Hoofdstuk 2 Stoffen, moleculen en atomen Zuivere stoffen • In de chemie worden zuivere stoffen onderzocht. • Scheikundigen bedoelen met een zuivere stof 1 soort stof • Als we dus spreken over water, bedoelen we zuiver water, dus 1 stof. • Dit is iets anders dan drinkwater of “zuiver bronwater” : die bevatten meerdere stoffen (mineralen+water) Stofeigenschappen • Een zuivere stof herken je aan een aantal kenmerkende eigenschappen. Dit zijn de stofeigenschappen. • Voorbeelden: kleur en geur van een stof Tabel 2.1 Enkele Stofeigenschappen • • • • • • • • • • • • • • 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Kleur Geur Smaak Giftigheid Brandbaarheid Corrosiebestendigheid Afbreekbaarheid Aggregatietoestand Oplosbaarheid in water Geleidingsvermogen elektrische stroom Geleidingsvermogen voor warmte Kookpunt Smeltpunt Dichtheid Stofconstante • Stofeigenschap uitgedrukt in een getal en een eenheid • B.v. Smeltpunt, dichtheid Elke stof heeft zijn eigen unieke combinatie van stofeigenschappen. Dichtheid • De massa (gram) van een vast volume (cm3 of dm3) • MOLECUUL Kleinste deeltje van een stof, die nog alle stofeigenschappen bezit. Iedere stof heeft zijn eigen soort moleculen (water bestaat uit watermoleculen). Molecuultheorie • Stoffen bestaan uit moleculen. • Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes: ATOMEN (atoom = ondeelbaar) Molecuul Atoom 3- FASEN • VAST Moleculen trillen op een vaste plaats • VLOEIBAAR moleculen bewegen kriskras door elkaar, sommige laten elkaar los • GAS Moleculen bewegen los en ver van elkaar Vullen de hele ruimte Aggregatietoestand (fase) Vast (s) Vloeibaar (l) Gas (g) Solid Liquid Grote dichtheid Kleinere dichtheid Kleinste dichtheid structuur ijs en water ijs = vaste fase water=vloeibare fase IJs heeft een andere structuur dan water water (l) ijs(s) • Bij een chemische reactie worden de atomen op een andere manier aan elkaar gebonden. Er onstaan dus nieuwe moleculen. • Bij een fase-overgang verandert alleen de snelheid van de moleculen, niet de moleculen zelf. Er is dus GEEN sprake van een chemischereactie omdat de moleculen zelf niet veranderen. Kelvin • De deeltjes van een stof gaan steeds minder bewegen tot dat ze stil staan, dit noemde Kelvin het absolute nulpunt. Temperatuur-schaal • Kelvin Celsius -273 ° C = 0 K