1 2 • 14 Aviv slachting Pascha 3 • 14 Aviv slachting Pascha • 15 Aviv begin Pesach-feest 4 • 14 Aviv slachting Pascha • 15 Aviv begin Pesach-feest • “daags na de sabbat” de dag van de eerstelingschoof (gerst) 5 • 14 Aviv slachting Pascha • 15 Aviv begin Pesach-feest • “daags na de sabbat” de dag van de eerstelingschoof (gerst) • de 50-ste dag dag van de eerstelingen (tarwe) 6 •1 Tisri bazuingeschal •10 Tisri grote verzoendag •15-Tisri begin Loofhuttenfeest 7 8 In de derde maand na de uittocht der Israelieten uit het land Egypte, op dezelfde dag (=nieuwe maan), kwamen zij in de woestijn Sinai. 1 9 In de derde maand na de uittocht der Israelieten uit het land Egypte, op dezelfde dag (=nieuwe maan), kwamen zij in de woestijn Sinai. 1 Kanttekening St.Vert. “Toen zij van Rafidim opgetrokken waren, hetwelk was op den eersten der maand, den zeven en veertigsten dag na pasen, of uittocht uit Egypte.” 10 Nadat zij van Refidim opgebroken waren, kwamen zij in de woestijn Sinai en legerden zich in de woestijn; en Israel legerde zich daar tegenover de berg. 2 11 Toen klom Mozes op tot God, en de HERE riep tot hem van de berg, en zeide: Zo zult gij zeggen tot het huis van Jakob en meedelen aan de Israelieten: 3 12 gij hebt gezien, wat Ik de Egyptenaren heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb. 4 13 gij hebt gezien, wat Ik de Egyptenaren heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb. 4 Als een arend, die zijn broedsel opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn wieken uitspreidt, er een opneemt en draagt op zijn vlerken, 12 zo heeft hem (=Israël) de HERE alleen geleid... 11 Deuteronomium 32 14 Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en mijn verbond bewaart... 5 15 Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en mijn verbond bewaart... 5 ... Ik ben aan Abraham, Izak, en Jakob verschenen (...) 4 En ook heb Ik MIJN VERBOND met hen opgericht, dat Ik hun geven zou het land Kanaan, het land hunner vreemdelingschappen, waarin zij vreemdelingen geweest zijn. 3 Exodus 6 16 ... DAN zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de ganse aarde behoort Mij. 5 17 En GIJ ZULT Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk... 6 18 ... Dit zijn de woorden die gij tot de Israelieten spreken zult. 6 19 ... Dit zijn de woorden die gij tot de Israelieten spreken zult. 6 Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk [Gode] ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht... 9 1Petrus 2 20 Toen kwam Mozes en ontbood de oudsten van het volk en legde hun al deze woorden die de HERE hem geboden had, voor. 7 21 En het gehele volk antwoordde eenparig: ALLES wat de HERE gesproken heeft, zullen WIJ doen. 8 22 ... En Mozes bracht de woorden van het volk weder aan de HERE over. 9 Daarna zeide de HERE tot Mozes: Zie, Ik kom tot u in een donkere wolk... 8 23 ... Wacht er u voor de berg te bestijgen, of maar de voet ervan aan te raken; ieder die de berg aanraakt, zal zeker ter dood gebracht worden. 13 ... hetzij dier hetzij mens, hij zal niet blijven leven. 18 ... En de berg Sinai stond geheel in rook, omdat de HERE daarop nederdaalde in vuur; de rook daarvan steeg op als de rook van een oven, en de gehele berg beefde zeer. 12 24 ... En Mozes bracht de woorden van het 9 Daarna volk weder aan de HERE over. 18 Want gij zijt niet genaderd tot een zeide de HERE tot Mozes: Zie, Ik kom tot tastbaar en brandend12vuur, tot u in een donkere wolk... ... Wacht er u donkerheid, duisternis en stormwind voor de berg te bestijgen, of maar de 22 (=tornado) ... Maar gij zijt genaderd voet ervan aan te raken; ieder die de tot de berg Sion, tot de stad van de berg aanraakt, zal zeker ter dood levende God, het hemelse gebracht worden. Jeruzalem... 13 ... hetzij dier hetzij mens, hij zal niet blijven leven. Hebreeën 12 8 25 eerste Pinksteren Exodus 19 Pinksteren Handelingen 2 •Sinaï •Sion •Israël doet gelofte •God belooft •niet naderen tot God •vrije toegang tot God •donkerheid •grote vreugde •vernietigende tornado •geluid van geweldige windvlaag •verterend vuur •tongen als van vuur •3000 gedood •3000 krijgen Geest 26 En de HERE zeide tot Mozes: Ga tot het volk; heilig hen heden en morgen, en laten zij hun klederen wassen. 11 En tegen de derde dag zullen zij gereed zijn, want OP DE DERDE DAG zal de HERE NEDERDALEN VOOR DE OGEN VAN HET GEHELE VOLK op de berg Sinai. 10 27