interview journalist i go r w ijnke r schrijft boek over de Groningse muziekscene Er liggen Er liggen zoveel mooie zoveel mooie verhalen verhalen S chrijver en journalist Igor Wijnker (Anna Paulowna, 1972) maakte furore met twee goed ontvangen sportboeken: Onder Marokkanen – Een jaar bij FC Chabab, waarvoor hij een jaar lang over de vloer kwam bij een Marokkaanse club en Bezeten, een meeslepende biografie over basketbalcoach Ton Boot. “Ik heb een sportopleiding gedaan, de CIOS. Als je daarna in de journalistiek gaat, beland je bijna als vanzelf op de sportredactie. Dat vond ik mooi om te doen, maar ik wilde mij verder ontwikkelen. Tegenwoordig schrijf ik liever over muziek, over kunst en cultuur in het algemeen en bijzondere verhalen uit het dagelijks leven.” ➤ f o t o : k i m h o mber g en | tek st: j osé cu tileir o 47 48 in terview interview ➤ Tien jaar geleden besloten Igor en zijn vrouw de drukte van de Randstad achter zich te laten en te verhuizen naar het landelijke Aduard (“onder de rook van Hoogkerk”). Hier schreef hij onder meer De dood van Nanne Tepper, over de Groninger schrijver. Het artikel verscheen in Vrij Nederland en leverde Wijnker drie jaar geleden de Groninger Persprijs op. Op dit moment werkt hij aan Rock City – “het is nog een werktitel” – een multimediaal boek over de Groningse muziekscene dat komend voorjaar verschijnt. “Ik hou ervan het grotere verhaal te vertellen, om iemand over een langere periode te volgen: reportages maken, meegaan naar optredens en de muzikanten ook thuis interviewen. Ik heb hier nu tien jaar in Groningen rondgekeken en er liggen veel mooie verhalen over muzikanten, over podia. Die wil ik vertellen. Het wordt geen encyclopedisch boek. Ik kies een stuk of tien markante onderwerpen die mij aanspreken. Daar tussendoor komen ook wel wat kortere stukjes. Voor de afwisseling. Er komen ook interactieve elementen in. Als je met je smartphone of tablet op een foto richt, hoor je een audioreportage of zie je een video.” Kies je voor een bepaald genre? “Het moet me wel aanspreken. De dance-scene laat ik links liggen. Verder is er veel dat mij interesseert. Er komt een hoofdstuk over de hiphoppers van Dope DOD. Dat was voor mij een onbekende wereld, maar het zijn jongens die keihard werken en over de hele wereld aan de weg timmeren, terwijl ze niet eens zo bekend zijn. Zij houden er als een van de weinigen nog een leven van seks, drugs en rock-‘n-roll op na. Het duurde lang voordat ik een afspraak met ze kon maken want ze waren telkens op tournee. Onder andere in Colombia waar qua dopegebruik het een en ander uit de hand liep, in een tamelijk vijandige sfeer. Laatst ben ik eindelijk een dagje bij ze in de studio geweest. Dikke wietdamp, lekker aan het opnemen en mooie verhalen gehoord.” “Een ander mooi verhaal is dat van Bert Hadders. Kwam ooit naar de stad Groningen, zogenaamd om te studeren. Eigenlijk wilde hij aan de muziek en aan de drugs, geïnspireerd door Herman Brood destijds. Bert heeft altijd muziek gemaakt. Had nooit een cent te makken. Een paar jaar geleden, toen hij overwoog ermee te stoppen, kwam het Groningstalige repertoire ineens op zijn pad toen hij gevraagd werd om liedjes te maken voor een theatervoorstelling. Zo is hij in z’n nieuwe rol beland. Ik ben met hem mee geweest naar Drenthe, waar hij optrad voor een heel grijs publiek. Mooi is ook dat zijn oudere broer Jeroen zich een beetje over hem ontfermt. Die zorgt ervoor dat Joost een plaat kan gaan uitbrengen. Ik ben bij ze op bezoek geweest in het ouderlijk huis in Rolde, een echte family affair waar Jeroen een bierproeverij organiseerde. Joost fungeerde als deejay, aangezien hij minder wil drinken. Dat is toch wel een terugkerend thema onder muzikanten, de drank.” joost dijkema dope dod bert hadders Je schrijft over Meindert Talma. Is dat niet gevaarlijk? Je treedt immers ook vaak met hem op in de Meindert & Igor & De Jonge Boschfazant & Kesanova Show – elke maand een keer in Groningen én een keer in Leeuwarden te zien. Wordt dat niet te veel ons kent ons? “Ik ken Meindert inderdaad goed. Maar daardoor kan ik ook een intiem verhaal vertellen. Hij blijft me verbazen, vooral met zijn enorme productiviteit. Een droogkloterige Fries met absurde liedjes. Een degelijke gezinsman die zich af en toe kwaad maakt, zichzelf opsluit in zijn schuurtje en aan het eind van de dag naar buiten komt met een nieuwe song inclusief een fraai clipje. Hij zegt zelf dat hij ‘geen gevoel heeft voor de smaak van de mensen’, maar dat valt best wel mee. Onlangs kwam Meindert met een lied van meer dan twintig minuten over de dammer Jannes van der Wal en dat werd massaal omarmd, eerst door de pers maar daarna ook door het publiek.” Over wie wil je nog meer verhalen vertellen in je boek? “Garagebands zoals Traumahelikopter. Of The Black Cult, jonge honden. Hun shows willen nog weleens ontaarden in een vrolijke bende, maar over het algemeen gaat het er relatief braaf aan toe tegenwoordig. De wilde jaren van de muzikanten zijn een beetje achter de rug. Het wordt allemaal wat zakelijker bekeken. Als je ervan wilt leven, moet Dat was misschien niet zo enerverend, maar het is wel geweldig om te zien hoe hij dat publiek om zijn vingers windt. Dat is nu zijn rol: volkszanger, als in folk singer. Maar als hij dan met zijn band speelt, komt het rock-‘nroll beest wel weer even los.” je veel optreden. Dan hou je dat ruige leven niet vol, dat hebben die hiphoppers van Dope DOD ook ondervonden. Verder moet Lou Leeuw erin. Van hem is al een biografie verschenen, ik wil vooral vertellen wie hij nú is. Een vitale zeventiger die nog steeds een paar keer per week op het podium staat.” “Daarnaast schrijf ik over muziekplekken in Groningen. VERA bijvoorbeeld. Eerst had ik het gevoel dat het een gesloten bolwerk was, nu ik er vaker kom weet ik dat het niet zo is. Het is bijna een familie. Ik sprak een Veraan die zei dat VERA het beste is dat hem ooit is overkomen. Het is een unieke gemeenschap, met de unieke figuur Peter Weening die daar al meer dan dertig jaar programmeur is. Ook een bijzondere plaats: Het Viadukt. Een oefenruimtecomplex waar zo ongeveer elke Groninger muzikant zijn vaardigheden heeft geslepen en dat een boel verhalen herbergt. Of Platenwinkel Elpee, ook een hele markante plek. Jan Kooi, een van de uitbaters, ontdekt voor veel mensen muziek, ook voor mij. En hoewel hij leeft van de verkoop van platen en cd’s, zegt hij het gewoon eerlijk als hij een plaat klote vindt. Eurosonic krijgt ook aandacht in het boek. Daar zou ik graag eens een paar dagen achter de schermen meelopen. Groningen is dan een week muziekhoofdstad van Europa, wat betekent dat de rest van het jaar voor de stad?” ✖ Igor Wijnker vertelt op donderdag 24 november over zijn boek tijdens een gastcollege van Arts Academy in De Oosterpoort. Kijk voor meer informatie op blz. 19. “Joost Dijkema volg ik ook. Een heel getalenteerde muzikant. En hoe jong hij ook is, hij is al bijna een veteraan. Sinds zijn prille tienerjaren treedt hij op. Een nogal rusteloze, soms chaotische jongen die ook in punk- en countrybands speelt, maar met zijn soloproject het meeste succes heeft. Vijf vingerplectrums gebruikt hij, anders kan Joost op zijn gitaar niet spelen wat hij in zijn hoofd hoort. Hij speelde kort geleden in het voorprogramma van Jason Isbell. Van huiskamertje naar De Oosterpoort, hij was er behoorlijk beduusd van. Gitarist Joost Dijkema speelt op vrijdag 11 november in het voorprogramma van King of the World. Kijk voor meer informatie op blz. 55. meindert talma 49