antwoorden downloaden

advertisement
antwoorden hst 3 les 2 faseovergangen
1) Vast, vloeibaar en gas
2) a) vloeistof b) vast
c) vast
3) a) gas
c) Bij B
b) vloeistof
d) vloeistof
4) a) bevriezen is bij water, stollen bij andere stoffen. Beiden van vloeistof naar vast
b) Bevriezen
c) onttrekt energie. Kou gaat daarin zitten. En soort deken om de fruitboom.
5) a condenseren
b) verdampen
c) 1: verdampen want water komt uit je huid
2:condenseren, want damp wordt vloeibaar
6) a) sublimeren
c) 1: uithangen 2: in de zon
d) Temperatuur, blazen, draaien
3: wind
7) a) Kleinste deeltje van een stof dat nog steeds alle eigenschappen van de stof heeft.
b) dan staan de moleculen op een vaste plek. Ze trillen alleen.
c) Dan bewegen de moleculen vrij. Maar wel dicht bij elkaar.
d) Dan bewegen de moleculen vrij, en ver uit elkaar.
8) a) Dan gaan de moleculen ver uit elkaar
b) Dan gaan de moleculen naar een vaste plek (ze vormen bindingen)
9) a) koud dan bewegen moleculen minder hard, ze trekken elkaar aan en worden vloeistof.
b) onder druk komen de moleculen dichtbij elkaar, dan trekken ze elkaar aan. Vloeistof
Download