Hormoondiagnostiek van speeksel De hormoondiagnostiek van speeksel biedt talrijke voordelen ten opzichte van de bepaling in bloed: Het afnemen van speeksel is niet-invasief, pijnloos en kan op elk gewenst moment en op elke locatie plaatsvinden. De hormoonbepaling in speeksel is met name zinvol, omdat alleen het vrije, biologisch actieve deel van de hormonen wordt vastgesteld. Speeksel wordt voornamelijk gevormd door drie paren grote speekselklieren: de glandula parotis, de gl. sublingualis en de gl. submandibularis. Het weefsel van speekselklieren bestaat uit een systeem van uitvoergangen, omringd door een netwerk van haarvaten dat bijeengehouden wordt door bindweefsel. In de uiteinden van de gangen wordt primair speeksel geproduceerd, waarin het bloed vanuit de haarvaten is gefilterd door de membranen van de acinuscellen. De lipofiele steroïdhormonen kunnen het membraan van de acinuscellen passeren en overgaan in het speeksel. Voordelen van speekseldiagnostiek: • specifieke bepaling van de biologisch actieve hormoonconcentratie • niet-invasieve, pijnloze monsterafname • zelfstandige monsterafname door de patiënt op elk gewenst moment en op elke plaats Voordelen van de bepaling van steroïdhormonen in speeksel Ongeveer 95 tot 99% van de steroïdhormonen in het bloed zijn aan eiwitten gebonden (bijvoorbeeld CBG (corticosteroïd-bindend globuline), SHBG (geslachtshormoon-bindend globuline) en albumine). In gebonden vorm zijn hormonen echter biologisch inactief. Voor de vaststelling van specifieke hormonale activiteiten is het daarom belangrijk om de concentratie vrije hormonen te bepalen. Hier biedt de hormoondiagnostiek in speeksel duidelijk voordelen ten opzichte van de conventionele bloedanalyse, omdat de hormonen in speeksel vrijwel alleen in hun vrije, biologisch actieve vorm voorkomen. Slechts ongeveer 1-5% van de totale hoeveelheid steroïdhormonen is gebonden. Talrijke wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat er een nauwe correlatie tussen de hoeveelheid steroïdhormonen en de biologisch beschikbare (dus vrije) steroïdhormonen in het bloed bestaat. De hoeveelheid steroïdhormonen, die in speeksel aanwezig is, is hierbij representatief. Omdat de concentratie en de activiteit van vele steroïdhormonen ten minste indirect gekoppeld is aan de activiteit van de hypofyse, zijn deze eveneens onderworpen aan overeenkomstige dagelijkse schommelingen. Afzonderlijke meetwaarden kunnen dus geen betrouwbare verklaring geven voor pathologische veranderingen in hormoonconcentraties. Een optimaal inzicht in eventuele afwijkingen van de standaardwaarden kan worden verkregen door het opstellen van hormoon-dagprofielen. Juist hierbij toont het speeksel als onderzoeksmateriaal duidelijk voordelen: bloedmonsters kunnen vaak slechts onder invloed van tijds- en psychische belasting - vooral bij kinderen - genomen worden. Zo kan bij voorbeeld het stresshormoon cortisol verhoogd uitgescheiden worden en daarmee het analyseresultaat verstoren. Bovendien is speeksel ook geschikt als onderzoeksmateriaal om de concentraties van hormonen te bepalen, die onderworpen zijn aan circadiane veranderingen. Een voorbeeld hiervan is cortisol. Omdat de cortisolwaarden na het ontwaken hun maximum bereiken, moet op dat moment de eerste monsterafname plaatsvinden. Om het dagelijks verloop van de cortisolspiegel weer te geven worden ook monsters geanalyseerd die 4, 6, 9 en 12 uur na het opstaan zijn genomen. Niet alleen voor de bijnierschorshormonen cortisol en DHEA, maar ook voor de bepaling van de geslachtshormonen oestradiol, progesteron en testosteron is de concentratiebepaling in speeksel zinvol. De spiegels van de vrouwelijke geslachtshormonen oestradiol en progesteron, die een maatgevende betrokkenheid hebben bij de regeling van de vrouwelijke cyclus, zijn onderhevig aan cyclusafhankelijke schommelingen. Voor de bepaling van de concentraties van deze hormonen tijdens een cyclusfase is speeksel uitstekend geschikt als onderzoeksmateriaal, omdat de patiënte de monsterafname zelfstandig en onafhankelijk van tijd en ruimte kan verrichten. Om betrouwbare waarden bij de hormoonbepaling te verkrijgen, moeten uitsluitend de door ons ter beschikking gestelde monsterafnamebuisjes gebruikt worden! Voorbereiding van de analyse en monsterafname • Speekselmonsters (aanvragen van de testset) • Monsterverzending geen bijzonderheden Belangrijk! Aangezien de concentraties steroïdhormonen in bloed tot 100 keer hoger kunnen zijn dan in speeksel, moeten bloedsporen in speekselmonsters absoluut worden vermeden. Daarom moeten uitsluitend monsters zonder ‘roodkleuring’ ter analyse worden verzonden. Om op een eenvoudige manier te beoordelen of een monster besmet is met bloed, wordt het gevulde monsterbuisje voor een witte achtergrond gehouden. Mocht er een vermoeden van roodkleuring bestaan, dan moet het monsterbuisje geleegd en met leidingwater uitgespoeld worden. Na ongeveer 15 minuten kan een nieuwe speekselafgifte in hetzelfde buisje plaatsvinden. De volgende afzonderlijke hormonen en hormoonprofielen in speeksel kunnen worden bepaald: • Adrenale stressindex (cortisol-dagprofiel, DHEA) • Cortisol-dagprofiel • Vrouwelijke hormonen (oestradiol, progesteron) • Vrouwelijke hormonen Plus (oestradiol, progesteron, testosteron, DHEA) • Mannelijke hormonen (testosteron, DHEA) • Mannelijke hormonen Plus (testosteron, DHEA, oestradiol) Literatuur 1) Aardal E, Holm AC. Cortisol in saliva-reference ranges and relation to cortisol in serum. Eur J Clin Chem Clin Biochem 1995; 33(12): 927-932. 2) Aardal-Eriksson E et al. Salivary cortisol - an alternative to serum cortisol determinations in dynamic function tests. Clin Chem Lab Med 1998; 36(4): 215-222. 3) Belkien LD et al. Estradiol in saliva for monitoring follicular stimulation in an in vitro fertilization program. Fertil Steril 198; 44(3): 322-327. 4) Choe JK et al. Progesterone and estradiol in the saliva and plasma during the menstrual cycle. Am J Obstet Gynecol 1983; 147(5): 557-562. 5) Khan-Dawood FS et al. Salivary and plasma bound and "free" testosterone in men and women. Am J Obstet Gynecol 1984; 148(4): 4-41-445. 6) Lo MS et al. Clinical applications of salivary cortisol measurements. Singapore Med J 1992; 33(2): 170-173.