
Verenigd Koninkrijk.)
Gebaseerd op de documenten “309A” onder de titel Active Duty Military Personnel
Strengths by Regional Area and by Country
en driemaandelijks gepubliceerd (in maart,
juni, september en december) door het Department of Defense, geeft Tabel 2 de evolutie tot 30 september 1991, 2001 en 2011
van de Amerikaanse militaire effectieven
volgens hun territoriale spreiding gedetailleerd weer. Behalve dat ze relatief incompleet zijn (men mist bijvoorbeeld bepaalde
Afrikaanse landen met een strategische positie, zoals Somalië, de Centraal Afrikaanse
Republiek, Burkina Faso, Malawi of Mauritius), kunnen de hier verstrekte inlichtingen niet worden geanalyseerd zonder
de Amerikaanse troepen die direct bij de
conflicten in Irak en Afghanistan zijn betrokken, eraan toe te voegen. Deze laatste
troepen zijn hier in Tabel 3 gepresenteerd.
Ze zijn inderdaad afzonderlijk berekend in
een toegevoegd document dat slechts vanaf
2004 door het ministerie van Defensie ter
beschikking van het publiek wordt gesteld
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Tabel 3. Amerikaanse militairen officieel betrokken in de oorlogen van Afghanistan en Irak tussen december 2002 en december
2011
Irak (OIF / OND)
Afghanistan (OEF)
0
n.g.
Maart 2003
269.363
n.g.
Juni 2003
237.235
n.g.
September 2003
183.002
n.g.
December 2003
167.329
n.g.
Maart 2004
211.028
n.g.
Juni 2004
190.949
n.g.
September 2004
170.647
n.g.
December 2004
202.100
19.200
Maart 2005
182.500
21.200
Juni 2005
169.200
19.500
September 2005
192.600
19.500
December 2005
207.000
20.400
Maart 2006
170.700
23.200
Juni 2006
165.700
23.300
September 2006
185.500
21.500
December 2006
164.700
22.200
Maart 2007
183.400
23.500
Juni 2007
202.100
24.800
September 2007
218.500
25.240
December 2007
196.600
25.700
Maart 2008
195.000
31.100
Juni 2008
183.100
31.700
September 2008
190.400
32.300
December 2008
178.300
31.400
Maart 2009
174.200
41.300
December 2002
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
45 I
Juni 2009
171.500
59.000
September 2009
164 100
66.400
December 2009
151.000
71.000
Maart 2010
140.100
87.300
Juni 2010
80.650
95.800
September 2010
96.200
105.900
December 2010
85.600
103.700
Maart 2011
92.800
111.000
Juni 2011
91.700
111.700
September 2011
92.200
109.200
December 2011
49.800
102.200
Bron: Gemaakt op grond van gegevens verstrekt door het U.S. Department of Defense (verschillende jaren) Active Duty Military Personnel Strengths by Regional Area and by Country (309A).
Opmerkingen:
OIF = Operation Iraqi Freedom in Irak (vanaf maart 2003);
OEF = Operation Enduring Freedom in Afghanistan (vanaf december 2004);
OND = Operation New Dawn in Irak (vanaf september 2010).
en dat “Deployments (not complete)” heet.
Het registreert de militaire effectieven die
in het kader van de operaties Iraqi Freedom (OIF, te tellen vanaf maart 2003) zijn
ontplooid, daarna van New Dawn (OND,
vanaf september 2010) in Irak en Enduring
Freedom (OEF, vanaf december 2004 enkel) in Afghanistan.
Een eerste schatting van de totale effectieven van het Amerikaanse leger verspreid
over de wereld op 30 september 2011
wordt verkregen door de 201.167 militairen gestationeerd op de territoria buiten
Continental United States op te tellen bij
de 205.118 anderen aanwezig in de vreemde landen, hier inbegrepen de 59.680 “undistributed” ofwel de niet-verdeelden (in
transit of op oefening), de troepen betrokken bij de oorlogen van Irak (92.200 militairen) en van Afghanistan (109.200 bijkomende personen), dat is meer dan een half
miljoen soldaten: 548.105 soldaten om
precies te zijn. We zullen echter aantonen
dat deze cijfers, zoals die trouwens van de
I 46
Base Structure Reports, moeten worden de militaire coup die President M. Zelaya
bijgesteld in de hoogte.
in juni 2009 omverwierp. Voor wat de andere territoria betreft is het aantal militaire
Derde Deel: De belangrijkste installaties beslist onderschat: bijvoorbeeld
beperkingen van de officiële voor Koeweit (slechts een enkele basis
statistische gegevens
vermeld), voor Colombia (officieel zeven
vestigingen van “kleine omvang”) of voor
De gegevens verzameld in de Base Struc- Turkije (met acht belangrijke bases, plus
ture Reports van het U.S. Department of negen “secundaire” bases). Daarbij worden
Defense (zie Tabel 1) onderschatten duide- bepaalde landen die eveneens militaire balijk het aantal Amerikaanse bases omwille ses van de Verenigde Staten herbergen, niet
van meerdere redenen. In de eerste plaats in de officiële documenten vermeld, o.a. Isontbreken voor talrijke landen de statisti- raël (tenminste vijf grote bases zouden er
sche gegevens, daar slechts die voor een in activiteit zijn), de Filippijnen (waar de
veertigtal onafhankelijke staten werden Amerikaanse soldaten verspreid zijn over
berekend. Citeren we slechts bij wijze van ten minste twee bases die nog altijd niet hevoorbeeld voor het jaar 2010 het geval van lemaal zijn ontruimd) of in de landen van
Italië dat nochtans op zijn minst 50 Ame- de ex-USSR (Johnson, 2010).
rikaanse bases telt, van Cuba waar de basis van Guantanamo sinds 2001 dient voor Als men bijgevolg de elementaire corhet vasthouden van meerdere honderden recties op grond van een minimalistische
gevangenen van de oorlog in Afghani- hypothese heeft uitgevoerd (door de intestan, ook is er nog Honduras waarvan de gratie van enkel de al vermelde installaties
belangrijke basis van de US Air Force te gebruikt door de legers in Afghanistan en
Palmerola (Soto Cano) wordt meegeteld en in Irak die in totaal vandaag rond de 180
die nochtans operationeel was tijdens en na moeten bedragen (Best en Vine, 2009), dan
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
komen we op een algemeen totaal van de
Amerikaanse bases in het buitenland op
meer dan 1.150 in 2011; d.w.z. dat is meer
dan tijdens het absolute toppunt (in 1946)
genoteerd op het einde van de Tweede
Wereldoorlog.
Op een gelijkaardige wijze zouden herberekeningen wenselijk zijn om de werkelijkheid in overeenstemming te brengen
met de effectieven zoals die in de Active
Duty Military Personnel Strengths worden opgegeven. Hier gaat het dan speciaal
om de militairen (of burgers die afhangen
van de geheime diensten) die betrokken
zijn bij geheime operaties, met name die
onder de vlag van de operaties New Dawn
en Enduring Freedom effectief worden ingezet, maar die niet in de effectieven van
de Deployments worden opgenomen, noch
worden opgenomen onder diegenen die op
het territorium van Irak en Afghanistan
aanwezig zijn. Sommigen onder hen zijn
blijkbaar wel geteld bij het personeel dat
“niet verdeeld” is (bijna 60.000 personen
in 2011) of bij de zogenaamde “actieve”
onderdelen van militairen die zijn “ingezet vanuit andere lokalisaties” (zoals
Duitsland, Italië, Japan en het Verenigd
Koninkrijk) – maar ongetwijfeld zijn niet
allen meegerekend … Heel wat specialisten hebben inderdaad gewezen op het bestaan van “geheime bases” van het Amerikaanse leger en van de geheime diensten
waarvan het aantal moeilijk is te bepalen.6
Rekening houdende met deze moeilijkheid
zullen we kiezen voor een bijkomende
aanpassing ten aanzien van de buiten de
eigenlijke effectieven van het Amerikaanse leger om ingezette privépersonen
die de acties van de eersten ondersteunen.
Zoals we vroeger al elders hebben kunnen aantonen (Cicchini en Herrera, 2008),
zijn de militaire privéfirma’s er vandaag
in geslaagd om zich als onontbeerlijke actoren op alle plekken van grote conflicten
in de wereld op te dringen, inbegrepen aan
de regering van de Verenigde Staten zelf
die hun belangrijkste klant zijn geworden. Verschillende honderden bedrijven
in deze sector zouden op dit moment samen een jaarlijkse omzet boeken dat hoger ligt dan 100 miljard dollar – waarvan
meer dan de helft alleen al van contracten
van het Pentagon afkomstig zou zijn. Om
hier slechts enkele van de belangrijkste
firma’s van Amerikaanse nationaliteit te
citeren: Military Professional Resources
Inc. (MPRI), Kellogg, Brown and Root
(KBR), Blackwater USA – is nu Xe Services geworden na enkele betreurenswaardige “incidenten” in Irak –, Control Risks,
DynCorp, Vinnell, Pacific Architects and
Engineers, Custer & Battle, Science Applications International Corp., California
Analysis Center, ArmorGroup, Kroll, Nearest Security Services, Logicon, SY Coleman, Titan, enz.
Deze militaire privébedrijven verstrekken
aldus aan de overheid steeds vaker technische diensten met betrekking tot defensie
door de regeringstroepen te assisteren of
aan te vullen. Ze bouwen en onderhouden
militaire installaties; beschermen strategische punten; verzorgen de logistiek en
organisatie van de levensmiddelenvoorziening, van brandstoffen, van materieel
en munitie; ze trainen troepen, verzorgen
gevechtssimulaties en vorming; geven inlichtingen; doen public relations … Deze
diensten gaan zelfs zo ver om gespecialiseerd veiligheidspersoneel ter beschikking
te stellen: consulenten en militaire raadgevers, lijfwachten, ondervragers en tolken, zelfs hele bataljons huurlingen die op
directe wijze aan de gevechten meedoen.
Aldus kan de staat toestemming verlenen
aan de privébedrijven om legerafdelingen
Figuur 2. Effectieven van het Amerikaanse leger en van de militaire privéfirma’s in Irak in 2008
(in aantallen personen)
Bron: Figuur gerealiseerd op basis van gegevens van het U.S. Department of Defense (2008).
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
47 I
Figuur 3. Effectieven van het Amerikaanse leger en van de militaire privéfirma’s in Afghanistan in 2009
(in aantallen personen)
Bron: Figuur gerealiseerd op basis van gegevens verstrekt door het U.S. Department of Defense (2008).
Figuur 4. Effectieven van het Amerikaanse leger en van de militaire privéfirma’s in Irak tussen 2003 en 2011
(in aantallen personen)
Bron: Figuur geraliseerd op basis van gegevens verstrekt door het U.S. Department of Defense (2008).
I 48
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
in het buitenland te trainen of om aan hen
veiligheidstaken toe te vertrouwen, wat
uitzicht biedt op een “buitenlandse politiek
bij procuratie” (Avant, 2005).7
De huidige oorlogen die in Irak en Afghanistan worden gevoerd, vormen de
frappante voorbeelden van de ontplooiing
door deze privébedrijven van activiteiten
welke door de Amerikaanse regering werden veralgemeend. Deze twee landen zijn
ook het bevoorrechte actieterrein van de
“nieuwe oorlogsmarkt”, hier hoofdzakelijk voor huurlingen belast met tactische
opdrachten. In het begin van de lente van
2007 erkende de minister van Defensie
de aanwezigheid van 300 firma’s van alle
nationaliteiten die alleen al op het Irakese
grondgebied ongeveer 126.000 personen
inzetten (New York Times, 2007). Maar het
aantal agenten gemobiliseerd door de militaire privéfirma’s zou 186.000 voor Irak
(cijfers beschikbaar voor het jaar 2008)
en bijna 110.000 in Afghanistan (in 2009)
kunnen bedragen (Herrera, 2010a).
Als de schattingen voor de twee beschouwde jaren betrouwbaar zijn, dan zijn
de totale effectieven van de door de militaire privéfirma’s tewerkgestelde agenten
groter dan die van zowel de gewapende
macht van de Verenigde Staten in Irak als
van die ingezet in Afghanistan. De huurlingen (d.w.z. de agenten die direct aan de
strijd deelnemen) van Amerikaanse nationaliteit betrokken bij het conflict in Irak
zouden zelfs talrijker zijn dan hun landgenoten die in de korpsen van de Marines,
van de Navy en van de Air Force dienden (zie Figuur 2), terwijl het aantal dat
in 2009 bij de oorlog in Afghanistan was
betrokken, het aantal van de Amerikaanse
soldaten in de luchtmacht en bij de marine
zou overtreffen (zie Figuur 3). In Irak zou
deze aangroei zich reeds tijdens de tweede
semester van 2008 hebben voltrokken wegens de geleidelijke terugtrekking uit dat
land en de herontplooiing van de troepen
in Afghanistan (zie Figuur 4).
Ten slotte brengt Figuur 5 twee mogelijke
aanpassingen aan. Ze betrekken bij de berekeningen van de Amerikaanse militaire
effectieven die actief in het buitenland zijn,
ook het personeel van de militaire privéfirma’s ingezet voor de oorlogsinspanningen
in Irak en Afghanistan (een lage hypothese
[vertegenwoordigd door de drempel van
2011’]) ofwel voor die in de hele wereld
(hoge hypothese [de drempel 2011’’]),
door gemiddeld een aantal van 100 privéagenten te nemen die werken op elk van de
930 militaire bases gevestigd buiten Irak en
Afghanistan en die door het ministerie van
Defensie officieel erkend zijn. Volgens de
eerste hypothese komen we dan uit op ongeveer 843.200 personen in totaal, hetgeen
een vergelijkbaar niveau is met dat van
uit de tijd van de interventie in Vietnam
(tussen de 832.364 in 1965 en 875.432 in
1970 militairen ingezet overzee). Volgens
de tweede hypothese zouden we dan uitkomen op meer dan 935.700 betrokken personen voor hetzelfde jaar 2011; dat aantal
ligt boven het historische record van na de
Tweede Wereldoorlog (927.851 Amerikaanse soldaten waren naar het buitenland
uitgestuurd).
Vierde deel: De militaire bases
van de strategisch geallieerden
van het Noorden
Figuur 5. Militaire effectieven van de Verenigde Staten buiten het nationale continentale territorium tussen 1950 en 2011 –
Inclusief de hypothetische effectieven van de agenten van de militaire privéfirma’s in 2010
(in aantallen personen)
Bron: Figuur geconstrueerd door de auteurs op basis van gegevens verstrekt door het U.S. Department of Defense (verschillende jaren),
Active Duty Military Personnel Strengths by Regional Area and by Country “309A”.
Opmerkingen:
2011’ = 2011 + effectieven van agenten van de militaire privéfirma’s in Irak en Afghanistan;
2011’’ = hypothetische effectieven van de agenten van militaire privéfirma’s actief in de wereld.
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
49 I
o.a. de basis van Souda Bay en Kreta),
Denemarken (dankzij het territorium van
Groenland) of Nederland (dat meerdere
Caribische dependances bezit, waaronder
Aruba, Curaçao en de andere eilanden van
de Nederlandse Antillen zoals Bonaire,
Saba, Sint-Eustachius en het zuidelijk deel
van Sint-Maarten, die samen de Caribische
Zee van het noorden van de kust van Venezuela tot aan het oosten in Puerto Rico
afgrendelen).
Een cruciaal punt moet hier nog worden
aangesneden, nl. dat van de bases of de
militaire faciliteiten die de strategische
geallieerden van de Verenigde Staten bezitten en aan deze laatsten ter beschikking
worden gesteld, met name in het kader van
operaties van de NAVO of bij toepassing
van andere verdragen, zoals die met Australië en Nieuw-Zeeland zijn ondertekend.
In dat kader is het Verenigd Koninkrijk een
lidstaat van de Europese Unie die zelf over
een netwerk van installaties over de totaliteit van de wereld beschikt en het engste in
het bewapende dispositief van de Verenigde Staten geïntegreerd is. De Britse permanent joint operating bases zijn op hoogst
belangrijke strategische plekken gesitueerd: aan de westelijke en de oostelijke uiteinden van de Middellandse Zee (Gibraltar
en Cyprus), in de Zuid-Atlantische Oceaan
in de nabijheid van de Straat van Magellaan (op de Falklandeilanden) en in het
midden van de Indische Oceaan (op Diego
Garcia). Dit netwerk wordt gecompleteerd
door de basis van de Royal Air Force op het
eiland Ascension in de Atlantische Oceaan,
en door de installaties in Singapore die ter
beschikking worden gesteld door de lokale
regering van Singapore aan de gewapende
macht van het Verenigd Koninkrijk en
zijn bondgenoten (European Parliament,
2009). De militaire basis van het Verenigd
Koninkrijk die veruit de meeste soldaten
herbergt (met een effectief van bijna 3.000
permanent gestationeerde soldaten op een
totaal van 7.500 betrokken bij missies) ,is
die van Cyprus.
wereldschaal (Ministère de la Défense et
des anciens combattants, 2011) volgens
drie types van ontplooiing: de zogenaamde
strijdmacht van de “soevereiniteit” bestaande uit 8.750 soldaten is evenwichtig
over de ultraperiferische regio’s of territoria behorende aan Frankrijk (Guyana
Réunion en Mayotte, Nieuw-Caledonië, de
Antillen, Polynesië) verspreid; de “forces
de présence” die 5.750 soldaten tellen, zijn
in Afrika (vooral te Djibouti, maar ook in
Senegal en Gabon), in de maritieme zones
van de Indische Oceaan en de Stille Oceaan
en, sinds kort (einde 2009), ook op het Arabisch schiereiland (Verenigde Arabische
Emiraten) gestationeerd; ten slotte zijn er
de 9.000 soldaten bestemd voor de “buitenlandse operaties” uitgevoerd op nationaal
(Tjaad, Ivoorkust, de Golf van Guinee,
Centraal Afrikaanse Republiek) of multinationaal initiatief (ex-Joegoslavië, de Somalische kust, Libanon, Centraal Azië, Haïti).
Het geheel van het militaire controledispositief dat door Frankrijk is opgericht, is via
een horizontale kring die de hele omtrek
van de aarde omspant, georganiseerd.
Zonder over een netwerk van de omvang
van dat van het Verenigd Koninkrijk of
van Frankrijk te beschikken, bieden verschillende andere Europese landen aan de
Verenigde Staten en aan de NAVO ook
steunpunten aan dankzij hun verschillende
overzeese territoria of ultraperiferische regio’s die van hen afhangen, zoals Portugal
(de Azoren en Madeira), Spanje (met de
Kanarische eilanden, de enclaves Ceuta en
Melilla), Italië (met de Pelagische eilanden,
De Franse legers mobiliseren meer dan waartoe Lampedusa behoort, gelegen tus23.000 soldaten voor de operaties op sen Malta en Tunesië), Griekenland (met
I 50
Aan het andere uiteinde van de wereld spelen Australië en Nieuw-Zeeland (in het kader van de ANZUS) ook een sleutelrol. Met
de uitbreiding van de Amerikaanse bases in
de richting van Azië is Australië een fundamentele bondgenoot geworden. Zijn invloedssfeer strekt zich uit tot de Aziatische
kant van de Stille Oceaan (Papoea-NieuwGuinea, de Salomoneilanden, Vanuatu, de
Fidji-eilanden, Tuvalu, Nauru, Kiribati en
daarbij ook nog de Koraalzee, Norfolk en
Lord Howe, en enkele dependances in de
Indische Oceaan), evenals in Zuid-OostAzië met Oost-Timor. De aanvaarding van
deze zone door de andere landen van de
triade sluit geen rivaliteiten en spanningen
uit – met name met Frankrijk dat bezitting
in de regio heeft, of met het Verenigd Koninkrijk dat invloed over zijn vroegere koloniën heeft bewaard. Deze missie van “regionale politieagent” werd in partnerschap
met Nieuw-Zeeland verzekerd, hoewel dat
laatste zelf belangen heeft die zich eerder
in Polynesië uitstrekken (Samoa, Tonga,
de Cookeilanden, Niue, Tokelau). De Verenigde Staten overkoepelen het geheel door
middel van een cirkel van bases gaande van
Hawaï naar de atollen van Johnston, Wake
en Midway die onder militair bestuur staan,
en de Line-eilanden dank zij de controle
over Palau, Guam, de federatie van Micronesië, de Commonwealth van de Noordelijke Marianeneilanden en de Amerikaanse
Samoa-eilanden. De Verenigde Staten hebben op Australische bodem meerdere bases
waarvan de locaties als top secret te boek
staan – inclusief het aantal aanwezige soldaten –, en ze bezitten eveneens een elektronisch afluistercentrum te Pine Gap in
de nabijheid van Alice Springs. Het is bij
Sterling Bay en te Darwin dat vandaag hun
onderzeeërs aanmeren. De laatste gemeenschappelijk uitgevoerde oefeningen met de
Australian Defense Force gebeurden in de
Koraal Zee buiten de kust van Queensland.
De strategische belangen van Australië die
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
zich uitstrekken over een driehoek gaande
van Pakistan-Indië tot Russisch Siberië,
China, Japan en de Stille Oceaan, zijn vandaag duidelijk onderworpen aan die van de
Verenigde Staten – het doel van dit alles
is hier om klaar te staan bij een eventuele
interventie onder leiding van een Amerikaans commando in Azië. Is het soms nog
nodig om te wijzen op het feit dat het imperialisme actueel is gebleven?
Conclusie
Deze feiten – het bestaan op wereldschaal
van een netwerk van bases die consequent
worden voorzien van militaire effectieven en dito uitrusting door de Verenigde
Staten en hun belangrijkste geallieerden
uit het Noorden – worden in het algemeen “verwaarloosd” of vergeten in de
analyses van de academische verslagen
over de Noord-Zuid verhoudingen, in het
bijzonder als ze zich bezighouden met de
handelsbetrekkingen en de internationale
monetaire problemen (bijvoorbeeld rond
de vrijhandelsverdragen of de “monetaire oorlogen”). Het lijkt ons ten andere
noodzakelijk om rekening te houden met
het feit dat het wetenschappelijke vertoog
zinvol is. Wat ook hun discipline moge
zijn, toch kunnen de onderzoekers uit het
Noorden zich inderdaad moeilijk aan de
evidentie onttrekken dat de landen, of de
groepen van landen, die onder de militaire
leiding van de Verenigde Staten staan, zich
vandaag nog steeds als “imperialistische”
grootmachten gedragen wanneer ze zich
buiten hun nationale grenzen – en op heel
wat andere plaatsen – bewegen. Dat heeft
tot gevolg dat een reeks sterke vervormingen in de studies binnensluipen die over
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
de prestaties van de samenlevingen en de
economieën van het Noorden worden gemaakt – en dat tot in de opvattingen die
over de democratie worden gegeven. Het
is dan gezien deze voorwaarden en in een
wereld waarin de niveaus van contradicties
ingewikkelder worden, ook niet zo verwonderlijk dat dit een van de meest dramatische effecten van de systeemcrisis is, en
dat we dientengevolge de confrontatie tussen de landen van het centrum en de landen
van de periferieën hier benadrukken. De
prioriteit is vandaag om te verkennen, te
discussiëren en nieuwe anticrisismaatregelen (indien mogelijk op democratische wijze) te nemen. Moet hierbij niet dringend
prioriteit worden verleend aan het stopzetten van het raderwerk van de agressies ten
aanzien van de landen in het Zuiden en
aan de “regulering” van het kapitalistisch
wereldsysteem door middel van oorlog? Is
het niet de hoogste tijd om een breed publiek debat te openen over de motieven en
de legitimiteit van de massale aanwezigheid van militaire bases en effectieven van
de Verenigde Staten – en hun bondgenoten
– buiten het eigen nationale territorium?
Bibliografie:
Avant, D.D. (2005) The Market for Force.
The Consequences of Privitazing Security,
Cambridge: Cambridge University Press.
Best, C. et D. Vine (2009) Island of Shame: The Secret History of the U.S. Military
Base on Diego Garcia, Princeton: Princeton University Press.
Blaker, J.R. (1990), United States Overseas Basing, New York: Praeger.
Brzezinski, Z. (1997) The Grand Chessboard, New York: Basic Books.
Cicchini, J. et R. Herrera (2008) ‘Sociétés
militaires privées: la Guerre par procuration? Le cas de la guerre d’Irak’, Recherches internationales, nr. 82, blz. 9-26.
Colonomos, A. (2009) Le pari de la guerre,
Parijs: Denoël.
European Parliament (2009) The Status and
Location of the Military Installations of the
Member States of the European Union and
their Potential Role for the European Security and Defence Policy, Briefing Paper,
Policy Department External Policies, Directorate General External Policies of the
Union, Brussel, februari.
Ganser, D. (2007) Les armées secrètes de
l’OTAN, Parijs: Éditions Demi-Lune.
Gerson, J. et B. Birchard (1991) The Sun
Never Sets…, Boston, South End Press.
Herrera, R. (2010a) Un autre capitalisme
n’est pas possible, Parijs: Syllepse.
– (2010b) Les Avancées révolutionnaires
en Amérique latine, Lyon: Parangon.
– (1994) Statistics on Military Expenditure
in Developing Countries, Éditions du Centre de Développement de l’OCDE, Parijs,
juni.
Johnson, C. (2010) Dismantling the Empire – America’s Last Best Hope, New York:
Metropolitan Books, Henry Holt and Co.
– (2004) The Sorrows of Empire: Militarism, Secrecy, and the End of the Republic,
New York: Metropolitan Books, Henry
Holt and Co.
Lutz, C. (2009) Bases, Empire, and Global
Response – The Global Struggle Against
the U.S. Posts, Londen: Pluto Press.
Ministère de la Défense et des anciens
combattants (2011) Annuaire statistique de
la défense 2010-2011, Parijs: Direction des
Affaires financières, april.
New York Times (2007) ‘Death Toll for
Contractors Reaches New High in Iraq’,
19 mei.
Renou, X. (2005) La privatisation de la violence, Marseille: Agone.
Schumacher, G. (2006) A Bloody Business:
America’s War Zone Contractors and the
Occupation of Iraq, St. Paul, MN: Zenith
Press.
U.S. Department of Defense (verschillende
jaargangen) Active Duty Military Personnel Strengths by Regional Area and by
Country (309A), Washington D.C.
– (verschillende jaargangen) Base Structure Report, Washington D.C.
(Vertaling: André Mommen)
51 I
Noten:
1
Over deze problemen die verband houden met
de statistische gegevens over de militaire uitgaven, zie Herrera (1994).
2
Voor een definitie van de uitdrukking “haute
finance” of “high finance”, zie Herrera (2010a),
hoofdstuk 5.
3
Voor details met betrekking tot Latijns Amerika en de Cariben, zie Herrera (2010b) en de
daar weergegeven bijlagen 1, 2 en 3.
4
Brzezinski (1997) onderstreept dit in dithyrambische termen en zonder enige afstand te nemen
over de suprematie van de Verenigde Staten over
alle oceanen, evenals de gewapende aanwezigheid aan de twee uiteinden van Eurazië en in het
zuiden door de controle over de Perzische Golf.
5
Best en Vine (2009) schatten dat er minimaal
16 bases in Afghanistan zijn en 55 in Irak.
6
Zie voor de bestudeerde periode bijvoorbeeld:
Gerson en Birchard (1991), Ganser (2007) of
ook Colonomos (2009).
7
Zie ook: Renou (2005).
I 52
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Bijlagen:
Tabel *: De territoriale spreiding van de Amerikaanse militaire bases
Land of territorium
Grote bases
Andere bases
Totaal aantal bases
Alaska 1991
13
-
13
2001
41
121
162
2011
47
110
157
Amerikaanse Samoa-eilanden
1991
-
-
-
2001
0
1
1
2011
1
-
1
Guam 1991
6
-
6
2001
20
4
24
2011
31
9
40
Hawaï 1991
18
-
18
2001
31
53
84
2011
51
69
120
Johnston 1991
-
-
-
2001
1
0
1
2011
1
0
1
Maagdeneilanden 1991
-
-
-
2001
1
5
6
2011
3
3
6
Noordelijke Marianen 1991
-
-
-
2001
1
0
1
2011
3
1
4
Puerto Rico 1991
3
-
3
2001
16
35
51
2011
24
9
33
-
-
-
Wake Island 1991
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
53 I
I 54
2001
1
0
1
2011
1
0
1
Antigua 1991
-
-
-
2001
1
0
1
2011
1
0
1
Aruba 1991
-
-
-
2001
-
-
-
2011
0
1
1
Australië 1991
1
-
1
2001
1
3
4
2011
0
3
3
Bahamas 1991
-
-
-
2001
1
0
1
2011
3
3
6
Bahrein 1991
-
-
-
2001
1
0
1
2011
6
3
9
België 1991
2
-
2
2001
9
11
20
2011
8
5
13
Bermudas 1991
1
-
1
2001
-
-
-
2011
-
-
-
Canada 1991
1
-
1
2001
0
1
1
2011
0
2
2
Colombia 1991
-
-
-
2001
0
5
5
2011
0
7
7
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Cuba 1991
1
-
1
2001
2
0
2
2011
-
-
-
Curaçao 1991
-
-
-
2001
-
-
-
2011
1
0
1
Denemarken 1991
-
-
-
2001
1
2
3
2011
-
-
-
Diego Garcia 1991
1
-
1
2001
-
-
-
2011
1
-
1
Djibouti 1991
-
-
-
2001
-
-
-
2011
1
-
1
Duitsland 1991
47
-
47
2001
255
71
326
2011
147
47
194
Egypte 1991
-
-
-
2001
-
-
-
2011
1
1
2
Filippijnen 1991
6
-
6
2001
-
-
-
2011
-
-
-
Frankrijk 1991
-
-
-
2001
-
-
-
2011
1
0
1
Griekenland 1991
3
-
3
2001
2
1
3
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
55 I
I 56
2011
4
2
6
Groenland 1991
2
-
2
2001
1
0
1
2011
1
0
1
Honduras 1991
-
-
-
2001
0
1
1
2011
-
-
-
Hong Kong 1991
-
-
-
2001
0
1
1
2011
0
1
1
IJsland 1991
1
-
1
2001
1
0
1
2011
1
0
1
Indonesië 1991
-
-
-
2001
0
1
1
2011
1
-
1
Italië 1991
7
-
7
2001
28
24
52
2011
-
-
-
Japan 1991
16
-
16
2001
48
27
75
2011
95
24
119
Kenia 1991
-
-
-
2001
-
-
-
2011
2
-
2
Koewiet 1991
-
-
-
2001
-
-
-
2011
0
1
1
Kwajelein 1991
1
-
1
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
2001
1
0
1
2011
-
-
-
Luxemburg 1991
-
-
-
2001
2
1
3
2011
-
-
-
Nederland 1991
1
-
1
2001
8
5
13
2011
4
4
8
Nieuw-Zeeland 1991
-
-
-
2001
1
0
1
2011
-
-
-
Noorwegen 1991
-
-
-
2001
1
6
7
2011
0
3
3
Oman 1991
-
-
-
2001
3
0
3
2011
4
-
4
Oostenrijk 1991
-
-
-
2001
0
1
1
2011
-
-
-
Panama 1991
4
-
4
2001
-
-
-
2011
-
-
-
Peru 1991
-
-
-
2001
0
3
3
2011
1
1
2
Portugal 1991
1
-
1
2001
8
13
21
2011
8
13
21
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
57 I
Qatar 1991
-
-
-
2001
8
1
9
2011
-
-
-
Sint-Helena 1991
-
-
-
2001
1
0
1
2011
1
0
1
Singapaore 1991
-
-
-
2001
2
0
2
2011
1
1
2
Spanje 1991
3
-
3
2001
3
3
6
2011
2
3
5
Turkije 1991
5
-
5
2001
9
9
18
2011
8
9
17
Venezuela 1991
-
-
-
2001
0
2
2
2011
-
-
-
Vereniogd Koninkrijk 1991
17
-
17
2001
24
28
52
2011
22
11
33
Verenigde Arab. Emir. 1991
-
-
-
2001
0
1
1
2011
2
1
3
Zuid-Korea 1991
15
-
15
2001
77
24
101
61basis van gegevens verstrekt door
21 het U.S. Department of Defense
82 (verschillende
Bron: Tabel geconstrueerd2011
door de de auteurs op
jaargangen), Base Structure Report for Fiscal Year (rapport jaar t = gegevens jaar t – 1).
Opmerkingen:
– = geen gegevens beschikbaar. Het verschil gemaakt naar grootte tussen de “grote bases” en de “andere bases” gebeurde volgens
een criterium van de geschatte waarde (in dollars) van de betrokken installaties.
I 58
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Tabel **: Evolutie van de Amerikaanse militaire effectieven naar territoriale verdeling
1991
Grote regio’s
Subtotaal van Amerikaanse teritoria
2001
2011
1.538.687
1.130.328
1.219.955
22.574
15.802
21.491
-
-
1
35
-
-
Guam
7.147
3.322
4.167
Hawaï
44.092
34.322
42.371
136
33
-
Maagdeneilanden
1
6
2
Marshalleilanden
79
2.796
-
Midway-eilanden
9
-
-
Alaska
Amerikaanse Samoa-eilanden
Gefedereerde Staten van Micronesië
Johnston Atol
Noordelijke Marianeneilanden
1
Palau
13
-
-
3.592
-
181
Trust territory of the Pacific Islands (i)
-
25
-
Wake-eilanden
7
-
4
52.924
23.943
50.998
191.730
98.201
81.951
1.216.348
951.878
1.018.828
284.939
118.105
80.718
32
4
8
2.347
1.578
1.205
-
3.116
9
Bulgarije
12
11
14
Cyprus
12
30
12
Denemarken
64
28
16
203.423
70.998
53.766
-
7
7
Puerto Rico
In transit
Op zee
Continental US (CONUS)
Subtotaal Europa
Albanië
België
Bosnië-Herzegovina
Duitsland
Estland
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
59 I
Finland
17
15
13
Frankrijk
81
71
68
Gibraltar
2
5
5
1.375
506
382
Groenland
163
153
142
Hongarije
16
29
62
Ierland
8
7
8
IJsland
3.209
1.743
12
13.389
11.704
10.801
22
-
-
Kroatië
-
1
Letland
-
3
7
Litouwen
-
4
6
Luxemburg
11
10
6
Macedonië
-
351
12
Malta
6
5
9
2.635
676
405
225
83
86
-
24
18
19
17
35
2.031
1.005
723
-
16
15
11
20
28
Servië (met Kosovo)
-
5.679
21
Slovakije
-
1
10
Slovenië
-
11
9
6.166
1.990
1.479
16
-
-
6.342
2.153
1.491
Griekenland
Italië
Joegoeslavië
Nederland
Noorwegen
Oostenrijk
Polen
Portugal
Republiek Tsjechië
Roemenië
Spanje
Tsjechoslovakije
Turkije
I 60
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Vatikaanstad
6
-
-
23.442
11.318
9.382
Zweden
14
12
10
Zwitserland
29
19
20
19.758
4.703
416
-
151
160
Armenië
-
2
8
Azerbaidjan
-
8
11
Belarus
-
1
-
Georgië
-
5
30
Kazachstan
-
10
12
Kirghizistan
-
8
7
Moldavië
-
3
4
Oekraïne
-
10
28
Oezbekistan
-
3
6
Rusland
-
93
43
Tadjikistan
-
1
6
Turkmenistan
-
7
5
104.781
91.670
55.671
707
803
198
10
10
11
Cambodja
-
4
12
Fidji
2
2
2
Verenigd Koninkrijk
Op zee
Subtotaal voor de ex-USSR
Subtotaal voor Oost-Azië en de Stille Oceaan
Australië
Birma
Filippijnen
7.761
142
Hong Kong
31
35
-
Indonesië (ii)
40
43
29
44.566
40.217
39.222
Laos
12
3
7
Maleisië
20
18
15
Japan
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
61 I
Marshalleilanden
-
-
17
58
6
10
40.062
37.605
-
Singapore
68
160
163
Thailand
111
113
142
Vietnam
-
16
18
33
57
76
11.300
12.578
15.599
35.335
26.878
6.270
-
-
0
Algerije
11
8
12
Bahrein
255
2.065
2.142
15
8
10
Diego Garcia
1.320
590
292
Egypte
1.135
500
251
29
18
32
-
1
0
Israël
438
35
27
Jemen
12
3
17
Jordanië
18
18
39
Koeweit
24
4.208
0
Libanon
1
3
5
Libië
-
-
1
40
16
17
Nepal
7
6
12
Oman
26
673
13
Pakistan
31
21
39
-
116
621
Nieuw-Zeeland
Republiek Korea (iii)
Volksrepubliek China (iv)
Op zee
Subtotaal voor Noord-Afrika, het Nabije Oosten en
Zuid-Azië
Afganistan
Bangladesh
India
Irak
Marokko
Qatar
I 62
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Saoedie Arabië
14.617
285
274
Seychellen
5
-
-
Sri Lanka
11
10
8
9
9
9
Tunesië
22
15
13
Verenigde Arabische Emiraten
39
204
151
4
-
-
17.266
13.546
2.255
296
279
654
1
4
7
10
6
8
Burkina Faso
6
-
-
Burundi
5
6
5
Centraal Afrikaanse Republiek
6
-
-
Democratische Republiek Kongo
-
-
7
Djibouti
9
1
335
Erithrea
-
0
-
Ethiopië
5
9
11
Gabon
5
1
1
Ghana
6
8
13
Guinee
6
7
8
Ivoorkust
19
22
8
Kameroen
10
10
8
Kenia
28
62
21
Liberia
9
9
43
Madagascar
8
-
8
Malawi
1
1
-
Mali
4
6
9
Mauritanië
5
-
6
Syrië
West-Sahara
Op zee
Subtotaal van Sub-Sahara Afrika
Angola
Botswana
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
63 I
Mauritius
6
-
-
Mozambique
5
5
7
Niger
8
7
8
Nigeria
12
12
20
Oeganda
6
9
10
Republiek Congo
8
8
2
Rwanda
-
1
7
Senegal
11
10
13
Sierra Leone
6
3
1
Somalië
-
0
-
Sint-Helena (v)
2
2
3
12
-
7
Tanzania
8
9
11
Tsjaad
8
8
11
Togo
6
5
6
Zaïre
22
-
-
Zambia
6
6
6
Zimbabwe
8
11
8
Zuid-Afrika
19
31
36
19.456
14.015
1.955
Antigua
74
3
2
Argentinië
26
22
28
Bahamas
44
64
47
Barbados
14
9
8
Belize
11
3
2
1.178
-
-
Bolivië
19
25
13
Brazilië
46
39
54
Canada
513
163
130
Soedan
Subtotaal voor de westerse hemisfeer
Bermudas
I 64
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Notities over de Amerikaanse militaire bases en effectieven in het buitenland - Rémy Herrera en Joëlle Cicchini
Chili
21
337
32
Colombia
43
63
63
Costa Rica
12
7
10
2.323
557
929
Domicaanse Republiek
13
14
13
Equador
21
22
22
El Salvador
96
26
37
Guatemala
17
3
14
Grenada
-
-
-
Guyaana
6
1
1
13
13
14
1.005
394
354
Jamaica
13
12
9
Mexico
28
27
29
Nicaragua
15
11
17
10.568
20
24
Paraguay
11
55
12
Peru
31
43
48
Suriname
8
2
2
Trinidad en Tobago
6
7
7
Uruguay
13
12
18
Venezuela
34
31
16
3.234
1.214
10
Subtotaal voor Antarctica
61
-
-
Totaal voor het buitenland
447.572
254.788
205.118
Cuba
Haïti
Honduras
Panama
Op zee
Totaal voor de wereld
1.986.259
1.385.116
1.425.113
Bron: Tabel geconstrueerd door de auteurs op basis van gegevens verstrekt door het U.S. Department of Defense (verschillende landen),
Active Duty Military Personnel Strengths by Regional Area and by Country “309A” (rapport jaar t = gegevens jaar t op 30 september).
Opmerkingen:
– = geen gegevens beschikbaar (of onbestaande);
(i) hertgroepeert de Marshalleilanden, de gefedereerde staten van Micronesië, de eilanden van de Noordelijke Marianen en Palau;
JAARGANG 47 NUMMER 2 I ZOMER 2013
65 I
(ii) inclusief Timor;
(iii) gegevens zijn niet beschikbaar voor 2011 (voor het jaar 2010 werd van 29.086 Amerikaanse militairen opgegeven dat ze in ZuidKorea waren gestationeerd);
(iv) inclusief Hong Kong in 2001 en in 2011;
(v) inclusief het eiland Ascension.
I 66
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
Download