Recovery Kind Leereenheid Recovery en Medium Care Recovery

advertisement
Recovery Kind
Leereenheid Recovery en Medium Care Recovery Verpleegkundige
Oktober 2014
Inhoudsopgave
Leereenheid
1
2
3
4
Verantwoording
Leerdoelen
Overzicht van de leereenheid in schema
Uitwerking van de leeractiviteiten
2
4
6
8
Leereenheid
1 Verantwoording
Deze leereenheid is een belangrijk onderdeel in de opleiding die u volgt. In deze
leereenheid krijgt u de gelegenheid alle stof te integreren en te oefenen onder
andere in het klinisch redeneren.
Deze leereenheid bevat een grote verscheidenheid aan leeractiviteiten die
variëren van het nabespreken van vragen, opdrachten en/of casuïstieken die
door u uitgewerkt zijn. Aan de andere kant treft u hier de verpleegkundige
vaardigheden aan, in theorie maar ook praktijklessen.
Niet elke verpleegkundige heeft tijdens en/of na de beroepsopleiding dezelfde
werkervaring. Binnen de groep kan de beginsituatie daardoor sterk wisselen.
Tevens zult u merken dat de ene student sneller de stof begrijpt dan de andere
student, dat is geen probleem. Belangrijk is dat u van het begin af aan leert om
datgene wat u observeert, plant, uitvoert en rapporteert, goed en zorgvuldig te
doen.
De leereenheid Recovery Kind omvat patiëntgebonden beroepssituaties, op een
Recovery, Postoperatieve Anesthesie Care Unit en Holding. Van laag naar hoog
complexe zorg maar altijd met als basis de nieuwe kennis te integreren en te
kunnen onderbouwen aan de hand van de systematiek van het klinisch
redeneren. De patiëntgebonden beroepsituaties staat centraal. De
verpleegkundige zorg wordt verleend aan de pre- en post operatieve patiënt,
het kind. U leert als Recovery verpleegkundige verantwoordelijkheid te nemen
voor het herkennen, bewaken en voorkomen van vroege post operatieve
complicaties. U leert een spilfunctie bij de pre- en post operatieve chirurgische
patiënt, het kind, te vervullen. Door Klinisch Redeneren leert u aan de hand van
casuïstiek de fysiologie en ontstane pathologie in samenhang met elkaar te
brengen en in uw geboden zorg de toestandsdiagnostiek van de patiënt
interventies goed te onderbouwen.
De leereenheid heeft een directe relatie in de rol van zorgverlener met de
volgende competenties:
 technisch handelen;
 bewaken van vitale en andere fysiologische functies;
 begeleiden en voorlichten;
 werken met geavanceerde medisch-technische apparatuur;
 handelen in acute situaties;
 assisteren bij medische behandelingen.
2
Daarnaast komen in iets mindere mate de competenties die onder de rol van
regisseur vallen aan bod:
 bewaken van zorgprocessen en resultaten;
 coördineren en organiseren van eigen werkzaamheden;
 gebruiken van informatie- en communicatie technologie;
 samenwerken in mono- en multidisciplinair verband.
Naast de vakinhoud wordt in deze leereenheid ook aandacht besteed aan de rol
beroepsbeoefenaar en de daarbij behorende competenties:
 samenwerken in mono- en multidisciplinair verband;
 professionaliseren van eigen handelen;
 gebruiken van informatie en communicatie technologie.
De toepassing van de kennis zal vooral in de praktijk plaats vinden.
Na het doorlopen van deze leereenheid bent u in staat basiszorg te verlenen aan
een patiënt, het kind, op Recovery, Postoperatieve Anesthesie Care Unit(PACU)
en Holding die u is toegewezen. Verder hebt u inzicht in de zaken die rondom de
patiënt van belang zijn.
VUmc Amstel Academie
3
Leereenheid
2 Leerdoelen
U kunt bij een patiënt, zowel het kind in alle leeftijdscategorieën als de
volwassenen, die opgenomen voor voorbereidende anesthesiologische
werkzaamheden, onder anesthesie een operatie, behandeling of onderzoek in de
pre- en postoperatieve zorg fase of voor pijnbestrijding op de Recovery, PACU
en/of Holding is/wordt :
1. het klinisch beeld weergeven en beredeneren waarin de volgende aspecten
worden betrokken:
- relevante achtergrond informatie;
- mogelijke oorzaken;
- urgentie triage;
2. de feitelijke problematiek beredeneren vanuit:
- de somatiek: de orgaansystemen en daarbij behorende klinische
aandachtspunten en hierbij prioriteit benoemen;
- de psychosociale aspecten: de feitelijke psychosociale
problematiek beredeneren en prioriteit benoemen;
3. het benodigd aanvullend onderzoek beredeneren om een ziekte en/of
gevolgen van een aandoening aan te tonen waarin de volgende aspecten
worden benoemd:
- noodzaak en vraagstelling onderzoek;
- verwachtingen en urgentie uitkomsten onderzoek;
4. de somatische en psychosociale zorg beredeneren vanuit klinische
overwegingen, kennis uit wetenschappelijke literatuur, wetgeving en ethiek,
religie en behandelingscodes, waarin de volgende aspecten worden
betrokken:
- type en volgorde van behandeling;
- wijze van bewaking en begeleiding;
5. het klinisch verloop van de ziekte en het zorgproces op de korte en lange
termijn beredeneren;
6. een nabeschouwing/reflectie geven op:
- patiëntveiligheid;
- kwaliteit van de beroepsuitoefening;
- eventuele ethische dilemma’s;
- het eigen functioneren in de zorgsituatie en de daarbij betrokken
samenwerkingsverbanden;
- rol- en competentieontwikkeling.
.
4
VUmc Amstel Academie
5
Leereenheid
3 Overzicht van de leereenheid in schema
Leeractiviteit
1. Richtlijnen post operatief
traject
2. Parametrie van het kind
3. Opvang van het kind
4. Obstetrische patiënt
5. PLS practicum
6. Scenario kind-ouder op
Recovery
7. scenario kind ABCD en
PLS
SBU
6
werkvorm
zelfstudie
college
2 uur
college
college
college
practicum
practicum
2 uur
practicum
contact
totale SBU
uur
2 uur
4 uur
2 uur
2 uur
2 uur
3 uur
2 uur
3 uur
2 uur
3 uur
5 uur
2 uur
5 uur
4 uur
5 uur
2 uur
4 uur
6 uur
12 uur
19 uur
31 uur
VUmc Amstel Academie
7
Leereenheid
4 Uitwerking van de leeractiviteiten
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt uitleg gegeven over de leeractiviteiten welke in hoofdstuk 3
schematisch zijn weergegeven.
Bij de meeste leeractiviteiten staat vermeld welke rollen met bijbehorende
competenties centraal staan. De leeractiviteiten hebben tot doel u voor te
bereiden op het behalen van uw rollen en competenties in de praktijk. De
stuurvragen en voorbereidende opdrachten zijn een hulpmiddel om voor uzelf te
toetsen of u in hoofdlijnen de literatuur hebt begrepen.
U wordt door de voorbereiding op de leeractiviteiten, het werken in werkgroepen
of het volgen van colleges in de gelegenheid gesteld kennis en ervaring op te
doen welke u in de praktijk toe kunt passen.
Lees de leereenheid thuis oriënterend door. Eventuele vragen en/of
onduidelijkheden kunt u aan de opleider voorleggen. Maak voor uzelf een
planning welke activiteiten u moet voorbereiden voor deze lessen aan de hand
van het rooster.
8
.
VUmc Amstel Academie
9
Leereenheid
1. Richtlijnen postoperatief traject
Alle patiënten die een behandeling onder algehele, regionale anesthesie of onder
sedatie hebben ondergaan, dienen na afloop daarvan enige tijd op de
verkoeverkamer te worden bewaakt.
Het transport naar de verkoeverkamer dient door een anesthesioloog te
geschieden. Tijdens dit transport moeten de relevante functies continu worden
geëvalueerd en gedocumenteerd, eventueel moeten de vitale functies worden
ondersteund. Evaluatie dient opnieuw te geschieden bij aankomst op de
verkoeverkamer, waarna een verbale en geschreven overdracht en documentatie
van de gegevens dient te geschieden.
Pas nadat de verkoeverkamerverpleegkundige via de overdracht de
verantwoordelijkheid voor de patiënt heeft geaccepteerd mag de anesthesioloog
de verkoeverkamer verlaten.
Gedurende het verblijf op de verkoeverkamer moet de patiënt voortdurend
worden bewaakt en dienen aantekeningen daarvan te worden bijgehouden.
Speciale aandacht wordt daarbij gegeven aan de ademhaling en oxygenatie, de
circulatie en de temperatuur. De patiënt moet regelmatig worden aangespoord
om diep te zuchten en te hoesten. Controles dienen te worden uitgevoerd op het
optreden van nabloedingen of van bloedstuwing in ledematen.
Intraveneuze vloeistoffen moeten volgens voorschrift worden toegediend; daarbij
dient de urineproductie als een belangrijke maatstaf. Ook farmaca ter
behandeling van postoperatieve pijn moeten naar noodzaak worden verstrekt.
Indien er sprake is van misselijkheid en/of braken moet anti emetica worden
gegeven.
Bij het verlaten van de verkoeverkamer dient een adequate verslaglegging van
de verkoever periode de patiënt te vergezellen.
De supervisie op de verkoeverkamer wordt uitgevoerd door een anesthesioloog,
die tevens het ontslag van de patiënt goedkeurt en bekrachtigt.
Met betrekking tot de behandeling van patiënten kan een aantal regels worden
opgesteld.
De docent zal met u deze verkoeverkamer regels bespreken en zal stilstaan bij
de complicaties die op kunnen treden bij OK patiënten.
Het gaat in dit geval om onbedoelde verstoringen van de ventilatie en de
circulatie, onbedoelde, ongewenste beschadiging van de patiënt en ongeplande
wijziging van het anesthesiologisch beleid. Deze complicaties moeten worden
opgezocht en zullen klassikaal worden besproken.
U gaat in groepen de 20 meest voorkomende complicaties na een operatie
inventariseren en uitwerken. Deze complicaties worden door de docent
nabesproken.
10
Lesdoelen
Na de les kunt u:
• benoemen welke richtlijnen in het postoperatief traject er zijn opgesteld;
• uitleggen hoe er met de richtlijnen omgegaan wordt met betrekking tot de
opvang, bewaking en interpreteren van parameters en de daaruit
voortvloeiende behandeling van deze patiëntengroep;
• benoemen welke meest voorkomende complicaties er post operatief op
kunnen treden bij OK patiënten.
Voorbereiding
Bestudeer uit boek;
• Leerboek Anesthesiologie, dr. P.J. Hennis e.a., Bohn Stafleu van loghum,
ISBN 978-90-313-9862-1,
> Hoofdstuk 2, Perioperatieve patiëntveiligheid;
> Hoofdstuk 44, Post anesthesie Care Unit (PACU) ; blz. 541 t/m 542.
Websites:
• http://brvnederland.nl/;
• http://nva.vierkleurenpen.com/research/top20complicaties.htm.
beredeneer hoe u als recovery verpleegkundige op de meest voorkomende post
operatieve complicaties kunt anticiperen.
VUmc Amstel Academie
11
Leereenheid
2. Parametrie van het kind
Sommige parameters wijken af van de volwassen parameters. Zo worden de
kinderen vaak ingedeeld in baby, peuter/kleuter, schoolkind en adolescent. De
docent bespreekt hoe de parametrische gegevens van deze verschillende
groepen kinderen geïnterpreteerd moeten worden en zal daarbij ingaan op het
behandelen van afwijkingen. Dit betekent dat er (soms) andere medicatie of
andere doseringen gegeven worden.
Lesdoelen
Na de les kunt u:
• de begrippen baby, peuter/kleuter, schoolkind en adolescent definiëren;
• de verschillen benoemen t.a.v. een baby, peuter/kleuter, schoolkind en
adolescent;
• uitleggen op welke wijze parametrische gegevens bij bovenstaande groepen
geïnterpreteerd moeten worden;
• uiteenzetten hoe de behandeling van deze parametrische gegevens er uit
kan zien;
• toelichten welke medicatie en de bijbehorende dosering voor de behandeling
noodzakelijk zijn.
Voorbereiding
Bestudeer uit boek:
• Leerboek Anesthesiologie, dr. P.J. Hennis e.a., Bohn Stafleu van loghum,
ISBN 978-90-313-9862-1,
> Hoofdstuk 36, Anesthesie bij zuigelingen;
> Hoofdstuk 37, Anesthesie bij kinderen.
Aanbevolen
• “Help een kind”, een praktisch zakboekje over anesthesie en acute opvang
van kinderen, A. Tompkins e.a., Van den ende- The Notepad Factory, Oss,
ISBN 978-90-816379-3.
Opdracht
Bepaal binnen de leeftijdsgroepen de normaalwaarden van de parameters;
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur, bewustzijn, diurese bij
baby’s, peuter/kleuter, schoolkind en adolescent.
12
3. Opvang van het kind
De docent zal stilstaan bij het verblijf van het kind op de recovery en hoe u de
ouders betrekt bij de opvang en zorg van hun kind.
Lesdoelen
Na de les kunt u:
• benoemen welke aandachtspunten van belang zijn bij het verblijf van
kinderen op de recovery;
• verschillen benoemen t.a.v. de opvang van een baby, peuter/kleuter,
schoolkind en adolescent;
• uitleggen waarom het van belang is dat ouders betrokken moeten worden bij
de opvang en zorg voor hun kind op de recovery;
• benoemen op welke wijze ouders betrokken kunnen worden bij de opvang en
zorg voor hun kind op de recovery.
Voorbereiding
Bestudeer uit boek:
• Leerboek Anesthesiologie, dr.P.J. Hennis e.a., Bohn Stafleu van loghum,
ISBN 978-90-313-9862-1,
> Hoofdstuk 36, Anesthesie bij zuigelingen;
> Hoofdstuk 37, Anesthesie bij kinderen.
Van Blackboard:
• Postoperatieve complicaties na kinderanesthesie, F. Veyckemans en
L. Beque,uit: tijdschrift voor kindergeneeskunde jaargang 75; juni 2007;
• Pre- en postoperatieve pijnbestrijding bij kinderen: onder controle?
Resultaten van een patiënt / oudertevredenheids enquête, O. Liem, V.R.
Drexhage en C.R. Lincke,
uit: tijdschrift voor kindergeneeskunde jaargang 75, augustus 2007.
VUmc Amstel Academie
13
Leereenheid
4. Obstetrische patiënt
Tijdens dit werkcollege zal de docent op interactieve manier de zorg rondom de
Obstetrische patiënten (zwangere, barende, kraamvrouw) en pasgeborene
bespreken. Centraal staan binnen de les de observaties, metingen en acties in
de zorg van bovenstaande patiënt op de Recovery.
Lesdoelen
Na deze les kunt u:
• de verstoorde parameters en symptomen herkennen en benoemen van j
aandoeningen bij de zwangere, barende, kraamvrouw) en pasgeborene;
• de fysiologische veranderingen tijdens de zwangerschap beredeneren;
• verschillende aandoeningen en ziektebeelden beter herkennen, bijvoorbeeld:
- bloedverlies in de zwangerschap;
- hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap.
• de fysiologisch verlopende baring (à terme, te vroeg); de pathologisch
verlopende baring, de fluxus postpartum,en manuele placenta verwijdering,
curettage beter begrijpen en kunt u de medische en verpleegkundige
interventies bij bovenstaande punten beargumenteren;
• Inzicht krijgen in de opvang van de pasgeborene.
Voorbereiding
Bestudeer uit leerboeken van uw eigen specifieke opleiding of andere media de
volgende onderwerpen:
• Leerboek Anesthesiologie, dr. P.J. Hennis e.a.,
> Hoofdstuk 33, Anesthesie bij de partus en bij obstetrische en
gynaecologische ingrepen.
Website:
• www.NVOG.nl
14
5. PLS practicum
Tijdens dit practicum worden PLS vaardigheden geoefend onder leiding van een
docent. Niet alleen zal er aandacht worden besteed aan het correct uitvoeren van
een aantal deelhandelingen, u zult ook de gelegenheid krijgen om een aantal
specifieke situaties te leren herkennen en op de juiste wijze te interpreteren. Dit
beperkt zich tot een aantal gesimuleerde situaties, de reanimatie van kinderen,
de Pediatric Life Support (PLS).
De docent geeft een korte uitleg over het verschil t.o.v. volwassen BLS en
oorzaken voor een circulatiestoornis bij kinderen. Vervolgens wordt er praktisch
geoefend in het praktijklokaal.
Lesdoelen
Na het volgen van de les kunt u:
• benoemen welke deelhandelingen er uitgevoerd moeten worden tijdens een
PLS;
• specifieke situaties herkennen en op de juiste wijze interpreteren;
• uiteenzetten hoe de reanimatie procedure wordt opgestart;
• de ABCDE volgens de huidige reanimatie richtlijnen van de Nederlandse
Reanimatie Raad benoemen;
• toelichten op welke wijze de respiratie bij een patiënt ondersteund wordt met
de daarvoor bestemde hulpmiddelen;
• de wijze waarop de uitwendige hartmassage moet uitgevoerd worden
benoemen;
• de wijze waarop de beademing moet uitgevoerd worden benoemen.
Voorbereiding
Bestudeer uit boek;
• Leerboek Anesthesiologie, dr. P.J. Hennis e.a., Bohn Stafleu van loghum,
ISBN 978-90-313-9862-1,
> Hoofdstuk 49, Reanimatie van volwassenen en kind.
Van internet:
Voor de meest recente protocollen en richtlijnen over ALS, PLS en BLS,
• www.reanimatieraad.nl
VUmc Amstel Academie
15
Leereenheid
6. Scenario kind-ouder op Recovery
Tijdens dit practicum worden de begeleidingsvaardigheden van het kind
(0-16 jaar) en ouder (begeleider) op de recovery geoefend onder leiding van
twee docenten. Niet alleen zal er aandacht worden besteed aan het correct
uitvoeren van een aantal deelhandelingen, u zult ook de gelegenheid krijgen om
een aantal specifieke situaties te leren herkennen en op juiste wijze te
interpreteren. Dit beperkt zich tot een aantal gesimuleerde situaties.
Deze les draagt vooral bij aan de competentie begeleiden en voorlichten van de
patiënt en diens naasten. Tevens in de rol van zorgverlener en regisseur zult u
de kennis en vaardigheden die u in deze leeractiviteit op doet, gebruiken voor de
competenties van het bewaken van de vitale functies van het hart en de
circulatie, technisch handelen, het werken met geavanceerde medischtechnische apparatuur en met het bewaken van zorgprocessen.
Lesdoelen
Na deze les kunt u:
• de verstoorde parameters en symptomen en beïnvloedende factoren bij pijn
benoemen;
• verschillende observaties en beoordeling van pijn bij kinderen van alle
leeftijden uitvoeren;
• medische en verpleegkundige interventies bij pijn beargumenteren;
• de belangrijke elementen in het begeleiden en voorlichten van kind en ouders
rondom anesthesie benoemen;
• de gevolgen van anesthesie bij een kind en daarmee aandachtspunten voor
de verpleegkundige zorg beargumenteren;
• belangrijke voorlichtings- en begeleidingsaspecten voor het kind en ouders
pre- en postoperatief beargumenteren.
Voorbereiding
Neem de lesinhoud van de voorgaande lessen met betrekking op het kind op de
Recovery nogmaals door.
16
7. Scenario kind ABCD en PLS
In deze les gaat u de praktische aspecten van de ABCD en de reanimatie bij het
kind oefenen. Er worden een aantal deelvaardigheden geoefend zoals:
• de ABCD benadering;
• kapbeademing;
• hartmassage;
• afplakken van een beademingstube.
Niet alleen de deelvaardigheden kunt u oefenen maar ook het handelen en
samenwerken in een acute situatie waarbij de ABCD en de PLS van een kind
nodig is.
Deze leeractiviteit staat in relatie met uw rol van zorgverlener, regisseur,
beroepsbeoefenaar en coach waarbij de volgende competenties centraal staan:
• technisch handelen;
• bewaken van vitale en andere fysiologische functie;
• bewaken van zorgprocessen;
• assisteren bij medische handelingen;
• coördineren van eigen handelen;
• begeleiden en voorlichten;
• handelen in acute situaties;
• samenwerken in monodisciplinair verband;
• professionaliseren van eigen handelen.
Lesdoelen:
Na deze les kunt u:
• de deelhandelingen tijdens een PLS uitvoeren;
• specifieke situaties herkennen en op de juiste wijze interpreteren;
• de reanimatie procedure PLS opstarten;
• de ABCDE volgens de huidige reanimatie richtlijnen van de Nederlandse
Reanimatie Raad toepassen;
• de respiratie in een PLS setting bij een patiënt ondersteunen;
• uitwendige hartmassage uitvoeren tijdens de PLS.
Voorbereiding
Neem de lesinhoud van de voorgaande lessen met betrekking op het kind op de
Recovery nogmaals door.
VUmc Amstel Academie
17
Download