symphatie en antiphaty

advertisement
SYMPATHIE, ANTIPATHIE EN APATHIE
De stroom van vluchtelingen heeft de Nederlandse samenleving in drie
delen gesplitst.
De één voelt betrokkenheid, de ander angst en wil de grenzen sluiten,
terwijl de rest denkt zoek het zelf maar uit. Nederland is een gespleten
land geworden van medeleven, afwijzing en onverschilligheid. De social
media staan bol van verwensingen, bedreigingen, verdachtmakingen en
slechts een enkele sympathie betuiging. Tijdens inspraakbijeenkomsten
wordt gescholden en gejouwd. Nederland is onderling sterk verdeeld.
Politieke partijen beschuldigen elkaar van laksheid en Emile Roemer,
partijleider van de SP, ging zelfs zover Staatssecretaris Dijkhof (VVD) te
beschuldigen de rel in het Drentse dorpje Oranje bewust te hebben
veroorzaakt. En als we de politieke barometer mogen geloven, stevenen
we af op een totale omwenteling van de politieke verhoudingen.
Hoe is dit zo ver gekomen? Te lang is het vluchtelingenprobleem een “ver
van mijn bed show” geweest. Te lang werden de ogen gesloten voor de
verwoestende oorlog in Syrië, de terreur in de Sahel, de oorlog in
Afghanistan en de crisis in de Hoorn van Afrika.
Te laat is gerealiseerd dat wereldwijd 60 miljoen mensen, waarvan ruim
de helft minderjarig, op de vlucht zijn voor oorlog, geweld en
onderdrukking. De “ver van mijn bed show” is angstig dichtbij gekomen
en is uitgegroeid tot een drama met grote proporties.
Om herhaling van taferelen zoals in Oranje, Woerden en Purmerend te
voorkomen en de stroom van migranten onbeheersbare vormen
aanneemt, heeft de Regering, onder leiding van premier Mark Rutte, een
aantal duidelijke en concrete beleidsbeslissingen aangekondigd.
Oorlogsvluchtelingen die Europa hebben kunnen bereiken, moeten op een
menswaardige manier worden opgevangen. Er is immers sprake van een
noodsituatie. Maar het kan niet zo zijn dat mensen, die al lang op een
wachtlijst staan voor een huurwoning, verdrongen worden door
vluchtelingen. Ook moet worden voorkomen dat de toestroom van
vluchtelingen onze welvaartstaat aantast. Vluchtelingen moeten in de
eigen regio duidelijk gemaakt worden dat Nederland niet het “Land van
Melk en Honing” is en dat de opvang in Nederland de uiterste grens heeft
bereikt. Duidelijk moet worden dat er een streng onderscheid wordt
gemaakt tussen politieke en economische vluchtelingen en dat de
bijstand, sociale voorzieningen en toeslagen aanzienlijk worden versoberd.
Maar niet alleen de landelijke politiek worstelt met het
vluchtelingenvraagstuk, ook op de lokale politiek wordt de druk steeds
groter. Zo heeft Hoorn zich bereid verklaard garant te staan voor
crisisopvang van 200 vluchtelingen voor maximaal negen dagen.
Realisatie van noodopvang vergt veel van de lokale bestuurders, maar dit
is nog maar het beging van een lange en kostbare weg. Logistieke
opvang is nog niets vergeleken met wat onze stad te wachten staat,
wanneer onverhoopt mocht blijken dat de opgevangen mensen langer in
onze stad moeten blijven. De gemeente is dan verantwoordelijk voor de
integratie, die uit de eigen gemeentekas moet worden gefinancierd.
Bovendien zullen er dan problemen ontstaan met de
huisvestingsproblematiek, veiligheid en het basisonderwijs, dat door de
vele asielkinderen, geheel ontwricht zal worden. Deze zware last zal nog
jaren op de schouders van de gemeente blijven rusten.
Het komt er nu op aan dat het College de Hoornse burgers en
deskundigen alle opties, inclusief de daarbij behorende voor- en nadelen
en risico’s, voorlegt en dat op alle vragen die worden gesteld een
adequaat antwoord wordt gegeven. Het zou te gemakkelijk zijn alleen een
moreel appèl te doen zonder de zorgen die er onder de inwoners leven
serieus te nemen. Goede communicatie is van essentieel belang.
Er zal, waar uiteindelijk ook voor wordt gekozen, altijd voldoende
draagvlak moeten zijn.
Ik wens de Raad en het College alle wijsheid en sterkte toe.
14 oktober 2015
Jan van Ossenbruggen
Download